n
Een schaapherder hoedt in
stormweer zijn kudde
AKKERTJE
Utjaatt
ZATERDAG 22 JANUARI 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
A. M. ONDERWATER
Zoeterwoude
geboren 25 Januari 1925, viert zijn
3e verjaardag in de troepen bij de
„Huzaren van Boreel" te Tjiwidi
(Bandoeng).
HYPOTHEKEN
en voor alle andere zaken
op het gebied van i
roerende goederen
Bouw-en Makalaarsbedrijf
v.d.Orift
Oude Vest 29 - Leiden
Telef. 20513
Roomsigheden VII
Uitputtende zwerftochten van
verdwaalde schapen
WIJ HEBBEN AL VEEL MEEGE
MAAKT in allerlei kringen van
Katholieken, Protestanten, Gods
dienstlozen en Godlozen wij heb
ben meegemaakt, dat overigens ont
wikkelde mannen en vrouwen met
een diepe frons van nadenken het
antwoord schuldig bleven, als hun
de betekenis van Pasen en Pinkste
ren werd gevraagd wij hebben de
dolste dingen horen vertellen over
de eenvoud.gste ievens-vragén
maar wat we nog hooit beleefd heb
ben: dat iemand onkundig was van
de woonplaats van de paus. Ook we
ten allen, dat de paus het hoofd is
van de Katholieke Kerk, in het wit
gekleed gaac, ongetrouwd en behal
ve dat onfeilbaar is welke laatste
wetenswaardigheid door de een met
een zuur en door de ander met een
meewarig gezicht wordt medegedeeld.
HET IS WEINIG, wat iedereen van
de paus weet; maar als iedereen
dat weinige goed wist, waren we een
flink eind op weg naar dè hereni
ging der christenheid! „Alle wegen
leiden naar Rórne" is een volks
gezegde, en de meneer van Elsje van
Houweningen, de geleerde en begaaf
de Hugo de Groot, een van de schit
terendste geesten van ons vaderland,
was het daar roerend mee eens:
„Zonder hst pausschap komt er geen
einde aan de twisten'' (Pro pace Ec
clesiae, tit. VII). Huig de Groot stond
vóór de deur van de ene schaapstal
toen .hij van de aarde werd weg
geroepen.
VAN HUIS-UIT is het Christen
dom een volks-geloof in de goe
de zin des woords, het geloof voor
iedereen, voor boeren, burgers en
buitenlui, voor ontwikkelden en on-
ontwikke'den, voor onderdanen en
magistraten. Omdat het een volks
geloof it, moet het eea eenvoudig ge
loof zijn. „Ik ben de Weg, de Waar
heid en het Leven" zei Christus,
de Zoon van God van Zichzelf.
Christus vergeleek Zichzelf herhaal
de malen met een herder, die zijn
schapen, weidt, en de Kerk be
schouwde Hij als een schaapstal, waar
de kudde beveiligd was tegen wol
ven, die de schapen roven en ver
strooien.
Ofschoon een schaapher
der met ZIJN KUDDE tegen
woordig in ons land een bezienswaar
digheid is, begrijpt toch iedereen,
groot en klein, arm en rijk, knap en
dom, wat in die verge1 ij king van
Christus en zijn Kerk met een her
der en een schaapstal wordt bedoeld.
Zo weet ook iedereen, dat een schaap
in de kudde volgzaam is, maar bui
ten de kudde in de grootste onzeker
heid verkeert en gemakkelijk het
spoor kwijt raakt.
Nu heeft Christus niet alleen ge
zegd, dat we in Hem geloven moeten
en Hem .moeten beminnen en trouw
aanhangen als een goed herder. Hij
heeft geen genoegen genomen met
een vaag geloof en dra. - zwevende
aanhankelijkheid, maar nuchter en
practisch verklaard: „Wie mijn ge
boden heeft en ze onderhoudt, hij is
het, die Mij liefheeft" (Joh. 14, 21).
Na zijn verrijzenis heeft Hij aan de
apostelen opgedragen aFe volkeren
der aarde te onderwijlen en te leren
onderhouden „al wat Ik u geboden
heb". Wat de goede Herder aan ge
boden^ aan verplichtingen heeft op
gelegd, leren dus de apostelen. De
apostelen ontvingen daartoe een vol
macht in de ruimste vorm, een vol
macht-, van „te binden en -te ontbin
den", van zonden vergeven en zon
den niet-vergeven en deze volmacht
gold (daarover is voiige week uitvoe
riger gesproken), niet slechts voor
hun tijd, maar voor alle volkeren en
a'le tijden.
De goede herder is van ons
HEENGEGAAN. „De goede her
der", sprak Hij van zichzelf: .„geeft
zijn leven voor zijn schapen". Maar
de herder heeft zijn kudde, zijn toen
nog „kleine kudde", niet zonder her
der achtergelaten. Hij heeft een van
dé apostelen zijn plaats laten aan- j
nemen, en dat was Petrus.
Nadat Petrus in het water was ge
sprongen, om des te eerder bij Chris
tus te zijn, die, na de kruisdood!,
hen aan het strand stond op te wach
ten, heeft Onze Heer en Herder, na
van Petrus een drievoudige verkla
ring van diens liefde en aanhanke
lijkheid te hebben uitgehoord, hem
ook driemaal ars herder van de kud
deaangewezen: „Weid mijn lamme
ren" „Weid mijn schaapjes"
„Weid mijn schapen". (Joh. 21, 15
20). Daarna gelastte Christus de nieu
we, plaatsvervangende herder Hem
te volgen en wandelden zij samen
weg.
Het kan zijn, dat ge bij uzelf denkt:
Petrus was toch wei de minst-ge
schikte om herder in plaats van
Christus te worden. Hij had zijn goe
de Herder driemaal verloochend!
Maar, al had Petrus Christus verloo
chend uit schaamte, hij had er diep
berouw van gehad. Bij hem was hel,
dat Christus na zijn verrijzenis het
eerste kwam, vóór Hij zich aan de
gezamenlijke apostelen vertoonde.
Ook de andere apostelen (die trou
wens a len op één na de geslagen
Herder in de steek hadden gelaten)
maakten hem daar geen verwijt van.
De enige apostel, dié trouw was ge
bleven, Johannes, ging op de morgen
van de verrijzenis het graf niet bin
nen, doch wachtte tot Petrus hem
had ingehaald.
WAS ER ENIGE REDEN, waarom
Christup na zijn kruisdood, vóór
de anderen, Petrus kwam opzoeken?
Ja, daar was alle reden toe. Petrus
heette volgens de burgerlijke stand
niet' Petrus, maar Simon. De naam
Petrus had Christus hem gegeven, en
zo wordt hij ook door alle evange
listen en apostelen genoemd, al of
niet als toevoeging aan de eigen
naam Simon.
In het Neder'ands komt van de
woordspeling, die O. L. Heer maakte,
niets terecht. In het Frans betekent
Pierre": steefi, maar ook Piet. In het
Grieks^waarin bijna het gehele evan
gelie is'geschreven: Petrus - steen
rots, wat een vertaling was uit het
Aramees de taal die Christus sprak,
en waarin Kei'as steenrots betekende.
Christus noemde Petrus niet Pe
trus, maar „Kefas" of in het Neder
lands vertaald: steenrots. Hij voor
spelde' hem dat reeds bij de eerste
ontmoeting. Andreas, de broer van
Simon, leidde, hem naar de pas-op
tredende Messias: „Jezus zag hem
aan en sprak: Gij zijt Simon, de zoon
van Jona; ge zult Kefas (steenrots)
heten." (Joh. 1, 42).
Deze naam werd Simon later offi
cieel gegeven, toen Christus in de
omstreken van Cesarea Pbilippi was
gekomen. Christus vroeg bij de apos
telen na, wat de mensen van Hem
dachten, en dat vertelden zij Hem
ook.
„Jezus zegt tot hen: Doch gij,
wie zegt gij, dat Ik ben? Simon
Petrus antwoordde en zeide: Gij
zijt de Christus, de Zoon van
den levenden God. En Jezus ant
woordde en zeide tot hem: Zalig
zijt gij, Simon, zoon van Jona!
want niet vlees en bloed hebben
u dit geopenbaard, maar mijn
Vadër, die in de hemel is. En Ik
Ik zeg u: gij zijt Steenrots (Ke.-
fas) en op deze steenrots zal Ik
mijn Kerk bouwen en-de poor
ten der hel zullen haar niet
overweldigen. Etn u zal Ik de
sleutels geven van het rijk der
neem een
hemelen. En al wat ge op aaar-
de zult binden, zal ook in de
hemel gebonden zijn; en al wat
ge op aarde zult ontbinderi, zal
ook*in de hemel ontbonden zijn.
(Matth. 16, 13—13).
DEZE WOORDEN van Christus le
zend, worden we er stil van,
hoe aan een mens zulk een macht kon
worden verleend. Dan gaan onze
gedachten over bergen en dalen heen
naar het Vaticaan, waar in de een
zaamheid van zijn studeervertrek,
belicht door een e ectrische lampen-
kroon, Eugenms Pacelli; aan het ty
pen is op de schrijfmachine. Hij is
door de genade Gods bisschop van
Rome en erfgenaam van Petrus door
een geestelijke afstamming in üe
rechte lijn. Hij heeft de naam van
Pius XII aangenomen en is Petrus
de OOLXIste. Het rijk der hemelen
is niet gesloten, toen Petrus, die er de
sleutels vair ontving, met het hoofd
omlaag gekruisigd werd. Er verlie
pen 34 jaren en toen werd Petrus
reeds in het graf gelegd, terwijl de
bouw van de Kerk op de Steenrots
nauwelijks was begonnen.
De Goede Herder, dit. zo bezorgd
was een Hem p aats-vervangend her
der aan te wijzen, heeft zeker niet
gewild, dat de kudd 3 schapen en
lammeren ooit zonder een zichtbare
herder zou zijn. Niet een lijk heeft
Hij ons als herder gegeven. Niet op
een lijk zijn Kerk gebouwd.
IN DEN AANVANG zeiden we, dat
het Christendom een volksgeloof
is, het geloof van Jan en alleman,
Er wordt geen letterwijsheid en geen
theologische kennis gevergd, om
zich opgenomen te weten in, zoals
Paulus haar noemde: „de Kerk van
de levende God, zuil en fundament
der waarheid (I Tim. 3, 15). Het is
misschien strelend voor de menselijke
eigendunk „pausje" te kunnen spelen
en zelf o.p onderzoek uit te gaan, eu
zelf te beslissen, wat men ge'oven
zal of niet. Maar men kan het met
geen mogelijkheid evangelisch noe
men. Het is niet prettig voor de
eigendunk, dat Christus ons allen
vergelijkt met een kudde schapen,
die de herder moeten volgen, wil
len we niet verdwalen. Het is interes
sante;- om weerbarstig schaap te
zijn, doch hoe moeilijk is het-op eigen
houtje de ceur van de éne schaap
stal terug te vinden! Het wordt een
zwerftocht, een snuffelen aan allerlei
staldeuren zonder ooit de vrij-ma-
kende zekerheid te hebben het fun
dament en de zuil der waarheid" te
hebben gevonden.
Een gewil'ig scha an luistert naar
de stem van zijn herder. De herder
van Christus' kudde is Petrus. „Waar
Petrus is" schreef Ambrosius
,.daór is de Kerk". Het is dus vol
doende in vrede en gemeenschao te
leven met de H. Sfoel van Petrus,
om de zekerheid te hebben in de éne
schaapstal te zijn opgenomen, die
doo- de „Geest der Waarhéid" wordt
ver'icht.
RIETSCHEREN IN DE SCHER
MERPOLDER In ons land wordt
voor de dakbedekking van boerde
rijen en villa's nog vee1 gebruik ge
maakt vah riet. Op verschillende
plaatsen, o.a. in de Noordhollandse
polders, wordt dit dekriet ten gebrui-
ke door de rietdekkers verbouwd.
Een rietscheerder brengt de bossen
naar de rand van het rietbos om ze
later per schuit of auto te transpor
teren.
Op' de achtergrond één der mo
lens, zoals de Schermerpo1 der er
eens 70 bezat, doch waarvan de mees
te in'de loop der 'jaren zijn gesloopt.
De overblijvende worden met steun
van de Vereniging „De Hollandse
Molen in stand gehouden.
„AMADULFUS"
en
„OXYAMAEUS"
Twee boekjes, die ge in één ruk
uitleest.
Amadulfus, de pianostemmer is
19 bladzijden groot en „Oxyamaeus"
de geweldenaar.
Een compliment voor de schrijver
Sebastiaan, die ons in deze twee
boekjes op levendige wijze weet te
verhalen uit het echte, werkelijke
harde leven. Die Sebastiaan kent het
leven en de mensen! En eveneens
onze waardering voor de illustrator
Alb. Slot.
Het eerstgenoemde boekje laat
zien uit de practijk van het leven,
hoe weinig er nodig is, om een mens
gelukkig te maken! De zoon van de
pianostemmer Amadulfus, die wil
gaan trouwen, wordt gelukkig ge
maakt met een zolderkamertje.
„Oxyamaeus" is het type van een
kerel, die cynisch egoïstisch is, en
zijn grote huis alléén wil bewoond
zien door hem en zijn vrouw
door niemand anders, wie dan ook,
en hoe hij ook om inwoning ge
smeekt >yordt. De uitbeelding van
deze mens is: naar het leven. Lees
het en ge zult zeggen: zó zijn er wer
kelijk velen. Enhebben we mis
schien zélf er ook niet een beetje
gelijkenis mee?
Deze twee boekjes, uitgegeven in
opdradht van de Katholieke Actie
in het Bisdom Haarlem, Paul Ga- I
briëlstraat 30, den Haag, moeten op
ruime schaal worden verspreid (kos
ten 20 cent per stuk). Krachtiger
dan menige preek over de liefde
zullen zij gunstig beïnvloeden de
mentaliteit, stimulerend om door
„het samenwonen" een noodoplos-
sing te aanvaarden en blijde te aan
vaarden in het woningnood-pro-
I bleem.
IN INDIE
COR DE VRIES
Warmond
geboren 22 Jan. 1925, viert
3e maal zijn verjaardag in
III 2 R.V.A.
voor de
Indië bij
De nieuwe brug te Alphen a. d. Rijn
Nadat het ingenieursbureau voor
heen Van Hasselt en De Koning te
Nijmegen in opdracht van het ge
meentebestuur, een situatietekening
had ontworpen voor een laag ge
legen nieuwe brug over de Rijn, ter
plaatse waar nu het overzetveer van
de heer Van Heijningen is en dit
bureau de bouw van een lage brug
had bepleit, is door het college de
nadere bestudering van dit object
opgedragen aan de directeur van
gemeentewerken, ir. J. D. J. Waar
denburg. Na een grondige beoorde
ling en op cijfers en berekeningen
gefundeerd onderzoek, waarbij ver
keerstechnische overwegingen en de
noodzakelijke afbraak van een groot
aantal gezins-woningen zwaar ge
wicht in de schaal legden, is de heer
Waardenburg tenslotte gekomen tot
de conclusie,, dat de nieuwe Rijn-
overgang tot stand moet worden ge
bracht door een hoge bascule brug,
met viaducten over de Emmalaan
(Rijksstraatweg Utrecht—Leiden) en
de Hooftstraat (gedeelte van de ver
bindingsweg naar Amsterdam).
Op grond van-de conclusie van de
heer Waardenburg, is het gemeente
bestuur óp het aanvankelijk inzicht
(lage brug) teruggekomen en" heeft
het 'het plan van de directeur van
gemeentewerken in zijn geheel aan
vaard, zodat het aan genoemd inge
nieursbureau opdracht heeft ver
strekt tot het ontwerpen van een
hoge bascule brug met viaducten
over beide genoemde wegen.
Na de uitvoerige uiteenzetting,
welke wij dezer dagen over voor-
en nadelen van de hoge en lage
brug publiceerden, spreekt de
schetstekening voor zichzelf.
Een hoge brug brengt de hoogno
dige differentiatie tot stand tussen
de beide Rijnovergangen. Er komt
dan een functieverdeling, zodanig,
dat elk der beide Rijnbruggen in
het centrum het verkeer tot zich
trekt, waarvoor hij het meest ge
schikt is. Hierdoor zal de toestand
bij de Alpkense brug belangrijk
worden verbeterd, waarmee de ne
ringdoenden in fhet oude centrum
ten zeerste gebaat zullen zijn.
Een hoge brug met viaducten
over de Rijksstraatweg en de Hooft
straat biedt een voldoende en de
meest ordelijke opstelmogelijkheid
voor'wachtende voertuigen bij ge
opende brug. Zij verzekert tevens
de snelste afwikkeling van het ver
keer na sluiting van de brug, omdat
geen stagnatie voorkomen bij afwe
zigheid van gevaarlijke verkeers-
kruisingën dicht bij de brug.
Door een hoge brug te maken
blijft de afbraak van percelen tot
een minimum beperkt. Ter verzeke
ring van voldoende uitzicht behoe- j
ven namelijk geen percelen te wor
den afgebroken.
Door toepassing van een hoge
brug wordt geen schade toegebracht
aan een aantal percelen in de
Hooftstraat, die niet door keermu-
ren tussen de voetstraat en de ver
hoogde rijweg van deze laatste wor
den gescheiden. Het voetgangers
verkeer wordt dan ook niet belem
merd door dit niveauverschil.
In het algemeen is de veiligheid
der voetgangers bij toepassing van
een hoge brug veel beter verzekerd
dan bij een lage brug met zijn ge
vaarlijke verkeerskruisingen en stei
le op- en afgangen aan de oostzijde
van de brug.
Een nieuwe hoge brug onder
scheidt zich in minder gunstige of
ongunstige zin van een lage brug
om de volgende redenen. De bouw
van een lage brug vergt minder uit
gaven uit de publieke kas dan de
exploitatiekosten zijn enigszins ge
ringer. Dat dit voordeel van een.
lage brug in feite geen voordeel op
levert voor de burgerij spreekt vol
doende uit het vaststaand feit, dat
de lage brug dan toch minstens
even vele malen voor het wegver-
bouw- van een hoge brug. Ook de
keer zal moeten worden gesloten
als tot nu toe het geval is -met de
oude Alphense brug.
Een deel van de burgerij moet
een omweg maken bij het passeren
der hoge brug bij "gebruikmaking
van de ooritten. In deze „omweg"
lift juist de oplossing ter voorko
ming van verkeerschaotische toe
standen bij de nieuwe brug, want
thans leiden de „om'wegen" mede
dank zij de viaducten, het verkeer
in goede banen. In de toekomst zal
dit deel zeer klein zijn vergeleken
bij de brugpebruikers. die geen om
weg behoeven te maken. Bovendien
worden om het bezwaar van om
wegen te beperken, ten dienste van
wielrijders en voetgangers hellin
gen en trappen gemaakt bij de
brug. Het bezwaar beperkt zich dus
vrijwel tot de categorie transport
driewielers, bespannen wagens en
handkarren. (Voor auto's betekent
die omweg hoegenaamd niets).
•BOIVCö
J MIKJVE CJ6MM.
Mi NRW.IBOTTOR.
ilfüM 8E5T/W10C BU8AAM.
WMh Bcmwip TCOTTOG.
I I flESTMMDe BEBCOWMG.
geboren 24 Januari 1928, viert zijn
verjaardag te Walahar (Java).
HET ONTWERP VAN EEN NIEUWE-HOGE-BRUG OVER DE RIJN TE ALPHE-N