Mensen mhun beroep CLchter de Er moet een Tróón gebouwd worden aan de Haagse Schouw Het Godsdienstonderwijs in de gemeenteraad toonba' ZATERDAG 13 NOVEMBER 194* DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 IEDEREEN HIJ KAN. DOET, WAT PATER JOS. M. BONSEL, rector van de Mariakerk aan de Haagse Schouw. INDIEN HET AAN ONS GELEGEN HAD, zou O. L. Heer, bij gebrek aan plaats in de herberg, niet in\een stal zijn geboren. Wij zouden ons eigen huis hebben opengesteld en kosten noch moeiten hebben gespaard, om de Christus bij zijn eerste komst op deze wereld een blijk te geven van onze genegenheid voor Hem en van onze vreugde dat Hij in ons midden wilde wonen. Weliswaar is het zijn verkiezing geweest als de armste der armen te leven en zelfs geen steen in eigendom te bezitten om er zijn hoofd op neer te leggen. Ook is het waar, dat we geen paleis zouden kur.nen bouwen, enigszins waardig om Hem tot verblijfplaats te dienen. Blanke ijver van zwarte negers Dat mag allemaal waar zijn maar we kunnen ervan verzekerd zijn, dat Christus de landelijke atten ties van de Beth ehemse boeren en de vorstelijke geschenken van de Oosterse autoriteiten gaarne heeft aanvaard. Hij heeft hoegenaamd geen behoefte aan geschenken, maar wél heeft Hij een honger en hunkering naar onze genegenheid en toewijding. Gemis aan genegenheid en toewij ding, vooral bij degenen, die alles van Hem ontvangen hebben, wordt door Hem pijnlijk gevoeld als onbe grijpelijke ondankbaarheid. Zo heeft Hij de rijke Simon in bijzijn van alle andere gasten een standje gegeven, omdat deze had nagelaten Hem met eerbetoon te ontvangen: „Simon, Ik heb u iets te zeggen." EVEN BUITEN DE STAD LEIDEN Even buiten de stad Leiden er gaan zelfs geruchten, dat het na verloop van tijd binnen de stad Lei den zal worden staat een groen geverfde houten schuurkerk, die bij het verstrijken der jaren steeds har der aan de voorbijgangers de woor den toeroept: „Simon Ik heb u iets te zeggen...." Is die houten noodkerk van de Paters Montforta- nen aan de Haagse Schouw van bin nen bekeken dan een onwaardig^ hei ligdom? Neen! Is het een waardig heiligdom? Neen! Neen! In de bin nenlanden van Afrika zouden de negers allang stenen bij elkaar heb ben gesleept, om een passender Gods huis te bouwen. Een dergelijke nood kerk te laten staan in het hart van Holland onder de rook van Leiden is een wantoestand, door de oorlogs jaren bestendigd, maar in vredestijd niet meer goed te praten. Er zal ge hebt onlangs de tekening en be schrijving ervan in de krant gezien een nieuwe stenen kerk aan de Haagse Schouw komen, maar ge moogt het gerust weten: er wordt daarbij gerekend op hulp van buiten deze jongste parochie van ons bis dom. DRUIPENDE PAROCHIANEN. „Kunnen de parochianen de kerkbouw zelf niet bedruipen?" vroegen we aan pater Bonsel, die de zie'zorg aan de Haagse Schouw reeds sinds 1941 uitoefend. Ter inleiding van het gesprek had den we een woorden-schermutseling met pater Bonsel gehad over de ti tulatuur. We begroetten hem met: pastoor „Zo ver is het nog niet; de officiële verklaring is nog niet afgekomen" Rector, dan?" „Zegt u maar pater, dat klinkt veel schoner. Vader zeggen velen in de parochie" en we kregen de in druk, dat pastoor-rector-pater Bon sel de titel van vader het 'nauwste aan het hart ligt. Een spontaan-gege- ven titel, die, zoals we van de achter- wacht vernamen, een weerklank is van een vaderlijke uitoefening het herderschap. lieken van stad en omtrek, wat Chris tus zei tot de rijke man, die Hem geen ereplaats aan tafel had gege ven: „Simon (of hoe ge ook he ten moogt) Ik heb u iets te zeg gen!" De houten kerk-kcet aan de Haag se Schouw wordt door offervaardig heid van velen vervangen door een stenen heiligdom. Laten de Katho lieken uit de omtrek er voor zorgen dat in die stenen kerk een stenen altaar kan komen. Dan zullen ze geen standje belopen als Simon. omdat hij het niet nodig vond Christus eer waardige ontvangst te bereiden. Dan zullen ze geprezen worden, zo als de zondige vrouw en wie van ons heeft niet veel op zijn kerfstok? - geprezen werd in Simons huis- Haar zonden, haar ve'e zonden zijn haar vergeven; want ze heeft veel liefde getoond." Zorg er dus voor. dat pater Bonsel een stenen altaar krijgt. Vele k'eine steentjes ro de, witte en gouden steentjes vor men te zamen een schitterend mo- zaiek. Op de kleine liefde-gaven wor de aan de Haagse Schouw een troon gebouwd voor Koning Christus, op dat Hij er moge zetelen op de troon uwer liefde de enige troon welke Hij Zich wenst. v. P. Giften voor het altaar kunnen ten len tijde bezorgd worden aan het klooster of gestort worden aan het 216723, ten name van pater Jos. M. Bonsel te Voorschoten (met ver melding: „voor het altaar").-- Om nu op het bedruip van de pa rochianen terug te komen daarover zei pater Bonsel: t,De gehele parochie telt 500 zie len, waarvan 385 communicanten, de kinderen dus inbegrepen. Zij doen, wat ze kunnen, ze sloven zich uit en zijn buitengewoon vrijgevig, maar zij kunnen niet alles aan. Percentsge wijze naar de bevolking staat mijn parochie in district Leiden vrijwel bovenaan, voor wat betreft de pau selijke Missiegenootschappen, de do naties voor d£ K. A. e.d. Het zijn zeer goede, allen hard-werkende mensen, met een diep geloof. Het is de moeite waard onder hen te ar beiden als priester." „Maar het Bisdom zal zich toch niet onbetuigd hebben gelaten?' was onze nieuwsgierige vraag. „De medewerking van het Haar lemse Bisdom is boven alle lof. Ner gens dan in Haarlem en ik heb als missiepater het gehele land 25 jaar lang bereisd ondervond ik zoveel medewerking en welwillend heid. Ook de generaal-overste van de Congregatie der Paters Montfor- tanen. die dezer dagen ons huis be zocht, heeft de grootst mogelijke vrij- gevigheid betoond. Aan hulp van de kerke'ijke autoriteiten ontbreekt het dus niet. Evenmin van de were'dlijke. De Wederopbouw heeft, van oordeel dat bij deze kerkbouw alle beschei denheid in acht werd genomen, ge redelijk zijn goedkeuring gege ven. Nu het een parochiekerk wordt, was het wenselijk ook met een mogelijke vergroting van het zielental rekening te houden. De noodkerk bood plaats aan 230 per sonen, de nieuwe kerk aan ruim 300." „Hetgeen nog altijd een beschei den parochie betekent". KLEINERE PAROCHIES, ALSTUBLIEFT! „Het is het streven kleine paro chies te stichten, in het be ang van de zielzorg. Het ligt in de bedoeling in de toekomst nog een nieuwe pa rochiekerk te bouwen aan de Haag- weg en een aan de Lage Morsweg, als de uitbreiding van Leiden in die fichting zich voortzet." „Is de ligging der kerk aan een Rijksweg, waaraan niet gebouwd mag wnrden niet ongunstig voor uitbrei ding der bevolking? „In de tegenwoordige omstandig heden zeker! Als echter de nieuwe Rijks-dwars weg tot stand komt hetgeen nog wel even zal aanlopen bestaat echter de mogelijkheid langs de Rijndijk een parallel-weg aan te leggen. Ook is aan de Lage Morsweg uitbreiding moge1 ijk." WAAROM DE PATERS REEDS LANG IN EEN STENEN HUIS WONEN! „Een niet-Katholiek verbaasde zich onlangs, dat de paters in een stenen huis wonen naast de houten schuurkerk!" wierpen we op of schoon we het antv/oord wisten. Het was evenwel beter de vraag te stel len om het antwoord te kunnen pu bliceren. „Het klooster dat binnen zijn muren een huiska'pelletje heeft, is bouwd als assistentie-huis, vóór nog sprake was van 'n openbare kerk. Het is vooral pastoor Meijer z.g., van Voorschoten, die de grote stoot tot deze ontwikkeling heeft gegeven. De noodzaak, hier een on-officiëel, later officiëel rectoraat en nu een ze.f- standige parochie te stichten, is gebo ren uit de behoefte der omwonenden, die enerzijds van Voorschoten an derzijds van Oegstgeest zeer afgele gen liggen. Vólgens de gemeente grenzen over 3 dorpen verdeeld, vor men ze parochiëel één groot gezin, dat zich bizonder nauw met zijn kerk verbonden voelt. De pastoor van Voorschoten en Oegstgeest heb ben dan ook alle medewerking bij de afsplitsing verleend". WAAROM NIET LIEVER HUIZEN GEBOUWD? „We hoorden de opmerking: laat men liever huizen dan kerken, bouwen!" „Het is zeker zo, dat O. L. Heer de jongelui, die trouwen willen, gaarne de stenen zou gunnen, die voor de kerkbouw nodig zijn, om er ben een woning van te laten bou wen. Maar van Rijkswege is een be paald bouw-volume aangewezen voor kerkbouw, Aangezien we in de be paling daarvan geen zeggenschap hebben, zou het toch wel zeer on verstandig zijn niet van dit bouw volume gebruik te maken, als ons daar de gelegenheid toe wordt ge schonken. Daarbij komt, dat het hout van de noodkerk gebruikt moet wor den voor de nieuwbouw. Het houten dak van de noodkerk komt weer op de nieuwe kerk te liggen! Anders hadden we geen toestemming gekre gen." WAT WILT U EIGENLIJK? „U hebt al zoveel medewerking: van het Bisdom, van de Congregatie, van de Wederopbouw, van twee van de buurtpastoors, van de parochia nen! Van wie nog meer?" ..Van alle Katholieken, die deze Mariakerk een goed hart toedragen. Er komt een eenvoudige stenen kerk, die op zeer zware lasten zit, maar er kómt een stenen kerk. Maar een kale kerk. De milddadigheid van de pa rochianen, geprikkeld door de liefde voor hun Godshuis, is prachtig. Zij kunneA echter niet meer dan ze al doen. Pu zou ik zo gaarne het tri- plex-geval, dat in de noodkerk als hoogaltaar dienst doet, in de nieuwe kerk vervangen willen zien door een stenen altaar, een waardig stenen altaar. Komt dat verlangen u over dreven voor?" WATER BIJ DE MELK? Nu de eerste nachtvorsten het verblijf van het vee in de weiden onmogelijk maakt, moeten de beesten naar de stal worden gebracht. In Hensbroek (Noord-Holland), een dorp aan alle zijden door water omringd, haalt een veeboer zijn koeien per punter naar huis. Met opzet schrijven wij: het gods dienstonderwijs. Dit leervak der bij zondere school is in het brandpunt d*r belangstelling gekomen, sinds de Gemeenteraden van verschillende gemeenten aanvragen krijgen van be sturen van bijzondere R.K. scholen, om gelden beschikbaar te stellen voor de nieuwe Katechismusboeken. In verschillende colleges is zelfs een hevige strijd ontbrand, die soms doet vermoeden, dat men de be- staansgrand van de bijzondere school in twijfel schijnt te willen trekken. Toch is het probleem zeer eenvoudig De Lager-onderwijswet 1920 noemt in art. 2 de vakken, waarin onder wijs moet worden gegeven. Deze vak ken zijn verplichtend voor de open bare en bijzondere scholen. Dat be tekent evenwel niet, dat het onder wijs zich uitsluitend tot bedoelde vak ken moet beperken. Dit laatste heeft de wetgever zeer duidelijk in de wet tot uitdrukking gebracht in art. 90, het artikel, dat spreekt over net leerplan. Waarom noemt de wet het leerplan met name' Het antwoord is, heel be knopt, dit: De wet noemt een aan tal eisen, waaraan de schoo»1 moet voldoen cm voor Rijks- en gemeen telijke vergpeding in aanmerking te komen. Tot die talrijke eisen'behoort deze, dat er vooi de schooi een leer plan moet zijr. benevens een rooster van lesuren. Beide worden aan do inspecteur van het lager onderwijs jaarlijks medegedeeld. Hoe het leerplan moet zijn, kun nen we in de wet nalezen. Natuur- Mjk moeten de verplichte vakken er in worden genoemd. En nog veel meer dat hier niet ter zake doet. Nu heeft men in 1920 gezocht naar een formule, waaruit zou kunnen blij ken het absolute recht der bijzon dere school, om in het leerplan ook zin. de minister eerst gewijzigd) waar door de laatste zin van art 90 aldus luidt: „Bovendien kan het leerplan vak ken omvatten verband houdende met de richting van het onderwijs." De onderwijswet is nadien talloze male gewijzigd, maar de hier be doelde zinsnede is onveranderd ge bleven. Het richtingsvak bij uitstek is het godsdienstonderwijs. Wat is dat voor onderwijs? Voor op stellen wij, dat noch B en W, noch de Raad dit uitmaken. De wet geeft aan deze colleges in dit opzicht geen enkele bevoegdheid. Wat onder godsdienstonderwijs moet worden verstaan, bepaalt voor de Kath. scholen de Bisschop van het diocees. Ook al hebben de heren in Alphen aan den Rijn door een andere kijk op. (zie De Leidse Courant van 10 November j1. pag. 3)! Welnu in ons bisdom valt onder het godsdienstonderwijs niet enkel de Katechismus, die de samenvatting is Van onze godsdienstleer, maar ook de bijbelse geschiedenis, de liturgie en, waar dit kan, de kerkelijke ge schiedenis. Ten overvloede zij er op gewezen, dat voor ons óp elk dezer vier onderdelen het stempel der Ka tholieke kerk gedrukt is. Anders zou den het geen richtingsvakken zijn! Om godsdienstonderwijs te geven, kan men niet volstaan met het le vende woord van priester en onder wijzer. Daarnaast zijn nodig boeken en leermiddelen (Diaten, kaarten, aan schouwingsmateriaal). Evenals nu de gemeentelijke vergoeding zich uit strekt tot boeken en leermiddelen, verband houdend met de „officiële" leervakken, zo heeft ze zich uit te Strekken tot de hulpmiddelen voor het godsdienstonderwijs in de ruimste godsdienstonderwijs op te nemen. Die taak was een doornige. Maar men heeft ze op zeer bevredigende wijze vervuld. De eer hiervan komt grotendeels toe aan het soc.-dem. Kamerlid Ossendorp. Van hem nam de minister een amendement over (door de heer O. op aanraden van Koren in huis! Als een kou of griep U overvalt of plotseling hoofd- of kiespijn komt opdagen, is het een uitkomst Mijnhardt poeders bij de hand te hebben. Doos 45 ct enkel voor de stichting der school, n aar ook voor leer- en hulpmiddelen ook voor godsdienstonderwijs. Na tuurlijk werd en wordt hierbij de re delijkheid betracht. Voor 100 leerlin gen zal men geen 1000 Katechismus boeken aanschaffen. De controle waakt trouwens voor excessen. Met bestaande scholen ging het niet anders. De nu aangevochten boeken en leermiddelen zijn altijd aangeschaft uit de gelden, die het z.g. jaarlijkse gemeentelijke exploitatie bedrag uitmaken. Vanwaar nu hier en daar verzet? De duurte is daarvan de voornaam ste oorzaak. Het onderhoud van de scholen is sinds 1944 verdubbeld of verdrievoudigd. Noodzakelijke gaven zijn niet meer te bestrijden uit het bedrag dat voor exploitatie beschikbaar is. Dit niet te weerleg gen feit dwingt de schoolbesturen om de nodige gelden voor noodzakelijke uitgaven langs de oms'achtige weg van een afzonderlijke aanvrage aan de raad te bewandelen. Dit doen ve le schoolbesturen dan ook noodge dwongen. En nu is er een prachtige gelegenheid voor b.v. gemeenteraads leden om zich bezig te houden met de vraag, of de hier bedoelde uitgaaf nodig is. Een kort antwoord op deze vraag. De Bisschop heeft het gebruik van de nieuwe Katechismus voor de Kath. scholen voorgeschreven. Vergelijking van de „oude" met de „nieuwe" Ka techismus toont aan, dat de beide boeken niet naast elkaar te gebrui ken zijn. Daarvoor zijn de verschil len te omvangrijk. Men neme zelf maar de proef. Zeifs al zou de oude Katechismus niet door een bisschop pelijk voorschrift zijn afgeschaft dan zou men van onderwijskundig stand punt het gebruik van twee boeken, die in tekst en indeling der lessen zó verschillen, absoluut moeten veroor delen. Vrijheid van onderwijs betekent vrij heid van richting. Honderd jaren ge leden hebben we die vrijheid ver kregen. Toepassing van de volledige vrijheid werd ons deel in 1920. Laten we die vrijheid verdedigen. Vooral de gemeenteraadsleden hebben hier een belangrijke taak te vervullen. Mogen onze Kathoheke raadsleden dan ook als één man pal staan voor de verdediging der grondwettelijke en wettelijke vrijheid van het bij zonder onderwijs! (zoals zij dat in Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM II, 415 M. 8.00 Nieuws. 8.15 Strijkorkest o.l.v. Cor v. d. Linden. 8.25 Inleiding Hoog- 8.30 Hoogmis in de St. Cunera- kapel te Wageningen. 9.30 Nieuws. 12.15 Apologie. 12.40 Lunchconcert door Orkest Zonder Naam. 12.55 Zon newijzer. 13.00 Nieuws. 13.25 Lunch concert, vervolg. 13.50 Buffalo Bill. 14.05 Cyclus: RegerBruckner. 15.10 Wat beoogt het wetsontwerp rechts handelingen landbouwgronden. 15.20 Kamermuziek .16.10 Reportage. 16.25 Tweede Vespers. 19.30 Nieuws.. 19.45 Louis Tuldert. 19.50 In het Boeck- huijs. 20.05 De gewone man. 20.12 Uit en thuis. 22.30 Actualiteiten. 22.45 Avondgebed, 23.00 Nieuws. 23.15 Avondconcert. HILVERSUM I, 301 M. 8.00 Nieuws. 8.30 Voor de tuin. 8.40 Intermezzo, 9.15 Men vraagt en wij draaien, 10.00 Meester-trio. 10.30 Briefgeheim. 11.15 Triangel. 12.00 Achter het voetlicht. 12.40 Klavier. 13.00 Nieuws. 13.20 Romanciers. 13.50 Even afrekenen, heren. 14.05 Boeken halfuur, 14.30 Middagconcert. 15.30 Filmpraatje. 16.30 Wekelijkse sport- revue. 17.00 De Krekels. 17.30 Ome Keesje, 18.00 Nieuws, 18.30 Progr. Ned. Strijdkr. 20.00 Nieuws, 20.05 Re- portagedienst. 20.15 Waltztime, 20.45 Paul Vlaanderen, hoorspel. 21.20 Ita liaanse Volksliedjes. 2.00 Fritsen en fratsen. 23.00 Nieuws. 23.15 Zesdaag se te Brussel. 23.30 Fred. Hartley and his music. MAANDAG. HILVERSUM II, 415 M. 7.00 Nieuws. 7.45 Woord voor de dag. 8.00 Nieuws. 9.15 Ochtendbe zoek bij jonge zieken. 11.20 Van oude en nieuwe schrijvers. 11.40 Lunch concert. 13.00 Nieuws. 13.15 Mando- linata. 14.00 Schoolradio. 15.15 Ka merorkest. 17.00 Kleuterklokje. 17.15 Ned. Liederen. 18.15 Sportrubriek. 18.30 Met band en plaat. 19.00 Nieuws 19.15 Boekbespreking. 20.00 Nieuws. 20.05 Programma proloog. 20.45 Het wuivende koren, hoorspel. 21.20 Sans Souci, 22.05 Nieuwe aanwinsten vor onze discotheek. 23.00 Nieuws. 23.15 Beethovenconcert. HILVERSUM I, 301 M. 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnas tiek. 8.18 Filmselecties. 10.20 Noorse muziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.45 De Regenboog. 11.45 Voordracht. 12.00 Accordeola, 12.33 Voor het plat teland. 13.00 Nieuws. 13.15 Kalender. 13.20 Malando. 14.00 Jonge Neder landse Kunstenaars. 14.30 Voor de vrouw. 15.30 Prik, plak en knipboek. 16.35 Kwartet Jan Corduwener. 18.00 Nieuws. 18.15 VARA-varia. 18.30 Pro gramma Ned. Strijdkrachten. 19.00 Gram. muziek. 19.15 Willem Noske, viool, 20.00 Nieuws. 20.05 Dingen van de dag. 20.15 Pop. Ned. Programma. 20.50 De ducdalf. 21.10 Radio Phil- harmonisch orkest. 22.30 Actuele kanttekeningen, 23.00 Nieuws. 23.15 Slotreportage van de 6-daagse te Brussel. 23.30 Orgelspel Johan Jong. Zo is ook steeds de praktijk geweest sinds 1920 en bijna nooit zijn er moei lijkheden gerezen. Steeds heeft de school versleten Katechismussen ver vangen door nieuwe en evenzo de [Noordwiik en in Alphen aan den Rijn bovengenoemde leermiddelen. Werd hebben gedaan Red.), na 1920 een nieuwe school gesticht, dan werden gelden aangevraagd niet I H. G. d Boer Uw tanden en mond stralend-wit en gezond! FaMa tandpasta tegen tandbederf DE MORAAL VAN HELE VERHAAL. HET Wie de aanhef in preektoon van dit interview heeft gelezen weet v/at ons antv/oord was! Daarom her halen we hier tot alle goede Katho- Je kimt alles op de wereld van twee kanten bekijken. De wereld ziet er anders uit voor en achter het voetlicht, aan de ene zijde van de tralies dan wel aan de ander zijde, voor of ach ter het loketje. Ook voor of achter de toon bank. Hoe wij een winkel en wat achter de toon bank staat bekijken, dat weten we; maar hoe bekijkt het verkoopstertje ons? Daar weten we niets van. Is voor een meisje achter de toon bank een man een man en een vrouw een vrouw, of zijn we allen kortweg klanten? Lou ter clientèle, die „weg-geholpen" wordt? In ieder geval krijgt het winkelmeisje een andere kijk op de wereld en op de mensen en kan zij vaak verder zien, dan men denken zou, chter het gesloten gelaat en door de open portemonnaie van de klant heen. Het wereldgebeuren van de kleine en de gro te dingen weerspiegelt zich voor de toonbank in overwachte reflexen en alle sociale proble men van onze tijd komen daar op een of an dere wijze tot uitdrukking. Werkloosheid en kinderbijslag, loonronden en Marshall-plan nen, Indonesië en de Berlijnse koude oorlog, zij worden alle geregistreerd op het gevoelige seismograaf achter toonbank en kassa. Want dat alles beïnvloedt niet alleen de stemming van het publiek, maar ook wat het koopt of niet meer kopen kan en hoe het koopt, vlot of op de penning. Ik keek naar het meisje achter de toonbank. Met een wijsgerig oog, bedoel ik. En ik peins de, wat zo'n meisje wel denken zou, terwijl ze die lastige madam met engelengeduld en onverstoorbaar glimlachend haar antwoorden gaf, ofschoon ze van te voren bekijken kon, dat het toch op niets zou uitlopen. „Je kunt aan de mantel en aan de hand schoenen van een dame al zien hoe zwaar haar portemonnaie is", zei het verkoopstertje. „Daar krijg je wel kijk op. Je schat de klan ten gewoonlijk op hun juiste waarde, al kun je je natuurlijk altijd vergissen." „Maar in deze tijd, zei ik, nu er rijken arm en armen rijk geworden zijn?" „De gekste tijd is wat dat betreft achter de rug, meneer, de meeste mensen kijken weer naar de prijzen. Ook degenen, die voor kort niet vroegen wat het kostte. De mannen met maandsalarissen kan ik er allemaal uithalen; hun vrouwen komen aan het einde van de maand allen te kort." „Wordt er tegenwoordig veel bezuinigd?" „Dat moet wel. De hele levensmiddelenbran che ondervindt de terugslag van de prijsstij gingen. Die éne gulden toeslag! Daar lach ik om. Er moet stevig bezuinigd worden en ze doen het ook. Maar 't is gek, het is net of de mensen nu nog eens voor het laatst uit de band willen springen. Het vrijgeven van de suiker juist in een tijd, die naar Sinterklaas loopt, heeft een ongelooflijke run op de ban ketbakkerswinkels gegeven. Ik ben blij, dat ik met in een banketbakkerswinel sta. Dan zou ik overuren moeten maken." „Maakt u niet graag overuren?" „Eerlijk gezegd, niet. Want je bent 's avonds werkelijk moe, als je de hele dag gestaan hebt. Gaat u zelf maar eens de hele dag staan. Maar je mag het nooit laten merken. Altijd een vriendelijk gezicht zetten, opgeruimd en pret- tig zijn. De klant moet het gevoel hebben, als of je het prettig vindt om je geheel en al te interesseren voor zijn speciale verlangens. Dat valt niet altijd- mee! Vooral niet, als je bij het sluitingsuur alles al hebt opgeruimd en er komt op het allerlaatste nippertje nog een klant, die van geen weggaan weet. Dan zou je het liefste zeggen „Neen, zegt u dat maar niet, want dat kan ik toch niet in de krant zetten." „Over het algemeen vlot de verkoop heel best, als er een opgewekte stemming in de win kel heerst. Dan is het prettig verkopen en de klanten zijn dan niet zo nukkig. Als er één bij is, die overal aanmerkingen op heeft, dan be derft hij de.stemming voor allemaal." „Zyn ze wel eens onredelijk?" „Nou en of. Sommigen kun je het nooit naai de zin maken. Zeifs als je al het mogelijke ge daan hebt, om de klant tevreden te stellen, klagen ze dikwijls nog over de weinige service. Terwijl het juist zó is, dat de verkoopster alles in het werk stelt om tevreden gezichten te krijgen. U moet niet vergeten, dat wij beoor deeld en gewaardeerd worden naar onze ver koopkracht. Maar als het er niet is, dan kun nen wij het niet geven. En dezelfde kwaliteit als voor de oorlog is er ook niet." „U legt toch wel eens wat weg? Voor heel goede klanten?" „O, nee, dat doen wij nooit", zei ze en het klonk net echt. Zo'n tikje overtuiging in je stem met een trekje verontwaardiging op je gezicht, doet het toch wel goed. „U zult zeker wel blij zijn, als dat bonnen- gedoe en dat punten-geknip helemaal achter de rug zal zijn", vroeg ik. „Natuurlijk, meneer. Die bonnen zijn vrese lijk. Voortdurend opletten, dat ze geen verkeer de bonnen in je handen stoppen, want anders zit je er mee bij het afrekenen. U gelooft niet, hoeveel mensen er zijn, die stiekum proberen, je voor een bonnetje te benadelen. Mensen, van wie men zo iets in 't geheel niet verwachten zou. Mensen, die nooit een halve cent zouden willen wegnemen, schijnen het absoluut geoor loofd te vinden om ons op deze manier te be nadelen. Want zo is het toch, niet waar. En dan de smoesjes, welke ze verzinnen, als wij het in de gaten hebben. Dan bemoeien zij zich altijd zo weinig met die bonnen en kunnen zij er zo slecht uit wijs worden. Maar dan moet u maar eens zeggen, dat ze maar één ons in plaats van twee ons op die bon krijgen. En plotseling we ten ze er weer alles van. Neen, gelukkig, dat die bonnenrompslomp bijna achter de rug is. Voor sommige mensen is het een strop, maar voor ons niet." „Een strop? Hoezo?" „Verschillende huishoudens met veel kinde ren verkochten dikwijls hun suiker- en ver snaperingenbonnen en maakten zo een extra winstje. Dat gaat nu niet meer. Zelfs wij kun nen dat hier merken. Het extra-tje, dat deze mensen zich tot nu toe konden veroorloven, blijft nu achterwege." Had ik gelijk, toen ik zo juist schreef van dat - seismograaf je achter de toonbank! Alle schokken in de maatschappij zijn daar eerder voelbaar dan waar ook elders. „U weet nog eerder wat er omgaat in de maatschappij dan wij aan de krant", zei ik. „Ik zal u nog een sterker staaltje vertellen", zei ze. „U kfijgt binnenkort meer papier." Ik trok vragend mijn wenkbrauwen op. „Vroeger kon je nauwelijks papier krijgen om in te pakken. Thans loopt het storm van de aanbiedingen." Tja, pakpapier is geen krantenpapier. Maar ik ben toch benieuwd of het uitkomt. G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5