Wimpie Qteie Bezetting van een onbewoond flat in Den Haag De Leidse K.A.B. vierde het Feest van de Arbeid Arbeid is geen vloek, maar een geschenk van God. Feestavond St. Leonardus- parochie UITTOCHT MAANDAG 16 MEI 1949 DE LEIDSE COURANT EERSTE BLAD PAGINA 2 Politie had plezier in het geval Zaterdagmiddag is een aantal wo ningzoekende Hagenaars binnenge drongen in een onbewoond flatge bouw aan de Kanaalweg te Den Haag. Toen de woningzoekenden na herhaalde sommatie van de politie weigerden het gebouw te verlaten, werd procesverbaal opgemaakt, waarna de adspirant bewoners heen gingen. Het bewuste flatgebouV, dat plaats biedt aan 50 gezinnen, staat reeds 14 maanden leeg, hetgeen al lange tijd een doorn in het oog was van velen, die naar woonruimte uit zien. Verschillende pogingen, om deze flat door particulieren te laten bewonen, strandden steeds op de weigering van de rijksgebouwen dienst, die er het beheer over heeft. Een aantal Hagenaars besloot toen zelf de handen uit de mouw te ste ken. Zij vormden een actie-comité en riepen sympathiserenden bijeen, om het flatgebouw te bezetten. Za terdagmiddag verzam'elden zij zich in de buurt van het gebouw. De po litie bleek echter gewaarschuwd en hield de ingangen bezet. De groep achtte zich niet sterk genoeg om de politiemacht te trotseren er wa ren namelijk in verhouding meer journalisten dan woningzoekenden op komen dagen en besloot toen te proberen langs vreedzame weg tot een overeenkomst met de politie te komen. De politie was echter on vermurwbaar en met de versterking, die zij ondertussen had gekregen, ook onweerstaanbaar. Waar geweld niet baat moet list gebruikt worden en dus splitste de groep zich in twee delen. De ene groep hield de agen- j ten aan de praat en de andere da-N mes en heren drongen door enkele bosjes door op het terrein van het flatgebouw. Zij nestelden zich voor een der toegangen. Spoedig was de ze doorbraak ontdekt en de politie macht sommeerde de belagers zich terug te trekken. Deze weigerden. Zij reikten pamfletten uit, moti veerden hun actie, doch alles tever geefs. De politie, die overigens zeer soepel optrad en wel plezier scheen te hebben in deze actie, weigerde toestemming te geven, oir? het ge bouw te betrekken. De betogers weigerden op hun beurt te gaan. Zo ontstond er een discussie, die ruim twintig minuten duurde en door ve len langs de weg met belangstelling werd gevolgd. Nadat al hun voor stellen verworpen waren, besloten de betogers te gaan, op voorwaarde, dat zij een proces-verbaal kregen. Hoewel ogk dit aanvankelijk werd geweigerd, stemde de politie er ten slotte in toe de leider van het actie comité, de heer K. N. te verbali seren. Men zei elkaar toen vriende lijk vaarwel en de woningzoeken den verlieten het terrein. EEN „JONGENSSTAD" IN GOUDA. Vorig jaar lag er in Gouda langs de spoorlijn naar Utrecht een verlaten terrein, dat er verwaasloosd uitzag. Enige jaren geleden zeulde er het Schoonhovense treintje over deze grond. Het treintje was opgeruimd, de rails waren opgebroken en het vrijgekomen stuk terrein lag daar leeg en verlaten. Wie dit terrein van 10.000 M2 thans betreedt, ziet geen modderpoelen en kuilen meer, doch een gebouw met ervoor een hoge mast, waaraan het rood. wit en blauw wapperden met er onder de Pauselijke, Engelse en Amerikaanse vlaggen. Op feestelijke wijze werd het gebouw Vrijdag offi cieel in gebruik genomen. De hoog- eerw. heer J. F. A. Bots, deken van Gouda, zegende het gebouw, in aan wezigheid van tal van geestelijke en mede verkreèg het zijn bestemming: Jongensstad van Gouda. Ruim een jaar geleden arriveerde in Gouda de oud-aalmoezenier ygn het Amerikaanse leger, pater Amon Bessling O.F.M., die de taak op zich had genomen in Gouda een Jongens stad te bouwen. Hij wist ergens een oude golfplaten legernis op de kop te tikken, kreeg van de Ned. Spoorwe gen het verwaarloosde terrein in huur en begon te bouwen. Een aannemer verrichtte het hoogst noodzakelijke grond-, montage en metselwerk. Een oude mijnenveger leverde het beno digde hout. Jongenshanden deden hun werk. Het resultaat is, dat er thans een 27 m. lang gebouw staat voor de ongeorganiseerde jeugd van Gouda. Onder leiding leren zij timmeren, schilderen, fietsenrepareren en teke nen, met het doel om liefde en inte resse voor een vak of beroep te kwe ken, waardering te krijgen voor an dermans werk en prestaties. Een der de deel van het gebouw wordt in be slag genomen door een ontspannings zaal. Deze Goudse Jeugdgemeenschap wordt door de jeugd zelf bestuurd. Enige tijd geleden hebben de jongens, die ingeschreven staan, een burge meester, wethouders en een commis saris van politie gekozen. Zij verga deren in het „Stadhuis". Hier staat de bevolking van Jongensstad inge schreven op een kaartsysteem met fo to. Hier betalen de jongens belasting (contributie). Zij deponeren er hun spaarcenten. Zij komen er met hun klachten. Dit alles is nog slechts een begin. Van de 10.000 M2 terrein zijn er slechts 3000 in orde gebracht. Er moe ten nog voetbal- en athletiekvelden komen. De omgeving moet nog ver der worden beplant. Het aantal jongens, dat momenteel ingeschreven staat bedraagt 150. De burgemeester van Jongensstad heeft bij de officiële opening aan de stich ter, pater Bessling een marmeren her denkingsplaat aangeboden, een ge- wereldlijke autoriteiten in en hier- schenk van zijn „dankbare jongens' Aetherklanken DINSDAG HILVERSUM I. 301 meer. 7.00 Nieuws. 7.15 Ocht.gymn, 7.30 Peter Yorke en zijn orkest. 7.50 Dag opening. 8.00 Nieuws. 8.15 Ochtend- varia. 8.55 Van vrouw tot vrouw. 9.00 Hersengymnastiek. 9.30 „Aubade". 10.15 Arbeidsvitaminen. 10.50 Kleu tertje luister. 11.00 Elsa Sigfuss, zang. 11.30 „De Wekker". 12.00 Het Pro menade-orkest. 12.30 Land- en tuin- bouwnieuws. 12.40 Pianoduo. 13.00 Nieuws. 13.15 ..De jeugd en de we reldvrede". 13.20 „The Avroleans". 14.00 „Met naald en schaar". 14.30 Modeshow. 14.45 Radio-matinée. 16.25 „Honderd beroemde componisten van Palestrina tot Pijper". 16.40 „De schoolbel". 17.00 Kinderkoor „Jacob Hamel". 17.30 Gr.pl. 17.45 „Fauna en Flora in Indonesië". 18.00 'Nieuws. 18.15 Tom Erich, piano. 18.30 Strijd krachten. 19.00 „In een groen knol lenland". 19.10 „Paris vous parle". 19.15 „Achter het voetlicht". 19.50 Wederopbouw. 20.00 Nieuws. 21.35 „Als ik daar nog aan dcmk", 21.45 Buitenlands overzicht. 22.00 „Ik zou zo graag...!" 22.20 Bijnamen in de kamermuziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Franz Lehar-concart. HILVERSUM II, 415 meter. 7,00 Nieuws. 7.15 Operètteklanken. 8.00 Nieuws. 8.15 „Pluk de dag". 9.05 Lichtbaken. 9.35 Peter Pears, tenor. 10.00 „Wie komt in mijn hokje". 10.15 Gevarieerd Italiaans opera-program ma. 10.40 Schoolradio. 11.00 „Muziek houdt fit". 11.40 Charles Kuilman, te nor. 12.00 Angelus. 12.30 Land- en tuinbouwnieuws. 12.33 „Het orkest zonder naam". 13.00 Nieuws. 14.00 „Uit Nederlands glorietijdperk". 14.30 Onder ons". 15.00 Schoolradio". 15.30 Het Nederlandse kinderlied. 16.00 „De Zonnebloem". 17.00 Vertelling na schooltijd. 17.15 „Lang zullen ze le ven". 17.45 „De zevenklapper". 18.20 De Franse lyriek van troubadours tot moderne liederen. 18.50 Actuali teiten. 19.00 Nieuws. 19.50 „De kerk en haar vervolgers". 20.00 Nieuws. 20.05 De gewone man. 20.12 Treur spel „De moord in de Kathedraal". 23.00 Nieuws. 23.15 Philadelphia Symphonie Orkest. DE DAG VAN DE ARBEID heeft voor ons katholieken een andere klank dan bij hen, die op 1 Mei rnet veel vlagvertoon hun spandoeken en banieren door de straten dragen en de „Internationale" zingen. Het is niet op de eerste plaats een gelegenheid om naar buiten te propageren en te spreken over de plaats van de arbeider in de maatschappij. Voor ons katholieken is de Dag van de Arbeid een dag van bezinning, waarop gewezen wordt hoe God de arbeid in het wereldbestel heeft gezien en hoe de mens moet staan tegenover deze goddelijke gave: de Arbeid. Daarom geen uiterlijk vlagvertoon, maar een dag van dankbaar over-- denken. Zegening der werktuigen Om dit dankbaar overdenken vorm te geven, kwamen de leden van de K.A.B., afd. Leiden, gistermorgen ieder in zijn eigen parochie naar de H. Tafel, om God te danken voor Zijn zegen: weer een jaar gewerkt te mogen hebben. 's Middags is het een vooruitzien naar de toekomst. Er ligt weer een vol jaar van arbeid voor ons. En de arbeiders vragen Gods zegen over hun werktuigen, opdat degene, die ze volgens Gods wet en wil met dankbaarheid gebruikt, gezondheid DE MOORD IN DE KATHEDRAAL Dinsdagavond radiopremière voor Nederland voor K.R.O.-microfoon. „Murder in the Cathedral", het wereldberoemde treurspel van Tho mas Stearns Eliot, dat het marte laarschap van de H. Thomas a Becket, aartsbisschop van Kantel berg, tot thema heeft, zal morgen (Dinsdag) van 20,12 uur tot 22,45 uur voor de K.R.O.-microfoon wor den opgevoerd. De historische achtergrond van dit spel vormt het conflict tussen de in 1170 vermoorde aartsbisschop van Kantelberg, de H. Thomas a Becket, en Koning Hendrik III van Engeland. Dit toneelstuk beleefde in Engeland reeds meer dan duizend opvoeringen met Robert Spaaight in de hoofdrol. Voor de K.R.O. komt dit stuk in de vertaling van de jonge Katholie ke dichter Michel van der Plas; de hoofdrol wordt vertolkt door Albert van Dalsum. van lichaam en bescherming van ziel moge bekomen. Een groot aantal gelukkig aan merkelijk meer dan het vorig jaar waren om vier uur naar de dekenale kerk gekomen, waar pater drs. Ca- lesantius O.Cap., uit Voorschoten, een toespraak hield over het feest van de arbeid, dat inderdaad een feest genoemd mag worden, omdat de ar beid zelf een feest is. De mens is echter door hebzucht en egoïsme, al dus de gewijde spreker, tot materia lisme gekomen, dat de arbeid ziet als een vloek. Nog stt^ds komen uit het Oosten vele vormen van dit systeem tot ons. Als katholieken echter moe ten wij de arbeid zien als een roe ping van God. Arbeid is geen vloek, maar arbeidsschuwheid is zonde. Daarom moeten wij proberen de ar beid tot een feest te maken, door ze, ter ere Gods, met opgewektheid te verrichten. Na deze predikatie ging deken Ho- mule zegenend langs de lange rijen. De een stak een zethaak omhoog, de ander 'n potlood, 'n bijtel, een trof fel, een spoel, een mes of een kam en oprecht klonk de aanroeping tot St. Jozef, de patroon van de arbeiders, die God met het werk van zijn han den gediend heeft. Met een kort Lof. waarbij de deken geassisteerd werd door de kapelaans Mulder en van Vugt, werd de plech tigheid besloten. Feest in de Gehoorzaal. Dat de katholieken aldus hun feest van de arbeid vieren, sluit niet uit dat er ook op andere wijze feest mag zijn. De Leidse K.A.B.die reeds zo vaak prettige en gezellige familiefeest avonden georganiseerd heeft, begreep dat haar leden ook op deze dag iets bijzonders zouden vragen. En daarom gingen gisteravond de deuren van de grote stadszaal open en waren er ze ker 800 mensen aanwezig, toen de voorzitter, de heer J. A. M. van Oyen, een welkom toeriep tot de leden met hun familie en de vertegenwoordigers van „Kath. Leiden", de St. Adelber- tusvereniging en de zusters van het Kath. Sociaal Bureau. Pater Calasan- tius, rector Bernefeld en kapelaan v. d. Plaat kwamen later ter bijeen komst. De voorzitter sprak over de „por", die wij elk jaar opnieuw nodig hebben, om de arbeid niet alleen te zien als noodzaak voor het levens onderhoud. We moeten hem zien op een hoger plan, waardoor de vreug den groter zullen zijn dan de lasten. Inmiddels had de altijd actieve K. A.B.-Symphonie, onder leiding van Jan Gordijn, zich al laten horen met een pittige mars en speelde, nadat het strijdlied geklonken had, nog een nummer, als inleiding op de rede van de nieuwe verbondssecretaris uit Utrecht, de heer J. A. Middelhuis. Meer waadering voor de arbeiders. Deze nieuwe functionaris opvol ger van Dré de Wolf constateerde dat men wel veel bewondering heeft voor mooie etalages, prachtig hand werk, kostbare machines en schitte rende gebouwen," maar meestal niet voor de makers hiervan. Het liefst worden de arbeiders nog maar zo'n beetje achteraf gehouden. Dit moet veranderen, er moet meer waarde ring zijn voor de werkman, die in zijn nederig omhulsel van een vuile overall, toch een mens is. Deze waar dering moeten wij zien te krijgen op een manier, gebaseerd op onze eigen levensbeschouwing en niet, zoals an deren dat willen, door omverwerping van het maatschappelijk bestel. Spr. wees er op hoe de K.A.B. dit trachtte te bereiken, door mede te werken aan de tot standkoming van de medezeggenschap en door achter de regering te staan, wat betreft de loon- en prijspolitiek, die weliswaar beperkingen oplegt voor de arbeiders, maar toch in staat geweest is in deze moeilijke economische toestand de arbeidsvrede te bewaren. De sociale verbeteringen, vooral die van na de oorlog, zijn niet tot stand gekomen door stakingen, maar door overleg. Deze houding heeft een andere opi nie geschonken aan de mensen, die beter zijn gaan denken over de ar beider. Deze arbeider moet echter zich bewust zijn van zijn verantwoor delijkheid, nu hij zoveel rechten heeft, en er rekening mee houden, dat het niet aangaat zo zonder meer ook al zouden zij in een of ander geschil ge lijk hebben te staken. De heer Middelhuis verbond hier aan een loflied op de K.A.B., die ook in cultureel opzicht haar leden om hoog wil werken. Nog veel meer doet de organisatie voor de aangesloten arbeiders. Het sanatorium, dat bui tenlandse vermaardheid geniet, het pas opgerichte tehuis voor rustbehoe- vende moeders, de levensverzekering „Concordia", de eigen pers en uitge verij, het zijn allemaal resultaten, door de leden bereikt, omdat zij wis ten samen sterk te zijn. Öuiten de dagelijkse arbeid is er dus nog iets anders, wat de aandacht verdient. We zijn er nog niet en nog vele vraagstukken wachten op behan deling en oplossing, maar de K.A.B. is actief en staat op de bres voor alle belangen van haar leden. De mede zeggenschap, en daarna ook het me de-bezitten. en de arbeid van de ge huwde vrouw zijn slechts enkele pun ten waaraan aandacht wordt besteed. „Een beleefd mens" „Een beleefd mens" was Vicomte Finefleur de l'Exquis (J. A. M. van Oyen), de hoofdrolspeler van dit ge lijknamige stuk, dat na de pauze door het KAB-toneel op de planken werd gebracht, onder regie van de heer J. P. Mank. Dit kluchtige spel in twee bedrijven van Flavius is een oud paardje, dat vor deze gelegen heid weer eens van stal gehaald was en het nog steeds goed bleek te doen. Er is althans smakelijk gelachen om de super-beleefde vicomte, die het maar slecht kon vinden met de on beschaafd geeuwende rentenier Jean Piramel. Maar natuurlijk werden ze het aan het einde toch. eens! We behoeven geen namen te noe men. Het suk vroeg slechts een klei ne bezetting, waarvoor geroutineer de spelers gekozen waren, die even min zwakke plekken als zwakke rol len» te zien gaven. Nogmaals liet de symphonie zich horen, waarna rector Bernefeld spijkers met koppen wilde slaan, door uit de ongetwijfed vele goede voornemens van deze dag daden te trekken. Deze daden moesten o.a. bestaan uit belangstelling voor het pas opgerichte Bureau voor Beroeps keuze en een massale deelname aan de KAB-retraite in Juni a.s. Voor beide: inlichtingen bij de secretaris, Sophiastraat 60. „AMOR IN DE PASTORIE" Als sluitstuk van de viering van het jubilé der St. Leonardus-paro- chie werd gisteravond in de Schouw burg een feestavond gehouden, waarop het bekende spel van Bal lings „Amor in de pastorie" door de „Speelgroep" van O.K.O. werd op gevoerd. De heer Hoogeveen opende de avond met een welkomstwoord, waarna de zangers en zangeressen van ,,'t Zonnelied'' het „Exultate Deo" van Scarlatti en een fragment uit „Die Schöpfung" van Haydn zon- Onder leiding van de heer M. Opdam werden deze zangstukken met veel toewijding en met opmer kelijk goed resultaat ten uitvoer ge bracht. Toén begon Amor iri de pastorie rónd te spoken. Het spet van Bal lings met zijn snaakse dialogen maar met zijn ondergrond tf'an ernst, leent zich uitstekend voor een avond ais deze. Een dorp is een wereldje in het klein en de pastoor is er het mid delpunt van, zodat het heel begrijpe lijk is, dat in en rond een dorps pastorie Amor heel wat verwikke lingen te weeg kan brengen. „Amor in de pastorie" is reeds meermalen opgevoerd en zal zijn weg nog wel verder vinden over de planken van het dilettantentoneel. Het is ervoor geknipt. De „Speel groep" van O.K.O. vond er een kolf je naar z'n hand in en wist het met kleur en gratie over het voetlicht te brengen. Zo'n spel moet het doen, als de hoofdrollen in goede handen zijn. En dat was hier het geval. Vooral ,baas Blom", de herbergier, die in het tweede bedrijf goed op dreef kwam, bleek heel wat toneeltalen.ten te kunnen ontplooien. Ook de pas toor was een figuur, die wat stem en houding betreft, zo uit een echte pastorie zou kunnen zijn gestapt. De overige rollen zullen wij niet aixe noemen; zij waren in goede handen en over het algemeen werd heel goed toneel gegeven. De parochianen van de Leonardus, en met hen de geestelijkheid, die na tuurlijk niet ontbrak, hebben veel genoten van dit spel en .hun waarde ring niet onder stoelen en banken gestoken. „ZUIDERKWARTIER" GAF EEN KINDERMIDDAG. De Speeltuinvereniging „Zuider kwartier", die het niet alleen op haar keurig ingerichte tuin zoekt, maar de kinderen ook van tijd tot tijd „binnenskamers" aangenaam bezig weet te houden, had Zaterdag middag in de grote zaal van „Den Burcht" een samenkomst belegd, welke voor de pauze werd verzorgd door Ann Pasman met haar leer lingen. WEERSVERWACHTING (Geldig van -Maandagavond tot Dinsdagavond opgemaakt te 10 uur). OVERWEGEND DROOG WEER Voor de Noordelijke provin cies: Over het algemeen veel be wolking maar overwegend droog weer. Matige tot zwakke wind hoofdzakelijk uit Weste lijke richtingen. Aanhoudend koud weer. Hier en daar met opklaringen. Weinig wind en droog weer. Morgen overdag iets minder koud dan vandaag. Na een inleidend woord van de voorzitter, de heer M. I. Smit, waar in hij nog eens belangstelling voor het speeltuinwerk vroeg, bracht het jeugdige gezelschap van Ann Pas man enkele aardige dansjes over het voetlicht, welke werden beslo ten met de opvoering van het sprookje ,;Manda's droom", waar mede de vele kinderen zich kostelijk amuseerden. Ditzelfde kan ook ge zegd worden van de hierna door de heer Rutgers verzorgde filmvoor stelling, welke de avonturen van vijf nikkertjes tot onderwerp had. Zuiderkwartier kan op een zeer ge- middag terugzien! „LOODS AAN BOORD". In de goed bezette Schouwburg gaf de toneelvereniging „Tot ieders ge noegen" Zaterdagavond een vlotte opvoering van het toneelstuk „Loods aan boord". Het getuigt van durf dat „T.i.G." dit stuk heeft aangepakt. Vooral de rol van de quasi-blinde moeder was bij mevr. E. v. Rossen in goede handen. De overige spelers slo ten zich waardig bij haar aan. Een voorbeeld, dat navolging verdient, gaf deze club, door enkele manschap pen van de Sociaal Medische Dienst uit te nodigen. Voor hen was dit een welkome ontspanning. J. J. VALENTGOED OVERLEDEN. In de ouderdom van 81 jaar is hier ter stede overleden de heer J. J. Va- lentgoed. die vóór de oorlog jaren ge ruime tijd zitting had in de gemeen teraad, waar hij door de S. D. A. P. was afgevaardigd. De heer Valentgoed is gedurende 47 jaar beambte geweest aan de Uni versiteitsbibliotheek, waar hij als een man van de oude garde altijd vol service was voor het publiek, dat de biblotheek bezocht. waaronder vele groten uit binnen- en bui tenland. Hij legde daarbij steeds een grote speurzin aan de dag. zodat zijn hulp door de bezoekers ten zeerste op prijs werd gesteld. Sedert 19 jaar was de heer Valentgoed gepension- neerd. LEIDSE UNIVERSITEIT. Geslaagd voor het candidaats- examen Geschiedenis: de heer S. R. de Boer te Den Haag. verte'd door HUIBERT VET. OP HET SPOOR VAN KID DIENAMIET! 10. Met een diepe zucht maakte Wimpie zich op om de jacht opnieuw te beginnen. „Als de mensen maar niet zo dom waren!" foeterde hij zachtjes voor zich heen," Ze denken al tijd alleen maar aan zich zelf. Geen wonder dat er zoveel narigheid in de wereld is." Zo mopperend slenterde Wimpie voort in de rich ting waarin de Kid ve - dwenen was. Hard lopen had geen zin omdat de misdadiger allang uit het gezicht was en het in de steeds dikker wordende schemer toch on mogelijk zou zijn de Kid te volgen. Nee. Wimpie kon nog slechts op zijn geluk vertrouwen en op zijn gezond verstand. Na enige tijd v/erd zijn opmerk zaamheid geweid door een eroenten- man bij de ingang van de Statentun- nel. een viaduct vlak bij het Station D. P. Deze groentenman hield zichzelf op zeer bijzondere wijze bezig: ge wapend met een sigaren-aansteker kroop hij over de grond en schreeuw de daarbij luid allerlei onbegrijpelij ke woorden. Telkens als een auto naderde onderbrak hij even zijn be zigheid, om direct daarop weer op de knieën te vallen en verder te gaan. „Wat is hier gebeurd?" informeer de Wimpie belangstellend. De groentenman richtte zich met een paarsrood gelaat op en herhaalde vele malen: „Wat is hier gebeurd? Wat is hier gebéurd? Wat is hier gebeurd?" in alle mogelijke toonaar den. „Ha, Ha!" besloot hij daarop somber, en stak opnieuw de brand in zijn aansteker die gedurende dit gescrek was uitgewaaid. Nieuwsgierig liep Wimpie achter de kruipende groentenboer aan; hij besloot niets meer te vragen, maar goed zijn ogen te gebruiken. „Hoera!", riep de groentenman op eens opgewekt, „alwéér een! Nu nog- maar drie honderd vijf en zestig!" Toen betrok zijn gezicht weer. „Of drie honderd zés en zestig?" mom pelde hij, met een vragende blik op Wimpie. „Drie honderd vijf en zestig", ant woordde Wimpie op goed geluk. DE DOOR ETHEL SMITH DORRANCE 18) „Slecht, erg slecht," erkende de Indiaan, wie het was aan te zien, hoeveel pijn hij had, al wilde hij dit ook niet uiten. „Eerst eten dan ik verbinden." be moedigde Rawson, legde de houtjes zorgvuldig op elkaar cn stak ze aan met het eindje kaars. „Goed," was het enige antwoord. Een enkele blik door de hut heen gaf het ambtelijk geoefend oog on der meer verklaring van het feit dat de Indiaan nog meer ongemak leed dan alleen gebrek aan vuur. Tegen een der wanden was een houtstapel tje, als kachelhout gehakt cn dat was blijkbaar alles, waarvoor Hayes ge zorgd had, alvorens naar Stampede ♦e trekken. In het besef, dat hij mis schien dagenlang tot niets in staat zou zijn, had de Indiaan die voorraad onaangeroerd gelaten en alleen warmte gezocht onder de gescheurde deken en het oude berenvel, dat hem tot dekking diende. Vermoedelijk kroop hij eens per dag van zijn brits af om wat warm eten klaar te ma, ken, om tenminste in leven te blij ven, tot hij zover hersteld was, dat hij zijn „mukluks" weer kon aan trekken en op pad gaan. Een teiltje water met een ijslaag bedekt en en kele repen bevroren vlees naast de brits bevestigden die veronderstel ling. Rawson bleef slechts zo lang bij de kachel tot zijn handen warm waren. Vervolgens ging hij naar buiten spande zijn honden uit en haalde zo veel proviand, als hij nodig had van de slee af. Hij nam zijn kookgerei en slaapzak eveneens mee naar bin nen. Tegen dat het dekzeil weer over de slede vastgebonden was, waren zijn vingers totaal verkleumd. Vijf minuten later kwam hij weer naar buigen. Al spoedig hoorde men de slagen van zijn bijl, waarmee hij een dorre boom, die hij in de nabij heid van de hut had zien staan, vel de. Hij hakte er brandhout van bij het licht van de kaars die hij in een opengebogen blikje had gezet. Het ging niet gemakkelijk, doch toen eenmaal de spaanders rondvlogen, kreeg hij hulp van zijn hond, die al tijd de taak op zich nam om gehakt hout in zijn bek binnen in de hut te brengen. Het slimme dier beschouw de dit blijkbaar als een hulp bij de toebereiding van het eten, wat naar hij wist, spoedig zou staan te- koken. Hoewel vele slededrijvers zich er mee vergenoegen, hun honden be vroren vis te voeren, was Rawson van mening, dat zijn span beter trok als hij gekookt voedsel gaf en hij deed daarvoor graag wat meer moei te. Vlug stookte hij een tweede vuur tje voor de deur der hut, vulde de hondenketel met sneeuw en hing die boven het knetterende vuur. Toen dit gesmolten was, deed hij er twéé maal zoveel vis als rijst met talk in en liet het aan de kook komen. De honden zaten eromheen in de sneeuw zonder hinder te hebben van de ranzige geuren te hebben, die oor zaak waren, dat hun eten niet bin nenshuis gekookt kon worden. In de hut begon Rawson nu met het koken van het eigen maal en de Indiaan keek toe met niet minder be gerige ogen dan de honden daarbui ten. Hij wierp een paar handenvol gedroogde uien en aardappelen in de aluminium pan en wachtte af. tot ze voldoende gezwollen waren, waarna hij er twee stukken vlees aan toe voegde. Terwijl hij zat te wachten, tot de geurige hutspot klaar was, schonk hij zijn aandacht aan de In diaan. Op de allereerste plaats wilde hij de juiste ligging van het kamp van Midas te weten komen, maar hij was wel zo wijs daar niet dadelijk over te beginnen. Hij moest eerst zijn ge zag als lid der Bereden Politie doen gelden. En toen de Indiaan dit niet zo maar wilde geloven, maakte hij hem dit duidelijk door zijn „parka" uit te trekken en hem de bewerkte kno pen van zijn uniformjas te tonen. De kerel bekeek aandachtig een dei- knopen met de gekroonde buffel en het inserrift: „N.W.M.P. Canada daaronder. Eindelijk keek hij met een zweem van een glimlach in zijn kraalqgen op. „Politie", gromde hij hees, ik goed Indiaan, heel goed. Rawson verstond het dialect aan de Peel Rivier gesproken niet en de Indiaan wist niets af van de dialec ten langs de Yokon, maar met be hulp van veel gebaren, wisten ze zich toch elkaar verstaanbaar te ma ken. Uit de gebarentaal van de jon geman maakte hij op, dat hij een on uitsprekelijke naam. die „Rook" be tekende, droeg. Er hoorde nog een bijvoegelijk naamwoord bij, doch dat konden ze elkaar zelfs niet met gebaren aan het verstand brengen. „Jij kennen blanke man Hayes?" vroeg Rawson, in de hutspot roe rend. Rook keek onnozel. „Dit zijn hut. Hij bericht gebracht jij ziek. Na veel gebaren en herha lingen scheen de Indiaan de strek king van zijn vraag te begrijpen. „Geen goed man, hij," was zijn be sliste antwoord en met flikkerende ogen voegde hij eraan toe: „Zwarte vos, heel mooi!" Rawson voelde zijn pols sneller kloppen. Nu had hij alle zekerheid die hij maar redelijkerwijze verlan gen kon. Hij had de Bevroren Zwer ver met zijn verdenkingen onrecht aangedaan, doch daarvoor had hij meer dan genoeg door zijn geeste lijke kwellingen die middag op de tocht geboet. Hij hoopte, dat Carter niet onnodig streng zou zijn, als het tijd werd, de verdachte vrij te laten Hij vond het een zekere troost, dat Hayes tijd in overvloed had, feitelijk zijn enige bezit, als hij eenmaal de zwarte vossenhuid verkwanseld en het geld verdronken zou hebben. Voorlopig lag zijn weg duidelijk voor hem. Na het eten zou hij eens naar de voeten van de Indiaan kij ken en zo goed hij kon eerste hulp verlenen. Daarna zou hij zoveel mo gelijk van de man over de Tinklets te weten zien te komen en voorna melijk ook over de blanke vrouw, die naar beweerd werd, in het kamp van Midas in gevaar verkeerde. Do volgende morgen -zou hij enige tijd moeten besteden aan de aanvulling van de houtvoorraad van de invali de, maar een uur na het ontbijt zou hij op weg zijn naar Back of Beyond langs de korst mogelijke weg. Van t ogenblik van vertrek af tot aan dat. waarop hij de vallei zou bereiken, moest hij aan niets anders denken dan aan haast maken en hij nam zich voor. zijn span alle vorige re cords te laten slaan. Hij trok zijn „parka" weer aan, omdat het ongetwijfeld met het val len der duisternis ook veel kouder zou geworden zijn. verliet de warme hut, nam de ketel hondevoer van het vuur en zette hem in de sneeuw, we tend, dat geen hond zijn voedsel heet zou eten. Vervolgens begaf hij zich naar een dennenbosje om de nodige groene takken af te hakken voor de ligplaats van zijn honden. Woensdag de grootste vechter van het span, had de bewaking der slede op zich genomen en eiste als zijn onver- vreembaar recht, daar boven op te mogen slapen. Daar gekookte rijst, in welke tem peratuur ook, lang de eigen warmte bewaart, keerde Rawson in de hut terug voor zijn eigen avondmaal verder te bereiden en op te dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 2