n
Liever huizen dan alcohol
De vacantie van de
heer Dupont
Oekrainse priesters in ballingschap
ivtjaatt
ZATERDAG 5 MAART 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
STERK VERHAAL
Nadat de balans der N V.
was opgemaakt
De heer Dupont stond die morgen
in een andere stemming op dan ge
woonlijk. Het was zijn laatste dag,
zijn laatste werkdag. Als het einde
daarvan was gekomen, zou njj voor
onbepaalde tijd met verlof gaan. Hij
zou een buitenlandse reis onderne
men, hm!, en de zaken eens van de
andere kant gaan bekijken. De dok
ter had voorgeschreven: „ik geef u
nog één dag om te werken en
dan de deur uit!" De heer Dupont
die directeur was van een boorde
knoopjes-fabriek, had het advies van
zijn dokter en het noodgedwongen
karakter van zijn vacantie voor een
ieder, ook voor zijn naaste omgeving
verborgen gehouden. Reeds enkele
jaren weduwnaar, was hij eraan ont
wend huiselijke aangelegenheden
niet anderen te bespreken. Denk ech
ter niet, dat hij het leven beu was.
Dat geenszins.
De boordeknoopjesfabriek draai
de op vo'.le toeren en had
moeite bij de huidige schaarste
aan grondstoffen, in de stijgende
behoefte te voorzien. En direc
teur Dupont was een man in
de kracht van zijn leven zo heet
dat en overwoog somtijds dat een
tweede huwelijk hem door niemand
kwalijk zou worden genomen. Tot
gisteren de dokter was geconsulteerd
en deze, na een nauwgezet en lang
durig beluisteren en bekloppen, had
verklaard: „Meneer Dupont, u zijt
een man, en geen kind meer. U hebt
nog één dag te leven. Tot weerziens"
„En de nota, dokter?" had de
heer Dupont ijselijk-kalm gevraagd,
toen hij in het gat van de deur
"stond".
„Dat is van later zorgvoor de
erfgenamen" had de joviale arts
geantwoord. „Onthoud het, niet te
veel drank en wat matig-aan met
de jsigaren".
Indachtig deze vermaning had de
heer Dupont bij zijn thuiskomst een
glas hete kwast laten gereed maken.
Daarna was hij in bed gestapt en had
als voorproefje van de eeuwige rust,
een goede slaap genoten. Zo vinden
we hem deze morgen verkwikt te
rug, terwijl hij, geflodderd in een
wit-blauw gestreepte pyama, zich
voor de spiegel staat te scneren.
„Van deze dagelijkse plichtpleging
zal ik in 't vervo g verschoond zijn"
dacht de heer Dupont opgewekt,
na een ogenblik van twijfel, óf hij
zich nog wel scheren zou.
„Een hele dag voor de boeg"
bepeinsde hij „en zulk heerlijk len
teweer!" Hij begon al baard-schrap-
pend 'n onbestemd deuntje te neu
riën (in wijshouden was hij niet
sterk) en keek naar de morgenzon
die de daken aan de overkant deed
blozen. Hij keek naar de spreeuwen,
die op de takken der bomen het met
tri lend-gespreide vleugels uitscha
terden van levens-plezier en naar
de mussen, die bedrijvig krieuw-
den om een draadje wol voor hun
huizen-bouw. Het speet hem, dat hij
niet meer in zijn leven genoten had
van de schoonheid van de schepping.
Natuurlijk het fabriceren van boor
deknoopjes is een belangrijke
functie in de maatschappelijke uit
wisseling van diensten en de heer
Dupont ging van liet gezonde stand
punt uit, dat de dagelijkse p'ichtsbe-
trachting en -toewijding het eerste
is. wat een mens wordt gevraagd
of dat nu boordeknoopjes maken is,
of wat anders. Op deze morgen ech
ter het leven in de levensuitingen
op deze aarde plotseling ziende als
iets geheel nieuws en volslagen won
derbaarlijks bekroop de heer Du
pont 't vermoeden, dat hij teveel aan
dacht had besteed aan de schepping
van een fabriek en te weinig aan de
schepping Gods.
Uit bescheidenheid slaan we 'n blad
zijde over uit het dagboek van
de heer Dupont. Hij ging ter kerke
zo was zijn dage'ijkse bedoening
en ter H. Tafel. Wij vertellen alleen,
dat hij met meer aandrang dan ooit
bij de voorbereiding de zinsnede las:
„Daarom barmhartige Godheid, hui
veringwekkende majesteit, loop ik,
armzalige en door benauwdneid aan
gegrepen mens, naar U toe, naar de
bron der barmhartigheid. Ik haast
me, tot U om genezen te worden.
Onder Uw bescherming vlucht ik. En
terwijl ik niet in staat ben U als
Rechter te ontmoeten, bid ik U, voor
mij een Verlosser te zijn"
Er was voor deze mo~gen een be
langrijke vergadering van commissa
rissen der N.V. uitgeschreven. Of
schoon het hoofd van de heer Dupont
boor de-vo' was van andere zaken
dan boordeknoopjes, en hij een ba
lans had op te maken, waarbij cij
fers hoegenaamd geen rol speelden,
wilde hij op deze bijeenkomst niet
ontbreken.
Illelgemoed en met 'n zonnige glim-
lach op de gladde schedelwe'.ving
zat hij te luisteren naar de uiteen
zetting van de president-commissa
ris, die hem lof toezwaaide voor de
kundige bedrijfsvoering. „Commis
sarissen hebben besloten op grond
van uw buitengewone verdiensten,
meneer Dupont, aan U boven het ge-
bruike'ijke tantième een extra-tan
tième "an 10 mille te verlenen". De
heer Dupont boog minzaam bij het
handgeklap der verzamelde commis
sarissen (ofschoon hij met het extra-
tantième in zijn testament geen re
kening had gehouden) en vroeg het
woord. Hij dankte voor de tevreden
heids-betuiging der commissarissen
en deelde mede. nu de balans gereed
was, op vacantie te zullen gaan.
„Maar meneer Dupont" wierp de
president tegen „juist terwijl be
sprekingen zullen worden gehouden
over uitbreiding der N.V.?"
„Een dringende aangelegenheid
noopt me, heren, een aange egen-
heid, wedce geen uitstel gedoogt".
Deze drie laatste woorden sprak de
heer Dupont met zulk een beslist
heid uit, dat geen der aanwezigen
zich meer verzette.
r\es middags reed de directeur weer
naar de zaak, om afscheid te
nemen van het personeel, die hij alle
honderd een voor een bij zich liet
roepen en nartelijk de hand gaf. met
de mededeling, dat het gebruikelijk
aandeel in de winst der onderne
ming voor ieder met 100.werd
verhoogd. „Zij hebben allen hun best
gedaan," zei hij tot de chef
laten we hopen, dat zij even tevre
den zijn over mij als ik over hen",
Toen gaf hij vol gas en reed in zijn
grijs-gelakte slee de stad uit waar
heen weten we niet. Men zegt naar
zijn geestelijke leidsman, 's Avonds
bezocht hij, zoals hij placht te doen,
het Maria-lof op de eerste Zaterdag
en keerde naar huis terug.
„Zeg tegen iedereen, dat ik niet
te spreken ben, Katrien!" zei de
heer Dupont tegen de huishoudster.
Op hetze'fde moment relde de tele
foon. Hij hing de haak van het toe
stel, ging de werkkamer binnen, en
sloot de deur achter zich.
Het was een gezellig vertrek met
gemakkelijke clubfauteuils en de
gouden schemer van schilderij-lijsten.
De heer Dupont was een liefhebber en
kenner van kunst en antiek. Hij wan
delde de kamer in 't rond, stak met
zorg een goede sigaar op en begon,
gezeten in een leren-stoe1 de krant
te lezen. Toen de kostbare Louis XVI-
klok op de schoorsteenmantel met
zacht geblaat het uur van negen
siag, gevoelde de heer Dupont een
lichte benauwdheid. „Daar gaan we!"
zuchtte hij en greep naar het
kruis, dat hij voor zich op tafel had
gelegd. De aanval ging weer over.
Zij kwam weer terug. De deur had
zich niet geopend of gesloten, maar
toen de k'ok op de pendule tien def
tige, afgemeten k'aaggeluidjes gaf,
was e- niemand in de kamer. Er
was niemand meer in de kamer.
(Dit is een uitgeschreven
as-kruisje. v. P.).
Indrukwekkende zang en liturgie als
onaantastbaar bezit.
11/ïET hun aangrijpende polyphone zang hebben de Oekrainse priester-
studenten, die het vorig jaar naar ons vrije land zijn uitgeweken, on
langs getuigd voor een ander slachtoffer van godsdienstvervolging: Kar
dinaal Mindszenty. In het Amsterdam se Concertgebouw heeft Katholiek
Nederland deze bannelingen toegejuicht op een wijze, die niet kon wor
den misverstaan. Zij maken naam, deze jonge mannen; en een zakelijke
impressario zou met hen succesvol op tournee kunnen gaan.
Dit was onze gedachte, die wij in
vraaggesprek hebben voorgelegd aan
een van hun geestelijk leiders, dr.
Sopulak. Wij troffen hem in het ge-
improviseerde seminarie van de pa
ters Augustijnen te Culemborg, waar
de veertig studenten mede dank
zij de tussenkomst van Kardinaal
de Jong zich voorbereiden op het
priesterschap. Behoudens twee Re
demptoristen, zijn allen wereldhe
ren, die straks zelfs naar Amerika en
Canada zullen worden uitgezonden,
om er zielzorgers te zijn over dui
zenden Oekrainers, die verspreid
over de wereld wonen. Om deze ge
wichtige reden kunnen zij niet voor
zanguitvoeringen beschikbaar zijn.
Mochten ooit de grenzen van hun
land weer veilig zijn, dan keren zij
ongetwijfeld tezamen terug. Want
het eigen land kan priesterlijke hulp
best gebruiken.
Wanneer die terugkeer mogelijk
zal zijn? Dr. Sopulak kon het ons
niet voorspellen; maar wel was hij
bereid in te stemmen met een deel
uit het jongste Lichtbaken van Hen
ri de Greeve, waaruit wij hem ver
taalden, dat het communistisch ge
weld niet altijd stand kon houden.
Hij herinnerde er aan, dat het Rus
sische volk in hoofdzaak uit boeren
bestaat, godsdienstig van aard, die
zelfs nu wel eens openlijk voor het
christelijk geloof durven getuigen.
Dat was bijvorbeeld, toen het bols
jewistisch regiem de Zondag had
afgeschaft, maar het gelovige volk
nochtans wist terug te grijpen naar
uitvoering van de christelijke kalen
der.
Bolsjewistische pelgrims!
De Sovjetregering was de eerste,
die de staat Israël heeft erkend. En
toen zag men de bolsjewisten naar
de heilige stad komen. Men had hen
voorgesteld als pelgrims, maar zij
waren niet anders dan Russische
agenten, die geen geestelijke ge
sprekken kwamen voeren, doch zui
ver politiek waren ingesteld. Hoe
kon het anders bij lieden, die nog
zeven millioen mensen vasthouden
in hun concentratiekampen, mensen,
die vervolgd worden, de priesters het
allereerst. Het is nog altijd zo: dat
een ieder wordt besireden, die niet
Russisch leeft en handelt.
Intussen hebben de Russische sol
daten, die meer westelijk hebben ge
streden, wel gemerkt, dat het elders
in Europa wel beter is dan in hun
eigen „heilstaat". Vandaar, dat zich
overal partisanen bevinden, die op
de duur een geweldige handicap vor
men voor de bolsjewistische machts
voltrekking.
Over die „heilstaat" hoorden we
merkwaardige staaltjes. Onder de
steeds terugkerende druk en bedrei
ging worden knappe geleerden be
lemmerd, uitvindingen te doen, die
toch eigenlijk de eer van het land
zouden moeten bevorderen. En het
eenvoudige volk, dat ooit een he
mel op aarde had verwacht, ziet wel
duidelijk, hoezeer het wordt bedro
gen. Als men bijvoorbeeld de wo
ningtoestanden ginds met diè in Ne
derland vergelijkt, kan ondanks
het woningprobleem voor vele van
onze landgenoten worden gecon
stateerd, dat hier een enkele fami
lie doorgaans kan beschikken over
meer kamers; maar bij de Sovjet is
het zo, dat meerdere families het
soms.moeten stellen met één enkele
kamer.
Dit alles bracht ons tot de vraag,
hoe dr. Sopulak oordeelde over het
boek van Kravchenko: „Ik verkoos
de vrijheid". Kort en krachtig was
het rechtstreekse antwoord: wat in
dat boek staat, is nog te weinigk
Onze gastheer in het Culemborgse
seminarie meende echter te moeten
waarschuwen voor generalisering.
Men mag niet alles schuiven op re
kening van wat wij hier communis
me noemen, maar wel op het bolsje
wisme, dat er de slechte vorm van is.
De bekroning op ons onderhoud
was het bijwonen van een plechtige
H. Mis in de kapel van het klooster,
die door het oprichten van een be
scheiden ikonostasis voor de viering
van de heilige geheimen volgens de
Oosterse ritus was geschikt ge
maakt.
Deze plechtigheid geschiedde in de
oud-Slavische taal, een van de vijf
en twintig, die in Rusland worden
gesproken. De zeven priesters, die als
leermeesters over de studenten zijn
aangesteld, droegen dit heilig offer
op in concelebratie, dat wil zeggen,
dat zij gezamenlijk ce^breerden,
maar ieder volgens eigen intentie.
Het was een treffende plechtigheid
vol liturgische schoonheid en bewe-
geijkheid. Wij troffen het, dat een ty
pische volksmis werd opgedragen,
met vierstemmige zang in dezelfde
machtige uitvoering, zoals die in Am
sterdam had geklonken, en die men
ook Zondag na Pasen kan horen via
de K.R.O.. als de Oekrainse commu
niteit in Culemborg op plechtige wij
ze het Paasfeest naar Oosters ge
bruik zal vieren.
Kuddekamp
„Zandvoort krijgt zyn Butlinkamp,
zo wordt bericht. De minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting
zou zijn medewerking voor de bouw
hebben toegezegd.
Een Butlinkamp is een massa-va-
cantie-oord, een amusementsfabriek
in Zandvoort zal het 1500 bedden
tellen. De logeergasten krijgen hier
de confectie-ontspanningspap kant en
klaar met de lepel ingegoten, zodat
ze alleen nog maar behoeven te slik
ken. Een geestloze instelling voor
geestloze mensen in een geestloze
tijd.
Een centrale ontspanningskeuken.
Maar de uitvinder van het geval,
een Engelse meneer Butlin, verdien
de in zijn land millioenen aan deze
exploitatie van de redeloze kudde-
drang.
En omdat hij daar nog niet genoeg
aan heeft, komt hij het nu ook in
ons vaderland proberen. Zat dat
juist daar nu op te wachten?
Van de bouwmaterialen zouden wij
ook woonhuizen kunnen maken. Daar
zit Nederland wèl op te wachten.
En dan had meneer Butlin rustig
in Londen kunnen blijven".
Aldus het „Utrechts Katholiek
Dagblad", met welke opmerkingen
wij volkomen instemmen.
Wij zijn tegen zo'n kuddekamp.
En wij zijn er tegen, dat voor dat
doel bouwmaterialen beschikbaar
worden gesteld. Zelfs als wij niet zo
veel bezwaren tegen dat kuddekamp
hadden, zouden wij er van overtuigd
zijn, dat die bouwmaterialen voor
andere doeleinden moeten worden
gebruikt.
De Ned. Jeugd Gemeenschap heeft
de ministe- van Wederopbouw tele
grafisch verzocht, de plannen voor
bouw van een dergelijk kamp niet
goed te keuren.
DE DAG NEEMT AFSCHEID.
De ondergaande zon, verzinkende
achter de avondwolken, maakt een
prachtig silhouet van de Baai van
Combe Marin bij Ilfracombe, een der
schoonste plekjes aan de Engelse
kust.
Gelijkgestelde
kerken in
Tsjecho-Slowakije
(Speciale K.N.P.-correspondentie).
Ter gelegenheid van de herden-
dingsdag van de communistische re
volutie in Praag hebben enkele ge
nootschappen verklaringen gepubli
ceerd, waarin zij hun loyaliteit en
kruiperige onderwerping hebben uif-
gesproken tegenover de nieuwe
machthebbers in Tsjecho-Slowakije,
een daad, die wel zeer pijnlijk aan-
dnrt. Op de eerste plaats kwam de
z.g. Tsjecho-Slowaakse Kerk, die in
19191920 werd gesticht door enkele
afvallige katholieke priesters en die
op de dwaalleer van de ketter Jan
flus is gebaseerd.
De patriarch van deze kerk, dr.
Frantisek Kovar, beweert in een ar
tikel var het blad van deze kerk,
„Cesky zapas" („De Tsjechische
strijd", hetgeen op zichzelf al een
vreemde naam is voor een kerk), dal
de christenen van de Tsjecho-Slo
waakse kerk begrijpen, van welke
overweldigende betekenis de gebeur
tenissen van Februari 1948 zijn, en
dat zij daarom hun deel willen bij
dragen to* de opbouw van de „nieu
we gemeenschap".
De Evangelische Kerk der Bo
heemse Broed °vs" liet door de Sydo-
naie Raad aankondigen, dat een diep
gevoel Van solidariteit haar met het
Tfjechiscne volk veromdtv en dat zij
vin haa* leden verwacht, dat z:! eei
voorbeeld zui.cn zijn van burgerlijke
deugden er nat zij ovt al hun kracn
ten zullen geven, waar het gaat orn
het oordeel en het welzijn van he
g^nele v-lk.
De Tsjecho-'-Mowaakse Orthodoxe
Kerk herinnert aan het Pan-Slavisch
congres van 1849, en zegt, dat de
hartstochteijk gekoesterde ver
wachting van dat congres door de
communistische staatsgreep in Fe
bruari 1948 in vervuling is gegaan.
Daarom verheugden zich de ortho
doxe christenen terecht en van harte,
toen zij het feest vierden van de eer
ste herdenking van deze historische
gebeurtenis.
De Tsjecho-Slowaakse Unitariërs
verklaarden, dat de ervaringen van
de laatste jaren hebben bewezen, dat
de beweging der Unitariërs volkomen
'r.stemt met de communitische rege
ring. Zij vernieuwden daarom hun
belofte van trouw en eerlijke samen-
wexking bij de verwelkelijking van
het gestelde doel in verband met de
bestaande plannen tot socialisering
De Raad van Joodse Gemeenten
geeft uitdrukking aan zijn overtui
ging, dat de Joden de historische be
tekenis hebben begrepen van de ge
beurtenissen in Februari, en belooft
volledige modewerking met de op
bouw van hri socialisme en in het
bijzonder met de vervuling van het
vijf-jaren-plan
Frédéric Ozanam
Er zyn goede redenen om te ver
wachten dat Frédéric Ozanam de
stichter van de St Vincentius—Con
ferenties, tot de eer der altaren zal
worden verheven. Men vindt in zijn
leven het wezenlijke van de ware
heiligheid.
Ofschoon hij altijd veel studeerde
was hij tevens buitengewoon actief
in het openbare leven. Omdat hij al
jong begreep, dat men het christen
dom, dat in vele kringen niet in tel
was, niet met praten alleen erken
ning kon doen vinden, begon hij met
enkele vrienden het grote werk van
de St Vincentius-conferenties. Enige
jongemannen, die zich voornamelijk
interesseerden voor de bestudering
van godsdienstige vraagstukken, on
der leiding van Baillv de Surey
wijdden zich op aansDoring van Fré
déric Ozanam aan de liefdadigheid
onder bescherming van de H. Vin
centius a Paolo. Zij trachten de lij
denden te hulp te komen en zodoen
de te werken aan hun geestelijke
volmaaktheid.
De nieuwe vereniging breidde zich
snel uit, zowel in eigen land als in
het buitenland. In 1937 telde zij
15.000 conferenties en 200.000 leden.
Het belangrijkste van de vereniging
is de conferentie, die zelden uit meer
dan 30 personen bestaat. Deze con
ferentie kan worden opgericht in
een parochie, een universiteit, een
school, een fabriek enz. en staat ooen
voor alle katholieken, die zich door
middel van de beoefening der lief
dadigheid wensen te heiligen.
De verschillende conferenties
staan onder leiding van plaatselijke
diosecane en landelijke raden en
u'teindelijk onder de algemene raad,
die zijn'zetel te Parijs heeft. Door
haar eenvoudige voorschriften en
haar soepelheid kan de vereniging
zich gemakkelijk aanpassen aan tijd
en plaats.
De H. Vincentiusvereniging is een
vereniging óók voor onze tijd.
Als zij er nog niot was, zou zij
moeten worden opgericht.
DE GRIEP IS OVER
Nadat in de laatste weken een
vermindering van het aanal griep
gevallen werd vastgesteld, kan thans
gezegd worden, dat de griepepide
mie in ons land nagenoeg over is.
Vrijwel over het gehele land komt
influenza nog slechts voor in die
mate ais vooy de epidemie het geval
was. Alleen in enkele plaasen komt
de griep nog vrij veel voor en is er
nog van het bestaan van een kleine
haard sprake.
IN INDIE:
TINUS v. d. VEER
Noordeinde 95
Roelofarendsveen.
viert op 7 Maart zijn 3e Indiscne
verjaardag te Surabaia.
C. G. VAN HAESTREGT
Noordeinde 85
Rcyïlofarendsveen,
geboren 6 Maart 1925, viert zijn 3e
verjaardag te Surabaia.
HENK VAN DER PLAS
Dinsdagselaan 28,
Voorhout,
viert o£ 7 Maart zijn 2e Indische
verjaardag te Lubuk Linga (Suma
tra.
(Foto's van in Indonesië verblijven
de militairen kunnen bij de redactie
worden ingestuurd tot uiterlijk een
week voor de verjaardag. Foto's,
welke later worden ingezonden wor
den niet opgenomen).
MINISTER IN 'T VELD IS ONGERUST
Er is de laatste tijd nogal wat te doen over de we-
deropbouw en het alcohol verbruik. Minister In 't
y ,4 heeft namelijk tegen de Tweede Kamer gezegd,
dat het alcoholverbruik zo is gestegen, dat er vele
kostbare deviezen, die de woningbouw anders ten
goede komen., verloren gaan. Zijn devies is dus.
met een variant op de uit lating van een zekere Duit
se „meneer liever huizen dan jenever." Maar drin
ken we werkelijk zoveel? Zijn we werkelijk allemaal
wel van die chronische dronkaards, zoals'de minister
en met hem de drankbestrijding willen doen voor
stellen? Zonder te tekort te doen aan de goede bedoe
lingen van Zijne Excellentie en het menslievende
werk van drank-onthouders te verkleinen, geloven
we toch minder somber te kunnen zijn.
Cijfers.
Als grpndstofen voor
het gedistilleerd worden
hier te lande gebruikt pri
ma gerectificeerde spiritus
en moutwijn. Dit laatste
product wordt naar gelang
van smaak en kwaliteit
in af.viselende percenta
ges met de prima gerecti
ficeerde spiritus ver
mengd ter verkrijging van
cle typisch Holiandse ie
never. Voor likeuren wordt
meer uitsluitend van pri
ma gerectificeerde spiritus
gebruikt. Dooreen geno
men wordt voor de ver
vaardiging van de ged'j-
tilleeide dranken hier te
'once ca 8714 s^iri'uv.
en j 2 *4 moutwijn ge-
bi ui kt.
Sp!ritus wordt Her tc
lande geproduceerd voor
ca. 25 van de totale pro
ductie als bijproduct van
de gistfabrivage en voor
75 uit hier te lande be
schikbare grondstoffen,
hoofdzakelijk melasse,
welk afvalproduct van de
suikerfabrieken in ruime
mate beschikbaar is.
Zou nu het drankver-
bruik, zoals de minister
heeft gezinspeeld, met 40
worden verminderd en
daardoor op het z.g. voor
oorlogse gebruik worden
teruggebracht, dan zou
dit wat de spiritus be
treft geen invloed uitoefe
nen op de deviezenpositie,
aangezien ten behoeve der
spiritusproductie geen in
voer van grondstoffen
plaats vindt.
Voor de mout wij nnro-
ductie wordt inderdaad
graan ter beschikking ge
steld, om deze oud-vader
landse industrie, die aan
de Nederlandse jenever
haar bijzondere kwaliteit
verleent, in stand te hou
den. in het bijzonder ook,
omdat deze industrie een
belangrijke rol speelt bii
de export van Nederlands
gedistilleerd. Intussen is
de hoeveelheid voor deze
industrie ter beschikking
gestelde granen uiterst be-
gebruik in Nederland. In
dit verband zij vermeld,
dat de Nederlandse bier
brouwerijenen jaarlijks ca.
25.000 ton gerst verwer
ken.
Drinken we zoveel?
Hierboven wordt steeds
gesproken van het voor
oorlogse drankverbruik.
Het huidige gebruik per
hoofd der bevolking is
thans inderdaad 60
meer dan in de laatste ja
ren voor de oorlog, even
wel was het verbruikscij
fer in die jaren onnatuur
lijk laag. Een gevolg van
de crisis, die na 1930 inzet
te, terwijl bovendien de
gedistilleerdaccijns te hoog
lag, hetgeen tot clandes
tiene fabricage en smok
kelhandel aanleiding gaf.
Het officie,el geconstateer
de drankverbruik was
derhalve niet in overeen
stemming met de werke
lijke consumptie.
WORDT ER WERKELIJK
ZOVEEL GRDRONKEN?
perkt en bedraagt voor het
thans lopende jaaj* niet
meer dan plm. 8.000 ton
graan (mais, gerst en rog
ge elk voor pl.m. 1/3). In
de eerste plaats wordt
moutwijn ter beschikking
gesteld voor de bereiding
van exportgedistilleerd en
hiervoor is een hoeveel-
voorzien, overeenkomende
met de verwerking van
3.000 ton graan, Voor de
binnenlandse consumptie
worden per saldo dus
slechts 5.000 ton graan
verwerkt
Aannemende, dat door
de teruggang naar het zg.
vooroorlogse gebruik 40
minder gedistilleerd zou
worden geconsumeerd, dan
zou hieruit een totale be
sparing voortkomen van
2.000 ton graan, een cij
fer, in de orde van nau
welijks 1/00 (één pro mil
le) van het totale graan-
Het verloop van het
drankverbruik in Neder
land sedert 1920 leert, dat
als verbruik per hoofd der
bevolking een cijfer van
2.5 1. als normaal moet
worden beschouwd en dat
in de jaren, waarin dit
verbruikscijfer werd be
reikt, niet van drankmis
bruik gesproken kon wor
den. Ook inspecteurs van
de volksgezondheid waren
het er voor de oorlog over
eens. dat het alcohol-ver
bruik in Nederland gunstig
afstak bij dat van alle an
dere anden en dat het aan
tal gevallen van openbare
dronkenschap, mishande
ling en ongelukken tenge
volge van drankverbruik
zeker niet verontrustend
was.
Er Is dan ook geen alco
hol-probleem in ons land,
ten minste geen groter
probleem dan vroeger
En toch meer.
De hoeveelheid grond
stoffen (spiritus en mout
wijn). die thans voor de
Nederlandse gedistilleerd -
consumptie ter beschik
king wprden gesteld, komt
overeen met het als nor
maal te beschouwen ver
bruikscijfer van 2.5.1 per
hoofd der bevolking. Wan
neer uit de accijnscijfers
van de laatste maanden
van 1948 een hoger ver
bruik zou zijn af te leiden,
moge er op gewezen wor
den, dat in verband met de
opheffing van de rantsoe
nering in de kleinhandel
tijdelijk grotere hoeveel
heden gedistilleerd ter be
schikking moesten worden
gesteld, teneinde enige
voorraadsvorming bij de
detaillisten mogelijk te
maken. Uit deze tijdelij
ke verhoogde accijnsop
brengst mag echter niet
de conclusie worden ge
trokken, dat het verbruik
boven het normaal te ach
ten peil is uitgekomen.
Epiloog.
Maar laten we eens
nuchter rekenen. Stel dat
er inderdaad per hoofd
meer wordt verbruikt,
zeg 4 liter. Dat is een be
volking van 10 millioen 40
millioen liter. Bij die 10
millioen mensen zitten ge
heelonthouders, kinderen,
sportmensen en andere
drankweerders inbegre
pen, stel tezamen 6 mil
lioen (dat is veel!) Dus 4
millioen mensen verzwel
gen 40 millioen liter
drank. Elke liter bevat 30-
eafé-borrels, dus er wor
den jaarlijks 1200 millioen
borrels achterovergeslagen
of ieder jaar per drank
zuchtige (1200 gedeeld
door 4) 300 borrels. Dat is
net één glaasje per dag.
Eerlijk is eerlijk, dat
valt nog mee.
Waarmee we minister In
't Veld niets verwijten
wilen, want laat hii rustig
huizen bouwen in plaats
van kroegen.