Correcties géén schadeloostelling België ziet voorlopig van de grenscorrecties af Zwitserland en de Jezuieten FREDERIK Verteld door Huibert Vet EN DE ZEVEN DIRECTEUREN ZATERDAG 16 APRIL 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 3 De onderhandelingspositie door aanvaarding juist versterkt \/OOR DE OORLOG is elke Nederlandse poging tot minnelijk overleg over grenscorrecties op Duitse onwil afgestuit. Dies grijpt de regering jiu de mogelijkheid aan om de zeer grote technische bezwaren, aan het huidig grensverloop verbonden, op te heffen, aldus de memorie van ant woord aan de Eerse Kamer inzake de grenscorrecties. Deze correcties zijn niet bedoeld als economische com pensaties en de voostellen daartoe staan dan ook volkomen los van de gedachte aan annexatie, die wel als schadeloosstelling bedoeld is. De correcties vormen geen gebieds overdracht zonder instemming van de bewoners wat in strijd zou zijn met het Atlantisch Handvast om dat deze voorzieningen bij vredes verdrag bekrachtigd zullen worden. In antwoord op uitingen van te leurstelling over het Britse stand punt inzake de correcties, erkent de regering graag, dat het hele verloop van zaken weinig bevredigend is geweest. De regering merkt op, dat haars in ziens door het thans bereikbare niet te accepteren de positie van Neder land met het oog op de toekomstige vredesonderhandelingen, en dat niet alleen waar deze vraagstukken van territoriale aard zullen betreffen, be paaldelijk zal worden verzwakt. Ne derlands aanspraken op Duitsland worden door aanvaarding dezer ge ringe correcties geenszins verzwakt. De regering staat, dat behoeft wel geen betoog, afwijzend tegenover het Duitse aanbod inzake hulpverlening bij verdere droogmaking van het IJsselmeer. Dat voor de bij uitstek technische kwestie van Eeins en Dollard geen directe oplossing is gevonden, is be treurenswaardig. Officieel is thans echter vastgelegd, dat. de Duitse grensaanspraken in dit gebied een juridische en historische basis ont beren. Op deze wijze is althans een nuttige fundering voor bij een vre desverdrag opnieuw voor te stellen egelingen verkregen. Inmiddels zal het ook in de over gangsperiode in dit gebied met de Duitse aanmatiging afgelopen zijn, aangezien vraagstukken en in ver band daarmede te nemen maatrege len, besprekingen tussen de dienst van de rijkswaterstaat en de Britse bezettingsautoriteiten zullen kunnen worden geopend. Juist voor dit vraag stuk heeft de regering aan de des kundigen opdracht gegeven zich bij zonder in te spannen. Indien de thans bereikte resultaten werden afgewezen, meent de rege ring, dat dit belangrijke probleem aanzienlijk slechter kansen voor een bevredigende oplossing zou maken. De inwoners van het toe te voe gen gebied, die van Duitse nationali teit zijn, zullen behandeld worden als Nederlanders, zonder, althans voorlopig, de status van Needrlan- der te verkrijgen. STORM IN EEN GLAS WATER. Katholieke arbeiders van Aken tegen de grenscorrecties. Het diocesaan bestuur van de Ka tholieke Arbeidersbeweging van Aken heeft het nodig geoordeeld, om naar aanleiding van de huidige mini- THERESE NEUMANN Op Goede Vrijdag, bloedden de stigmata van Therese Neumann, de 51-jarige boerenvrouw te Konners- reuth, zo seint Reuters correspon dent. Een aantal autoriteiten op medisch gebied hebben Therese Neumann aan een onderzoek onderworpen, doch zij kunnen geen verklaring van het ge beuren geven, noch kunnen zij de geloofwaardigheid van het verschijn- wMi-.ijii.Mwnn ver LtrdeatJ^ethvnryrgdSvoo4rioert,laïn I Bonn: „De behendntak.ng vervnit mij twijfel trekken. TWEE KINDEREN GEWOND DOOR MUNITIE In Boxtel is een belt voor huis vuil. Vrijdag waren daar een twee tal kinderen van de familie Liempt aan het spelen broertjes van negen en dertien jaar. Zij vonden tussen de rommel vier zogenaamde band- mijnen en bij hun pogingen, onder weg naar huis, om die met een spij ker en een klomp kapot te maken is een van de mijnen ontploft. Beiden zijn zwaar gewond; een hunner zal de rechterhand moeten missen. De poli tie onderzoekt nu hoe die mijnen bij het huisvuil zijn gekomen. male grenscorrecties een open brief te zenden aan de katholieke arbeiders van Nederland en België. Daarin ver zoeken zij de arbeders er bij hun landgenoten op aan te dringen, dat nog op het laatste moment de voorge nomen grenscorrecties ongedaan zul len worden gemaakt. De brief besluit met aan de Neder landse en Belgische arbeiders te ver klaren, dat de gevolgen van de grens correcties tenslotte door de arbeiders j lijke Paketvaart Maatschappij, is in de minder gesitueerden zullen Hongkong aangekomen. De schade moeten worden gedragen. bleek niet groot te zijn. Aan boord van het Nederlandse vrachtschip „Van Riemsdijk", dat op weg was van Singapore naar Hong kong, is brand uitgebroken. Enkele leden van de bemanning liepen lich te verwondingen op toen het vuur de brandbare lading bereikte en een deel daarvan ontplofte. De ibrana heeft een uur gewoed. Het schip, dat bijna vijfduizend bruto register ton meet en toebehoort aan de Konink- In bezit neming thans te bezwaarlijk gEDGJë zal'voorlopig niet overgaan tot bezetting van de dichtbevolkte delen van het Duitse grondgebied, dat de Westelijke bezettingsmo- gendheden bij de grenscorrecties aan België hebben toegewezen. Als ge volg van dit besluit der Belgische regering zullen ruim 4000 Duitsers die in zes inhammen wonen ten Westen van de spoorlijn RarenKaltcnher- berg' (de dorpen Rötgen, Mützenich en vier gehuchten) tijdelijk onder Duits bestuur blijven binnen de Britse zóne. De Belgische regering be houdt zich het recht voor deze gebieden in totaal zeven vierkante kilo meter op elk gewenst ogenblix onder Belgisch beheer te brengen. In een officieel communiqué wordt meegedeeld, dat België tijdelijk afziet van zijn recht op grond van de verkeersmoeilijkheden, de mone taire vraagstukken en de omslachtige controle-maatregelen, die de bezet ting der zes inhammen met zich zou brengen. Volgens berichten uit Londen heeft ook de Luxemburgse règering besloten, haar aanspraken op grenscorrecties te beperken. SLECHTS 500 DUITSERS ONDER dat d.eze Beiglscile maatregel van xTTE-TTw Dr„PrD waardevolle invloed zal zijn op NIEUW BEHEER Duitsland houding ten aanzien van België en de Westelijke mogendhe- Het Duitse gebied, dat België op den. Deze gebeurtenis betekent een 23 April in bezit zal nemen, beslaat voortzetting van de keten van guns- 20 vierkante kilometer en telt 500 in- tig nieuws, waardoor de Westelijke woners. Het bestaat uit: een gebied geallieerden Duitsland opnieuw voe ten Noorden v. Herzogenrath met het gen in de Europese gemeenschap.'" gehucht Bildchen, dat in 1921 weer aan de Duitsers kwam: de weg van Rötgen naar Konzen en de plaats Fringhaus bij Lammersdorf; vier bos sen, het dorp Losheim en het ge hucht Hemmeres. Karl Arnold, de minister-president van Noord Rijnland-Westfalen,ver klaarde gisteravond te Düsseldorf, dat Paul Henri Spaak hem per brief had meegedeeld, dat België besloten had „af te zien van zijn aanspraken op de plaatsen Münster, Meizen Rüttgen bij Aktn, Lammersdorf, Conzen, Mützenich en Ritzhof." Dit betekent, dat in plaats van 4.700 Duitsers, slechts ongeveer 500 Duitsers onder Belgische souvereini- teit zullen komen zei Arnold. „Ik ben zeer verheugd met dit besluit; het is een bijdrage tot de geest van een Nieuw Europa." Arnold verzekerde dat hij de dank van het Duitse volk al via de consul aan de Belgische re gering had overgebracht. „Op Twee de Paasdag zal een grote betoging worden gehouden te Monschau, in h«i grensgebied, om nog eens openlijk uiting te geven aan Duitslands dank baarheid." Dr Konrad Adenauer, voorzitter van de grondwetgevende vergadering van West-Duitsland, verklaarde te De Orde der Jezuieten sinds 1874 in Zwitserland verboden. ■met diepe vreugde. Ik ben overtuigd, De besrekingen te Batavia Hedenmiddag heeft de UNCI -het volgende communiqué uitgegeven: „De hedenmorgen gevoerde bespre kingen tussen de delegaties van Ne derland en van de Republiek onder auspiciën van de UNCI waren gewijd aan de modaliteiten van herstel van de republikeinse regering in Djogja- karta. De voorzitter van de republi keinse delegatie, mr. Moh. Rum heeft het standpunt van zijn delegatie met betrekking tot dit onderwerp uiteen gezet. Dr. J. H. van Royen heeft ver klaard, dat de Nederlandse delegatie het republikeinse standpunt zal be studeren. Als vervolg op zijn vtffckla- ring in de openingszitting van Don derdag j.l. besprak dr. van Royen de Nederlandse Grondwet in verband met de Nederlands-Indonesische Unie. De vergadering, werd tenslotte ver daagd tot Dinsdag a,s." „De grondwet van Zwitserland verbiedt aan leden van de Jezuieten - orde om in Zwitserland werkzaam te zijn of zelfs maar voor de radio te spreken". Dit gaf Dr. Karl von Stei ger, lid van de Zwitserse Federale Regering ten antwoord aan een afge vaardigde van Zürich, Werner Schmid, in de Nationale Vergadering te Bern. De afgevaardigde van Zü rich had gevraagd, of het artikel in de grondwet, dat iedere activiteit van de Orde der Jezuieten in Zwitserland verbiedt, de aandacht had van de autoriteiten. De grondwet van Zwitserland da teer van 1874. Het 51ste artikel, dat de Jezuieten als orde in Zwitserland verbiedt en évenmin toestaat dat zij individueel werkzaam zijn in kerken of scholen, is het resultaat van de ver bittering, die werd veroorzaakt door de „Sonderbund-oorlog". Dr. von Steiger wees er met nadruk op, dat volgens dit artikel het aan de Jezuie ten zelfs niet geoorloofd is om open bare of particuliere retraites te geven, hetzij deze alleen voor geestelijken bestemd zijn of ook voor leken. Zij mogen evenmin in de parochies werk zaam zijn of openbare vergaderingen toespreken. Dit houdt natuurlijk niet in, dat individuële Jezuieten-paters zich niet in Zwitserland zouden mo gen vestige»». In feite zijn talrijke Zwitsers leden van de Sociëteit van Jezus en zelfs buitenlandse Jezuieten mogen in Zwitserland verblijven en kunnen het Zwitserse burgerschap verkrijgen. Hun orde is in Zwitser land echter niet die vrijheid toege staan, welke zij in andere landen ge niet. In antwoord op de verklaring van Dr. von Steiger wees Dr. Karl Wick, Katholiek lid van de Landdag en hoofdredacteur van het „Vaterland", een dagblad, dat te Luzern verschijnt, op het feit, dat de Katholieken van Zwitserland en de Kerk niet kunnen instemmen met dit artikel, dat bo vendien uit de tijd is en indruist te gen 't beginsel van vrijheid van gods dienst en van spreken. Terwijl de communisten, die nog onlangs in het openbaar tot landverraad hebben aangespoord, de bescherming genie ten van de grondwet, wordt aan re ligieuzen deze bescherming ontzegd, louter en allee.omdat zij behoren tot de Orde der Jezuieten. In geen enkel land, aldus Dr. Wick, ten Westen van het IJzeren Gordijn, wordt een der gelijke politiek gevolgd. Daar echter de anti-Jezuietische gevoelens in Zwitserland nog sterk zijn, willen de Katholieken van Zwitserland niet aandringen op een wijziging van de grondwet, daar in deze tijd de eenheid van het land van het allergrootste belang is. De dis cussies over dit bijzondere onder werp, die de buitengewone belang stelling van het gehele land hebben getrokken, zullen in de volgende zit tingen van de Landddag worden voortgezet. De „Sonderbund-oorlog" was het gevolg van een langdurig conflict tus sen het radicale liberalisme en de Katholieke Conservatieve Partij in Zwitserland. Toen de radicale libe rale kantons een herziening verzoch ten van het Bondsverdrag van 1815, verzetten zich de Katholieke kantons daartegen, omdat zij vreesden, dat de souvereiniteit van de kantons zou worden aangetast en de godsdienst vrijheid in deze kantons zou worden belemmerd. Dit conflict duurde jaren lang, totdat in 1845 de zeven Katho lieke kantons, Uri, Schwyze, Unter walden, Luzern, Zug, Freiburg en Wallis zich in de „Sonderbund" ver enigden. In de Landdagen van 1846 en 1847 stemden de radicale liberalen voor een herziening van de grondwet en voor de uitwijzing van de Orde der Jezuieten. De protesten van de Je zuieten hielpen niet en de zeven Ka tholieke kantons verlieten de Land dag. In de daarop volgende burger oorlog, de „Sonderbund-oorlog", wer den de Katholieke kantons verslagen. Er werd weinig bloed vergoten. De Katholieke kantons kwamen onder leiding te staan der radicalen, doch dit werd later door de Katholieke Conservatieve Partij weer teniet ge daan. De Jezuieten echter waren uit Zwitserland verdreven, waar zij de zorg hadden over ongeveer 50 kloos ters en godsdienstige instellingen. Wat lezers schrijven HET VERTREK VAN „DE GROTE BEER". Naar aanleiding van een bericht over de communistische relletjes bij het vertrek van „De Grote Beer" op 13 dezer te IJmuiden schrijft een le zer ons het volgende: „Bij aankomst van de boot in de N.- sluis waren in totaal pl.m. 3000 per sonen aanwezig. bestaande uit ouders en verwanten. Toen de boot meerde, ontrolden 2 personen een cartonnen spandoekje waarop met krijt een comm. leus was geklakt. Een spreekkoortje van 25 30 per sonen herhaalde deze leus. Een in specteur van politie sloeg het carton stuk, waarna onmiddellijk een twee de carton verscheen, dat hetzelfde lot in dezelfde tijd onderging. De militairen aan boord, voor wie dit alles bestemd was, joelden bij het openen van dit comm. relletje en het optreden van de politie werd toege juicht en met handgeklap beloond. Het hele geval heeft zeker niet lan ger dan 2 a 3 mirjuten geduurd en was zo onbetekenend, dat slechts- zij, die er vlak bij stonden, er iets van hebben bemerkt (^n toch blijkbaar ook de militairen aan boord! Red.). Tot zover hetgeen ik persoonlijk heb gezien en ik stond tussen de be togers en het schip. Dat u dit onjuiste bericht wereld kundig maakt is op zichzelf te be treuren, temeer omdat het de schijn wekt een grootse demonstratie te zijn geweest. Het was dit echter het te genovergestelde. gezien de reactie van de vertrekkende militairen. De overige 2970 aanwezigen hadden het Wxdtciz JxMiz Spek-lied Wij leven vrij, wij leven blij In 't land van vet en spek. Ontworsteld aan de zwijnerij. Hangt thans een dikke zwijnen rij Helaas nog steeds niet bon- [nen-vrij Bij de slager aan het rek. Waar bleef die lang vervlogen [tijd, Die tijd van hongersnood? Toen was een zwijn een zeld zaamheid, Museumstuk, een rariteit, Een voorwerp zelfs van minne- [nijd, Waar men een ton voor bood! Toen zwoeren wij een dure eed: „Wordt Nederland weer vrij Én zal geleden zijn het leed, Dan is het enigst dat ik eet, Jouw spek, o zwijn, dat 'k nooit [vergeet Als grootste lekkernij." Nu zit de slager tot z'n nek In 't eens begeerde spek. Hij peinst: De wereld draait toch [gek. Eerst had 'k aan klanten geen [gebrek, Nu is er plotseling een lek! Hoe kom ik aan mijn trek? te druk met het wisselen van groe ten, pakjes en versnaperingen, waar bij de politie, het havenpersoneel en douane zich zeer verdienstelijk maak ten en loffelijk werk verrichtten. Aan hen onze hartelijke dank! Als echter dit door uw correspon dent zo opgeblazen bericht de oor zaak zou kunnen zijn, dat de sluizen voor familie van vertrekkenden zou den worden verboden, zou dat zeer te betreuren zijn en dit mag dan ook zeker niet gebeuren. Het handjevol communisten zou zeker tevreden zijn over dit succes". 60. „JVJijn tyoofd..." steunde Frederik plotseling „Oh... mijn hoofd! ik voel dat ik m'n geheugen ga verliezen oh!" De andere directeuren drom den geschrokken om Fre derik heen. ..Maar Archi bald riepen ze als uit één mond. „Wat verschrik lfe- lijk is dat nou. Hoe voel je je?" Frederik verzekerde dat hij zich duizelig voelde en dat hij zich hoe langer hoe min der kon herinneren. De zes directeuren blikten elkaar ongerust aan. „Een ramp" mompelden ze en toen: „Weet je nog wat we hier kwamen doen?" Frederik sloeg zich tegen het voor hoofd. ..Nee!" riep hij uit. De ontzetting van de directeuren was niet te beschrijven. „Wat moe ten we nu doen?" riepen ze in koor. „Archibald was de enige die wist waar de schat begraven was. Zou den we nu al die moeite voor niets gedaan hebben?" „Ooooooh", viel Frederik plotseling weer a's een bom in het gesprek. „Nu weet ik zelfs niet meer wie ik ben! Wie ben ik?" „Maar Archibald!" stotterden de zes directeuren. „Jij bent Archibald!" „Ooooh", zei Frederik weer. „En wat is dat voor een schat waar jullie over spraken?" De zes directeuren vonden een ogenblik geen woorden daarna barst ten ze echter los in een verward ge kakel. dat de ruimte vulde als een dikke damp van herrie. Plotseling viel er a!s bij afspraak een benauwend zwijgen. De oudste van de directeuren schraapte iets onbestemds uit zijn keel en sprak: „Waarde Archibald. Je beseft niet welk een ongeluk je door je plot seling geheugennverlies over ons uit stort. Je moet je beslist toch wel iets herinneren! Denk eens goed na! Her inner je je iets?" Fre'derik deed alsof hij diep na dacht en verk'aarde toen: „Mijn naam is Archibald!" „Keurig. Schitterend!" jubelden de directeuren. „Ga verder!" maar toen luwde de vrolijkheid plotseling. „Dat hebben we je zo juist verteld", ont dekten ze. „Probeer je iets anders te herinneren Frederik nam in 'n schilderachtige houding plaats op de gebeeldhouwde kist en zweeg een hele poos, terwijl de directeuren in ademloze spanning wachtten. dof geluid tot in de kelder dooi\ Het afweergeschut is in actie gekomen, en dat betekent, dat het gevaar nog niet geweken is. Plotseling 'verbreekt de vierde zwijgende man de stilte. Pater, ik geloof dat u permisse hebt om meermalen op Zondag de H. Mis te lezen. Ik heb een bang voorgevoel. Zoudt u misschien de H. Mis hier kunnen opdragen? Louis Deloette springt op. Hij is woedend om deze woorden, woedend ook om de kalme toon van die vier de man, woedend omdat men zijn kelder in een kerk wil veranderen. Is hij dan geen baas meer over zijn eigen kelder? Mag ik daar misschien ook nog' een woordje op zeggen? Ik geloof dat ik in mijn eigen kelder nog wel wat te zeggen heb. Hier wordt geen Mis opgedragen, versta je! Pardon, zegt de vierde man, en hult zich weer in stilzwijgen. Fran cois Medard echter, die eerste pro beerde te slapen, is plotseling goed v/akker geworden. Als er gedispu teerd wordt, is hij van de partij om Pater Jean te verdedigen. Ik vind het idee anders niet kwaad' zegt hij bits. Als die man een voorgevoel heeft van een ongeluk, zou dat best bewaarheid kunnen worden. Wat voor een voorgevoel zou mijnheer daar moeten hebben? zegt Louis Delotte vinnig. Mijn schuil- ker is goedgekeurd door de archi tecten. Ja, voor een voltreffer deugt hij niet, maar als u de statistieken over de voltreffers bij luchtaanval len kende, dan zoudt u goed weten, dat er hier maar een kans op de tach tigduizend is om getroffen te wor den. Niemand behoeft hier bang te zijn. Maar het zou toch kunnen ge beurenvervolgt de vierde man, maar Louis Delotte onderbreekt hem. Als de eerwaarde hier de H. Mis opdraagt, laat ik een procesverbaal opmaken. Het gaat hier over mijn kelder. Ik geloof niet dat zoiets gaat, antwoordt Pater Jean. Wat weet u daar nu van? Ik v/eet niet of het u interesseert maar ik ben ze,ven jaar advocaat ge weest bij de rechtbank van Tou louse. Louis Delotte zwijgt. Dit is de tweede keer, dat hij een kleine ne derlaag lijdt, en hij voelt dat heel scherp. Twee keer achter elkaar hoort men een ontploffing, ver verwijderd. Iedereen zwijgt en luistert. Dan komt er weer een ontploffing, nu iets naderbij, dan weer een, vermoe delijk heel dicht bij de kelder. Een spiegel valt met een plof omlaag in duizend stukken. Doet u het licht even aan, zegt Pater Jean gebiedend. „Dat moet hier dichtbij zijn. Misschien wel in deze straat. Ik ga hulp bieden." Ik ga mee, Pater, zegt Fran cois Medard. Tegen deze toon is Louis Delotte niet opgewassen. Hij doet het licht aan en schuift de grendel weg. Buiten is het pikdonker. Op twin tig stappen afstand hoort Pater Jean een geweldig lawaai. Brokstukken steen vallen op de straat en het ge luid vermengt zich met het rinke len van glasscherven. Dan flitst een felle vlam omhoog, meters boven het dak. Er is niemand te zien. Bij de ruiten begint het te knetteren. De gordijnen staan in brand. Zou er iemand binnen zijn^ Vermoedelijk niet, Pater. Een zinken dakgoot valt omlaag op enkele passen afstand, en Fran cois trekt de Pater terug in een por tiek. Een ogenblik echter blijft hij maar staan. Kijk daar! roept Pater Jean uit, en nu ziet Francois het ook. Half omgevallen staat daar nog 't bordje: „Abri" Schuilplaats. Daar moet een kelder zyn. Beiden snellen er heen. Nog steeds vallen glasscher ven op straat, maar zij letten er niet op. Tezamen versjouwen zij een gro te balk, die juist voor de deur is te recht gekomen. Een pijl met dezelfde letters „Abri" wijst naar de kelder trap. De trap moet open. Tezamen" rukken zij aan de trap. Er is geen beweging in te krijgen; moeten zij hier wel zijn? Ja toch, daar zitten de scharnieren. Opnieuw proberen; ja, het beweegt, meer ook niet. Dan herinnert Francois zich de balk, en tezamen pogen zij nu de kelder open te breken. Het zweet glimt op hun voorhoofd: hun gezichten zijn rood en de splinters dringen in hun han den. Maar het is niet tevergeefs. De kelder gaat open en terwijl Francois de keldertrap tracht te stutten met een balk, gaat Pater Jean naar be neden. Het achterste gedeelte van de kel der is ingestort. Een oude vrouw ligt met haar been beklemd en zij kermt ijselijk. Zij duwen de steen- brokken weg en brengen de vrouw naar buiten. Het is hoog tijd. Hoog laaien de vlammen op uit het bran dende gebouw. Een gedeelte van de voorgevel staat op instorten. Ga mee naar de schuilkelder. Zij dragen haar naar de schuilkel der van Louis Delotte, maar de deur is op slot. Heftig bonzen zij op de deur. „Doet open!", „Wij hebben een gewonde bij ons." Zweer, dat het de waarheid is. Bij God, het is de waarheid. Bij God, het is de waarheid. Ik ken geen God! Zweer op je erewoord! Ik zweer op mijn erewoord! Dan gaat de deur open en het hoofd van Louis Delotte loert naar buiten. Inderdaad, zij hebben een gewon de. Pater Jean heeft dus de waar heid gesproken. Hij kon anders niet voorzichtig genoeg zijn. Maar op dat ogenblik grijpt Louis Delotte naar zijn hoofd. De vrouw, die daar ligt met een verbrijzeld been en heftig bloedend is zijn eigen moeder. God, hoe is dat mogelijk? Moeder! roept hij uit. „Moeder!" en hij knielt naast haar neer. Pater Jean is er stil van geworden. Hij veegt het voorhoofd af. Ik zal een dokter gaan halen zegt Frangois Medard vijf minu ten hier vandaan. Daar is een medi sche post. En hij gaat weer naar bui ten. Maar er is geen redding meer. De dokter bindt de wonde af, maar schudt het hoofc^ Ik zal hier niets meer doen. Het zal nog enige uren duren, dan zal zij uit haar lijden zijn. Pater Jean zit naast Louis Delotte. Mag ik u vragen, mijnheer, is uw moeder katholiek? Louis Delotte weet niet, wat hij moet antwoorden. Hij weet, dat zijn moeder een vrome moeder is, die hij in jaren niet meer bezocht omdat zij hem zijn anticlericalisme ver weet. Maar nu komt al zijn kinder lijk gevoel toch in opstand tegen een leugen omtrent haar geloof. Hij knikt met het hoofd. Dan zal ik de H. Olie halen. Ik ben in tien minuten terug. Als Pater Jean de kelder betreedt dan is de vrouw weer tot bewustzijn gekomen. Met betraande ogen ziet zij hem aan. Goddank, een priester. Hij dient haar het H. Olisiel toe en de H. Teerspijze. Op PasenPasenfluis tert zij. Ik kan niet eens de H. Mis meer bijwonen, de Paasmis. Het is met mij gedaan. Zal ik de H. Mis hier opdragen, mijnheer Delotte. Het is juist, zoals Pater Jean had gedacht. Alle weerstand van die trot se man is gebroken. Hij ziet zijn eigen leven zonder God en zijn moeder, die hier in volle overgave aan God sterft. En opnieuw weet hij geen woorden om te zeggen, maar hij knikt. Pater Jean zwijgt eveneens; hij drukt hem de hand, vurig en dank baar. En voor de eerste maal in zijn leven voelt Louis een warme pries terhand in de zijne. Hij ziet de dank bare gloed in de ogen van zijn ster vende moeder, en hij voelt zich klein worden en wegzinken. Pater Jean haalt de Misbenodigd- heden uit zijn pastorie en keert met rasse schreden terug. Boven op het boekenkastje van Louis Delotte, waar de Zola's naast elkander staan, spreidt hij een Al taarwaal uit. Op een schoteltje be vestigt hij twee stompjes kaars. Allen liggen geknield. De vierde man van de kelder bidt prevelend. Frangois dient de priester aan het al taar, en Louis Delotte knielt bij zijn moeder. Ik zal opgaan tot het altaar God!" Hoe plechtig klinken deze woor den in de schuilkelder. De vrouw heeft de ogen gesloten. Over haar lichaam waart reeds de sluier van de eeuwige vrede, de eeuwige Paas- vrede van de Verrijzenis in de Heer. Haar hart klopt nog, maar lang zaam trekt het leven weg. Het bloed druppelt op de zwarte vloer van de kelder. Dé priester bidt zacht, alleen de woorden van het Evangelie het Evangelie van deze Paasmorgen laat hij luide klinken in de kelder, die het geluid weerkaatst en waar zijn woorden een doffe maar plech tige klank vinden. Na de Consecratie is het weer stil in de kelder. De oude man en Fran gois ontvangen de H. Communie. Buiten hoort men van tijd tot tijd de doffe explosies van het luchtafweer geschut en de sirene van een brand weerauto. De vijand heeft vanuit dc lucht nu een prachtig gezicht op de stad. Op verschillende plaatsen is brand uitgebroken en hij kan nu be ter mikken. Hij grijpt zijn kans. Nu en dan komen brandbommen neer op de stad en maken nieuwe slachtoffers en nieuwe branden. Jachteskaders stijgen omhoQg, en dan zwijgt het afweergeschut. Zoeklichten stralen in de hemel en doen de sterren verbleken. Pater Jean staat links van het altaar. Hij bidt het laatste Evangelie. Maar zijn woorden worden onderbroken door een angstwekkende explosie. Een voltrefer is op het huis boven de schuilkelder gevallen. Balken stor ten omlaag. De stenen muren brok kelen vaneen; dc grond beeft alsof er een aardschok heeft plaats gehad. Met donderend geraas stort de voor gevel in. Ook in de kelder scheuren de muren; het noodlicht gaat uit. Stukken steen vallen uit de ge scheurde muren. Dan zakt het pla fond ineen. Pater! gilt Delotte. „Vergiffe nis, God.Vergiffenis.Pater, geef mij de Absolutie.Ik heb be rouw". Boven het geraas van het neerstortende puin klinkt zijn stem uit. „PaterPater...." Pater Jean heft zijn hand op. Hij voelt bloed langs zijn voorhoofd sij pelen. Hij kan niets meer zien van het stoffige puin, dat op hem neer komt. En met luide stem roept hij uit: „Ego te absolvoIk ontbind u van uw zonden." En als de reddingsbrigade is uit gerukt en men op die Paasmorgen uren is bezig geweest om het puin weg te slepen, vindt men de lijken van vijf mensen; een vrouw en vier mannen, waaronder een priester in Misgewaad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 7