akkertje
Een valk greep vast met
felle vang
Het was toch maar zo'n klein appeltje
Protest aan de Hongaarse regering inzake
het proces tegen Z. Em. Kardinaal
Mindszenty
De Staatkundige eenheid der
Ned. Katholieken
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1949
DE EEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
STERK VERHAAL
Terwijl we in ons red onder
de warme dekens lagen te be-
piekeren, wat wij deze week op
deze p'aats zouden vertellen, voel
den we plotseling een koude tocht
wind door de kamer strijken. Het
venster van onze slaapkamer was
gesloten (wat sommigen niet ge
zond zullen vinden) en wij vroegen
ons af, waar die tocht vandaan kon
komen.
Het was een klare, onbeweeglijk-
stille nacht en door het venster za
gen we de sterren glinsteren en
ionkelen als juwe.en, uitgestrooid op
een grijs-fiuwelen kleed. Er was
geen zucht in de lucht en geen ge
buid op aarde.
Eerder dan wij deze woorden
kunnen neerschrijven, hielden we
echter de adem in.
Naast ons bed stond een gedaan
te in de groene en rode plooien van
het Noorderlicht gehuld, dat om
hem golfde en wuifde- als door een
zachte adem bewogen. Wij wisten
op stel en sprong, dat het de ver
schijning van onze goede engel was,
maar desondanks rezen ons de haren
van schrik te berge en rizzelde een
kille rilling langs onze ruggegraat.
„Kom mee!" vloeide een wel
luidende doch gebiedende stem uit
de golvende lichtzuil en terwijl
nog juist tijd hadden een kruis te
slaan en een hartgrondig schietge
bed te murmelen, greep hij ons beet
en voerde ons naar buiten, de ster
ren-nacht in.
Het bestijgen van torens
en transen heeft ons altijd dui
zelig gemaakt. Hoewel iVe lamge
slagen waren van schrik, als een
muis, die door een valk is buit
gemaakt, verheugden we ons er toch
over aan geen duizelingen onderhe
vig te zijn; toen de enge; zich steeds
hoger in het luchtruim verhief. Het
ging even soepel als een reis in een
K. L. M.-vliegtuig alleen onge
lofelijk veel sneller. Van de^ lampjes
van Leiden was in een oogwenk
niets meer te bespeuren, evenmin
van het Kager- en Braassemermeer,
die als bleke spiegeltjes het sterren
licht weerkaatsten. Het moet bar
koud geweest zijn in de hogere sfe
ren, 1naar de engel had een slip van
golvend licht rondom ons geslagen.
Zo gevoelden we ons even warm
als in het warme winterbed.
Enige seconden hóógstens duurde
de vaart opwaarts. Toen hield de
engel op waaierende en wuivende
glanzen in de ijlte sti gelijk een
torenvalk staat te „bidden" in de
lucht. De hemelse valk sprak:
„Zie!"
Beneden ons zagen we een bal,
ter grootte van een speelgoed-bal,
aan de ene zijde helder verlicht,
aan de andere zijde in grauwe
schaduw gedompeid.
„Wat een aardig' appeltje"
fluisterden wij „Is dat nu de
aarde!" en ons gemoed schoot
vol van meewarigheid, omdat het
maa- zo'n klein appeltje was.
„Terecht een appel", sprak de
engel streng „De appel van goed
en kwaad, die de eerste bewoners
van dit nietig bolletje hoovaardig
hebben gegeten. Zij wilden aan God
gelijk worden!" Met een harde,
spottende klank in zijn stem her-
haaide de engel: „Aan God ge'ijk
worden! Ze hebben hun troeven thuis
gekregen en smullen nog steeds van
de appel der kennis van goed en
kwaad, maar het kwade smaakt hun
beter dan het goede. Als ge het ding
daar ziet draaien om-en-om zoudt ge
dan geloven, dat er 2 milliard men
sen op krioelen als griep-bacillen op
een water-dr.oppel?
•"POEN DE ENGEL zo op de aarde
en het mensdom afgaf, steeg er
verzet in ons op:
„Toch zullen we aan God gelijk
worden" wierpen we koppig te
gen. „In ons heilig Boek staat ge
schreven: „Wij zullen aan Hem gelijk
worden, want wij zullen Hem zien,'
gelijk Hij is."
Dè engel keek ons wat vriendelij
ker aan en sprak: „Gij zijt een echt
kind van Adam, in het goede, meer
nog in het kwade! Maar uw opmer
king, dat geef ik toe, snijdt hout. De
aarde is een appel: Gods oog-appel.
De Schepper is verliefd op het men
selijk geslacht gebleven, ook nadat
het Hem de rug toe had gekeerd.
Het Eeuwig Licht heeft die liefde zo
ver gedreven dat Het op dat bolletje
daar-ginds mens met de mensen is
geworden. Het heeft een nieuwe
boom der kennis van goed en kwaad
geplant. De helse Satan, die op het
hout de mensheid overwon en hen
verleidde aan God gelijk te worden,
is op het hout overwonnen door
Hem, die God was en aan' een
mens ge'lijk wi'de worden. God werd
mens opdat in Hem de mens God
kon worden."
De engel huiverde zó, dat zijn
glanzend gewaad beefde en vonken
schoot. „De nieuwe boom" zuchtte
hij „druipt van bloed. En welk een
b.oed! Gods harte-bloed. Met dat
bloed heeft de Zo„on de aarde vrijge
kocht van ae toorn des Vaders en
een eeuwig geluk verworven voor al
de aa dbewoners, die met een rouw
moedig hart opzien naar de nieuwe
boom of althans die boom niet wil
lens en wetens met smaad besmeu
ren."
/"GRAMSCHAP als bliksemvuur
flitste uit de ogen van de engel:
„Maar dat bolletje daar beneden
heeft, ondanks dat alles, de Duister
nis meer lief gehad dan het Licht.
Zij blijven konkelen met dè Duivel
en zijn d.aduw-geesten. Zij vinden
de Vorst der Duisternis interessanter
en vermakelijker en strelender voor
hun hoogmoed. Zij gaan voort de pro
feten te deden en te achtervolgen,
die met vei manende taal tot hen zijn
gezonden. Daarom wil God aan ie
Vorst der Duisternis toestaan, zich in
al zijn afschuwelijkheid te openba
ren."
Hier zweeg de engel plotseling als
of hij op 't punt stond een geheim
te verraden.
„Kunt ge zwijgen?" vroeg hy
ons.
„We kunnen het, maar mogen het
niet," geven wij vrijmoedig tot
bescheid.
„Maar zijt ge dan steke-blind op
aarde?" riep de hemelgeest uit
„Kom mee!". Hij vatte ons in een
arm van licht. Vederzacht in duize
lende vaart gleed hij om'aag. We
zagen de aarde op ons toekomen en
zwellen als een zeepbel, die wordt
rondgeblazen. De grillige omtrekkan
van landen en zeeën tekenden zich
erop af. De landen begonnen zich te
kleuren in groen en bruin. Op de
donkere heTt glinsterde hier en daar
een lichtje. Wereldsteden van verre
gezien. We zakten door een vochtige
wolkenmassa en scheerden over (je
oppervlakte der aarde. In het grauwe
licht van de morgenstond zagen we
slechts bouwvallen, onmetelijke rui
nes van onmetelijke steden. „Dit rijk
van ruines en holbewoners is reeds
door zijn hoogmoed gevallen", sprak
de engel.
Hij sleurde ons rakelings door een
ZOU HET WERKELIJK AL LENTE ZIJN?
eindeloze steppe van leed en ellende
naar een wijde, met blanke sneeuw
overpoeierdc stad: „Het eertijds hei
lig genoemde Moskou, broeinest thans
van duisternis, in het gehuichelde
kleed der reine onschuld. Ik zal u to
nen, waartoe het de mensen brengt.
I"\E ENGEL SLOEG vlammende
vleugels uit en gleed ijlings over
een reusachtig volk van slaven en
spionnen, van uitgemergelde en
wanhopige mensen in kooien van
prikkeldraad. Vanuit dit land trip
pelde een leger rode mieren bedrijvig
de gehele aardbol om, ze drongen
overal binnen, staken overal terstond
hun voelhorentjes uit, spoten overal
mie'.en-zuür in zodat de r.anse aardï
op het punt stond ie verziien. We
verstijfden van angst. Ajs de engel
niet haastig ons oog met de luiken
van zijn wieken had versluierd zou
den we in de schrik geb' ^-en zijn.
„Wees niet zo snel om moedigd,
klei-gelovige" vermaande hij ons
„Houdt u vast, houdt vast, taai en
onverschrokken, aan de slio van
Christus' mantel. Op de duur komt
alles weer in orde. De barder is ln
Israel gehesen."
„Maar zal Israel zich verzoenen
met Davids Zoon?" ♦v/ijtelden we.
„De eeuwige God, de God van
Abraham, Issak en Jacob., is. getrouw
in Zijn beloften" ga'mde de enge!
en zijn trompetgeschal scheen het
heelal te doortrillen. Al.; een orkaan
zwenkte de engel af ei liet ons vpr-
bijsterd achter, terwijl een roze mor
gen scherp ving onze slaapkamer ver
lichtte a™ voorteken van een zege
pralende vredes-dag.
«icciu een
PARTIJRAADSVERGADERING DER K.V.P.
Het „College van Beraad" van grote
waarde voor de eenheid
NEDERLAND IN DE INTERNATIONALE ACTIE
De K. V. P. houdt te Utrecht een
Partijraadsvergadering.
Deze is gisteren geopend met een
rede van de partijvoorzitter de heer
W. J. Andriessen. Spr. begon met
een hennne.ing aan het tweede Par
tijcongres, dat „een uiting was van
massa.e kracht, van een goede geest
en van grote activiteit." De op net
congres besproken vraagstukken
hadden de aandacht van velen. De
gehouden discussies rondom wat aan
de orde was. brengen vele consequen
ties voor Partij en Fractie mee. Het
zal er nu op aankomen krachtig, a*-
dus spr., te pogen de getrokken con
clusies binnen het kader der moge
lijkheden te verwezenlijken.
Er woeden, zo vervolgde spr., or
kanen van geestelijke woelinge^.
Gelukkig zij, die in deze geestelijke
baaierd, de hechte ankers van abso
lute zede.ijke normen bezitten en
zich kunnen vastklampen aan begin
selen, weike in de absolute waar
heid wortelen, of hun heil in de na
tuurlijke waarheden zoeken. Dezul
ken varen op kompassen, welke de
juiste koers aangeven en de mense
lijke rechten en vrijheden lopen er
geen gevaar.
HET GRUWELIJKE DRAMA
TE BOEDAPEST.
Degenen echter die de door mij
bedoelde nermen en waarheden niet
leen niet aanvaarden, doch krach
tens hun levensbeschouwing met voe
ten treden, zij doen ons zien waar
heen we gaan, wanneer zij de
macht in handen krijgen. Voor deze
orkanen is niets en niemand veiHg
en het voert tot daden, weike Kardi
naal Spelmann deden spreken van
„een kruisiging der mensheid".
Gij begrijpt reeds waarop ik hier
doel, aldus spr. Ik heb hier het oog
op het gruwelijke cframa van Boeda
pest, waar een Prins der Katholieke
Kerk, Kardinaal Mindzenty zoge
naamd is berecht. Nog horen wij zijn
item door de radio, een stem door
drenkt van lijden en geestelijke on
macht. Hij, die een luttel aantal
maanden daarvoor zich had doen
kennen als de vitale strijder voor de
rechten der ouders, van het kind en
an de Kerk. stond daar nu als een
gebroken man. Maar het ergste is,
dat de communistische machthebbers
in Hongarije ons, de wereld willen
doen geloven, dat daar stond een
man, die overeenkomstig zijn vrije
wil, zijn inzichten verkondigde en
zijn daden besprak.
Hoe waa- is in dit proces de en
cycliek „Divini Redemptoris" over
het godloze communisme gebleken.
Hoe begrijpelijk is de wereldveront-
waardiging over deze rechtsschen-
nis en hoe weldadig doet het aan,
dat allen, die nog enige waarde aan
het Reent met een hoofdletter
toekennen in de scherpste bewoor
dingen hebben geprotesteerd. Hoe
nietig doen daarbij aan de pogin
gen door de Nederlandse communis
te beproefd, om deze schand- en
wandaad te verdedigen. Lieg maar
laak, er blijft altijd wat van han
gen, is blijkbaar voor deze aanhan
gers van Moskou het hoogste gebod.
Nadat hij de gruwelijke misdaad
van de Hongaarse regering nog
verder had belicht, stelde de neer
Andriessen aan de vergadering voor
.een protest te riohten tot de Hon
gaarse reg5ring.
DE STAATKUNÜIGE EENHEID
DER N3TD. KATHOLIEKEN.
In Hongarije blijkt opnieuw waar
heen wij gaan, indien de Staat
wordt verheven tot de autonome
bron van recht, zo vervolgd spr.
In het licht hiervan komt de be
tekenis van onze Katholieke Volks
partij wel heel sterk tot uiting. Zij
immers staat voor de naar onze me
ning juiste opvatting van het staats
recht in de bres en zij bestrijdt tot
haar laatste ademtocht opvattingen,
als die in Hongarije worden gehul
digd en toegepast. In dit opzicht is
ook Hongarije voor ons'Katno'ieke
volksdeel weer een gruwelijke les,
waaruit wij de consequenties glas
hard moeten trekken. Eén dezer con
sequenties is, dat in onze tijd en in on
ze verhoudingen de staatkundige
eenheid der Nederlandse Katholie
ken onverzwakt dient te worden ge
handhaafd en verstevigd. Het
tuigt naar mijn wijze van zien van
een grenzeloze overmoedigheid in
deze tijd van geestelijke worstelin
gen, waarbij de hoogste goederen
der mensheid op het spel staan, aan
die eenheid afbreuk te doen.
INTERNATIONALE ACTIE.
Gelukkig begint het Westen de
juiste betekenis van de activiteit
van Rusland en zijn satellietstraten
te beseffen en daarnaar te hande
len. De noodzakelijkheid van een
eensgezind optreden wordt meer en
meer gemeengoed. De West-Europe-
se Unie. het Atlantisch Pact, de con
ferentie in Londen over een Euro
pese raad, ze duiden onmiskenbaar
op het groeiend besef, dat machts
vorming tegenover het Russiscne
imperialisme gebiedende eis is. Ook
ons land zal zijn rol in deze ont
wikkeling hebben te spelen, een rol,
welke wellicht een belangrijke is.
Als staatkundige partij, die op .de
gang van 's lands zaken een n'iet
onbetekenende invloed heeft, zullen
wij in de practisohe staatkunde
daarmede niet alleen rekening heb
ben te houden, doch zo nodig sti
mulerend moeten optreden.
Nieuwe verhoudingen op allerlei
gebieden zullen bij deiie herbouw
van Europa ontstaan. Om deze ver
houdingen te beïnvloeden nebben
we mensen nodig bekwame men
sen. Zorgen we. dat, ook ons Katho
lieke Volksdeel ze kan leveren,
opdat we internationaal de onze toe
komende rol in het grote geheel kun
nen spelen.
Nopen dus verhoudingen in inter
nationaal verband tot grote werk
zaamheid, ook natonaal vragen be
langrijke zaken de aandacht van de
partij. Ten aanzien van een aantai
punten van practische politiek zal ik
mij, aldus spr., de nodige bepe kingen
opleggen. Prof. Romme zal immers
morgen (neden)middag daaraan ze
ker aandacht schenken. Enige korte
opmerkingen meen ik echter, binnen
partijverband, te moeten maken.
LOON- EN PRIJSPOLITIEK.
En dan is daar allereerst het pro
bleem van de loon- en prijspolitiek.
3jj de algemene beschouwingen is
van de zijde van de Kath. fractie,
aangedrongen op klaarheid in deze
politiek. Principieel staande achte:
de Regering mag toch worden ver
langd, dat zij van haar politiek ©en
overzichtelijke eenheid maakt en
geen mozaïek, dat bij stukjes en
beetjes wordt gelegd. Indien ergens
dan is ook hier de grote lijn nodig^
MIDD ENST ANDS POLITIEK.
Een ander onderwerp, dat zeer ac
tueel is. aldus spr., is de midden-
standspolitiek. Bij de behande ing
der begrotings-hoofdstukken is aan
deze politiek meer dan gewone aan
dacht geschonken, terwijl de Mid
denstanders zelf zich eveneens niet
onbetuigd hebben gelaten. In goed
geslaagde bijeenkomsten hebben zij
van hun gerechtvaardigde grieven en
van hun mening doen blijken. Er
heerst in hun kringen een grote mete
van ontevredenheid, weike op ver
schillende wijzen tot uiting komt
en waarbij niet altijd de objectivi
teit ten aanzien van partij en frac
tie wordt betracht. Dit moge ver
klaarbaar zyn, onv/ee. sproken kan
het niet altijd b ij ven. Ik geloof, dat
hier begrip moet en mag worden
gevraagd voor het feit, dat in de
politie ,.de kunst van het mogelijke"
nog altijd harde realiteit is en dat
fractie en partij, in het kader van
de reële verhoudingen, op een gege
ven moment aan het einde van hun
iatijn zijn. Het is misschien niet
prettig het te moeten zeggen, doch
de feiten zijn daarom nog niet an
ders. Dit doet geen afbreuk aan de
waardering, welke er m.i. moet en
kan zijn voor het werk van de Mi
nister van Economische Zaken, die
naar mijn wijze van zien, program
matisch met zijn middenstandspoli-
tiek te werk gaat. Dit behoeft ook
alweer critiek niet uit te sluitem,
maar het objectieve oordeel mag
daaronder toch niet lijden. De Ka
tholieke middenstand houde er zich
van overtuigd: èn fractie èn partij
hebben voor de rechtmatige belan
gen van deze groep open oog en
zullen dienovereenkomstig daar
naar blijven handelen. Met name
zal dit het geval moeten zijn bij de
beoordeling van de loon- en prijs
politiek, welke in de loop van dit
jaar wel weer opnieuw aan de orde
zal komen.
„DE GROTE LIJN".
In dit verband wil spr. ook een
enkele opmerking maken over de
klacht, weike in de pers is geuit,
over het gemis aan „de grote lijn"
weike bij de parlementaire- werk
zaamheden der fractie te constate
ren viel. Zij, die hierop critiek oefe
nen, verhezen dunkt mij, aldus
spr., te veel uit het oog, dat de na
oorlogse tijd talloze vraagstukken
heeft doen ontstaan, waarbij de be
langen van individuen en groepen
in zeer sterke mate zijn betrokken.
Vraagt die na-oorlogse tijd enerzijds
brede visies en het trekken van
grote lijnen, anderzijds eist ze veel
meër dan voorheen, aandacht voor
wat men dan „klein goed" pleegt te
noemen. Dat kleine goed is echter
in talloze gevallen voor de indivi
duele staatsburger van zeer groot
belang.
„POLITIEKE WEKEN".
Verder in zijn rede stelde spr. de
vraag: Zullen wij ons niet meer
systematisch op de politieke scno-
ling en vorming van onze kiezers
en kiezeressen moeten toeleggen??
Een dertigtal jaren geleden was de
sociale scholing eerste eis. Ook Ne
derland had .behoefte aan het voe
ren van een sociale politiek en de
opkomende sociale organisaties
moesten haar programs verwezen
lijken. Er was behoefte aan leiders,
aan kader, aan plaatselijke bestu
ren, die, mei het oog op de komen
de tijd en de te verwachten sociale
hervormingen, hun taak moesten
kunnen vervullen. Deze ontwikke
ling is nog allerminst voltooid-; doch
het is wel een feit, dat de staal
kundige problemen, welke met de
ze en andere ontwikkelingen van
na de oorlog zo nauw samenhangeh,
alk aandacht vragen.
Met deze eigentijdse eisen heb
ben wij, aldus spr., ook als K. V. P.
rekening te houden. Hadden wij als
katholieken voor een dertigtal jaren
terug onze sociale weken, welke
zeer veel vruchten nebben afgewor
pen, de vraag rijst of onze tijd geen
behoefte heeft aan „Politieke we
ken."
Het Indonesische vraagstuk roer
de spr. niet aan, om dit (heden) aan
Prof. Romme te laten.
„0OLLBGE VAN BERAAD".
Ten aanzien van de agenda merkt
spr. op, dat deze belangrijk is. Voor
al het voorstel tot instelling van
een „College van Beraad" is naai
de mening van het partijbestuur van
grote betekenis. De bedoeling ervan
is reële meningsvorming mogelijk
te maken en deze tot een weerslag
te maken in de partij en haar poli
tiek. Uiteraard is een derge.ijk col
lege niet ^bedoeld als een uitlaat
klep voor iedereen, die meent cri
tiek te moeten spuien. Op de ba
sis van het partijprogram en in het
licht van de reëele verhoudingen,
moet het worden gebruikt om de
partij innerlijk te versterken. Daar
om is het een partijorgaan, ten dien
ste van en voor de partij. Het par
tijbestuur is er inmiddels van over
tuigd, dat de aanwezigheid van een
College als in het voorstel bedoe'd,
heilzaam zal kunnen werken. Het
is er zich daarbij van bewust,' dat
ook hier de praktijk de juiste we
gen zal moeten wijzen. Doen wan
neer, wat het geval is, de bedoeling
voorzit om van het nieuwe orgaan
te maken een reëel klankbord van
wat er aan belangrijke meningen
en opvattingen in 'de partij leeft,
dan za de instelling ervan er aan
mede kunnen werken, de staatkun
dige eenheid der Nederlandse ka
tholieken te bevorderen. Dit doel
is inspanning waard, aldus spr.
Wijzend op de diepe ernst van
deze tijd, besloot spr.: „Niet versa
gen. moet ons parool zyn en blijven
een parool dat gedragen moet wor
den door de rotsvaste overtuiging,
dat de waarheid het winnen zal
van de leugen, dat recht en vrijheid
niet kunnen wijken voor onrecht
en terreur. Het is deze zekerheid,
^relke on^'moet voortstuwen op on
ze weg en die aan onze evenmen
sen, die misschien minder actief
zijn mede moet aansporen dezelfde
werkzaamheid te bet-achten. Geen fa
talisme, doch activiteit, geen s'apheid
en halfheid, doch kracht en volle
overgave. Alleen zo zal de kracht
van de waarheid zich kunnen doen
melden en de overtuiging postvatten,
dat alleen een zaak, welke men op
geeft, verloren is Zo ook begrijpen
wij onze tijd welke de voTe mens
vraagt. De wetenscnap op deze wijze
te kunnen meebouwen aan een sa
menleving, waarin het waard is tc
wonen en te werken, vult ons leven
en maakt het tot een begerenswaar
dig bezit."
AMSTERDAMSE BEURS:
WEINIG ANIMO.
Op de laatste dag van de week ver
toonde de effectenbeurs geen tekenen
van opleving, integendeel kon worden
vastgesteld, dat door het beleggende
publiek een afwachtende h mding
werd aangenomen. Bij de opening
viel enig materiaal te verwerken «n
de koersen van de toonaangevende
aandelen werden alle afgedaan bene
den het peil van Donderdag. Onder
beurstijd werd de stemming goed
prijshoudend en liepen de koersen al-
lerwege naar boven, maar de slot-
koersen waren over het algemeen
toch iets lager dan'Donderdag. De be-
leggingsmarkt was kalm. De conver
sielening 1947 was prijshoudend, maar
per saldo niet noemenswaardig ver
anderd. Ook de andere Neder andse
staatsobligatiën konden zich meren
deels hanhaven.
LENTE MODE. Op een mode
show van „Mattli" in Londen, waar
de nieuwste modellen voor de ko
mende lente werden getoond, trok
deze zwart zijden avondjapon de aan
dacht door het scherpe contrast met
de stola van witte vos.
De middenstand
IN voorzitter Andriessen bezit de
K.V.P. een man, die ieder moet res
pecteren.
Respecteren om de kalmte en
klaarheid, de bezadigdheid en nuch
terheid, waarmede hij de zaken, die
aanhangig zijn, uiteenzet, de bespre
kingen leidt
Respecteren om zyn persoon,
waarin geen schijn of schaduw
is van enige pose, maar waarin alles
spreekt van eenvoud, eerlijkheid en
oprechtheid.
Dit mag wel eens worden gecon
stateerd nu, naar aanleiding van de
Partijraadsvergadering van de K.V.P.,
die gisteren en vandaag te Utrecht i«
gehouden.
Hiernaast vindt men een verslag
van de openingsrede, door voorzitter
Andriessen gisteren uitgesproken. En
in die rede zal de lezer kunnen her
kennen de voorzitter, zoals wy hem
hier schetsen.
In die rede is echter één passage,
welke ons teleurstelt. Het is de passa
ge over de middenstandspolitiek,
welke wij in haar geheel hebben af
gedrukt.
Een gezonden middenstand is van
groot belang voor heel de samenle
ving. Zowel de industriële midden
stand klein-industrie als de
handeldrijvenden middenstand de
winkeliers hebben een bestaans
recht omdat zij voor de samenleving
een sociaal-nuttige, onontbeerlijke
taak vervullen.
Die middenstand heeft, zoals de
heer Andriessen erkent, „rechtmatige
grieven". Maar: over de wijze, waar
op de K.V.P. aan die grieven zal
trachten tegemoet te komen, zegt hij
maar heel weinig. Hier schijnt voor
zitter Andriessen ons te sober. Het
enige min of meer concrete is: dat bij
de loon- en prijspolitek, welke in de
loop van het jaar aan de orde zal
komen, èn fractie èn party voor de
rechtmatige belangen van de mid
denstand open oog zullen hebben.
Zeker was 'n wat meer concrete ver
klaring o.i. wel gewenst geweest om
aan degenen, wier grieven als „recht
matig" worden erkend, wat meer
perspectief te openen!
„Klein goed"
VOLKOMEN eens zyn wij het met
voorzitter Andriessen, waar hij
zich verweert tegen een klacht in de
pers over het gemis aan „de grote
lijn" bij de parlementaire werkzaam
heid van de fractie. Terecht merkt hij
op, dat de behandeling van „klein
goed" in talloze gevallen „van zeer
groot belang is voor de individuele
staatsburger." En dit voegen wy
er aan toe voor het algemeen wel
zijn.
Het gevaar, dat de regeringsperso
nen. die uit de partijen zijn gekomen,
bij hun beleid niet in acht zullen ne
men „de grote lijn", welke die par
tyen getrokken willen zien, is niet
zo groot als het gevaar, dat zij bin
nen die grote lijn het zogenaamde
klein goed zullen verwaarlozen.
Enige tyd geleden vermaakte een
dagblad zich aan de heer Tilanus. toen
deze voorzitter van de Chr. Hist,
fractie! bij de begrotingsbehande
ling had gesproken over te veel dienst
auto's en meer zulke „onbenullighe
den". Wij hebben toen de opmer
king gemaakt, dat het van groot be
lang zou zijn, als in de fractie der K.
V.P. meerdere leden hun aandach. op
dergelijke kleine dingen gericht zou
den houden! En dat willen we nu nog
eens herhalen.
HYPOTHEKEN
en voor alle andere zaken
/o n °P 8e^'e<^ Tan on*
(jjj W nij roerende goederen
fi Bouw~0n Makolaarsbedrljf
jjUo v.d.Dpift
wllu Oude Vost 29 - Loidon
Telof. 20513
OPENING „WINTERFLORA" TE
HAARLEM.
In het Krelagehuis te Haarlem is
gistermiddag onder grote belangstel
ling de Winterflora 1949 geopend. De
voorzitter van de organiserende ver
eniging „De Algemene Vereniging
voor Bloembollencultuur", jhr. dr. O.
F. A. H. van Nispen tot Pannerden,
heette de gasten, onder wie zich de
minister van Landbouw en Voedsel
voorziening, F. L. Mansholt. de com
missaris der Koningin in dè provin
cie Noord Holland, dr. J. E. baron de
Vos van Steenwijk, de burgemeester
van Haarlem, mr. P. O. F. M. Cre-
mers, bevonden, welkom. Minister
Mansholt herinnerde in zijn openings
rede aan de bloemlusttentoonstelling,
die hij 10 dagen geleden te Lisse had
geopend. Deze winterflora richt zich
evenwel in de eerste plaats tot het
grote publiek, aldus de minister en
zij is zeker niet uit louter altruisme
georganiseerd. Het gaat er om de bol
len afzet in d toekomst zo groot mo
gelijk te doen zijn, een toekomst, die
het vak niet zonder zorgen tegemoet
ziet. De binnenlandse omzet is welis
waar volgens de minister belangrijk,
want er is zeker geen land, waar de
bloemen zo in tel zijn als in Neder
land, doch dat is voor een stevige
economische basis van de kwaliteit
niet voldoende. Helaas is de buiten
landse afzet nog lang niet wat zij voor
de oorlog was. De minister meende,
dat men Je oplossing van de moeilijk
heid niet zozeer moet zoeken in een
onmiddellijke beperking van de teelt,
doch in een verbetering van de kwa
liteit en meer propaganda en voor
lichting in het buitenland. Hij sprak
tenslotte de hoop uit, dat Winterflo
ra er toe zal bijdragen, dat het buiten
land zijn grenzen voor de bloembol-'
len weer zal openen.
De voorzitter maakte vervolgens de
winnaars der door Koningin Juliana
en prins Bernhard uitgeloofde me
dailles bekend. Het waren resoectie-
velijk de heren A. en P. Nijssen, bei
den uit Santpoort.