Wimpie
Qteie
Bezetting van een onbewoond flat
in Den Haag
De Leidse K.A.B. vierde het
Feest van de Arbeid
Arbeid is geen vloek, maar een
geschenk van God.
Feestavond
St. Leonardus-
parochie
UITTOCHT
MAANDAG 16 MEI 1949
DE LEIDSE COURANT
EERSTE BLAD PAGINA 2
Politie had plezier in
het geval
Zaterdagmiddag is een aantal wo
ningzoekende Hagenaars binnenge
drongen in een onbewoond flatge
bouw aan de Kanaalweg te Den
Haag. Toen de woningzoekenden na
herhaalde sommatie van de politie
weigerden het gebouw te verlaten,
werd procesverbaal opgemaakt,
waarna de adspirant bewoners heen
gingen.
Het bewuste flatgebouV, dat
plaats biedt aan 50 gezinnen, staat
reeds 14 maanden leeg, hetgeen al
lange tijd een doorn in het oog was
van velen, die naar woonruimte uit
zien. Verschillende pogingen, om
deze flat door particulieren te laten
bewonen, strandden steeds op de
weigering van de rijksgebouwen
dienst, die er het beheer over heeft.
Een aantal Hagenaars besloot toen
zelf de handen uit de mouw te ste
ken. Zij vormden een actie-comité
en riepen sympathiserenden bijeen,
om het flatgebouw te bezetten. Za
terdagmiddag verzam'elden zij zich
in de buurt van het gebouw. De po
litie bleek echter gewaarschuwd en
hield de ingangen bezet. De groep
achtte zich niet sterk genoeg om de
politiemacht te trotseren er wa
ren namelijk in verhouding meer
journalisten dan woningzoekenden
op komen dagen en besloot toen
te proberen langs vreedzame weg
tot een overeenkomst met de politie
te komen. De politie was echter on
vermurwbaar en met de versterking,
die zij ondertussen had gekregen,
ook onweerstaanbaar. Waar geweld
niet baat moet list gebruikt worden
en dus splitste de groep zich in twee
delen. De ene groep hield de agen- j
ten aan de praat en de andere da-N
mes en heren drongen door enkele
bosjes door op het terrein van het
flatgebouw. Zij nestelden zich voor
een der toegangen. Spoedig was de
ze doorbraak ontdekt en de politie
macht sommeerde de belagers zich
terug te trekken. Deze weigerden.
Zij reikten pamfletten uit, moti
veerden hun actie, doch alles tever
geefs. De politie, die overigens zeer
soepel optrad en wel plezier scheen
te hebben in deze actie, weigerde
toestemming te geven, oir? het ge
bouw te betrekken. De betogers
weigerden op hun beurt te gaan. Zo
ontstond er een discussie, die ruim
twintig minuten duurde en door ve
len langs de weg met belangstelling
werd gevolgd. Nadat al hun voor
stellen verworpen waren, besloten
de betogers te gaan, op voorwaarde,
dat zij een proces-verbaal kregen.
Hoewel ogk dit aanvankelijk werd
geweigerd, stemde de politie er ten
slotte in toe de leider van het actie
comité, de heer K. N. te verbali
seren. Men zei elkaar toen vriende
lijk vaarwel en de woningzoeken
den verlieten het terrein.
EEN „JONGENSSTAD" IN GOUDA.
Vorig jaar lag er in Gouda langs de
spoorlijn naar Utrecht een verlaten
terrein, dat er verwaasloosd uitzag.
Enige jaren geleden zeulde er het
Schoonhovense treintje over deze
grond. Het treintje was opgeruimd,
de rails waren opgebroken en het
vrijgekomen stuk terrein lag daar
leeg en verlaten.
Wie dit terrein van 10.000 M2 thans
betreedt, ziet geen modderpoelen en
kuilen meer, doch een gebouw met
ervoor een hoge mast, waaraan het
rood. wit en blauw wapperden met er
onder de Pauselijke, Engelse en
Amerikaanse vlaggen. Op feestelijke
wijze werd het gebouw Vrijdag offi
cieel in gebruik genomen. De hoog-
eerw. heer J. F. A. Bots, deken van
Gouda, zegende het gebouw, in aan
wezigheid van tal van geestelijke en
mede verkreèg het zijn bestemming:
Jongensstad van Gouda.
Ruim een jaar geleden arriveerde
in Gouda de oud-aalmoezenier ygn
het Amerikaanse leger, pater Amon
Bessling O.F.M., die de taak op zich
had genomen in Gouda een Jongens
stad te bouwen. Hij wist ergens een
oude golfplaten legernis op de kop te
tikken, kreeg van de Ned. Spoorwe
gen het verwaarloosde terrein in huur
en begon te bouwen. Een aannemer
verrichtte het hoogst noodzakelijke
grond-, montage en metselwerk. Een
oude mijnenveger leverde het beno
digde hout. Jongenshanden deden
hun werk. Het resultaat is, dat er
thans een 27 m. lang gebouw staat
voor de ongeorganiseerde jeugd van
Gouda.
Onder leiding leren zij timmeren,
schilderen, fietsenrepareren en teke
nen, met het doel om liefde en inte
resse voor een vak of beroep te kwe
ken, waardering te krijgen voor an
dermans werk en prestaties. Een der
de deel van het gebouw wordt in be
slag genomen door een ontspannings
zaal.
Deze Goudse Jeugdgemeenschap
wordt door de jeugd zelf bestuurd.
Enige tijd geleden hebben de jongens,
die ingeschreven staan, een burge
meester, wethouders en een commis
saris van politie gekozen. Zij verga
deren in het „Stadhuis". Hier staat
de bevolking van Jongensstad inge
schreven op een kaartsysteem met fo
to. Hier betalen de jongens belasting
(contributie). Zij deponeren er hun
spaarcenten. Zij komen er met hun
klachten.
Dit alles is nog slechts een begin.
Van de 10.000 M2 terrein zijn er
slechts 3000 in orde gebracht. Er moe
ten nog voetbal- en athletiekvelden
komen. De omgeving moet nog ver
der worden beplant.
Het aantal jongens, dat momenteel
ingeschreven staat bedraagt 150. De
burgemeester van Jongensstad heeft
bij de officiële opening aan de stich
ter, pater Bessling een marmeren her
denkingsplaat aangeboden, een ge-
wereldlijke autoriteiten in en hier- schenk van zijn „dankbare jongens'
Aetherklanken
DINSDAG
HILVERSUM I. 301 meer.
7.00 Nieuws. 7.15 Ocht.gymn, 7.30
Peter Yorke en zijn orkest. 7.50 Dag
opening. 8.00 Nieuws. 8.15 Ochtend-
varia. 8.55 Van vrouw tot vrouw. 9.00
Hersengymnastiek. 9.30 „Aubade".
10.15 Arbeidsvitaminen. 10.50 Kleu
tertje luister. 11.00 Elsa Sigfuss, zang.
11.30 „De Wekker". 12.00 Het Pro
menade-orkest. 12.30 Land- en tuin-
bouwnieuws. 12.40 Pianoduo. 13.00
Nieuws. 13.15 ..De jeugd en de we
reldvrede". 13.20 „The Avroleans".
14.00 „Met naald en schaar". 14.30
Modeshow. 14.45 Radio-matinée. 16.25
„Honderd beroemde componisten van
Palestrina tot Pijper". 16.40 „De
schoolbel". 17.00 Kinderkoor „Jacob
Hamel". 17.30 Gr.pl. 17.45 „Fauna en
Flora in Indonesië". 18.00 'Nieuws.
18.15 Tom Erich, piano. 18.30 Strijd
krachten. 19.00 „In een groen knol
lenland". 19.10 „Paris vous parle".
19.15 „Achter het voetlicht". 19.50
Wederopbouw. 20.00 Nieuws. 21.35
„Als ik daar nog aan dcmk", 21.45
Buitenlands overzicht. 22.00 „Ik zou
zo graag...!" 22.20 Bijnamen in de
kamermuziek. 23.00 Nieuws. 23.15
Franz Lehar-concart.
HILVERSUM II, 415 meter.
7,00 Nieuws. 7.15 Operètteklanken.
8.00 Nieuws. 8.15 „Pluk de dag". 9.05
Lichtbaken. 9.35 Peter Pears, tenor.
10.00 „Wie komt in mijn hokje". 10.15
Gevarieerd Italiaans opera-program
ma. 10.40 Schoolradio. 11.00 „Muziek
houdt fit". 11.40 Charles Kuilman, te
nor. 12.00 Angelus. 12.30 Land- en
tuinbouwnieuws. 12.33 „Het orkest
zonder naam". 13.00 Nieuws. 14.00
„Uit Nederlands glorietijdperk". 14.30
Onder ons". 15.00 Schoolradio". 15.30
Het Nederlandse kinderlied. 16.00 „De
Zonnebloem". 17.00 Vertelling na
schooltijd. 17.15 „Lang zullen ze le
ven". 17.45 „De zevenklapper". 18.20
De Franse lyriek van troubadours
tot moderne liederen. 18.50 Actuali
teiten. 19.00 Nieuws. 19.50 „De kerk
en haar vervolgers". 20.00 Nieuws.
20.05 De gewone man. 20.12 Treur
spel „De moord in de Kathedraal".
23.00 Nieuws. 23.15 Philadelphia
Symphonie Orkest.
DE DAG VAN DE ARBEID heeft voor ons katholieken een andere
klank dan bij hen, die op 1 Mei rnet veel vlagvertoon hun spandoeken
en banieren door de straten dragen en de „Internationale" zingen. Het is
niet op de eerste plaats een gelegenheid om naar buiten te propageren
en te spreken over de plaats van de arbeider in de maatschappij. Voor
ons katholieken is de Dag van de Arbeid een dag van bezinning, waarop
gewezen wordt hoe God de arbeid in het wereldbestel heeft gezien en
hoe de mens moet staan tegenover deze goddelijke gave: de Arbeid.
Daarom geen uiterlijk vlagvertoon, maar een dag van dankbaar over--
denken.
Zegening der werktuigen
Om dit dankbaar overdenken vorm
te geven, kwamen de leden van de
K.A.B., afd. Leiden, gistermorgen
ieder in zijn eigen parochie naar
de H. Tafel, om God te danken voor
Zijn zegen: weer een jaar gewerkt
te mogen hebben.
's Middags is het een vooruitzien
naar de toekomst. Er ligt weer een
vol jaar van arbeid voor ons. En de
arbeiders vragen Gods zegen over
hun werktuigen, opdat degene, die
ze volgens Gods wet en wil met
dankbaarheid gebruikt, gezondheid
DE MOORD IN DE KATHEDRAAL
Dinsdagavond radiopremière voor
Nederland voor K.R.O.-microfoon.
„Murder in the Cathedral", het
wereldberoemde treurspel van Tho
mas Stearns Eliot, dat het marte
laarschap van de H. Thomas a
Becket, aartsbisschop van Kantel
berg, tot thema heeft, zal morgen
(Dinsdag) van 20,12 uur tot 22,45
uur voor de K.R.O.-microfoon wor
den opgevoerd.
De historische achtergrond van
dit spel vormt het conflict tussen
de in 1170 vermoorde aartsbisschop
van Kantelberg, de H. Thomas a
Becket, en Koning Hendrik III van
Engeland. Dit toneelstuk beleefde in
Engeland reeds meer dan duizend
opvoeringen met Robert Spaaight in
de hoofdrol.
Voor de K.R.O. komt dit stuk in
de vertaling van de jonge Katholie
ke dichter Michel van der Plas; de
hoofdrol wordt vertolkt door Albert
van Dalsum.
van lichaam en bescherming van
ziel moge bekomen.
Een groot aantal gelukkig aan
merkelijk meer dan het vorig jaar
waren om vier uur naar de dekenale
kerk gekomen, waar pater drs. Ca-
lesantius O.Cap., uit Voorschoten, een
toespraak hield over het feest van
de arbeid, dat inderdaad een feest
genoemd mag worden, omdat de ar
beid zelf een feest is. De mens is
echter door hebzucht en egoïsme, al
dus de gewijde spreker, tot materia
lisme gekomen, dat de arbeid ziet als
een vloek. Nog stt^ds komen uit het
Oosten vele vormen van dit systeem
tot ons. Als katholieken echter moe
ten wij de arbeid zien als een roe
ping van God. Arbeid is geen vloek,
maar arbeidsschuwheid is zonde.
Daarom moeten wij proberen de ar
beid tot een feest te maken, door ze,
ter ere Gods, met opgewektheid te
verrichten.
Na deze predikatie ging deken Ho-
mule zegenend langs de lange rijen.
De een stak een zethaak omhoog, de
ander 'n potlood, 'n bijtel, een trof
fel, een spoel, een mes of een kam en
oprecht klonk de aanroeping tot St.
Jozef, de patroon van de arbeiders,
die God met het werk van zijn han
den gediend heeft.
Met een kort Lof. waarbij de deken
geassisteerd werd door de kapelaans
Mulder en van Vugt, werd de plech
tigheid besloten.
Feest in de Gehoorzaal.
Dat de katholieken aldus hun feest
van de arbeid vieren, sluit niet uit dat
er ook op andere wijze feest mag zijn.
De Leidse K.A.B.die reeds zo vaak
prettige en gezellige familiefeest
avonden georganiseerd heeft, begreep
dat haar leden ook op deze dag iets
bijzonders zouden vragen. En daarom
gingen gisteravond de deuren van de
grote stadszaal open en waren er ze
ker 800 mensen aanwezig, toen de
voorzitter, de heer J. A. M. van Oyen,
een welkom toeriep tot de leden met
hun familie en de vertegenwoordigers
van „Kath. Leiden", de St. Adelber-
tusvereniging en de zusters van het
Kath. Sociaal Bureau. Pater Calasan-
tius, rector Bernefeld en kapelaan v.
d. Plaat kwamen later ter bijeen
komst. De voorzitter sprak over de
„por", die wij elk jaar opnieuw nodig
hebben, om de arbeid niet alleen te
zien als noodzaak voor het levens
onderhoud. We moeten hem zien op
een hoger plan, waardoor de vreug
den groter zullen zijn dan de lasten.
Inmiddels had de altijd actieve K.
A.B.-Symphonie, onder leiding van
Jan Gordijn, zich al laten horen met
een pittige mars en speelde, nadat het
strijdlied geklonken had, nog een
nummer, als inleiding op de rede
van de nieuwe verbondssecretaris uit
Utrecht, de heer J. A. Middelhuis.
Meer waadering voor de arbeiders.
Deze nieuwe functionaris opvol
ger van Dré de Wolf constateerde
dat men wel veel bewondering heeft
voor mooie etalages, prachtig hand
werk, kostbare machines en schitte
rende gebouwen," maar meestal niet
voor de makers hiervan. Het liefst
worden de arbeiders nog maar zo'n
beetje achteraf gehouden. Dit moet
veranderen, er moet meer waarde
ring zijn voor de werkman, die in
zijn nederig omhulsel van een vuile
overall, toch een mens is. Deze waar
dering moeten wij zien te krijgen op
een manier, gebaseerd op onze eigen
levensbeschouwing en niet, zoals an
deren dat willen, door omverwerping
van het maatschappelijk bestel.
Spr. wees er op hoe de K.A.B. dit
trachtte te bereiken, door mede te
werken aan de tot standkoming van
de medezeggenschap en door achter
de regering te staan, wat betreft de
loon- en prijspolitiek, die weliswaar
beperkingen oplegt voor de arbeiders,
maar toch in staat geweest is in deze
moeilijke economische toestand de
arbeidsvrede te bewaren. De sociale
verbeteringen, vooral die van na de
oorlog, zijn niet tot stand gekomen
door stakingen, maar door overleg.
Deze houding heeft een andere opi
nie geschonken aan de mensen, die
beter zijn gaan denken over de ar
beider. Deze arbeider moet echter
zich bewust zijn van zijn verantwoor
delijkheid, nu hij zoveel rechten heeft,
en er rekening mee houden, dat het
niet aangaat zo zonder meer ook al
zouden zij in een of ander geschil ge
lijk hebben te staken.
De heer Middelhuis verbond hier
aan een loflied op de K.A.B., die ook
in cultureel opzicht haar leden om
hoog wil werken. Nog veel meer doet
de organisatie voor de aangesloten
arbeiders. Het sanatorium, dat bui
tenlandse vermaardheid geniet, het
pas opgerichte tehuis voor rustbehoe-
vende moeders, de levensverzekering
„Concordia", de eigen pers en uitge
verij, het zijn allemaal resultaten,
door de leden bereikt, omdat zij wis
ten samen sterk te zijn.
Öuiten de dagelijkse arbeid is er
dus nog iets anders, wat de aandacht
verdient. We zijn er nog niet en nog
vele vraagstukken wachten op behan
deling en oplossing, maar de K.A.B.
is actief en staat op de bres voor alle
belangen van haar leden. De mede
zeggenschap, en daarna ook het me
de-bezitten. en de arbeid van de ge
huwde vrouw zijn slechts enkele pun
ten waaraan aandacht wordt besteed.
„Een beleefd mens"
„Een beleefd mens" was Vicomte
Finefleur de l'Exquis (J. A. M. van
Oyen), de hoofdrolspeler van dit ge
lijknamige stuk, dat na de pauze
door het KAB-toneel op de planken
werd gebracht, onder regie van de
heer J. P. Mank. Dit kluchtige spel in
twee bedrijven van Flavius is een
oud paardje, dat vor deze gelegen
heid weer eens van stal gehaald was
en het nog steeds goed bleek te doen.
Er is althans smakelijk gelachen om
de super-beleefde vicomte, die het
maar slecht kon vinden met de on
beschaafd geeuwende rentenier Jean
Piramel. Maar natuurlijk werden ze
het aan het einde toch. eens!
We behoeven geen namen te noe
men. Het suk vroeg slechts een klei
ne bezetting, waarvoor geroutineer
de spelers gekozen waren, die even
min zwakke plekken als zwakke rol
len» te zien gaven.
Nogmaals liet de symphonie zich
horen, waarna rector Bernefeld
spijkers met koppen wilde slaan,
door uit de ongetwijfed vele goede
voornemens van deze dag daden te
trekken. Deze daden moesten o.a.
bestaan uit belangstelling voor het
pas opgerichte Bureau voor Beroeps
keuze en een massale deelname aan
de KAB-retraite in Juni a.s. Voor
beide: inlichtingen bij de secretaris,
Sophiastraat 60.
„AMOR IN DE PASTORIE"
Als sluitstuk van de viering van
het jubilé der St. Leonardus-paro-
chie werd gisteravond in de Schouw
burg een feestavond gehouden,
waarop het bekende spel van Bal
lings „Amor in de pastorie" door de
„Speelgroep" van O.K.O. werd op
gevoerd.
De heer Hoogeveen opende de
avond met een welkomstwoord,
waarna de zangers en zangeressen
van ,,'t Zonnelied'' het „Exultate
Deo" van Scarlatti en een fragment
uit „Die Schöpfung" van Haydn zon-
Onder leiding van de heer M.
Opdam werden deze zangstukken
met veel toewijding en met opmer
kelijk goed resultaat ten uitvoer ge
bracht.
Toén begon Amor iri de pastorie
rónd te spoken. Het spet van Bal
lings met zijn snaakse dialogen maar
met zijn ondergrond tf'an ernst, leent
zich uitstekend voor een avond ais
deze. Een dorp is een wereldje in
het klein en de pastoor is er het mid
delpunt van, zodat het heel begrijpe
lijk is, dat in en rond een dorps
pastorie Amor heel wat verwikke
lingen te weeg kan brengen.
„Amor in de pastorie" is reeds
meermalen opgevoerd en zal zijn
weg nog wel verder vinden over de
planken van het dilettantentoneel.
Het is ervoor geknipt. De „Speel
groep" van O.K.O. vond er een kolf
je naar z'n hand in en wist het met
kleur en gratie over het voetlicht te
brengen. Zo'n spel moet het doen, als
de hoofdrollen in goede handen zijn.
En dat was hier het geval. Vooral
,baas Blom", de herbergier, die in
het tweede bedrijf goed op dreef
kwam, bleek heel wat toneeltalen.ten
te kunnen ontplooien. Ook de pas
toor was een figuur, die wat stem
en houding betreft, zo uit een echte
pastorie zou kunnen zijn gestapt. De
overige rollen zullen wij niet aixe
noemen; zij waren in goede handen
en over het algemeen werd heel goed
toneel gegeven.
De parochianen van de Leonardus,
en met hen de geestelijkheid, die na
tuurlijk niet ontbrak, hebben veel
genoten van dit spel en .hun waarde
ring niet onder stoelen en banken
gestoken.
„ZUIDERKWARTIER" GAF EEN
KINDERMIDDAG.
De Speeltuinvereniging „Zuider
kwartier", die het niet alleen op
haar keurig ingerichte tuin zoekt,
maar de kinderen ook van tijd tot
tijd „binnenskamers" aangenaam
bezig weet te houden, had Zaterdag
middag in de grote zaal van „Den
Burcht" een samenkomst belegd,
welke voor de pauze werd verzorgd
door Ann Pasman met haar leer
lingen.
WEERSVERWACHTING
(Geldig van -Maandagavond
tot Dinsdagavond opgemaakt te
10 uur).
OVERWEGEND DROOG WEER
Voor de Noordelijke provin
cies: Over het algemeen veel be
wolking maar overwegend
droog weer. Matige tot zwakke
wind hoofdzakelijk uit Weste
lijke richtingen. Aanhoudend
koud weer. Hier en daar met
opklaringen. Weinig wind en
droog weer. Morgen overdag
iets minder koud dan vandaag.
Na een inleidend woord van de
voorzitter, de heer M. I. Smit, waar
in hij nog eens belangstelling voor
het speeltuinwerk vroeg, bracht het
jeugdige gezelschap van Ann Pas
man enkele aardige dansjes over
het voetlicht, welke werden beslo
ten met de opvoering van het
sprookje ,;Manda's droom", waar
mede de vele kinderen zich kostelijk
amuseerden. Ditzelfde kan ook ge
zegd worden van de hierna door de
heer Rutgers verzorgde filmvoor
stelling, welke de avonturen van
vijf nikkertjes tot onderwerp had.
Zuiderkwartier kan op een zeer ge-
middag terugzien!
„LOODS AAN BOORD".
In de goed bezette Schouwburg gaf
de toneelvereniging „Tot ieders ge
noegen" Zaterdagavond een vlotte
opvoering van het toneelstuk „Loods
aan boord". Het getuigt van durf dat
„T.i.G." dit stuk heeft aangepakt.
Vooral de rol van de quasi-blinde
moeder was bij mevr. E. v. Rossen in
goede handen. De overige spelers slo
ten zich waardig bij haar aan. Een
voorbeeld, dat navolging verdient,
gaf deze club, door enkele manschap
pen van de Sociaal Medische Dienst
uit te nodigen. Voor hen was dit een
welkome ontspanning.
J. J. VALENTGOED OVERLEDEN.
In de ouderdom van 81 jaar is hier
ter stede overleden de heer J. J. Va-
lentgoed. die vóór de oorlog jaren ge
ruime tijd zitting had in de gemeen
teraad, waar hij door de S. D. A. P.
was afgevaardigd.
De heer Valentgoed is gedurende
47 jaar beambte geweest aan de Uni
versiteitsbibliotheek, waar hij als een
man van de oude garde altijd vol
service was voor het publiek, dat de
biblotheek bezocht. waaronder
vele groten uit binnen- en bui
tenland. Hij legde daarbij steeds een
grote speurzin aan de dag. zodat zijn
hulp door de bezoekers ten zeerste
op prijs werd gesteld. Sedert 19 jaar
was de heer Valentgoed gepension-
neerd.
LEIDSE UNIVERSITEIT.
Geslaagd voor het candidaats-
examen Geschiedenis: de heer S. R.
de Boer te Den Haag.
verte'd door HUIBERT VET.
OP HET SPOOR VAN
KID DIENAMIET!
10.
Met een diepe zucht
maakte Wimpie zich
op om de jacht opnieuw te
beginnen. „Als de mensen
maar niet zo dom waren!"
foeterde hij zachtjes voor
zich heen," Ze denken al
tijd alleen maar aan zich
zelf. Geen wonder dat er
zoveel narigheid in de
wereld is."
Zo mopperend slenterde
Wimpie voort in de rich
ting waarin de Kid ve -
dwenen was. Hard lopen had geen
zin omdat de misdadiger allang uit
het gezicht was en het in de steeds
dikker wordende schemer toch on
mogelijk zou zijn de Kid te volgen.
Nee. Wimpie kon nog slechts op zijn
geluk vertrouwen en op zijn gezond
verstand.
Na enige tijd v/erd zijn opmerk
zaamheid geweid door een eroenten-
man bij de ingang van de Statentun-
nel. een viaduct vlak bij het Station
D. P.
Deze groentenman hield zichzelf
op zeer bijzondere wijze bezig: ge
wapend met een sigaren-aansteker
kroop hij over de grond en schreeuw
de daarbij luid allerlei onbegrijpelij
ke woorden. Telkens als een auto
naderde onderbrak hij even zijn be
zigheid, om direct daarop weer op de
knieën te vallen en verder te gaan.
„Wat is hier gebeurd?" informeer
de Wimpie belangstellend.
De groentenman richtte zich met
een paarsrood gelaat op en herhaalde
vele malen: „Wat is hier gebeurd?
Wat is hier gebéurd? Wat is hier
gebeurd?" in alle mogelijke toonaar
den. „Ha, Ha!" besloot hij daarop
somber, en stak opnieuw de brand in
zijn aansteker die gedurende dit
gescrek was uitgewaaid.
Nieuwsgierig liep Wimpie achter
de kruipende groentenboer aan; hij
besloot niets meer te vragen, maar
goed zijn ogen te gebruiken.
„Hoera!", riep de groentenman op
eens opgewekt, „alwéér een! Nu nog-
maar drie honderd vijf en zestig!"
Toen betrok zijn gezicht weer. „Of
drie honderd zés en zestig?" mom
pelde hij, met een vragende blik op
Wimpie.
„Drie honderd vijf en zestig", ant
woordde Wimpie op goed geluk.
DE
DOOR ETHEL SMITH DORRANCE
18)
„Slecht, erg slecht," erkende de
Indiaan, wie het was aan te zien,
hoeveel pijn hij had, al wilde hij dit
ook niet uiten.
„Eerst eten dan ik verbinden." be
moedigde Rawson, legde de houtjes
zorgvuldig op elkaar cn stak ze aan
met het eindje kaars.
„Goed," was het enige antwoord.
Een enkele blik door de hut heen
gaf het ambtelijk geoefend oog on
der meer verklaring van het feit dat
de Indiaan nog meer ongemak leed
dan alleen gebrek aan vuur. Tegen
een der wanden was een houtstapel
tje, als kachelhout gehakt cn dat was
blijkbaar alles, waarvoor Hayes ge
zorgd had, alvorens naar Stampede
♦e trekken. In het besef, dat hij mis
schien dagenlang tot niets in staat
zou zijn, had de Indiaan die voorraad
onaangeroerd gelaten en alleen
warmte gezocht onder de gescheurde
deken en het oude berenvel, dat hem
tot dekking diende. Vermoedelijk
kroop hij eens per dag van zijn brits
af om wat warm eten klaar te ma,
ken, om tenminste in leven te blij
ven, tot hij zover hersteld was, dat
hij zijn „mukluks" weer kon aan
trekken en op pad gaan. Een teiltje
water met een ijslaag bedekt en en
kele repen bevroren vlees naast de
brits bevestigden die veronderstel
ling.
Rawson bleef slechts zo lang bij de
kachel tot zijn handen warm waren.
Vervolgens ging hij naar buiten
spande zijn honden uit en haalde zo
veel proviand, als hij nodig had van
de slee af. Hij nam zijn kookgerei
en slaapzak eveneens mee naar bin
nen. Tegen dat het dekzeil weer over
de slede vastgebonden was, waren
zijn vingers totaal verkleumd.
Vijf minuten later kwam hij weer
naar buigen. Al spoedig hoorde men
de slagen van zijn bijl, waarmee hij
een dorre boom, die hij in de nabij
heid van de hut had zien staan, vel
de. Hij hakte er brandhout van bij
het licht van de kaars die hij in een
opengebogen blikje had gezet. Het
ging niet gemakkelijk, doch toen
eenmaal de spaanders rondvlogen,
kreeg hij hulp van zijn hond, die al
tijd de taak op zich nam om gehakt
hout in zijn bek binnen in de hut te
brengen. Het slimme dier beschouw
de dit blijkbaar als een hulp bij de
toebereiding van het eten, wat naar
hij wist, spoedig zou staan te- koken.
Hoewel vele slededrijvers zich er
mee vergenoegen, hun honden be
vroren vis te voeren, was Rawson
van mening, dat zijn span beter trok
als hij gekookt voedsel gaf en hij
deed daarvoor graag wat meer moei
te. Vlug stookte hij een tweede vuur
tje voor de deur der hut, vulde de
hondenketel met sneeuw en hing die
boven het knetterende vuur. Toen
dit gesmolten was, deed hij er twéé
maal zoveel vis als rijst met talk in
en liet het aan de kook komen. De
honden zaten eromheen in de sneeuw
zonder hinder te hebben van de
ranzige geuren te hebben, die oor
zaak waren, dat hun eten niet bin
nenshuis gekookt kon worden.
In de hut begon Rawson nu met
het koken van het eigen maal en de
Indiaan keek toe met niet minder be
gerige ogen dan de honden daarbui
ten. Hij wierp een paar handenvol
gedroogde uien en aardappelen in de
aluminium pan en wachtte af. tot ze
voldoende gezwollen waren, waarna
hij er twee stukken vlees aan toe
voegde. Terwijl hij zat te wachten,
tot de geurige hutspot klaar was,
schonk hij zijn aandacht aan de In
diaan.
Op de allereerste plaats wilde hij
de juiste ligging van het kamp van
Midas te weten komen, maar hij was
wel zo wijs daar niet dadelijk over
te beginnen. Hij moest eerst zijn ge
zag als lid der Bereden Politie doen
gelden.
En toen de Indiaan dit niet zo
maar wilde geloven, maakte hij hem
dit duidelijk door zijn „parka" uit
te trekken en hem de bewerkte kno
pen van zijn uniformjas te tonen. De
kerel bekeek aandachtig een dei-
knopen met de gekroonde buffel en
het inserrift: „N.W.M.P. Canada
daaronder. Eindelijk keek hij met
een zweem van een glimlach in zijn
kraalqgen op.
„Politie", gromde hij hees, ik goed
Indiaan, heel goed.
Rawson verstond het dialect aan
de Peel Rivier gesproken niet en de
Indiaan wist niets af van de dialec
ten langs de Yokon, maar met be
hulp van veel gebaren, wisten ze
zich toch elkaar verstaanbaar te ma
ken. Uit de gebarentaal van de jon
geman maakte hij op, dat hij een on
uitsprekelijke naam. die „Rook" be
tekende, droeg. Er hoorde nog een
bijvoegelijk naamwoord bij, doch
dat konden ze elkaar zelfs niet met
gebaren aan het verstand brengen.
„Jij kennen blanke man Hayes?"
vroeg Rawson, in de hutspot roe
rend. Rook keek onnozel.
„Dit zijn hut. Hij bericht gebracht
jij ziek. Na veel gebaren en herha
lingen scheen de Indiaan de strek
king van zijn vraag te begrijpen.
„Geen goed man, hij," was zijn be
sliste antwoord en met flikkerende
ogen voegde hij eraan toe: „Zwarte
vos, heel mooi!"
Rawson voelde zijn pols sneller
kloppen. Nu had hij alle zekerheid
die hij maar redelijkerwijze verlan
gen kon. Hij had de Bevroren Zwer
ver met zijn verdenkingen onrecht
aangedaan, doch daarvoor had hij
meer dan genoeg door zijn geeste
lijke kwellingen die middag op de
tocht geboet. Hij hoopte, dat Carter
niet onnodig streng zou zijn, als het
tijd werd, de verdachte vrij te laten
Hij vond het een zekere troost, dat
Hayes tijd in overvloed had, feitelijk
zijn enige bezit, als hij eenmaal de
zwarte vossenhuid verkwanseld en
het geld verdronken zou hebben.
Voorlopig lag zijn weg duidelijk
voor hem. Na het eten zou hij eens
naar de voeten van de Indiaan kij
ken en zo goed hij kon eerste hulp
verlenen. Daarna zou hij zoveel mo
gelijk van de man over de Tinklets
te weten zien te komen en voorna
melijk ook over de blanke vrouw,
die naar beweerd werd, in het kamp
van Midas in gevaar verkeerde. Do
volgende morgen -zou hij enige tijd
moeten besteden aan de aanvulling
van de houtvoorraad van de invali
de, maar een uur na het ontbijt zou
hij op weg zijn naar Back of Beyond
langs de korst mogelijke weg. Van t
ogenblik van vertrek af tot aan dat.
waarop hij de vallei zou bereiken,
moest hij aan niets anders denken
dan aan haast maken en hij nam
zich voor. zijn span alle vorige re
cords te laten slaan.
Hij trok zijn „parka" weer aan,
omdat het ongetwijfeld met het val
len der duisternis ook veel kouder
zou geworden zijn. verliet de warme
hut, nam de ketel hondevoer van het
vuur en zette hem in de sneeuw, we
tend, dat geen hond zijn voedsel heet
zou eten. Vervolgens begaf hij zich
naar een dennenbosje om de nodige
groene takken af te hakken voor de
ligplaats van zijn honden. Woensdag
de grootste vechter van het span,
had de bewaking der slede op zich
genomen en eiste als zijn onver-
vreembaar recht, daar boven op te
mogen slapen.
Daar gekookte rijst, in welke tem
peratuur ook, lang de eigen warmte
bewaart, keerde Rawson in de hut
terug voor zijn eigen avondmaal
verder te bereiden en op te dienen.