VERKEERS-PROBLEMEN IN LEIDEN
EN HUN OPLOSSING
CRI DECOEUR
Ik wel, jij niet
Negen jaren distributieleed en
knellende veehandel ten einde
HU83ERSJ
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
EERSTE BLAD - PAGINA 2
We spraken met de Verkeerspolitie over:
De tijd van
postkoets
Moeilijkheden in een oude stad
LEIDEN KENT t- en elke ordentelijke Leidenaar behoort zover
te zyn zal wis en zeker, zo niet dagelijks dan toch zeer vaak, gecon
fronteerd worden met zijn verkeersproblemen. Die zijn er te over! Want
Leiden is een oude vestingstad, die in het begin van de 19e eeuw goed
mee kon doen, omdat het verkeer per postkoets en trekschuit niet zulke
hoge eisen stelde. Maar de tijden zijn veranderd en het verkeer veranderde
mee. Er kwamen treinen, trams, bussen, auto's motoren, rijwielen en wat
zich verder nog op twee wielen ple egt voort te bewegen. En met de
eisen, door deze voertuigen gesteld, is Leiden niet meegegaan. Kón Leiden
niet meegaan. Omdat het een oude stad is en in z'n hart een net van
vaak kronkelende straatjes heeft, die de verbinding vormen tussen al
of niet welriekende grachtjes. We zitten eigenlijk in een te nauw cor
set; het verkeer wordt steeds drukker en de stad blijft hetzelfde. Daar-
by komt dat onze goede oude Sleutelstad prachtige plekjes, grachten,
doorkijkjes, straatjes, gebouwen en huizen heeft, waarvan het karakte
ristieke bewaard dient te blijven voor het nageslacht en daarom een be
lemmering vormen voor een rationele oplossing van vele verkeerspro
blemen. Het is gemakkelijker om te zeggen: „Neem de slopershamer." Maar
er zou veel, wat onherstelbaar is, vernield worden. Het is simpel om
opmerkingen te maken over de moeilijkheden, maar de oplossing er van is
minder eenvoudig. Wie dus hierover wil spreken, zal met de verschillende
factoren rekening moeten houden.
volg dat vaak onnodig lang gewacht
moet worden. Thans echter, nu de
Eostelbrug hersteld wordt, worden
de lichten, met een schakelaar aan
de Gijzelaarsbank door een agent
bediend, wat een grote vooruitgang
is. „Kan dit niet zo blijven?"
„Neen, dat kan niet. We kunnen er
geen man voor missen, althans niet
blyvend. Eigenlijk zouden er nu twee
moeten staan, want het publiek
heeft nog zó weinig verkeers-disci-
pline, dat er steeds op gelet moet
worden of men niet door de rode
lichten heenrijdt. Maar men mag
verwachten dat wanneer de Bostel-
brug klaar zan zijn (over vier'a zes
maanden) de nieuwe drempels wel
licht gearriveerd zullen zijn."
Over het kruispunt bij het Gan
getje konden we kort zijn. Er is een
nieuwe verkeersregeling ontworpen,
doch door de restauratie van de Bos-
telbrug en de wegomlegigng cie daar
binnenkort mee gepaard zal gaan,
wordt gewacht totdat de toestand
weer normaal zal zijn.
Wat die wegomlegging betreft, als
de eerste helft van de Bostelbrug
gereed is en men aan de tweede
helft begint, wordt de brug geheel
voor het grote verkeer afgesloten,
behalve voor de tram. Hét verkeer
uit de richting Hoogewoerd wordt
dan over het Gangetje, Botermarkt,
Vismarkt, Aalmarkt, Kippenbrug en
Apothekersdijk verlegd, De Za
terdagse markt zal daarbij tijdelijk
verhuizen naar de Hooigracht. We
zien dit experiment met veel be
langstelling tegemoet, omdat dit ver
keer dan veel meer gespreid zal
worden, want op de Breestraat wordt
dan tijdelijk éénrichting-verkeer
doorgevoerd, d.w.z. de richting
Noord einde-Gangetje. Een deel van
het verkeer zal wellicht de route
over de Langebrug kiezen. Er is ech
ter een verkeersbeperking te ver-
Welke problemen?
Maar wat zijn dan die problemen?
Ach, iedere Leidneaar kent ze. Over
het station kunnen we kort zyn, want
de tram-misère behoort daar tot het
verleden, wanneer het nieuwe sta
tion gereed zal zijn. Maar we den
ken nu aan het te smalle Noord
einde, waar vooral tijdens de spits
uren het verkeer regelmatig vast
loopt, niet het minst door de als
maar zwaar der en groter wordende
vrachtauto's, dié zich liefst met
aanhangwagen door het verkeer
boren en een voortdurend gevaar
zijn voor andere wegggebruikers.
Over het Noordeinde gesproken!
Daar zijn de stoplichten, een drama
op zichzelf. En wie verder gaat, de
Breestraat op, ziet hoe telkens de
tram moet stoppen voor op de tram
baan geparkeerde auto's, op plaatsen
v/aar de strook naast de trambaan
niet breed genoeg is. We komen
aan het krunspunt Gangetje-Hooge-
woerd-Korevaarstraat-Steenschuur-
Breestraat, vaak levensgevaarlijk om
over te steken!
Neem een andere slagader van het
verkeer door Leiden: de Haarlem
merstraat. Behoeft er nog iets ge
zegd te worden over de ellende, die
de Gele tram meebrengt? Hoe vaak
komen hier opstoppingen voor, om
dat er nergens naast de trambaan
ruimte is voor het parkeren van
auto's? Over de kronkel in de tram
baan bij de Mare, waar de rails in
een lopen, praten we maar niet
eens. En de opstoppingen wanneer de
Blauwpoortsbrug omhoog gaat, laten
we ook maar buiten beschouwing.
Want anders zouden we ook ïnoeten
spreken over de Blauwe Tram, die
uit Den Haag komt en in zo n geval,
meestal vergezeld van een of twee
stadstrams, de Prinsessekade blok
keert.
Er zijn meer problemen. We kun
nen met deze summiere opsomming
echter volstaan. Want liever dan
hierop verder te borduren, willen
we uitweiden over hetgeen er ge
daan wordt of zal worden om deze
moeiijkheden op te lossen. En waar
kan men in zulke gevallen beter te
recht dan bij de Verkeerspolitie, die
dagelijks al deze moeilijkheden ziet,
drukke punten observeert, plannen
maakt, wijzigingen aanbrengt en
nieuwe regelingen doorvoert? De
heer R. J. Meyer, commissaris van
politie te Leiden, was zo vriende
lijk on6 een onderhoud met deze
verkeerspolitie toe te staan.
Eénrichting-verkeer
„Begint u maar". Onze gastheer,
inspecteur van politie, kruiste gela
ten z'n armen en wachtte op de vra
gen die komen zouden. En die kwa
men! We begonnen met ons stok
paardje: de stoplichten en hoorden,
dat toen de drempels, die naar de
verkeersfrequentie de lichten regel
den, tijdens de oorlog defect raak
ten en nog niet vervangen konden
worden. Men heeft toen de lichten
„star" moeten zetten, met het ge-
Bij alle ergernissen die men
op de Haarlemmerstraat te ver
werken heeft, als die Gele Tram
het verkeer doorboort, valt er
toch ook wel eens te lachen. Dat
kon men dezer dagen doen, toen
vlak vóór de tram een jonge
knaap op een bakfiets reed en
ondanks het heftige beige-
klingel van de bestuurder
niet van zins was de rails te
verlaten. De trambestuurder
liep rood aan en stond zich
zichtbaar wild te ergeren. Maar
de jongen bleef rustig voor de
tram uitrijden en week niet.
Totdat hij de Pelikaanstraat in
sloeg en de conducteur hem
toeschreeuwde: „Kan je niet
van de rails af gaan?"
„Ja, ik wel, maar jij niet,"
klonk het gevatte antwoord.
wachten, ten aanzien van afmetingen
en gewicht, omdat de Langebrug, zo
lang deze nog overkluisd is, het ge
vaar van verzakking behoudt.
Ook het éénrichtingverkeer op de
Haarlemmerstraat achtte onze gast
heer in de toekomst niet onmogelijk.
Dit hangt echter o.a. af van de aan
wezigheid van geschikte parellelwe-
gen, waartoe de singels zouden kun
nen dienen, als aan enkele bruggen
iets veranderd wordt. Het zou echter
reeds een grote verbetering zijn,
wanneer de Gele Tram niet ieder
half uur twintig lange minuten aan
het einde van de Haarlemmerstraat
zou parkeren Waarom kan die tram
niet bij ,,Posthof" op het vertrekuur
naar Wassenaar wachten?
en trekschuit
is voorbij!
.J
reeds dan in 1938) in 1952 een hoog
tepunt bereikt zal hebben. Pas dan
kunnen definitieve plannen worden
uitgewerkt.
,,Een van de grootste gebreken in
Leden is echter", aldus onze gast
heer, „het enorme gebrek aan par
keerruimte, die niet te ver van de
grote straten gelegen is. Men kan
toch moeilijk verlangen dat automo
bilisten, die op de Breestraat moeten
zijn, hun auto op het Pieterskerkhof
gaan stallen? Voor de Breestraat
hebben we practisch alleen de Vis
markt en het Stadhuisplein, die op
de drukste dag Zaterdag we
gens de markt daarvoor niet bruik
baar zijn. In Amerika zoekt men het
zelfs al in parkeerplaatsen met ver
diepingen!" Maar daar is het Ame
rika voor.
En omdat we toch zo gezellig zaten te bomen, vond onze inspec
teur het een mooie gelegenheid z'n hart eens te luchten. „We
moeten per jaar meer dan 1.000 aanrijdingen onderzoeken. De
verkeerspolitie heeft dus handen vol werk! Tachtig procent van
alle verkeersongelukken met motorrijtuigen geschieden op hoe
ken van straten en juist daar waar de situatie het eenvoudigst
lijkt, omdat er dan niet extra uitgekeken wordt.
Het is trouwens toch ergerlijk hoe weinig men de verkeers
regels in acht neemt. Wie houdt er b.v. rekening mee dat de Ko-
ninginnelaan één straat is met twee rijbanen? Het is beslist ver
boden ook al rijdt men rechts op de linkerbaan te rijden!
En hoeveel voetgangers steken recht de straat over? De meesten
zwalken maar zon beetje en maken zelf het oversteken gevaar
lijk. Hoeveel wielrijders steken hun hand uit? En hoeveel van hen
doen het tijdig? Zij die het wél doen, menen dan nog vaak dat
ze voorrang hebben en overal doorheen mogen rijden, want „ik
steek immers duidelijk m'n hand uit"!
We hebben nog veel te wensen", besloot de inspecteur, „maar,
hoewel wij zullen trachten het verkeer zo veilig mogelijk te rege
len, moet men toch nooit vergeten dat de mate van veiligheid
bepaald wordt door de practyk van het weggebruik, d.w.z. door
de weggebruikers zelf. Verkeer leiden is vaak verkeer-lyden. Hoe-
meer men regelt, hoe meer men ophoudt. Daarom bestaat thans
overal de neiging om slechts op de spitsuren te regelen, waarbij
gerekend wordt op de dicipline van het publiek. Een Spaans filo
soof heeft eens gezegd: „De ware democratie is de kunst om sa
men te leven". Dit geldt ook in het verkeer, waarbij men niet
steeds de uiterste consequentie van iedere verkeersregel te zijnen
gunste moet toepassen. Welwillenheid ten opzichte van de andere
weggebruikers is veel belangrijker, want: Wees een heer in het
verkeer!"
Minder stadsdrukte
En nu we het toch over de tram
hadden, wilde de inspecteur even
opmerken, dat de stadstram het best
rustig over de Hoogewoerd kan blij
ven rijden. Dan blijft het Leven
daal vrij voor het grote verkeer. De
Hoogewoerd windt door de tram
voldoende ontsloten, zodat het rij
verbod voor auto's, uit de richting
Breestraat, geen belemmering is.
Ten aanzien van het Noordeinde is
éénrichting-verkeer onmogelijk. Mo
gelijk komt er in de toekomst een
stop-verbod gedurende de spits
uren. Men wacht voorlopig op der
gelijke proeven, die thans in Am
sterdam worden genomen.
„Waarom is indertijd ook het laat
ste stukje van het Levendaal niet
gedempt?", vroegen we. Onze gast
heer haalde z'n schouders op. „Ik
hoop dat het nog eens ooit gebeuren
zal. Het Rapenburg zal er niet noe
menswaardig drukker om worden,
maar het verkeer, komende uit de
richting Langebrug enz., zal dan di
rect over het Levendaal de richting
Utrecht uit kunnen gaan".
De Stationsweg en Steenstraat
zullen in de toekomst belangrijk
minder verkeer te verwerken krij
gen. Wanneer de nieuwe tunnel bij
het station gereed zal zijn, gaat het
verkeer uit Oegstgeest grotendeels
over het Scnuttersveld en de Bees
tenmarkt de stad in. Op de lange
duur zal trouwens het gehele stads
verkeer iets minder kunnen wor
den, wanneer het verkeer door over
de aan te leggen ringwegen de bin
nenstad zal kunnen vermijden. Bin
nen niet al te lange tijd zal b.v. reeds
het verkeer uit Utrecht naar Voor
schoten over de Nieuwe Vaart gaan
en vervolgens over de Lammebrug,
die momenteel gebouwd wordt, naar
de Zilverfabriek. Verkeersdeskundi-
gen hebben becijferd dat het aantal
voertuigen, da na de oorlog met ras
se schreden omhoog ging (ho^er
Links: ,,De man met de witte pet", die in het stadsbeeld zo'n bekende verschijning geworden is. Hier be
dient deze verkeersagent de stoplichten bij de Gijzelaarsbank. Rechts: Drukte bij de Bostelbrug, die thans
gerestaureerd wordt en daartoe binnenkort geheel voor het verkeer zal worden afgesloten.
(Foto: „De Leidse Courant")
Een onmogelijke situatie op de Haarlemmerstraat, die evenwel dagelijks
voorkomt. En meer dan eens per dag! De Gele Tram passeert de brug
over de Mare. Zelfs voor de wielrijders is er geen ruimte over!
(Foto: „De Leidse Courant")
EINDELIJK WEER VRIJE MARKT!
(ZcMex de öcfietmeti aan
„(Zm ClentuCa ACatwcae"
Reeds vele malen hebben wij in deze kolommen het werk bespro
ken van leden der Leidse Teken-academie „Ars Aemula Naturae",
die dat 17e eeuwse huis aan de Pieterskerkgracht, waar ook man
nen als Frans van Mieris. Breitner, Cornet, v. d. Meij en Floris Ver
ster hun voetstappen hebben liggen, als hun domein beschouwen.
Een dezer dagen hebben wij, daartoe op wel zeer charmante wijze
instaat gesteld door Ars Aemula's voorzitter, de heer L. Verkoren,
hun werk eens van de andere kant bekeken, hebben wij ons gelaafd
aan de bron van nimmer opdrogend kunstgevoel, dat deze mensen
eigen is.
Via penseel en potlood, houtskoolstift en krijt, hebben wij op on
ze tocht achter de schermen hun werk zien groeien en rijpen. Schil
ders van professie en amateurs zagen wij er broederlijk (ook zus
terlijk) verenigd aan hun schepping, die ongetwijfeld in vele geval
len bij voltooiing zowel kunstenaar als beschouwer voldoening zal
schenken.
Veelal dient een eenvoudige vaas, een appel of peer, een tak mi
mosa of 'n edelweisje uit de bergen, 'n gipsafgietsel van één der klas
sieken, een oud-koperen bord of antieke schaal tot model, doch ook
het tekenen en schilderen naar levend model, of dit nu een ballet
danseresje dan wel een armoedige zwerver is, vindt hier regelma
tig plaats. Zijn zij eenmaal verdiept in hun werk, dan laat zich hun
aandacht niei spoedig afleiden van het tot studie gekozen objet.
Zelfs de komst van een journalist vermag hier geen verandering
in aan te brengen.
Ofschoon wij op dit moment niet willen ingaan op de geschiede
nis van Ars Aemula Naturae, moeten wij voor het ontstaan van
deze academie, aan de oprichting waarvan de Leidse school „De
Fijnschilders" debet is, teruggrijpen tot het einde van de 17e eeuw.
Hoewel wij thans bezwaarlijk meer kunnen spreken van een Leid
se school, vertegenwoordigt deze academie in haar huidige vorm
nog altijd het levende en werkende deel van hen, die zich met te
kenen en schilderen bezig houden. Behalve, dat Ars Aemula wer
kende leden kent, wordt aan een ieder, die daarvoor aanleg toont
(de z.g.n. adspirant-leden) les in tekenen en schilderen gegeven.
Deze cursussen, welke onder leiding staan van een van de lararen
van Pulchri Studio te Den Haag, de heer Reittmann, verheugen
zich in een opmerkelijke belangstelling. Men vestigde er onze aan
dacht op, dat men het woord „cursus" niet al te nauw moet nemen,
aangezien er niet voor een examen wordt opgeleid. Zij hebben daVi
ook het voordeel, dat een ieder kan deelnemen, ook al heeft men
b.v. maar heel weinig getekend; als er maar grote belangstelling en
aanleg voor tekenen en schilderen bestaan. Het is beter deze cursus
sen te beschouwen als een voorbereiding voor academisch onder
wijs; een z.g.n. voorloper van de Haagse Academie.
Als men, zoals wij, te midden van deze werkende tekenaars en
schilders vertoeft, krijgt men de indruk, dat hier niet met grote
woorden over kunst gesproken wordt, doch dat men hier werkt en
op deze wijze zijn aanleg ontwikkelt en zijn kennis vermeerdert.
De zalen, waarin men werkt, doen denxen aan de grote, vrije stu
dio's in Parijs en overigens is dit antieke gebouw een plaats, waar
een schilder zich thuis moet voelen. Laat niemand zich door schroom
laten weerhouden eens kennis te maken met deze werkende ge
meenschap, want er is voor ieder plaats, ook voor hen, die zelfs nog
nooit hebben getekend.
Een mooiere vulling van vrije tijd is vrijwel niet denkbaar. Ars
Aemula was voor ons, die ook nog niet eerder met deze werkge
meenschap werden geconfronteerd, een openbaring. Een rust te
midden van het jachtende leven!
J^ADAT DE VEEHOUDERIJ, de veehandel en de slagers negen lange
jaren hebben gezucht onder tal van knellende en de vrije handel sterk
belemmerende bepalingen, is daaraan thans, tegelijk met de opheffing
van de vleesdistributie, een einde gekomen. Er kan weer vrij worden ge
kocht! Geen wonder, dat er over deze terugkeer van de vrije handel
in het vette vee op het Leidse vee marktterrein, aanvoercentrum voor
gans de Rijnstreek, grote vreugde bestond. Er was muziek, er waren wap
perende vlaggen, het loven en bieden met het traditionele „handje-klap"
geschiedde weer frank en vrij, doch bovenal was er op deze eerste dag
van vrye aanvoer een verkoop van pl m. 400 dieren. Zeer zeker geen slech-
te start!
nog bijna 700welke nog onder de
vee-levering vielen. Maar ook deze
verdwenen en daarmee was geheel
de vee-levering geschiednis
Historisch moment.
Na afloop van de markt vond in
café Van Meizen nog een samen
zijn plaats van allen, die de afgelo
pen 9 jaar nauw bij het veemarkt
wezen betrokken waren. Wethouder
Van der Kwaak, als eerste spreker,
j achtte de afschaffing van de vee-le-
vering een historisch moment en de
ze dag een nieuwe inzet voor de ont-
I wikkeling en groei der Leidse vee-
j markt. Spreker, die ook zelf een
groot voorstander is van de vrije han-
del en het eigen initiatief, dankte
J alien, die in deze achterliggende ja-
i ren hun beste krachten hebben gege-
ven om tot een zo bevredigend mo-
gelijke regeling te komen, in het bij-
zonder de heer J. P. v. d. Stoel, hoofd
inspecteur van het Bedrijfschap Vee
en Vlees, en de directeur en het per
soneel van de Markt- en Haven
dienst, Wederkerig dankte de heer v.
d. Stoel het gemeentebestuur voor de
geschonken medewerking en de gebo
den service, waarna hij nog met een
enkel woord uitweidde over de moei
lijke positie, welke allen innamen,
die bij de vee-levering betrokken
waren. Tenslotte wees spreker er op,
dat, wil Nederland in de rij der vol
keren weer een betekenisvolle plaats
innemen, het tot de vrijhandel moet
terugkeren en het af moet van het
systeem van aanleunen tegen de
overheid. Voorts zal er alles op ge
richt moeten zijn om de Leidse vee
markt wederom die plaats te doen in
nemen, welke het van oudsher houdt,
zulks in het belang van de georgani
seerde landbouw en veehandel.
Hoerastemming op de
Leidse Veemarkt
Wethouder D. v. d. Kwaak, die
niet alleen het beheer over Leidens
schatkist voert, doch ook het toe
zicht over de gemeentelijke bedrij
ven heeft, kwam zich persoonlijk van
de gang van zaken op de hoogte stel
len, links en rechts informerend naar
wensen en mogelijkheden, welke bij
een eventuele inlossing resp, toepas
sing kunnen leiden om de Leidse
veemarkt in de toekomst wederom
die plaats te doen innemen, waarop
zij krachtens haar verleden recht
heeft. Ook de directeur van Markt
en Havendienst, de heer L. A. Men
nes, die nu al ruim 25 jaar met de
leiding van deze dienst is belast, trof
fen wij op het veemarktterrein aan.
Hoewel nagenoeg op het gehele ter
rein een vrije handel werd gedre
ven, stonden ergens in een verscho
len hoekje achter molen De Valk een
50 koeien (vorige week waren dit er
Weer opwaarts.
De directeur van de Markt- en Ha
vendienst, die allereerst herinnerde
aan de grote betekenis, welke de Ve-
bo voor het Leidse veemarktwezen
heeft, stond vervolgens stil bij de
tijd re bezetting toen vele knellende
bepalingen de veemarkt sterk terug
deden lopen en alles kunstmatig om
hoog werd gehouden. Ook spreker
sprak de wens uit, dat Leiden in een
nabije toekomst weer één der be
kendste veemarkten binnen haar mu
ren mocht hebben. Tenslotte dankte
spreker alle functionarissen, die bij
de vee-levering betrokken waren en
nu op non-actief komen te staan.
Vervolgens voerden nog het woord
de heer Van Berkel, die de leiding
van de overname van het vee had,
de heer Bik, die alle wegingen ver
richtte, de heer J. Baggerman, taxa
teur, de heer H. Bikker, vertegen
woordiger van de voedselcommissa-
ris en de heer Scholtens, namens de
landelijke slagersorganisaties.
Wethouder Van der Kwaak, die
hierna wederom het woord nam,
deed het voorstel om op een binnen
kort te houden bijeenkomst onder
ogen te zien, welke maatregelen ge
nomen kunnen worden om het markt
wezen nog meer aan zijn doel te doen
beantwoorden. Een voorstel, dat dooi
de aanwezigen met beide handen
werd aangegrepen.
Tenslotte deelde heer Mennes nog
mede, dat met ingang van Dinsdag,
15 November, de eerste vrije vette
varkensmarkt sedert 9 jaar zal wor
den gehouden.
Geboorteaankondigingen F
Naar
Haarlemmerstraat 123,