Mensen In hun bemep Een nieuwe gast neemt zijn intrek 5)e weg, de-at de tucht Een soldaat uit „de Venen'' over een Oranjefeest in Indonesië 52 ui send rolt de filmband... ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1948 DE LEIOSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 DE PARABEL VAN HET INTERNATIONALE HOTEL Nadat in de eerste delen van de parabel, waarin de Kerk wordt vergeleken met een internationaal hotel, de ligging en het uiterlijk voorkomen ervan zijn beschreven, wordt nu in de trant i verhaald en de eerste kennismaking va gemeenschap. f en gezellig zitje het ter- ras voor het internationale hotel „De Steenrots"! Telkens komen nieuwe gezichten boven de Tand van het plateau opduiken die' zich na de afmattende klauterij over het steile bergpad, het zweet van het voorhoofd bétten en het stof van hun kleren kloppen, om dan met een verlicht gemoed op de ingang van het hotel af te stevenen. Bij de in gang een statige portiek is «doorlopend gedrang.' Degenen, die naar binnen willen, komen daar te recht in een tegenstroming van .de genen, die jjet hotel wensen te ver laten, en het de rug toedraaien. Deze laatsten slaan, als zij de in- en uitgang zijn doorgedrongen, links-af, waar een brede auto-weg in gemak kelijke wendingen langs de berg omlaag glijdt. Het is een moderne baan met één-richting verkeer en het is zeer aanlokkelijk in een vol geladen autobus dalwaarts te zeu len maar sportief is anders. Echte alpinisten willen stijgen, stijgen, steeds hoger stijgen en, op de top gekomen, 'zouden zij het liefst in het hemelblauw willen klimmen. Voor dergelijke ondernemende sportlui staat het hotel „De Steenrots" altijd open. Het in- en uittreden van DE MENSEN-DROMMEN, het bestuderen der vrolijke gezichten van hen die binnen proberen te ko men en de neerslachtige trekken van hen, die zichzelf naar buiten hebben gewrongen, is zulk een boeiend schouwspel, dat ge ons de heer Ahasverus en mij nog steeds op het terras zoudt aantref fen, als er niet plotseling een veran dering in de weers-omstandigheden te bespeuren viel. Het waait altijd boven het rots-plateau hoge bo-" men vangen veel critiek, maar de massale voorgevel van het hotel vangt de zeewind op. Het terras ligt- dientengevolge in de luwte. Nu pak ten zich echter dreigende wolken samen, een wervelwind stak op en deed de talloze jalouzieën en zon neschermen aan het gebouw klap peren en flapperen. „Kom-aan" zei Ahasverus, ter wijl hij zich de kraag over de oren trok „Er is voor de zoveelste keer storm op til. Ik ga weer eens aan de wandel." Daar wilden we echter niets van weten. „Ge hebt geen tehuis" p^itten wij „en het ziet er naar uit, dat het gaat spoken. Wilt ge u doornat laten regenen? Wees wijzer en neem zolang het noodweer duurt, uw toevlucht in de Steenrots. Gij behoeft er immers niet te blijven?" Door deZe taal liet de oude heer zich overreden en wij mengden ons onder degenen, die door de poort 'naar binnen-stuwden. Het was reeds te merken, dat het kwik scherp daal de; de aanloop was bijzonder groot, terwijl de uitloop zienderoogen af nam. „Bij slecht weer -hokken de scha pen bij elkaar" spotte mijn nieu we kennis. „Het hotel is niet voor niets ver geleken met één grote schaapstal" gingen wij geredelijk op zijn scherts in. „De opzet is, dat er zal zijn één schaapstal eri één herder"* IN NORMALE GEVALLEN wordt voor het betreden van het hotel een doop- en vormbewijs verlangd. Dank zij onze relaties met de Propa ganda Fide die in het hotel haar ze tel, maar in het duindorp beneden haar kantoren en instellingen heeft, waren we in het bezit gekomen van een perskaart, die we toch niet no dig hadden en daarom edelfnoedig aan onze vriend afstonden. Deze perskaart behoefde hij niet te tonen aan de ingang. Iedereen loopt daar vrij in en uit. Men valt echter niet met de deur in huis. Achter de ingangspoort strekt zich een wijds, vierkant plein uit, aan alle zijden door zuilen-gangen omge ven. Midden op het plein schiet een fontein op als een bundel blanke struisveren van stuivend water, dat gestadig neerplast in een bekken. Dat bekken wordt het Bad van We1 dergeboorte genoemd, en niemand komt het hotel binnen, alvorens zich gedompeld en zich afgespoeld te hebben in het verkwikkende de-water. stofd en bevuild op de berg zijn gekomen is het een kostelijke gele genheid om fris voor den dag te ko men, maar de directie van het hotel heeft er nog een andere bedoeling mede. Het hotel „De Steenrots" is, zoals wij" reeds eerder opmerkten eigenlijk een hoogtezon-sanato- rium en doorgangshuis voor herstel lenden. Zonder voorafgaand onder zoek is het de medische staf bekend, dafr alle bezoekers lijden aan een besmettelijke ziekte de „pecca- tum originalis"waarvan zij slechts genezen kunnen worden, en dan terstond door een onderdompeling in dit speciale bad. Voor deze be smettelijke ziekte is de directie zeer 1 huiverig en daarom wordt zeer nauw keurig toegekeken, dat niemand in het sanatorium v/ordt opgenomen zonder zich gebaad te hebben. Na het bad kunnen de gasten zich, on der de zuilengangen, kleden in rui- schende witte gewaden, bruilofts kleed genaamd, bij de uitreiking waarvan het verzoek wordt gedaan, het zo schoon mogelijk te houden. „Bewaar het onbesmet tot voor de troon van God". .Dat gelukt echter deze gelijkenis de doopen vormgenade een niet-katholiek met de Katholieke woord van" zucht hij en geen wonder. Het zijn Quillicaces-Ind:.a- nen uit de oerwouden van de Ama zone. Met een Neger-echtpaar dat omringd van een kroezige kinder schaar, achter hem op een bank nog al luidruchtig zit te keuvelen, waagt hij het maar niet meer. ..Als net zo moet...." denkt hij, maar hij vermant zich, zet een paar stappen, die wegzinken in het mollige tapij: en hoort zich plotseling in zijn go*£è moedertaal aanspreken: „.Overal ge zocht, eindelijk gevonden! Welkom, welkom in ons midden". Handdruk ken over en weer. Kennis maken. Voorstellen. „Woont u hier al lang?" informeert de nieuweling. „Al jaren. Sommigen zijn in het hotel geboren.' „Is het hier altijd zo feestelijk?' „Het is hier iedere dag feest." „Dat mag ik wel" zegt de nieuwe gast, nu geheel op zijn gemak in het internationaal gewoel. Te zamen met zijn landgenoten zien wij hem verdwijnen in de veelbe- spraakte menigte van de feestvie rende Christenheid. Ahasverus had dit tafereel gadege slagen glurend achter een zuil. In zijn versleten jas voelde hij zich niet op zijn plaats tussen de witte brui- lofts-vierders. Mot een dienstlift ver voerden wij hem naar de afdeling van de „displaced persons". waar enige stamverwante gasten hem binnen smokkelden. v. P. maar weinigen. Het moet herhaalde lijk in de was. Echter zonder brui loftskleed wordtniemand tot de maaltijden toegelaten. „Er was een man, die geen bruiloftskleed aan had. Maar, vriend, hoe zijt ge hier binnen gekomen?" Het doopbewijs is volstrekt vol doende om zich naar de hoogste verdiepingen van het hotel te bege ven kleine kindertjes huppelen meteen uit het bad de majestueuse trappen op maar van volwassen mannen en vrouwen wenst de direc tie dat zij bovendien hun persoons bewijs of ge'oofsbrief kunnen tonen. Zij moeten uitdrukkelijk verklaren, in het sanatorium te willen worden opgenomen, op de hoogte te zijn van de voorschriften, in te stemmen met de doelstelling van het hotel en zich te zullen onderwerpen aan de lei ding van da geneesheren. Pas als rij deze verklaring hebben afgelegd, wordt hun bij wijze van stemoel, door de geneesheren de handen op gelegd en kunnen zij de brede mar meren trappen bestijgen, die van het voorplein opvoeren naar het ge bouw. Met een ernstig en strak GEZICHT en afgemeten tred, onder de indruk van de afgelegde verklaring, nog wat onwennig in hun iange witte bruiloftskleed, schrijden ze omhoog. Je voelt zo echt dat nie mand voor zijn plezier in een sana torium gaat. Je kunt er natuurlijk weer uitlopen, maar dan verspeel je de kans genezen te worden. Dik wijls wordt de kwaal dan echter van kwaad tot erger, want het bruilofts kleed raak je nooit meer kwijt, ook al verscheur je het in flarden om je lijf. Wat schithtig presenteren de nieu- i u welingen hun doopbewijs en geloots- j jaar uit geheel Engeland hebben KUNSTCRITICI. Deze twee hummels bestuderen met de grootste ernst de kunstwerken van de Nationale Tentoonstelling van Kunst door Kinderen, die in de Aca demy Hall in Londen wordt gehou den. 13.700 kinderen tussen 5 en 16 brief aan de portiersloge, waar zware boeken de komende gast wordt in- en de vertrekkende gast wordt afgeschreven. „Uw nationaliteit" vraagt de portier over zijn brii.e- glazen heen. „Nederlander". „Vijfde verdieping. U kunt lift 35 nemen, tenzij dat u zich eerst in de hal wilt verpozen". De nieuwe gast neemt zich heuig voor, onmiddellijk zijn kamer (no. N. 3.567.389 hier is de sleutel") op te zoeken en van vermoeienis onver wijld onder de wol te kruipen, maar als hij de. glazen vleugeldeuren, die op de hal openzwaaien met de re gelmaat van een ruitenwisser is doorgeglipt, blijft hij beduusd en be toverd staan. Toevallig is hij geen boertje van buiten. Hij is een bereisd man, die in véle hotels heeft ver keerd, maar nu voelt hij zich even een beertje van buiten. Onder een enorme g azen koepel cirkelen zich gaanderijen, die langs sierlijke bron zen trappen afdalen naar de begane grond, v/elke met zware tapijten is belegd. De gehele ruimte is door- gonsd van het violijk gepraat en ge lach van duizenden in het wit-gekle- de mannen en vrouwen, die over de balustraden hangen, op de rood-flu- welen banken zitten of op en neer wandelen in een geanimeerd ge sprek. Hij probeert de taal op te vangen van een groepje, dat langs hem heenwandeit en hem vriendelijk toe knikt. „Ik versta er geen stom proeven van hun aesthetische be kwaamheid ingezonden. De prijswin naars ontvangen, behalve een op de expositie, geldelijke steun voor i srdere ontwikkeling hunner i talenten. NAAR EN IN INDONESIË Amsterdam—Batavia: een afstand van 14.500 km over zeeen, bergen wouden en woestijnen, van de Noord zee tot de kust van de Indische Oceaan, 's Maandagsmorgen instap pen op schiphol, de eerste nacht sla pen in Cairo, de tweede nacht slapend doorvliegen, dan voor het eerst onder een klamboe liggen in Bangkok en Donderdagsmiddags op het blinkend beton van Batavia's vliegveld Kema- joran lopen: het is de gewoonste zaak van de wereld geworden. Iedere dag weer vertrekken '40 passagiers van Schiphol met één der 'reusachtige Constellations, alsof ze even een rondvluchtje boven het polderlandschap gaan maken, in- plaats van een tocht naar de tropen, een hap uit de aardbol, die overigens van de snelle Lockheed nog maar 36 vlieguren vergt. En dit, nog geen 25 jaar, nadat een drietal „fantasten" (want zo werden ze toen beschouwd) met een twee- tons Fokkertje, dat één moter bezat en een kruissnelheid van 140 km per uur de weg door de lucht van Am sterdam naar Batavia gebaand had den na een uitputtende en enerve rende tocht van 127 vlieguren. Ontdekking en ontwikkeling Eeuwen geleden reeds is de ge schiedenis begonnen: toen, n.l. ont dekten Portugezen en Nederlanders met hun wankele scheepjes de weg naar Indië. Toen deze eenmaal be kend was, voeren de zeilschepen de Nederlandse havens uit om, als de wind wilde meewerken, drie maan den later het anker te laten vallen voor de kust van Java. In de tijd, dat het Suezkanaal eenmaal gegra ven was en er stoom- én motor schepen kwamen, duurde de reis nog maar een maand: een geweldige vooruitgang. Toen de eerste vliegtocht had plaats gevonden kon men de reisduur al in weken gaan afmeten. In 1930 werd de vaste lijndienst Am sterdamBatavia geopend met één vlucht in de twee weken en een reis duur van 14 dagen. Geleidelijk aan ging de ontwikkeling verder, de vliegtuigen werden groter en sneller en na een geschiedenis van ups en dwons is het nu zover, dat dage» ij ks èn op Schiphol èn Kemajoran een vliegende Hollander vertrekt voor de tocht over drie werelddelen. uit enkele vervoerscijfers uit de pe riode na de oorlog, een oorlog waar in niet alleen de luchtvloot was ver dwenen en Schiphol veranderd in één grote ruine, maar waarin ook de or ganisatie langs de route zo goed als geheel geëlimineerd was. Van 10 November 1945 tot en met Juni 1948 werden op deze lijn 49.482 passagiers vervoerd en 902. 481 kg wacht, post en overbagage: een bewijs van het belang van deze luchtverbinding tussen Nederland en Indonesië De luchtvaart In Indonesië Dat in Indonesië de belangstelling voor de luchtvaart nog groter was dan in Nederland is alleszins ver klaarbaar. De vervoersmiddelen die men had over land en zee, waren te langzaam gezien de enorme afstanden. Batavia en Soerabaja lig gen even ver van elkaar als Amster dam en Kopenhagen, Makassar even ver van Batavia als Lissabon van Amsterdam. In 1928 werd de eerste lijndienst in Indië geopend. Hierbij werden drie plaatsen aangedaan. Thans vliegt men van Batavia uit op 27 pi'aatsen in Indonesië en vier daar buiten. In 1947 nam de K.L.M. het gehele meer dan 23.000 km lange lijnennet van de KNILM in Indonesië op zich als een aparte tak van dienst: het Interinsulair Bedrijf Batavia,, dat momenteel 23 DC-3 toesteVen en 3 Catalina vliegboten heeft. En. als de bekroning van 2 decennia luchtvaart geschiedenis zal Indonesië met in gang van 23 Sept. via Bangkok ver bonden wordeh met China. Over de gehele Archipel boven vulkanen en sawahs, boven berg- meertjes en onderzeese koralen ron ken nu de Vliegende Hollanders. Al is Indonesië nog steeds een land in staat van opbouw, toch beschikt het reeds over een 28-tal vliegvelden voor de burgerluchtvaart, die in redelijk ze luchthavens, die verspreid liggen over de gehele Archipel van Oost naar West, van Hollandia tot Sabang en van Noord naar Zuid, van Tara- kan tot Koepang. „Luchthaven" is veelal een groot woord voor deze air strips, die soms slechts bestaan uit een grasbaan en waar de gehele stations dienst plus het havenmeesterschap wordt uitgeoefend door één man ge holpen door enkele koelies. Doordat de wind echter vrij constant uit één richting waait, kan men bijna overal met één startbaan volstaan. Het vliegveld Kemajoran is de best geoutilleerde, en een der groot ste luchthavens van geheel Zuid-Oost Azië; het heeft twee lange startbanen en uitgebreide technische werkplaat sen, waar het onderhoud der gehe le luchtvloot plaats heeft. Kemaporan verwerkt dage1 ij ks 'n zestig-tal vlieg tuigen; op dit „Sciphol van het Verre Oosten" werken 3.000 employe's Soerabaja bezit de tweede lucht haven, Makassar, de hofdstad van Oost Indonesië, zal in de toekomst waarschijnlijk in het internationale luchtverkeer van Oost-Azië naar Australië een belangrijke rol te ver vullen krijgen. Op sommige van de kleinere vlieg velden wortd de radioverbinding nog door de plaatselijke P.T.T. verzorgd. Slechts 7 van de 28 velden hebben nachtverlichting. Vaak zijn de toe standen nog primitief, zoals op Ba1!, waar egn omrastering gemaakt moest worden omdat de koeien rustig over de startbaan wandelen of zoals op Maoemere (Flores) waar cle KLM- meester en meteo-employé, te paard het vliegveld rondgaat voor de ge wone controle; op Kondari wordt als sjormateriaal voor de 7ading oud te lefoondraad gebruikt, dat de Ameri kanen in het kreupelhout achterlieten Grote toekomst De afdeling burgerluchtvaart van het Departement van Verkeer, Ener gie en Mijnwezen te Batavia heeft de zorg voor het onderhoud van al deze vliegvelden en voor dc aanleg van nieuwe. Zij heeft nog voor vele jaren werk eer alles op Westers peil ge bracht is. Dit zal noodzakelijk zijn, want in een land, 5000 km breed en 2000 km lang met haar 1700 eilanden bruikbare staat verkeren. De KLM gaat het vliegtuig als middel van ver- onderhoudt verbindingen met al de- voer een grote toekomst tegemoet. (Onderstaande brief is door een i Tot wat het is uitgegroeid blijkt wel ütair in Indonesië naar huis ge- schreven. Wij plaatsen hem hier graag onge- wijzigd. Zonder enige opsmuk ver haalt deze militair, hoe er in Indië feest is gevierd ter ere van de Konin gin; hoe daar de militairen, die hun plicht doen en hun taak begrijpen -r- die bestaat in het dienen der bevol king door orde en rust te verzeke ren worden gewaardeerd. Dat al les is écht geschréven, zo uit het hart, zonder enige andere bedoeling, dan te zeggen, hoe 't daar werke lijk is.) SERANG, 6 Sept. 1948. Als dat zo door gaat, dan zal gene raal Spoor, als we eenmaal weer in de burgermaatschappij zijn terugge keerd, met alle bis-nis en soesah var» dien, van ons 'tzelfde te horen krij gen, als eertijds de Joden, toen ze naar 't Beloofde Land trokken tot Mozes zeiden: „had ons maar bij dc vleespotten van Egypte gelaten." Mei 'n kleine variant wordt het dan na tuurlijk „de vleespotten van Serang" Ja, de bik was weer goed vandaag. Jc zou zeggen: als de bevolking 13 kip pen, 10 geiten en 'n karbouw brengt voor 40 man, nou, dan kan er gege ten worden. Maar laat ik bij 't begin j beginnen. Het programma, dat op 31 Aug. niét door kon gan, is vandaag, de mensenmassa's de bioscooptheaters in en uit. Dag in dag uit, alsmaar nieuwe mensen, die het afscheid van de oude koningin willen zien en zich laten ontroeren door de charme van een jonge vorstin, zo eenvoudig in de pracht van haar koningsmantel. Dit zijn de dagen, waarop heel Nederland in de biscoop zit. „De zaken .gaan maar goed", zei ik tegen de bioscoop-exploitant en ik glimlachte. Hij glim lachte ook. x „Och ja, zei hij, zo'n filmreportage trekt. Ik mag niet klagen. Je ziet nu mensen in je zaal, die je anders nooit ziet. Mensen, die voor de mooiste en kunstzinnigste film met geen stok naar de bios coop te krijgen zijn. Maar om ons Vorstenhuis te zien, daarvoor komen ze. Het zuiverste be wijs, hoe diep de liefde n de belangstelling voor ons Vorstenhuis geworteld zit in het hart van het volk. Geen volksstemming en geen opinie onderzoek kan zo'n sprekende getuigenis zijn als dit." „Goede films voor de. Vermakelijkheidsbelas ting." zei ik met een ondeugende tinteling in mijn overigens trouwe blauwe ogen, want ik wilde hem op z'n stokpaardje zetten. „O, dat gaat wel", zei hij tot mijn verrassing. „Voor deze films is maar 20 van de opbrengst verschuldigd. Deze behoren tot de z.g. A-films". „Ah juist; voor films met een culturele of op voedkundige strekking en dergelijke is minder belasting verschuldigd", herinnerde ik mij. „Voor de overwegend amusements> films is de belasting 35 hier in Leiden. Dat breekt ons de nek, meneer. Gaat u maar eens na: alleen al het huren van de films komt ons op circa 40 van ons budget te. staan. En dan nog: de reclame, de electriciteitsrekening, de stoffering van de zaal, de verwarming 's winters, de kos ten van ons personeel, de projectie-apparatuur, die voortdurend gecontroleerd en bij gehouden moet worden enz. enz. Om van de andere be lastingen maar niet eens te spreken. Neen, het pad van een bioscoop-exploitant loopt heus niet over rozen." „Maar zulke films strooien toch wel een klein roosje op uw pad?" „Er moesten meer van die films voorradig zijn. Ik bedoel over het algémeen culturele films." „Ik dacht, dat bioscooptheaters weinig heil zagen in culturele films; bekeken dan van de kant der kassa." „Is ook zo, antwoordde hij, je kunt ze niet zo makkelijk in je wekelijkse programma brengen. Maar overigens is er vraag genoeg naar goede culturele films, documentaires en zo. Maar je moet ze kunnen laten draaien op een bepaald uur, voor de liefhebbers. K. en O. bijv. doet al iets in die richting." „En de Studenten Film Liga", vulde ik aan, want ik had herinneringen aan nachtelijke filmvoorstellingen. „Inderdaad, maar de studenten hebben een aparte smaak. Zij willen nogal 'ns film uit de oude doos, wat in elk geval dit voordeel heeft, dat je kunt zien, welke een enorme vooruitgang d ilmkunst heeft gemaakt." „Wat wil „het grote publiek" nu tegenwoor- dig?" „Show en luchtigheid! Er moet veel te zien zijn, iets bijzonders, en het mag niet zwaar op de hand zijn." „Het succes van de Amerikaanse films", merkte ik op. 1 „Precies. De Amerikanen stellen zich geheel in op de smagk van het publiek. En hun films gaan er in als koek, hier ook. Vei'sta me goed, ik bepaal hier geen standpunt omtrent de fil misch artistieke of morele waarde van die films, maar constateer eenvoudig het feit." „U draait ze dan natuurlijk ook bij voorkeur". „Kijkt u eens aan. Het draaien van Ameri kaanse films is een kwestie van deviezen. Voor dit half jaar, dat nu loopt van Augustus tot Fe bruari, mogen wij niet meer dan 18 van de 26 weken Amerikanen draaien. Acht weken moe ten gewijd zijn aan Europese films, dus Hol landse, als ze er zijn, Franse, of Engelse, Deense, Zweedse of Mexicaanse. „Mexicaanse films? Ligt Mexico tegenwoor dig in Europa?" „Ja, 't is wel merkwaardig, maar Mexicaanse films worden onder de Europese gerangschikt! Na Februari mogen we van de 26 weken er 20 Amerikanen ingooien. En reken u maar, dat geen enkele exploitant erover denkt, om er dan 19 in .plaats van 20 te nemen. Ze zijn allemaal wild op Amerikanen! 't Is merkwaardig, maar de mensen schijnen dat echte Amerikaanse slang graag te horen. En ze verstaan het ook „Een typisch na-ooylogsverschijnsel." „Ja, even goed als het feit, dat men genoeg heeft van verzetsfilms. De doorsnee Nederlan der wordt niet graag meer herinnerd aan de narigheid van de bezetting. En daarom heb ik een hard hoofd in de nieuwste Hollandse film „Not in vain", die weer 'ns het verzet behan delt. Maar ik heb hem nog niet gezien „Kunt u alle films van te voren zien, voordat u ze neemt?" „Jazeker. Neen, wij hoeven tegenwoordig geen kat meer in een zak te kopen. Iedere Maandag is er te Amsterdam een filmbeurs. Daar heeft elk verhuurkantoor zijn aparte af deling en daar worden afspraken gemaakt en films gehuurd, ofschoon ik de meeste films be trek vanbezoekende reizigers. Maar in elk ge val, daar komen de filmmensen bij elkaar en bij die gelegenheid worden tevens z.g. trade shows gegeven door de diverse verhuurkantoren, be drijf svoorstellingen, waarin ieder kennis kan maken met de nieuwste geïmporteerde films. Ook in andere steden worden wel trade shows gegeven, maar de meeste zijn in Amsterdam." „Nog één vraag: Waarom hebben de meeste filmtheaters vijf projectie-openingen? Is één niet voldoende?" „Neen, dat zou te weinig zijn. Eén opening dient voor de projectie en een andere voor het waarnemen door de opérateur van hetgeen hij projecteert. Nu zyn er twee projectie-apparaten nodig om een film van behoorlijke lengte te draaien. Zo'n film is nl. verdeeld over twee of drie of zelfs vier filmrollen. Vroeger moest dan bij het einde van een rol de voorstelling een ogenblik onderbroken worden, om een nieuwe rol op te zetten. „Einde van de eerste acte" kon men dan op het doek lezen. Tegenwoordig neemt een tweede projectie-apparaat het werk over en de film draait gewoon door, terwijl alleen een ingewijde zien kan, dat op een nieu we rol wordt overgegaan. Voor twee projectie- apparaten zijn dus vier openingen nodig. En de vijfde is voor de reclame-plaatjes." „Maar.... u neemt me niet kwalijk, de nieu we voorstelling begint weer Nieuwe gasten, nieuwe emoties. Ruisend rolt de filmband.... i- de Kroningsdag van Koningin Ju liana, uitgevoerd. En hoeNooit zag ik zo'n mooie optocht, nooit zo'n hartstochtelijke zanguitvoering van de schooljeugd, kinderspelen enz. 't Is werkelijk 'n pracht dag geweest. Niet dat we zelf zoveel drukte ge maakt hebben, maar ik heb genoten van die kleuters, die stonden te zin gen, alsof hun leven er van afhing; van de optocht, oerlelijke muziek, maar 't muziekte, en hoe 't dan ook is, 't hoort bij 'n feest, en 't paste er ook bij. Want, als voor zo'n optocht de Veense Harmonie zou marcheren, dat zou absoluut niet zo mooi zijn, als nu dat stel holle bamboe-klap pers. Daar achter volgde de jeugd (op z'n Zondags; met 'n broek of jurkje aan). Vervolgens de notabelen uit de dessah, o.m. de Loerah's (kam ponghoofden). Daarna de wat ze in Holland praalwagens zouden noe men. Alleen waren 't geen wagens, maar werden de producten (ik weet geen beter woord) gedragen. O.m. was er iets wat volgens mijn inzicht het Oranjehuis uitbeeldde. Een huis je, geheel met oranjepapier beplakt en versierd met groen en bloemen. Ook was er iets, ja ik denk dat dat het „Schip van Staat" voorstelde. Op die manier wordt er over ons Ko ninkrijk toch wel eens gesproken. Het was- een bootje, zwaar versierd natuurlijk, waarin ook 'n stuurrad gemaakt was, Twee jongetjes er in. Dé ene die achter 't stuur zat, met krijt zoveel mogelijk blank ge maakt. Die moest dan volgens mij de Hollander voorstellen die de zaak be stuurde. Het geheel werd gedragen door 'n stel bruintjes. Ja, verder nog 'n hele troep, zodat 't een behoorlijk lange groep was. 't Waren geen pro ducten, die door iedereen met 'n hoop geld gemaakt kunnen worden. Alles eenvoudig en primitief, zoals alles in Indië primitief is. Maar de ideeën waren prachtig en aan de uitvoering er van was, hoe primitief ook, heel veel zorg besteed. Wel is 't voor ons wel eens moeilijk de juiste houding aan te nemen. Die optocht was zuiver eerbetoon aan Ratoe Ju liana, en dus helemgnl niet iets om bij te lachen. Daarmede zouden de in landers zwaar beledigd zijn. Tijdens de optocht was er ook niet één inlan der, die lachte. Net eender was 't gesteld met de zangnummertjes van de jeugd. Wij zijn hier, als hoogste gezagsdragers, (ja je moet zo min niet over ons denken) bij zoiets natuurlijk 't middelpunt van de belangstelling, en, zoals ik eertijds bij de burge meester 't „Wien Neerlands Bloed" zong, zo stonden wij nu als burge meesters en luisterden naar het zin gen van die peuters. De tekst, die ge zongen werd, was ons wgl niet erg duidelijk, want van het Soendaeees hebben wij geen kaas gegeten, maar dat geeft niet als 't om zingen gaat. Maar 't was werkelijk machtig om te zien, hoe die kleuters hun best deden. Daarna de kinderspelen. Door de commandant was 'n beroep op ons gedaan, belangstelling te tonen. Dat is vanzelf aardiger voor die kin deren. Dat hebben we dan ook ge daan, en hebben er vast geen spijt van. 't Zou te veel worden, om ook daar alles van te schrijven, maar als het Veense Oranjegomité er in slaagt om met evenveel succes de kinderen op 't a.s. feest te amuseren, nou, dan is 't voor hen een daverend feest. Om 2 uur „makanan besar" het grote feestmaal. Na afloop tot niets anders meer in staat dan languit op bed. Daarmee was dus 't feest gesloten. En daar mee sluit ik dan ook deze brief, die geheel in 't teken van het feest staat, maar het is voor mij 'n dankbaar on derwerp geweest om over te pennen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5