Mensen In hun bemep
Een nieuwe gast neemt
zijn intrek
5)e weg, de-at de tucht
Een soldaat uit „de Venen'' over
een Oranjefeest in Indonesië
52 ui send rolt
de filmband...
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1948
DE LEIOSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
DE PARABEL VAN HET INTERNATIONALE HOTEL
Nadat in de eerste delen van de parabel, waarin de Kerk wordt vergeleken
met een internationaal hotel, de ligging en het uiterlijk voorkomen ervan zijn
beschreven, wordt nu in de trant i
verhaald en de eerste kennismaking va
gemeenschap.
f en gezellig zitje het ter-
ras voor het internationale hotel
„De Steenrots"! Telkens komen
nieuwe gezichten boven de Tand van
het plateau opduiken die' zich na
de afmattende klauterij over het
steile bergpad, het zweet van het
voorhoofd bétten en het stof van
hun kleren kloppen, om dan met een
verlicht gemoed op de ingang van
het hotel af te stevenen. Bij de in
gang een statige portiek is
«doorlopend gedrang.' Degenen, die
naar binnen willen, komen daar te
recht in een tegenstroming van .de
genen, die jjet hotel wensen te ver
laten, en het de rug toedraaien.
Deze laatsten slaan, als zij de in- en
uitgang zijn doorgedrongen, links-af,
waar een brede auto-weg in gemak
kelijke wendingen langs de berg
omlaag glijdt. Het is een moderne
baan met één-richting verkeer en
het is zeer aanlokkelijk in een vol
geladen autobus dalwaarts te zeu
len maar sportief is anders. Echte
alpinisten willen stijgen, stijgen,
steeds hoger stijgen en, op de top
gekomen, 'zouden zij het liefst in het
hemelblauw willen klimmen. Voor
dergelijke ondernemende sportlui
staat het hotel „De Steenrots" altijd
open.
Het in- en uittreden van
DE MENSEN-DROMMEN, het
bestuderen der vrolijke gezichten
van hen die binnen proberen te ko
men en de neerslachtige trekken
van hen, die zichzelf naar buiten
hebben gewrongen, is zulk een
boeiend schouwspel, dat ge ons
de heer Ahasverus en mij nog
steeds op het terras zoudt aantref
fen, als er niet plotseling een veran
dering in de weers-omstandigheden
te bespeuren viel. Het waait altijd
boven het rots-plateau hoge bo-"
men vangen veel critiek, maar
de massale voorgevel van het hotel
vangt de zeewind op. Het terras ligt-
dientengevolge in de luwte. Nu pak
ten zich echter dreigende wolken
samen, een wervelwind stak op en
deed de talloze jalouzieën en zon
neschermen aan het gebouw klap
peren en flapperen.
„Kom-aan" zei Ahasverus, ter
wijl hij zich de kraag over de oren
trok „Er is voor de zoveelste
keer storm op til. Ik ga weer eens
aan de wandel."
Daar wilden we echter niets van
weten. „Ge hebt geen tehuis"
p^itten wij „en het ziet er naar
uit, dat het gaat spoken. Wilt ge u
doornat laten regenen? Wees wijzer
en neem zolang het noodweer duurt,
uw toevlucht in de Steenrots. Gij
behoeft er immers niet te blijven?"
Door deZe taal liet de oude heer
zich overreden en wij mengden ons
onder degenen, die door de poort
'naar binnen-stuwden. Het was reeds
te merken, dat het kwik scherp daal
de; de aanloop was bijzonder groot,
terwijl de uitloop zienderoogen af
nam.
„Bij slecht weer -hokken de scha
pen bij elkaar" spotte mijn nieu
we kennis.
„Het hotel is niet voor niets ver
geleken met één grote schaapstal"
gingen wij geredelijk op zijn
scherts in. „De opzet is, dat er zal
zijn één schaapstal eri één herder"*
IN NORMALE GEVALLEN wordt
voor het betreden van het hotel
een doop- en vormbewijs verlangd.
Dank zij onze relaties met de Propa
ganda Fide die in het hotel haar ze
tel, maar in het duindorp beneden
haar kantoren en instellingen heeft,
waren we in het bezit gekomen van
een perskaart, die we toch niet no
dig hadden en daarom edelfnoedig
aan onze vriend afstonden.
Deze perskaart behoefde hij niet
te tonen aan de ingang. Iedereen
loopt daar vrij in en uit. Men valt
echter niet met de deur in huis.
Achter de ingangspoort strekt zich
een wijds, vierkant plein uit, aan
alle zijden door zuilen-gangen omge
ven. Midden op het plein schiet een
fontein op als een bundel blanke
struisveren van stuivend water, dat
gestadig neerplast in een bekken.
Dat bekken wordt het Bad van We1
dergeboorte genoemd, en niemand
komt het hotel binnen, alvorens
zich gedompeld en zich afgespoeld te
hebben in het verkwikkende
de-water.
stofd en bevuild op de berg zijn
gekomen is het een kostelijke gele
genheid om fris voor den dag te ko
men, maar de directie van het hotel
heeft er nog een andere bedoeling
mede. Het hotel „De Steenrots" is,
zoals wij" reeds eerder opmerkten
eigenlijk een hoogtezon-sanato-
rium en doorgangshuis voor herstel
lenden. Zonder voorafgaand onder
zoek is het de medische staf bekend,
dafr alle bezoekers lijden aan een
besmettelijke ziekte de „pecca-
tum originalis"waarvan zij slechts
genezen kunnen worden, en dan
terstond door een onderdompeling
in dit speciale bad. Voor deze be
smettelijke ziekte is de directie zeer
1 huiverig en daarom wordt zeer nauw
keurig toegekeken, dat niemand in
het sanatorium v/ordt opgenomen
zonder zich gebaad te hebben. Na
het bad kunnen de gasten zich, on
der de zuilengangen, kleden in rui-
schende witte gewaden, bruilofts
kleed genaamd, bij de uitreiking
waarvan het verzoek wordt gedaan,
het zo schoon mogelijk te houden.
„Bewaar het onbesmet tot voor de
troon van God". .Dat gelukt echter
deze gelijkenis de doopen vormgenade
een niet-katholiek met de Katholieke
woord van" zucht hij en geen
wonder. Het zijn Quillicaces-Ind:.a-
nen uit de oerwouden van de Ama
zone. Met een Neger-echtpaar dat
omringd van een kroezige kinder
schaar, achter hem op een bank nog
al luidruchtig zit te keuvelen, waagt
hij het maar niet meer. ..Als net zo
moet...." denkt hij, maar hij
vermant zich, zet een paar stappen,
die wegzinken in het mollige tapij:
en hoort zich plotseling in zijn go*£è
moedertaal aanspreken: „.Overal ge
zocht, eindelijk gevonden! Welkom,
welkom in ons midden". Handdruk
ken over en weer. Kennis maken.
Voorstellen. „Woont u hier al lang?"
informeert de nieuweling. „Al
jaren. Sommigen zijn in het hotel
geboren.' „Is het hier altijd zo
feestelijk?' „Het is hier iedere dag
feest." „Dat mag ik wel" zegt
de nieuwe gast, nu geheel op zijn
gemak in het internationaal gewoel.
Te zamen met zijn landgenoten zien
wij hem verdwijnen in de veelbe-
spraakte menigte van de feestvie
rende Christenheid.
Ahasverus had dit tafereel gadege
slagen glurend achter een zuil. In
zijn versleten jas voelde hij zich niet
op zijn plaats tussen de witte brui-
lofts-vierders. Mot een dienstlift ver
voerden wij hem naar de afdeling van
de „displaced persons". waar enige
stamverwante gasten hem binnen
smokkelden. v. P.
maar weinigen. Het moet herhaalde
lijk in de was. Echter zonder brui
loftskleed wordtniemand tot de
maaltijden toegelaten. „Er was een
man, die geen bruiloftskleed aan
had. Maar, vriend, hoe zijt ge hier
binnen gekomen?"
Het doopbewijs is volstrekt vol
doende om zich naar de hoogste
verdiepingen van het hotel te bege
ven kleine kindertjes huppelen
meteen uit het bad de majestueuse
trappen op maar van volwassen
mannen en vrouwen wenst de direc
tie dat zij bovendien hun persoons
bewijs of ge'oofsbrief kunnen tonen.
Zij moeten uitdrukkelijk verklaren,
in het sanatorium te willen worden
opgenomen, op de hoogte te zijn van
de voorschriften, in te stemmen met
de doelstelling van het hotel en zich
te zullen onderwerpen aan de lei
ding van da geneesheren. Pas als rij
deze verklaring hebben afgelegd,
wordt hun bij wijze van stemoel,
door de geneesheren de handen op
gelegd en kunnen zij de brede mar
meren trappen bestijgen, die van het
voorplein opvoeren naar het ge
bouw.
Met een ernstig en strak
GEZICHT en afgemeten tred,
onder de indruk van de afgelegde
verklaring, nog wat onwennig in hun
iange witte bruiloftskleed, schrijden
ze omhoog. Je voelt zo echt dat nie
mand voor zijn plezier in een sana
torium gaat. Je kunt er natuurlijk
weer uitlopen, maar dan verspeel
je de kans genezen te worden. Dik
wijls wordt de kwaal dan echter van
kwaad tot erger, want het bruilofts
kleed raak je nooit meer kwijt, ook
al verscheur je het in flarden om
je lijf.
Wat schithtig presenteren de nieu- i u
welingen hun doopbewijs en geloots- j jaar uit geheel Engeland hebben
KUNSTCRITICI.
Deze twee hummels bestuderen met
de grootste ernst de kunstwerken van
de Nationale Tentoonstelling van
Kunst door Kinderen, die in de Aca
demy Hall in Londen wordt gehou
den. 13.700 kinderen tussen 5 en 16
brief aan de portiersloge, waar
zware boeken de komende gast wordt
in- en de vertrekkende gast wordt
afgeschreven. „Uw nationaliteit"
vraagt de portier over zijn brii.e-
glazen heen. „Nederlander".
„Vijfde verdieping. U kunt lift 35
nemen, tenzij dat u zich eerst in de
hal wilt verpozen".
De nieuwe gast neemt zich heuig
voor, onmiddellijk zijn kamer (no.
N. 3.567.389 hier is de sleutel") op
te zoeken en van vermoeienis onver
wijld onder de wol te kruipen, maar
als hij de. glazen vleugeldeuren, die
op de hal openzwaaien met de re
gelmaat van een ruitenwisser is
doorgeglipt, blijft hij beduusd en be
toverd staan. Toevallig is hij geen
boertje van buiten. Hij is een bereisd
man, die in véle hotels heeft ver
keerd, maar nu voelt hij zich even
een beertje van buiten. Onder een
enorme g azen koepel cirkelen zich
gaanderijen, die langs sierlijke bron
zen trappen afdalen naar de begane
grond, v/elke met zware tapijten is
belegd. De gehele ruimte is door-
gonsd van het violijk gepraat en ge
lach van duizenden in het wit-gekle-
de mannen en vrouwen, die over de
balustraden hangen, op de rood-flu-
welen banken zitten of op en neer
wandelen in een geanimeerd ge
sprek.
Hij probeert de taal op te vangen
van een groepje, dat langs hem
heenwandeit en hem vriendelijk toe
knikt. „Ik versta er geen stom
proeven van hun aesthetische be
kwaamheid ingezonden. De prijswin
naars ontvangen, behalve een
op de expositie, geldelijke steun voor
i srdere ontwikkeling hunner i
talenten.
NAAR EN IN INDONESIË
Amsterdam—Batavia: een afstand
van 14.500 km over zeeen, bergen
wouden en woestijnen, van de Noord
zee tot de kust van de Indische
Oceaan, 's Maandagsmorgen instap
pen op schiphol, de eerste nacht sla
pen in Cairo, de tweede nacht slapend
doorvliegen, dan voor het eerst onder
een klamboe liggen in Bangkok en
Donderdagsmiddags op het blinkend
beton van Batavia's vliegveld Kema-
joran lopen: het is de gewoonste zaak
van de wereld geworden.
Iedere dag weer vertrekken '40
passagiers van Schiphol met één der
'reusachtige Constellations, alsof ze
even een rondvluchtje boven het
polderlandschap gaan maken, in-
plaats van een tocht naar de tropen,
een hap uit de aardbol, die overigens
van de snelle Lockheed nog maar
36 vlieguren vergt.
En dit, nog geen 25 jaar, nadat een
drietal „fantasten" (want zo werden
ze toen beschouwd) met een twee-
tons Fokkertje, dat één moter bezat
en een kruissnelheid van 140 km per
uur de weg door de lucht van Am
sterdam naar Batavia gebaand had
den na een uitputtende en enerve
rende tocht van 127 vlieguren.
Ontdekking en ontwikkeling
Eeuwen geleden reeds is de ge
schiedenis begonnen: toen, n.l. ont
dekten Portugezen en Nederlanders
met hun wankele scheepjes de weg
naar Indië. Toen deze eenmaal be
kend was, voeren de zeilschepen de
Nederlandse havens uit om, als de
wind wilde meewerken, drie maan
den later het anker te laten vallen
voor de kust van Java. In de tijd,
dat het Suezkanaal eenmaal gegra
ven was en er stoom- én motor
schepen kwamen, duurde de reis nog
maar een maand: een geweldige
vooruitgang. Toen de eerste vliegtocht
had plaats gevonden kon men de
reisduur al in weken gaan afmeten.
In 1930 werd de vaste lijndienst Am
sterdamBatavia geopend met één
vlucht in de twee weken en een reis
duur van 14 dagen. Geleidelijk aan
ging de ontwikkeling verder, de
vliegtuigen werden groter en sneller
en na een geschiedenis van ups en
dwons is het nu zover, dat dage» ij ks
èn op Schiphol èn Kemajoran een
vliegende Hollander vertrekt voor de
tocht over drie werelddelen.
uit enkele vervoerscijfers uit de pe
riode na de oorlog, een oorlog waar
in niet alleen de luchtvloot was ver
dwenen en Schiphol veranderd in één
grote ruine, maar waarin ook de or
ganisatie langs de route zo goed
als geheel geëlimineerd was. Van 10
November 1945 tot en met Juni 1948
werden op deze lijn 49.482 passagiers
vervoerd en 902. 481 kg wacht, post
en overbagage: een bewijs van het
belang van deze luchtverbinding
tussen Nederland en Indonesië
De luchtvaart In Indonesië
Dat in Indonesië de belangstelling
voor de luchtvaart nog groter was
dan in Nederland is alleszins ver
klaarbaar. De vervoersmiddelen
die men had over land en zee,
waren te langzaam gezien de enorme
afstanden. Batavia en Soerabaja lig
gen even ver van elkaar als Amster
dam en Kopenhagen, Makassar even
ver van Batavia als Lissabon van
Amsterdam. In 1928 werd de eerste
lijndienst in Indië geopend. Hierbij
werden drie plaatsen aangedaan.
Thans vliegt men van Batavia uit op
27 pi'aatsen in Indonesië en vier daar
buiten. In 1947 nam de K.L.M. het
gehele meer dan 23.000 km lange
lijnennet van de KNILM in Indonesië
op zich als een aparte tak van dienst:
het Interinsulair Bedrijf Batavia,, dat
momenteel 23 DC-3 toesteVen en 3
Catalina vliegboten heeft. En. als de
bekroning van 2 decennia luchtvaart
geschiedenis zal Indonesië met in
gang van 23 Sept. via Bangkok ver
bonden wordeh met China.
Over de gehele Archipel boven
vulkanen en sawahs, boven berg-
meertjes en onderzeese koralen ron
ken nu de Vliegende Hollanders.
Al is Indonesië nog steeds een land
in staat van opbouw, toch beschikt het
reeds over een 28-tal vliegvelden voor
de burgerluchtvaart, die in redelijk
ze luchthavens, die verspreid liggen
over de gehele Archipel van Oost
naar West, van Hollandia tot Sabang
en van Noord naar Zuid, van Tara-
kan tot Koepang. „Luchthaven" is
veelal een groot woord voor deze air
strips, die soms slechts bestaan uit een
grasbaan en waar de gehele stations
dienst plus het havenmeesterschap
wordt uitgeoefend door één man ge
holpen door enkele koelies. Doordat
de wind echter vrij constant uit één
richting waait, kan men bijna overal
met één startbaan volstaan.
Het vliegveld Kemajoran is de
best geoutilleerde, en een der groot
ste luchthavens van geheel Zuid-Oost
Azië; het heeft twee lange startbanen
en uitgebreide technische werkplaat
sen, waar het onderhoud der gehe
le luchtvloot plaats heeft. Kemaporan
verwerkt dage1 ij ks 'n zestig-tal vlieg
tuigen; op dit „Sciphol van het Verre
Oosten" werken 3.000 employe's
Soerabaja bezit de tweede lucht
haven, Makassar, de hofdstad van
Oost Indonesië, zal in de toekomst
waarschijnlijk in het internationale
luchtverkeer van Oost-Azië naar
Australië een belangrijke rol te ver
vullen krijgen.
Op sommige van de kleinere vlieg
velden wortd de radioverbinding nog
door de plaatselijke P.T.T. verzorgd.
Slechts 7 van de 28 velden hebben
nachtverlichting. Vaak zijn de toe
standen nog primitief, zoals op Ba1!,
waar egn omrastering gemaakt moest
worden omdat de koeien rustig over
de startbaan wandelen of zoals op
Maoemere (Flores) waar cle KLM-
meester en meteo-employé, te paard
het vliegveld rondgaat voor de ge
wone controle; op Kondari wordt als
sjormateriaal voor de 7ading oud te
lefoondraad gebruikt, dat de Ameri
kanen in het kreupelhout achterlieten
Grote toekomst
De afdeling burgerluchtvaart van
het Departement van Verkeer, Ener
gie en Mijnwezen te Batavia heeft de
zorg voor het onderhoud van al deze
vliegvelden en voor dc aanleg van
nieuwe. Zij heeft nog voor vele jaren
werk eer alles op Westers peil ge
bracht is. Dit zal noodzakelijk zijn,
want in een land, 5000 km breed en
2000 km lang met haar 1700 eilanden
bruikbare staat verkeren. De KLM gaat het vliegtuig als middel van ver-
onderhoudt verbindingen met al de- voer een grote toekomst tegemoet.
(Onderstaande brief is door een i
Tot wat het is uitgegroeid blijkt wel ütair in Indonesië naar huis ge-
schreven.
Wij plaatsen hem hier graag onge-
wijzigd. Zonder enige opsmuk ver
haalt deze militair, hoe er in Indië
feest is gevierd ter ere van de Konin
gin; hoe daar de militairen, die hun
plicht doen en hun taak begrijpen -r-
die bestaat in het dienen der bevol
king door orde en rust te verzeke
ren worden gewaardeerd. Dat al
les is écht geschréven, zo uit het
hart, zonder enige andere bedoeling,
dan te zeggen, hoe 't daar werke
lijk is.)
SERANG, 6 Sept. 1948.
Als dat zo door gaat, dan zal gene
raal Spoor, als we eenmaal weer in
de burgermaatschappij zijn terugge
keerd, met alle bis-nis en soesah var»
dien, van ons 'tzelfde te horen krij
gen, als eertijds de Joden, toen ze
naar 't Beloofde Land trokken tot
Mozes zeiden: „had ons maar bij dc
vleespotten van Egypte gelaten." Mei
'n kleine variant wordt het dan na
tuurlijk „de vleespotten van Serang"
Ja, de bik was weer goed vandaag. Jc
zou zeggen: als de bevolking 13 kip
pen, 10 geiten en 'n karbouw brengt
voor 40 man, nou, dan kan er gege
ten worden. Maar laat ik bij 't begin
j beginnen. Het programma, dat op 31
Aug. niét door kon gan, is vandaag,
de mensenmassa's de bioscooptheaters in en
uit. Dag in dag uit, alsmaar nieuwe mensen, die
het afscheid van de oude koningin willen zien
en zich laten ontroeren door de charme van
een jonge vorstin, zo eenvoudig in de pracht
van haar koningsmantel.
Dit zijn de dagen, waarop heel Nederland in
de biscoop zit.
„De zaken .gaan maar goed", zei ik tegen de
bioscoop-exploitant en ik glimlachte. Hij glim
lachte ook. x
„Och ja, zei hij, zo'n filmreportage trekt. Ik
mag niet klagen.
Je ziet nu mensen in je zaal, die je anders
nooit ziet. Mensen, die voor de mooiste en
kunstzinnigste film met geen stok naar de bios
coop te krijgen zijn. Maar om ons Vorstenhuis
te zien, daarvoor komen ze. Het zuiverste be
wijs, hoe diep de liefde n de belangstelling voor
ons Vorstenhuis geworteld zit in het hart van
het volk. Geen volksstemming en geen opinie
onderzoek kan zo'n sprekende getuigenis zijn
als dit."
„Goede films voor de. Vermakelijkheidsbelas
ting." zei ik met een ondeugende tinteling in
mijn overigens trouwe blauwe ogen, want ik
wilde hem op z'n stokpaardje zetten.
„O, dat gaat wel", zei hij tot mijn verrassing.
„Voor deze films is maar 20 van de opbrengst
verschuldigd. Deze behoren tot de z.g. A-films".
„Ah juist; voor films met een culturele of op
voedkundige strekking en dergelijke is minder
belasting verschuldigd", herinnerde ik mij.
„Voor de overwegend amusements> films is de
belasting 35 hier in Leiden. Dat breekt ons
de nek, meneer. Gaat u maar eens na: alleen
al het huren van de films komt ons op circa
40 van ons budget te. staan. En dan nog: de
reclame, de electriciteitsrekening, de stoffering
van de zaal, de verwarming 's winters, de kos
ten van ons personeel, de projectie-apparatuur,
die voortdurend gecontroleerd en bij gehouden
moet worden enz. enz. Om van de andere be
lastingen maar niet eens te spreken. Neen, het
pad van een bioscoop-exploitant loopt heus niet
over rozen."
„Maar zulke films strooien toch wel een
klein roosje op uw pad?"
„Er moesten meer van die films voorradig
zijn. Ik bedoel over het algémeen culturele
films."
„Ik dacht, dat bioscooptheaters weinig heil
zagen in culturele films; bekeken dan van de
kant der kassa."
„Is ook zo, antwoordde hij, je kunt ze niet zo
makkelijk in je wekelijkse programma brengen.
Maar overigens is er vraag genoeg naar goede
culturele films, documentaires en zo. Maar je
moet ze kunnen laten draaien op een bepaald
uur, voor de liefhebbers. K. en O. bijv. doet al
iets in die richting."
„En de Studenten Film Liga", vulde ik aan,
want ik had herinneringen aan nachtelijke
filmvoorstellingen.
„Inderdaad, maar de studenten hebben een
aparte smaak. Zij willen nogal 'ns film uit de
oude doos, wat in elk geval dit voordeel heeft,
dat je kunt zien, welke een enorme vooruitgang
d ilmkunst heeft gemaakt."
„Wat wil „het grote publiek" nu tegenwoor-
dig?"
„Show en luchtigheid! Er moet veel te zien
zijn, iets bijzonders, en het mag niet zwaar op
de hand zijn."
„Het succes van de Amerikaanse films",
merkte ik op. 1
„Precies. De Amerikanen stellen zich geheel
in op de smagk van het publiek. En hun films
gaan er in als koek, hier ook. Vei'sta me goed,
ik bepaal hier geen standpunt omtrent de fil
misch artistieke of morele waarde van die films,
maar constateer eenvoudig het feit."
„U draait ze dan natuurlijk ook bij voorkeur".
„Kijkt u eens aan. Het draaien van Ameri
kaanse films is een kwestie van deviezen. Voor
dit half jaar, dat nu loopt van Augustus tot Fe
bruari, mogen wij niet meer dan 18 van de 26
weken Amerikanen draaien. Acht weken moe
ten gewijd zijn aan Europese films, dus Hol
landse, als ze er zijn, Franse, of Engelse, Deense,
Zweedse of Mexicaanse.
„Mexicaanse films? Ligt Mexico tegenwoor
dig in Europa?"
„Ja, 't is wel merkwaardig, maar Mexicaanse
films worden onder de Europese gerangschikt!
Na Februari mogen we van de 26 weken er 20
Amerikanen ingooien. En reken u maar, dat
geen enkele exploitant erover denkt, om er dan
19 in .plaats van 20 te nemen. Ze zijn allemaal
wild op Amerikanen! 't Is merkwaardig, maar
de mensen schijnen dat echte Amerikaanse slang
graag te horen. En ze verstaan het ook
„Een typisch na-ooylogsverschijnsel."
„Ja, even goed als het feit, dat men genoeg
heeft van verzetsfilms. De doorsnee Nederlan
der wordt niet graag meer herinnerd aan de
narigheid van de bezetting. En daarom heb ik
een hard hoofd in de nieuwste Hollandse film
„Not in vain", die weer 'ns het verzet behan
delt. Maar ik heb hem nog niet gezien
„Kunt u alle films van te voren zien, voordat
u ze neemt?"
„Jazeker. Neen, wij hoeven tegenwoordig
geen kat meer in een zak te kopen. Iedere
Maandag is er te Amsterdam een filmbeurs.
Daar heeft elk verhuurkantoor zijn aparte af
deling en daar worden afspraken gemaakt en
films gehuurd, ofschoon ik de meeste films be
trek vanbezoekende reizigers. Maar in elk ge
val, daar komen de filmmensen bij elkaar en bij
die gelegenheid worden tevens z.g. trade shows
gegeven door de diverse verhuurkantoren, be
drijf svoorstellingen, waarin ieder kennis kan
maken met de nieuwste geïmporteerde films.
Ook in andere steden worden wel trade shows
gegeven, maar de meeste zijn in Amsterdam."
„Nog één vraag: Waarom hebben de meeste
filmtheaters vijf projectie-openingen? Is één
niet voldoende?"
„Neen, dat zou te weinig zijn. Eén opening
dient voor de projectie en een andere voor het
waarnemen door de opérateur van hetgeen hij
projecteert. Nu zyn er twee projectie-apparaten
nodig om een film van behoorlijke lengte te
draaien. Zo'n film is nl. verdeeld over twee of
drie of zelfs vier filmrollen. Vroeger moest dan
bij het einde van een rol de voorstelling een
ogenblik onderbroken worden, om een nieuwe
rol op te zetten. „Einde van de eerste acte" kon
men dan op het doek lezen. Tegenwoordig
neemt een tweede projectie-apparaat het werk
over en de film draait gewoon door, terwijl
alleen een ingewijde zien kan, dat op een nieu
we rol wordt overgegaan. Voor twee projectie-
apparaten zijn dus vier openingen nodig. En de
vijfde is voor de reclame-plaatjes."
„Maar.... u neemt me niet kwalijk, de nieu
we voorstelling begint weer
Nieuwe gasten, nieuwe emoties.
Ruisend rolt de filmband....
i- de Kroningsdag van Koningin Ju
liana, uitgevoerd. En hoeNooit
zag ik zo'n mooie optocht, nooit zo'n
hartstochtelijke zanguitvoering van
de schooljeugd, kinderspelen enz. 't
Is werkelijk 'n pracht dag geweest.
Niet dat we zelf zoveel drukte ge
maakt hebben, maar ik heb genoten
van die kleuters, die stonden te zin
gen, alsof hun leven er van afhing;
van de optocht, oerlelijke muziek,
maar 't muziekte, en hoe 't dan ook
is, 't hoort bij 'n feest, en 't paste er
ook bij. Want, als voor zo'n optocht
de Veense Harmonie zou marcheren,
dat zou absoluut niet zo mooi zijn,
als nu dat stel holle bamboe-klap
pers. Daar achter volgde de jeugd
(op z'n Zondags; met 'n broek of
jurkje aan). Vervolgens de notabelen
uit de dessah, o.m. de Loerah's (kam
ponghoofden). Daarna de wat ze in
Holland praalwagens zouden noe
men. Alleen waren 't geen wagens,
maar werden de producten (ik weet
geen beter woord) gedragen. O.m.
was er iets wat volgens mijn inzicht
het Oranjehuis uitbeeldde. Een huis
je, geheel met oranjepapier beplakt
en versierd met groen en bloemen.
Ook was er iets, ja ik denk dat dat
het „Schip van Staat" voorstelde. Op
die manier wordt er over ons Ko
ninkrijk toch wel eens gesproken.
Het was- een bootje, zwaar versierd
natuurlijk, waarin ook 'n stuurrad
gemaakt was, Twee jongetjes er in.
Dé ene die achter 't stuur zat, met
krijt zoveel mogelijk blank ge
maakt. Die moest dan volgens mij de
Hollander voorstellen die de zaak be
stuurde. Het geheel werd gedragen
door 'n stel bruintjes. Ja, verder nog
'n hele troep, zodat 't een behoorlijk
lange groep was. 't Waren geen pro
ducten, die door iedereen met 'n
hoop geld gemaakt kunnen worden.
Alles eenvoudig en primitief, zoals
alles in Indië primitief is. Maar de
ideeën waren prachtig en aan de
uitvoering er van was, hoe primitief
ook, heel veel zorg besteed. Wel is 't
voor ons wel eens moeilijk de juiste
houding aan te nemen. Die optocht
was zuiver eerbetoon aan Ratoe Ju
liana, en dus helemgnl niet iets om
bij te lachen. Daarmede zouden de in
landers zwaar beledigd zijn. Tijdens
de optocht was er ook niet één inlan
der, die lachte. Net eender was 't
gesteld met de zangnummertjes van
de jeugd. Wij zijn hier, als hoogste
gezagsdragers, (ja je moet zo min niet
over ons denken) bij zoiets natuurlijk
't middelpunt van de belangstelling,
en, zoals ik eertijds bij de burge
meester 't „Wien Neerlands Bloed"
zong, zo stonden wij nu als burge
meesters en luisterden naar het zin
gen van die peuters. De tekst, die ge
zongen werd, was ons wgl niet erg
duidelijk, want van het Soendaeees
hebben wij geen kaas gegeten, maar
dat geeft niet als 't om zingen gaat.
Maar 't was werkelijk machtig om
te zien, hoe die kleuters hun best
deden. Daarna de kinderspelen.
Door de commandant was 'n beroep op
ons gedaan, belangstelling te tonen.
Dat is vanzelf aardiger voor die kin
deren. Dat hebben we dan ook ge
daan, en hebben er vast geen spijt
van. 't Zou te veel worden, om ook
daar alles van te schrijven, maar als
het Veense Oranjegomité er in slaagt
om met evenveel succes de kinderen
op 't a.s. feest te amuseren, nou, dan
is 't voor hen een daverend feest.
Om 2 uur „makanan besar" het
grote feestmaal.
Na afloop tot niets anders meer in
staat dan languit op bed. Daarmee
was dus 't feest gesloten. En daar
mee sluit ik dan ook deze brief, die
geheel in 't teken van het feest staat,
maar het is voor mij 'n dankbaar on
derwerp geweest om over te pennen.