akkertje Een valk greep vast met felle vang Het was toch maar zo'n klein appeltje Protest aan de Hongaarse regering inzake het proces tegen Z. Em. Kardinaal Mindszenty De Staatkundige eenheid der Ned. Katholieken ZATERDAG 26 FEBRUARI 1949 DE EEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 STERK VERHAAL Terwijl we in ons red onder de warme dekens lagen te be- piekeren, wat wij deze week op deze p'aats zouden vertellen, voel den we plotseling een koude tocht wind door de kamer strijken. Het venster van onze slaapkamer was gesloten (wat sommigen niet ge zond zullen vinden) en wij vroegen ons af, waar die tocht vandaan kon komen. Het was een klare, onbeweeglijk- stille nacht en door het venster za gen we de sterren glinsteren en ionkelen als juwe.en, uitgestrooid op een grijs-fiuwelen kleed. Er was geen zucht in de lucht en geen ge buid op aarde. Eerder dan wij deze woorden kunnen neerschrijven, hielden we echter de adem in. Naast ons bed stond een gedaan te in de groene en rode plooien van het Noorderlicht gehuld, dat om hem golfde en wuifde- als door een zachte adem bewogen. Wij wisten op stel en sprong, dat het de ver schijning van onze goede engel was, maar desondanks rezen ons de haren van schrik te berge en rizzelde een kille rilling langs onze ruggegraat. „Kom mee!" vloeide een wel luidende doch gebiedende stem uit de golvende lichtzuil en terwijl nog juist tijd hadden een kruis te slaan en een hartgrondig schietge bed te murmelen, greep hij ons beet en voerde ons naar buiten, de ster ren-nacht in. Het bestijgen van torens en transen heeft ons altijd dui zelig gemaakt. Hoewel iVe lamge slagen waren van schrik, als een muis, die door een valk is buit gemaakt, verheugden we ons er toch over aan geen duizelingen onderhe vig te zijn; toen de enge; zich steeds hoger in het luchtruim verhief. Het ging even soepel als een reis in een K. L. M.-vliegtuig alleen onge lofelijk veel sneller. Van de^ lampjes van Leiden was in een oogwenk niets meer te bespeuren, evenmin van het Kager- en Braassemermeer, die als bleke spiegeltjes het sterren licht weerkaatsten. Het moet bar koud geweest zijn in de hogere sfe ren, 1naar de engel had een slip van golvend licht rondom ons geslagen. Zo gevoelden we ons even warm als in het warme winterbed. Enige seconden hóógstens duurde de vaart opwaarts. Toen hield de engel op waaierende en wuivende glanzen in de ijlte sti gelijk een torenvalk staat te „bidden" in de lucht. De hemelse valk sprak: „Zie!" Beneden ons zagen we een bal, ter grootte van een speelgoed-bal, aan de ene zijde helder verlicht, aan de andere zijde in grauwe schaduw gedompeid. „Wat een aardig' appeltje" fluisterden wij „Is dat nu de aarde!" en ons gemoed schoot vol van meewarigheid, omdat het maa- zo'n klein appeltje was. „Terecht een appel", sprak de engel streng „De appel van goed en kwaad, die de eerste bewoners van dit nietig bolletje hoovaardig hebben gegeten. Zij wilden aan God gelijk worden!" Met een harde, spottende klank in zijn stem her- haaide de engel: „Aan God ge'ijk worden! Ze hebben hun troeven thuis gekregen en smullen nog steeds van de appel der kennis van goed en kwaad, maar het kwade smaakt hun beter dan het goede. Als ge het ding daar ziet draaien om-en-om zoudt ge dan geloven, dat er 2 milliard men sen op krioelen als griep-bacillen op een water-dr.oppel? •"POEN DE ENGEL zo op de aarde en het mensdom afgaf, steeg er verzet in ons op: „Toch zullen we aan God gelijk worden" wierpen we koppig te gen. „In ons heilig Boek staat ge schreven: „Wij zullen aan Hem gelijk worden, want wij zullen Hem zien,' gelijk Hij is." Dè engel keek ons wat vriendelij ker aan en sprak: „Gij zijt een echt kind van Adam, in het goede, meer nog in het kwade! Maar uw opmer king, dat geef ik toe, snijdt hout. De aarde is een appel: Gods oog-appel. De Schepper is verliefd op het men selijk geslacht gebleven, ook nadat het Hem de rug toe had gekeerd. Het Eeuwig Licht heeft die liefde zo ver gedreven dat Het op dat bolletje daar-ginds mens met de mensen is geworden. Het heeft een nieuwe boom der kennis van goed en kwaad geplant. De helse Satan, die op het hout de mensheid overwon en hen verleidde aan God gelijk te worden, is op het hout overwonnen door Hem, die God was en aan' een mens ge'lijk wi'de worden. God werd mens opdat in Hem de mens God kon worden." De engel huiverde zó, dat zijn glanzend gewaad beefde en vonken schoot. „De nieuwe boom" zuchtte hij „druipt van bloed. En welk een b.oed! Gods harte-bloed. Met dat bloed heeft de Zo„on de aarde vrijge kocht van ae toorn des Vaders en een eeuwig geluk verworven voor al de aa dbewoners, die met een rouw moedig hart opzien naar de nieuwe boom of althans die boom niet wil lens en wetens met smaad besmeu ren." /"GRAMSCHAP als bliksemvuur flitste uit de ogen van de engel: „Maar dat bolletje daar beneden heeft, ondanks dat alles, de Duister nis meer lief gehad dan het Licht. Zij blijven konkelen met dè Duivel en zijn d.aduw-geesten. Zij vinden de Vorst der Duisternis interessanter en vermakelijker en strelender voor hun hoogmoed. Zij gaan voort de pro feten te deden en te achtervolgen, die met vei manende taal tot hen zijn gezonden. Daarom wil God aan ie Vorst der Duisternis toestaan, zich in al zijn afschuwelijkheid te openba ren." Hier zweeg de engel plotseling als of hij op 't punt stond een geheim te verraden. „Kunt ge zwijgen?" vroeg hy ons. „We kunnen het, maar mogen het niet," geven wij vrijmoedig tot bescheid. „Maar zijt ge dan steke-blind op aarde?" riep de hemelgeest uit „Kom mee!". Hij vatte ons in een arm van licht. Vederzacht in duize lende vaart gleed hij om'aag. We zagen de aarde op ons toekomen en zwellen als een zeepbel, die wordt rondgeblazen. De grillige omtrekkan van landen en zeeën tekenden zich erop af. De landen begonnen zich te kleuren in groen en bruin. Op de donkere heTt glinsterde hier en daar een lichtje. Wereldsteden van verre gezien. We zakten door een vochtige wolkenmassa en scheerden over (je oppervlakte der aarde. In het grauwe licht van de morgenstond zagen we slechts bouwvallen, onmetelijke rui nes van onmetelijke steden. „Dit rijk van ruines en holbewoners is reeds door zijn hoogmoed gevallen", sprak de engel. Hij sleurde ons rakelings door een ZOU HET WERKELIJK AL LENTE ZIJN? eindeloze steppe van leed en ellende naar een wijde, met blanke sneeuw overpoeierdc stad: „Het eertijds hei lig genoemde Moskou, broeinest thans van duisternis, in het gehuichelde kleed der reine onschuld. Ik zal u to nen, waartoe het de mensen brengt. I"\E ENGEL SLOEG vlammende vleugels uit en gleed ijlings over een reusachtig volk van slaven en spionnen, van uitgemergelde en wanhopige mensen in kooien van prikkeldraad. Vanuit dit land trip pelde een leger rode mieren bedrijvig de gehele aardbol om, ze drongen overal binnen, staken overal terstond hun voelhorentjes uit, spoten overal mie'.en-zuür in zodat de r.anse aardï op het punt stond ie verziien. We verstijfden van angst. Ajs de engel niet haastig ons oog met de luiken van zijn wieken had versluierd zou den we in de schrik geb' ^-en zijn. „Wees niet zo snel om moedigd, klei-gelovige" vermaande hij ons „Houdt u vast, houdt vast, taai en onverschrokken, aan de slio van Christus' mantel. Op de duur komt alles weer in orde. De barder is ln Israel gehesen." „Maar zal Israel zich verzoenen met Davids Zoon?" ♦v/ijtelden we. „De eeuwige God, de God van Abraham, Issak en Jacob., is. getrouw in Zijn beloften" ga'mde de enge! en zijn trompetgeschal scheen het heelal te doortrillen. Al.; een orkaan zwenkte de engel af ei liet ons vpr- bijsterd achter, terwijl een roze mor gen scherp ving onze slaapkamer ver lichtte a™ voorteken van een zege pralende vredes-dag. «icciu een PARTIJRAADSVERGADERING DER K.V.P. Het „College van Beraad" van grote waarde voor de eenheid NEDERLAND IN DE INTERNATIONALE ACTIE De K. V. P. houdt te Utrecht een Partijraadsvergadering. Deze is gisteren geopend met een rede van de partijvoorzitter de heer W. J. Andriessen. Spr. begon met een hennne.ing aan het tweede Par tijcongres, dat „een uiting was van massa.e kracht, van een goede geest en van grote activiteit." De op net congres besproken vraagstukken hadden de aandacht van velen. De gehouden discussies rondom wat aan de orde was. brengen vele consequen ties voor Partij en Fractie mee. Het zal er nu op aankomen krachtig, a*- dus spr., te pogen de getrokken con clusies binnen het kader der moge lijkheden te verwezenlijken. Er woeden, zo vervolgde spr., or kanen van geestelijke woelinge^. Gelukkig zij, die in deze geestelijke baaierd, de hechte ankers van abso lute zede.ijke normen bezitten en zich kunnen vastklampen aan begin selen, weike in de absolute waar heid wortelen, of hun heil in de na tuurlijke waarheden zoeken. Dezul ken varen op kompassen, welke de juiste koers aangeven en de mense lijke rechten en vrijheden lopen er geen gevaar. HET GRUWELIJKE DRAMA TE BOEDAPEST. Degenen echter die de door mij bedoelde nermen en waarheden niet leen niet aanvaarden, doch krach tens hun levensbeschouwing met voe ten treden, zij doen ons zien waar heen we gaan, wanneer zij de macht in handen krijgen. Voor deze orkanen is niets en niemand veiHg en het voert tot daden, weike Kardi naal Spelmann deden spreken van „een kruisiging der mensheid". Gij begrijpt reeds waarop ik hier doel, aldus spr. Ik heb hier het oog op het gruwelijke cframa van Boeda pest, waar een Prins der Katholieke Kerk, Kardinaal Mindzenty zoge naamd is berecht. Nog horen wij zijn item door de radio, een stem door drenkt van lijden en geestelijke on macht. Hij, die een luttel aantal maanden daarvoor zich had doen kennen als de vitale strijder voor de rechten der ouders, van het kind en an de Kerk. stond daar nu als een gebroken man. Maar het ergste is, dat de communistische machthebbers in Hongarije ons, de wereld willen doen geloven, dat daar stond een man, die overeenkomstig zijn vrije wil, zijn inzichten verkondigde en zijn daden besprak. Hoe waa- is in dit proces de en cycliek „Divini Redemptoris" over het godloze communisme gebleken. Hoe begrijpelijk is de wereldveront- waardiging over deze rechtsschen- nis en hoe weldadig doet het aan, dat allen, die nog enige waarde aan het Reent met een hoofdletter toekennen in de scherpste bewoor dingen hebben geprotesteerd. Hoe nietig doen daarbij aan de pogin gen door de Nederlandse communis te beproefd, om deze schand- en wandaad te verdedigen. Lieg maar laak, er blijft altijd wat van han gen, is blijkbaar voor deze aanhan gers van Moskou het hoogste gebod. Nadat hij de gruwelijke misdaad van de Hongaarse regering nog verder had belicht, stelde de neer Andriessen aan de vergadering voor .een protest te riohten tot de Hon gaarse reg5ring. DE STAATKUNÜIGE EENHEID DER N3TD. KATHOLIEKEN. In Hongarije blijkt opnieuw waar heen wij gaan, indien de Staat wordt verheven tot de autonome bron van recht, zo vervolgd spr. In het licht hiervan komt de be tekenis van onze Katholieke Volks partij wel heel sterk tot uiting. Zij immers staat voor de naar onze me ning juiste opvatting van het staats recht in de bres en zij bestrijdt tot haar laatste ademtocht opvattingen, als die in Hongarije worden gehul digd en toegepast. In dit opzicht is ook Hongarije voor ons'Katno'ieke volksdeel weer een gruwelijke les, waaruit wij de consequenties glas hard moeten trekken. Eén dezer con sequenties is, dat in onze tijd en in on ze verhoudingen de staatkundige eenheid der Nederlandse Katholie ken onverzwakt dient te worden ge handhaafd en verstevigd. Het tuigt naar mijn wijze van zien van een grenzeloze overmoedigheid in deze tijd van geestelijke worstelin gen, waarbij de hoogste goederen der mensheid op het spel staan, aan die eenheid afbreuk te doen. INTERNATIONALE ACTIE. Gelukkig begint het Westen de juiste betekenis van de activiteit van Rusland en zijn satellietstraten te beseffen en daarnaar te hande len. De noodzakelijkheid van een eensgezind optreden wordt meer en meer gemeengoed. De West-Europe- se Unie. het Atlantisch Pact, de con ferentie in Londen over een Euro pese raad, ze duiden onmiskenbaar op het groeiend besef, dat machts vorming tegenover het Russiscne imperialisme gebiedende eis is. Ook ons land zal zijn rol in deze ont wikkeling hebben te spelen, een rol, welke wellicht een belangrijke is. Als staatkundige partij, die op .de gang van 's lands zaken een n'iet onbetekenende invloed heeft, zullen wij in de practisohe staatkunde daarmede niet alleen rekening heb ben te houden, doch zo nodig sti mulerend moeten optreden. Nieuwe verhoudingen op allerlei gebieden zullen bij deiie herbouw van Europa ontstaan. Om deze ver houdingen te beïnvloeden nebben we mensen nodig bekwame men sen. Zorgen we. dat, ook ons Katho lieke Volksdeel ze kan leveren, opdat we internationaal de onze toe komende rol in het grote geheel kun nen spelen. Nopen dus verhoudingen in inter nationaal verband tot grote werk zaamheid, ook natonaal vragen be langrijke zaken de aandacht van de partij. Ten aanzien van een aantai punten van practische politiek zal ik mij, aldus spr., de nodige bepe kingen opleggen. Prof. Romme zal immers morgen (neden)middag daaraan ze ker aandacht schenken. Enige korte opmerkingen meen ik echter, binnen partijverband, te moeten maken. LOON- EN PRIJSPOLITIEK. En dan is daar allereerst het pro bleem van de loon- en prijspolitiek. 3jj de algemene beschouwingen is van de zijde van de Kath. fractie, aangedrongen op klaarheid in deze politiek. Principieel staande achte: de Regering mag toch worden ver langd, dat zij van haar politiek ©en overzichtelijke eenheid maakt en geen mozaïek, dat bij stukjes en beetjes wordt gelegd. Indien ergens dan is ook hier de grote lijn nodig^ MIDD ENST ANDS POLITIEK. Een ander onderwerp, dat zeer ac tueel is. aldus spr., is de midden- standspolitiek. Bij de behande ing der begrotings-hoofdstukken is aan deze politiek meer dan gewone aan dacht geschonken, terwijl de Mid denstanders zelf zich eveneens niet onbetuigd hebben gelaten. In goed geslaagde bijeenkomsten hebben zij van hun gerechtvaardigde grieven en van hun mening doen blijken. Er heerst in hun kringen een grote mete van ontevredenheid, weike op ver schillende wijzen tot uiting komt en waarbij niet altijd de objectivi teit ten aanzien van partij en frac tie wordt betracht. Dit moge ver klaarbaar zyn, onv/ee. sproken kan het niet altijd b ij ven. Ik geloof, dat hier begrip moet en mag worden gevraagd voor het feit, dat in de politie ,.de kunst van het mogelijke" nog altijd harde realiteit is en dat fractie en partij, in het kader van de reële verhoudingen, op een gege ven moment aan het einde van hun iatijn zijn. Het is misschien niet prettig het te moeten zeggen, doch de feiten zijn daarom nog niet an ders. Dit doet geen afbreuk aan de waardering, welke er m.i. moet en kan zijn voor het werk van de Mi nister van Economische Zaken, die naar mijn wijze van zien, program matisch met zijn middenstandspoli- tiek te werk gaat. Dit behoeft ook alweer critiek niet uit te sluitem, maar het objectieve oordeel mag daaronder toch niet lijden. De Ka tholieke middenstand houde er zich van overtuigd: èn fractie èn partij hebben voor de rechtmatige belan gen van deze groep open oog en zullen dienovereenkomstig daar naar blijven handelen. Met name zal dit het geval moeten zijn bij de beoordeling van de loon- en prijs politiek, welke in de loop van dit jaar wel weer opnieuw aan de orde zal komen. „DE GROTE LIJN". In dit verband wil spr. ook een enkele opmerking maken over de klacht, weike in de pers is geuit, over het gemis aan „de grote lijn" weike bij de parlementaire- werk zaamheden der fractie te constate ren viel. Zij, die hierop critiek oefe nen, verhezen dunkt mij, aldus spr., te veel uit het oog, dat de na oorlogse tijd talloze vraagstukken heeft doen ontstaan, waarbij de be langen van individuen en groepen in zeer sterke mate zijn betrokken. Vraagt die na-oorlogse tijd enerzijds brede visies en het trekken van grote lijnen, anderzijds eist ze veel meër dan voorheen, aandacht voor wat men dan „klein goed" pleegt te noemen. Dat kleine goed is echter in talloze gevallen voor de indivi duele staatsburger van zeer groot belang. „POLITIEKE WEKEN". Verder in zijn rede stelde spr. de vraag: Zullen wij ons niet meer systematisch op de politieke scno- ling en vorming van onze kiezers en kiezeressen moeten toeleggen?? Een dertigtal jaren geleden was de sociale scholing eerste eis. Ook Ne derland had .behoefte aan het voe ren van een sociale politiek en de opkomende sociale organisaties moesten haar programs verwezen lijken. Er was behoefte aan leiders, aan kader, aan plaatselijke bestu ren, die, mei het oog op de komen de tijd en de te verwachten sociale hervormingen, hun taak moesten kunnen vervullen. Deze ontwikke ling is nog allerminst voltooid-; doch het is wel een feit, dat de staal kundige problemen, welke met de ze en andere ontwikkelingen van na de oorlog zo nauw samenhangeh, alk aandacht vragen. Met deze eigentijdse eisen heb ben wij, aldus spr., ook als K. V. P. rekening te houden. Hadden wij als katholieken voor een dertigtal jaren terug onze sociale weken, welke zeer veel vruchten nebben afgewor pen, de vraag rijst of onze tijd geen behoefte heeft aan „Politieke we ken." Het Indonesische vraagstuk roer de spr. niet aan, om dit (heden) aan Prof. Romme te laten. „0OLLBGE VAN BERAAD". Ten aanzien van de agenda merkt spr. op, dat deze belangrijk is. Voor al het voorstel tot instelling van een „College van Beraad" is naai de mening van het partijbestuur van grote betekenis. De bedoeling ervan is reële meningsvorming mogelijk te maken en deze tot een weerslag te maken in de partij en haar poli tiek. Uiteraard is een derge.ijk col lege niet ^bedoeld als een uitlaat klep voor iedereen, die meent cri tiek te moeten spuien. Op de ba sis van het partijprogram en in het licht van de reëele verhoudingen, moet het worden gebruikt om de partij innerlijk te versterken. Daar om is het een partijorgaan, ten dien ste van en voor de partij. Het par tijbestuur is er inmiddels van over tuigd, dat de aanwezigheid van een College als in het voorstel bedoe'd, heilzaam zal kunnen werken. Het is er zich daarbij van bewust,' dat ook hier de praktijk de juiste we gen zal moeten wijzen. Doen wan neer, wat het geval is, de bedoeling voorzit om van het nieuwe orgaan te maken een reëel klankbord van wat er aan belangrijke meningen en opvattingen in 'de partij leeft, dan za de instelling ervan er aan mede kunnen werken, de staatkun dige eenheid der Nederlandse ka tholieken te bevorderen. Dit doel is inspanning waard, aldus spr. Wijzend op de diepe ernst van deze tijd, besloot spr.: „Niet versa gen. moet ons parool zyn en blijven een parool dat gedragen moet wor den door de rotsvaste overtuiging, dat de waarheid het winnen zal van de leugen, dat recht en vrijheid niet kunnen wijken voor onrecht en terreur. Het is deze zekerheid, ^relke on^'moet voortstuwen op on ze weg en die aan onze evenmen sen, die misschien minder actief zijn mede moet aansporen dezelfde werkzaamheid te bet-achten. Geen fa talisme, doch activiteit, geen s'apheid en halfheid, doch kracht en volle overgave. Alleen zo zal de kracht van de waarheid zich kunnen doen melden en de overtuiging postvatten, dat alleen een zaak, welke men op geeft, verloren is Zo ook begrijpen wij onze tijd welke de voTe mens vraagt. De wetenscnap op deze wijze te kunnen meebouwen aan een sa menleving, waarin het waard is tc wonen en te werken, vult ons leven en maakt het tot een begerenswaar dig bezit." AMSTERDAMSE BEURS: WEINIG ANIMO. Op de laatste dag van de week ver toonde de effectenbeurs geen tekenen van opleving, integendeel kon worden vastgesteld, dat door het beleggende publiek een afwachtende h mding werd aangenomen. Bij de opening viel enig materiaal te verwerken «n de koersen van de toonaangevende aandelen werden alle afgedaan bene den het peil van Donderdag. Onder beurstijd werd de stemming goed prijshoudend en liepen de koersen al- lerwege naar boven, maar de slot- koersen waren over het algemeen toch iets lager dan'Donderdag. De be- leggingsmarkt was kalm. De conver sielening 1947 was prijshoudend, maar per saldo niet noemenswaardig ver anderd. Ook de andere Neder andse staatsobligatiën konden zich meren deels hanhaven. LENTE MODE. Op een mode show van „Mattli" in Londen, waar de nieuwste modellen voor de ko mende lente werden getoond, trok deze zwart zijden avondjapon de aan dacht door het scherpe contrast met de stola van witte vos. De middenstand IN voorzitter Andriessen bezit de K.V.P. een man, die ieder moet res pecteren. Respecteren om de kalmte en klaarheid, de bezadigdheid en nuch terheid, waarmede hij de zaken, die aanhangig zijn, uiteenzet, de bespre kingen leidt Respecteren om zyn persoon, waarin geen schijn of schaduw is van enige pose, maar waarin alles spreekt van eenvoud, eerlijkheid en oprechtheid. Dit mag wel eens worden gecon stateerd nu, naar aanleiding van de Partijraadsvergadering van de K.V.P., die gisteren en vandaag te Utrecht i« gehouden. Hiernaast vindt men een verslag van de openingsrede, door voorzitter Andriessen gisteren uitgesproken. En in die rede zal de lezer kunnen her kennen de voorzitter, zoals wy hem hier schetsen. In die rede is echter één passage, welke ons teleurstelt. Het is de passa ge over de middenstandspolitiek, welke wij in haar geheel hebben af gedrukt. Een gezonden middenstand is van groot belang voor heel de samenle ving. Zowel de industriële midden stand klein-industrie als de handeldrijvenden middenstand de winkeliers hebben een bestaans recht omdat zij voor de samenleving een sociaal-nuttige, onontbeerlijke taak vervullen. Die middenstand heeft, zoals de heer Andriessen erkent, „rechtmatige grieven". Maar: over de wijze, waar op de K.V.P. aan die grieven zal trachten tegemoet te komen, zegt hij maar heel weinig. Hier schijnt voor zitter Andriessen ons te sober. Het enige min of meer concrete is: dat bij de loon- en prijspolitek, welke in de loop van het jaar aan de orde zal komen, èn fractie èn party voor de rechtmatige belangen van de mid denstand open oog zullen hebben. Zeker was 'n wat meer concrete ver klaring o.i. wel gewenst geweest om aan degenen, wier grieven als „recht matig" worden erkend, wat meer perspectief te openen! „Klein goed" VOLKOMEN eens zyn wij het met voorzitter Andriessen, waar hij zich verweert tegen een klacht in de pers over het gemis aan „de grote lijn" bij de parlementaire werkzaam heid van de fractie. Terecht merkt hij op, dat de behandeling van „klein goed" in talloze gevallen „van zeer groot belang is voor de individuele staatsburger." En dit voegen wy er aan toe voor het algemeen wel zijn. Het gevaar, dat de regeringsperso nen. die uit de partijen zijn gekomen, bij hun beleid niet in acht zullen ne men „de grote lijn", welke die par tyen getrokken willen zien, is niet zo groot als het gevaar, dat zij bin nen die grote lijn het zogenaamde klein goed zullen verwaarlozen. Enige tyd geleden vermaakte een dagblad zich aan de heer Tilanus. toen deze voorzitter van de Chr. Hist, fractie! bij de begrotingsbehande ling had gesproken over te veel dienst auto's en meer zulke „onbenullighe den". Wij hebben toen de opmer king gemaakt, dat het van groot be lang zou zijn, als in de fractie der K. V.P. meerdere leden hun aandach. op dergelijke kleine dingen gericht zou den houden! En dat willen we nu nog eens herhalen. HYPOTHEKEN en voor alle andere zaken /o n °P 8e^'e<^ Tan on* (jjj W nij roerende goederen fi Bouw~0n Makolaarsbedrljf jjUo v.d.Dpift wllu Oude Vost 29 - Loidon Telof. 20513 OPENING „WINTERFLORA" TE HAARLEM. In het Krelagehuis te Haarlem is gistermiddag onder grote belangstel ling de Winterflora 1949 geopend. De voorzitter van de organiserende ver eniging „De Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur", jhr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden, heette de gasten, onder wie zich de minister van Landbouw en Voedsel voorziening, F. L. Mansholt. de com missaris der Koningin in dè provin cie Noord Holland, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, de burgemeester van Haarlem, mr. P. O. F. M. Cre- mers, bevonden, welkom. Minister Mansholt herinnerde in zijn openings rede aan de bloemlusttentoonstelling, die hij 10 dagen geleden te Lisse had geopend. Deze winterflora richt zich evenwel in de eerste plaats tot het grote publiek, aldus de minister en zij is zeker niet uit louter altruisme georganiseerd. Het gaat er om de bol len afzet in d toekomst zo groot mo gelijk te doen zijn, een toekomst, die het vak niet zonder zorgen tegemoet ziet. De binnenlandse omzet is welis waar volgens de minister belangrijk, want er is zeker geen land, waar de bloemen zo in tel zijn als in Neder land, doch dat is voor een stevige economische basis van de kwaliteit niet voldoende. Helaas is de buiten landse afzet nog lang niet wat zij voor de oorlog was. De minister meende, dat men Je oplossing van de moeilijk heid niet zozeer moet zoeken in een onmiddellijke beperking van de teelt, doch in een verbetering van de kwa liteit en meer propaganda en voor lichting in het buitenland. Hij sprak tenslotte de hoop uit, dat Winterflo ra er toe zal bijdragen, dat het buiten land zijn grenzen voor de bloembol-' len weer zal openen. De voorzitter maakte vervolgens de winnaars der door Koningin Juliana en prins Bernhard uitgeloofde me dailles bekend. Het waren resoectie- velijk de heren A. en P. Nijssen, bei den uit Santpoort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5