ANT ALS ALTIJD
Zó kan het geen 14 dagen
meer duren!
Z.H. de Paus richt zich tot
de t)uitse Katholieken
Macvt ap hel £lgóée vecht men utanhapig tegen de andetgang
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1948
DE LEIDSE COURANT
I vVEEDE BLAD PAGINA 1
DE PARABEL VAN HET INTERNATIONALE HOTEL
n
MIJN OOM BEHEERDE EEN HO-
IV1 TEL, dat tot de grootste en def
tigste in den lande wordt gerekend.
Het is echter niet altijd zo groot en
deftig geweest. Oorspronkelijk was
het eei* landelijk café aan de grens
van een omvangrijke stad. Indien ik
u de naam van het hotel noemde,
zoudt ge wel pret hebben te verne
men, dat in die tijd van landelijke
eenvoud mijn oom zichzelf en zijn
beide tantes in pijnlijke verlegen
heid bracht door op een dorstig ogen
blik de kan met melk leeg te drin
ken. Daarmede was de gehele melk-
voorziening van het hotel opge
droogd. Op het terras -dat er nog
steeds is zaten de gasten gedul
dig te wachten op hun „koffie-ver-
keerd", dat nooit kwam opdagen,
omdat de jeugdige directeur de melk
kan had uitgeslobberd. Dan moet je
er nu komen! Een leger van zwart
gerokte kellners zweeft buigend en
glimlachend tussen de taf leitjes
door. Over de dikke rode lopers van
de statige trappen schrijden diplo
maten met hun opgedofte ega's. En
niemand kan het hotel binnengaan,
of hij wordt door een hooghartige
portier op zijn maatschappelijk wel
zijn getaxeerd. Alles hevig chic
maar als ik er een, zeldzaam, bezoek
breng, denk ik altijd aan de lege
melkkan en wég is de chic.
DIT FAMILIEVERHAAL schoot
me te binnen als een bijzonder
geschikte inleiding op het tweede ge
deelte van de parabel van het inter
nationale hotel.
Ook het hotel „De Steenrots", zo
majestuteus zetelend op het berg-
massief, is heel e^ivoudig en lande
lijk ingezet, maar poogde reeds van
het eerste begin af de gehele we
reld naar zich toe te trekken. Dat
gelukte ook dank zij de methode
alle landen door te trekken en er
reclame voor te haken.
Men kan het. betreuren of niet,
maar het gevolg van die enorme toe
loop van gasten was, dat het rustie
ke optrekje moest worden omge
bouwd tot een flink hotel, waaraan
later nog nieuwe vleugels en bijge
bouwen werden toegevoegd. Maar
al mocht de omvang van het hotel
toenemen, aan één ding werd niets
veranderd, namelijk aan de statuten
van deze internationale instelling en
door deze statuten wordt de sfeer
van het hotel bepaald.
LIET HOTEL „DE STEENROTS"
**heeft altijd een eigen karakter
gehad, dat nogal afwijkt van het ho
tel van mijn oom. Ik durf gerust te
zeggen, dat mijn oom er nooit aan
gedacht heeft zijn zaak tot een sana
torium voor open en geheime lijders
en tot een doorgangshuis voor maat-
schappelijk-zwakken te maken, en
dat is nu juist wél de doelstelling van
het huis op de Steenrots. „Spoed u
naar de pleinen en straten der stad,
en breng de armen en gebrekkigen,
de blinden en kreupelen hier bin
nen.... want mijn huis moet vol
zijn."
Het is niet de taak van de Kerk
de braven te zoeken, maar de zon
daars. Met een laatste restje zelf
kennis behoren we daar allen toe.
Om de genezingskuur in het grote
sanatorium met enige kans op wel
slagen te kunnen volgen, behoeven
de patiënten niet over geld of goed
te beschikken, maar onontbeerlijk is
de boetvaardigheid, als ge een an
der woord wilt: een nederig berouw.
Als de patiënt niet boetvaardig en
nederig van harte is, loopt de gehele
genezingskuur spaak. Hij wordt óf
als ongeheeslijk uit het sanatorium
ontslagen óf, en dit gebeurt helaas
vaak, hij gaat eigener 'beweging heen.
Alvorens evenwel meer te zeggen
over de kuur, die in dit sanatorium-
hotel op de lijders wordt toegepast,
lijkt het ons beter eerst iets te ver
tellen over de inrichting en het be
stuur van het gebouwen-complex.
De bijzonderheden over de genees
methode komen daarbij vanzelf ter
sprake
Uit de aard van zijn doelstelling kan
men afleiden, dat het hotel „De
Steenrots", al ziet het er van buiten
nog zo vorstelijk uit, geen chique of
deftige gelegenheid is. Het heeft
meer weg van een reusachtig groot
volkslogement, dat zich aanpast bij
de meest bescheiden beurzen. De
verpleging is er gratis; rang of stand
geven de doorslag niet. Een koning
en een millionair ondergaan precies I
dezelfde kuur als de man van de j
straat, maar het is niet onbetamelijk i
te achten, dat wie het breed heeft,
het ook breed laat hangen. Het hotel I
moet immers óók bestaan; en de a:l-
ministratie alleen al .verslindt som- I
men om van te duizelen.
Als ge op het plateau vóór
HET HOTEL staat, vanwaar men
een heerlijk en verruimend verge
zicht heeft over de knusse bedrijvig
heid van het land en de machte
loze woede van de zee, zal het, ook
aan iemand, die van kunsthistorie
toeten noch blazen weet. Onmiddel
lijk opvallen, dat het uiteenlopend
van stijl is en toch in zijn geheel
de indruk van een even schilderach
tige als forse eenheid verwekt.
Te verwonderen is dat niet. Er is
19 eeuwen aan gebouwd, en ge zult
bemerkt hebben, dat er nog steeds
aan gebouwd wordt in de hyper-mo
derne stijl van de Katholieke Actie.
Op een basement van ruwe natuur
steen, afkomstig van de verwoeste
Tempel in Jeruzalem, verheffen zich
lange rijen gepolijste zuilen, gestolen
uit de verlaten tempels van Griekse
en Romeinse afgoden. De eerste ver
dieping. verraadt Byzantijnse, de
tweede Carolingische invloed. De
Gothiek met hoge spitsboog-ramen
en talloze pinakels begint dan een
woordje mee te spreken, maar wordt
weer overtroffen door de guirlan
des en festoenen van de Renaissance,
door de sierlijke bewogenheid van de
Barok, welke echter gedrukt wordt
door de strenge herleving van de
klassieke stijl en een afstandse op
bloei en uitbloei van namaak-go-
thiek.
De verdiepingen daarboven zijn in
de stijl der nieuwe zakelijkheid,
doch men moet het hoofd al in de
nek leggen om ze te kunnen bekij
ken. Het gebouw rijst zo hoog op,
dat het zich in het blauw van 'de
hemel verliest. Dit mengelmoes van
stijlen wordt verlucht door vergulde
balcons van Japanse makelij, welke
overhuifd worden door ver-uitsprin
gende Chineese daken met draken
koppen. Hier en daar zijn in nissen
beelden geplaatst, welke ge mis
schien met een meewarig hoofd
schudden aanziet voor de minste
kunstuitingen, doch meerendeels de
allerindividueelste expressie zijn van
de allerindividueelste emoties van
Neger-kunstenaars uit de Afrikaanse'
binnenlanden.
|7EN TOERIST, die iedere keer de
*-J berg beklautert en op het plateau
in een gemakkelijke stoel gaat han
gen, zonder er ooit toe te komen -het
hotel binnen te gaan, verklaarde ons:
„Het zou een goed hotel zijn voor
Volkenbond of U.N.O."
„Dat is het reeds" antwoord
den wij.
„Maar vertel ,me eens" trok hij
aan onze mouw hoe het komt,
dat hier de stijlen van eeuwen en
volkeren door elkaar zijn gerom
meld en er in totaal gezien niets
rammelt?"
„Om 'de eenvoudige reden, dat het
grondplan van de bouw en de grond
gedachte van de versiering nooit is
losgelaten."
„En dat grondplan.
„Is het Kruis. De bouwlieden en
architecten werken niet met passer
en lineaal, maar met het Kruis. Het
blijft een geheim, maar het is overal
bekend, dat de eerste steen, de Hoek
steen, gelegd is op het Kruis. Van
deze grondvorm is nooit o.f te nim
mer afgeweken. Daar-door wordt de
eenheid in veelheid verklaard."
„Zo, zo.peinsde hij „Een
merkwaardig gebouw, merkwaardig
ook omdat ik hier al 19 eeuwen kom
Niet voor passagiers. Het eerste
Engelse viermotorige straalvliegtuig
de Tudor VIII, heeft zijn eerste proef
vlucht gemaakt met kapt.-vlieger
Jimmy Orrelli, de invlieger van de
Avro-fabrieken, aan de stuurknup-
pel. Het toestel zal nooit voor passa
giersvervoer worden gebruikt, daar
het gebouwd is voor proefnemingen
met straalmotoren op grote hoogte.
Het toestel heeft een plafond van
meer dan 13 k.m.
kijken mijn naam is Ahasverus
en iedere keer verwacht: nu zal het
binnenkort wel instorten. Bij storm
weer kraakt het aan alle kanten.
„Maak u geen zorg" zeiden wij
„Krakende wagens enzDr.
Pierson heeft het in deftiger Neder
lands vertolkt: „Als algemeene uit
komst van het historisch onderzoek
mag men wel zeggen: de Kerk heeft
voortdurend in een toestand ver
keerd, waarvan de menschelijke
wijsheid prognosticeeren moest: zoó
kan het geen veertien dagen meer
duren."
„Zeer juist, zeer juist!" glim
lachte Ahaverus weemoedig. „En
hoe dat?"
„Het zal op u misschien weinig in
druk maken, maar dit merkwaardi
ge hotel is de als een parabel inge
klede Kerk van Christus. Volgens
goddelijke belofte zal zij blijven
staan op deze Rots tot het einde der
tijden".
„Macaulay" herinnerde zich
Ahasverus „ge kent hem toch?"
„Zeker! De beroemde Engelse ge
schiedschrijver."
„Macaulay heeft hier in de vorige
eeuw ook geruime tijd zitten stude
ren, zonder er evenmin toe te ko
men uw hotel binnen te gaan. Hij
heeft echter een vreemd oordeel uit
gesproken, dat enigszins klopt met
uw verwachtingen:
Wij zien "ook geen enkele re
den, dat het naderend einde ha-
rer lange heerschappij voor
spelt. Zij zag de opkomst van al
le staatsbesturen, van alle ker
kelijke instellingen, die heden
in de wereld bestaan, en wij zijn
er niet zeker van, dat zij. niet
bestemd is .ook aller einde te
aanschouwen. Zij was groot en
geëerd, voordat de Sakser zijn
'voet* zette op Brittannië voordat
de Frank de Rijn overstak, toen
de Griekse welsorékendheid nog
bloeide te Antichië, toen nog af
goden werden aanbeden in de tem
nel van Mekka. En zij kan nog
in o endveirmedkrnen en en
in onverminderde kracht be
staan, als een of ander reiziger
uit Nieuw-Zeeland zich te mid
den ener uitgestrekte eenzaam
heid, zal neerzetten op een ge
broken boog van de London-
bridge, om schetsen te maken
van de ruïnen der St. Paulus-
kerk".
„Misschien was Macaulay een pro
feet" zeiden wij na het lang citaat
„al was hij dan een aarzelend
profeet."
v. P.
Kardinaal Frings
richt boodschap tot
de gehele wereld
„Nogmaals komen wij als
smekelingen"
De Duitse Bisschoppenconferentie
t^ Fulda is beëindigd met een Lof in
de Dom en een manifestatie van
trouw aan de H. Vader op het Dom
plein te Fulda.
Kardinaal dr. Frings, Aartsbisschop
van Keulen en voorzitter van de Con
ferentie. las tijdens het Lof van de
"kansel in het Duits en Engels een
boodschap voor, welke hij namens de
Duitse Caritas-Verbond tot de gehele
wereld richtte.
„Altijd zal het een roemrijke blad
zijde in de geschiedenis der mensheid
blijven, dat sinds 1945, zo vlug de
wapenen werden neergelegd, de
christelijke Caritas zich over hét ten
gronde liggende Duitse volk boog op
een ogenblik, toen men ons kort te
voren nóg had beschouwd als de erg
ste vijanden van de menselijke be
schaving. Ook reeds tijdens de oorlog
sluimerde de Caritas niet. Overal
waar de gesel van de oorlog neerdaal
de, heeft de Caritas zich het lot van
de noodlijdenden en in het bijzonder
dat van de kinderen aangetrokken.
De H. Stoel ontplooide een groots lief
dewerk ten behoeve van de Polen en
Litauers. de Balkenvolkeren en de
in het Westen bezette landen. Zwit
serland handhaafde zich als een neu
trale macht, welke een taak zag, niet
in het. toebrengen maar in het helen
van wonden. Na de Duitse ineenstor
ting traden voorts Oostenrijk en Hon
garije in de rij van hulpbehoevenden,
alsmede een menigte ongélukkige ont
heemden, behorend tot hqf zeventig
millioen mensen tellende Duitse volk.
Wederom was het de H. Stoel, Welke
ook hier het initiatief nam.
Liefdesgaven uit de gehele wereld
in het bijzonder uit Noord- en
Zuid-Amerika stroomden naar
Rome en daar vandaan ter verdeling
naar die plaatsen, waar de nood het
hoofd opstak. Doch ook rechtstreeks,
deels uit katholieke, deels uit niet-
katholieke kringen en landen bereik
ten ons, Duitsers, rijke gaven: uit de
Scandinavische landen, Ierland, IJs
land, Engeland, Canada, Zuid-Afrika,
Australië en Portugal, de Benelux-
landen, Brazilië, Argentinië, Chili en
Spanje, doch voornamelijk uit de Ver.
Staten van Noord-Amerika. Nog was
en is de vrede niet gesloten, en reeds
heeft de christelijke liefde bruggen
gebouwd. In naam van Christus en
van alle ontvangers danken wij alle
goede gevers. Veel nood is reeds voor
bij. Wij 'hebben nieuwe moed ge
schept. Het Keulse Domfeest heeft de
wereld bewezen, dat wij de hapden
niet in de schoot leggen, doch ons
zelf willen helpen voorzover dit in on
ze macht is. De munthervorming
heeft veel nieuwe nood veroorzaakt.
De ouden van dagen, die nog spaar
penningen bezaten, staan voor een
bodemloze afgrond. Studenten zullen
waarschijnlijk hun studies niet vol
tooien. De bouw van kerken, wees-
en ziekenhuizen, moet worden uitge
steld. De Duitse Caritas zou gaarne
helpen, doch ook haar fondsen zijn
plots weggesmolten als sneeuw voor
ae zon. Daarom komen wij nogmaals
als smekelingen en vragen wij be
scheiden doch dringend: Helpt ons
verder, helpt ons helpen!"
Op Zondag 5 September j.l. is do
Deutsche Katholikentag in Mainz be
sloten met een radio-rede van de H.
Vader, de eerste toespraak, welke Hij
sinds de oorlog tot het Duitse volk
richtte. Deze rede werd omlijst door
het eveneens per radio overgebrachte
gelui der kloken van de St. •Pieter.
Aan de rede van Z.H. ontlenen we
het volgende:
En nu, geliefde zonen en dochters,
gaat het er om, de blik op de toe
komst te richten. Juist honderd jaar
geleden is in uw landen het woord
van de „gewelddadige omverwer
ping van iedere bestaande maat
schappelijke orde" gesproken. In he
vige mate en als een vreselijk nood
lot heeft dit woord zich voor u zelf
bewaarheid. Uw verwoeste steden
zijn het sprekende zinnebeeld van
zijn verwerkelijking en met diepe
ernst gaat heden Onze herinnering
terug naar dat nog „gulden" Mainz,
in welks muren iWij voor ongeveer
twintig jaren het onvergetelijke Dom
feest mochten meevieren. De graf
stede van de vrome Capusinessen van
de Eeuwige Aanbidding, die in een
gruwelijke nacht, waarin het vuur
neerregende, om hun Overste ge
schaard, tezamen het offer van hun
leven mochten brengen, is intussen
een merkteken vor uw stad gewor
den.
MEN MOET HET VERLEDEN
KENNEN, DOCH ER ZICH NIET
EENZIJDIG AAN HECHTEN.
Zeer ingrijpende en hoe dikwijls
ook zeer smartelijke veranderin
gen gaan als een rode draad door alle
gebieden van uw economisch, poli
tiek, sociaal en ook kerkelijk-gods-
dienstig leven. Wie heden leiding
geeft, moet rich daarvan ieder ogen
blik bewust zijn. Hij moet het ver
leden kennen, om daaruit lering te
putten. Doch hij mag niet eenzijdig
aan het verleden blijven hechten.
Hij heeft de plicht om in de goede
zin van het woord reëel te zijn.
Dat woord van de omverwerping
van iedere orde zal toch niet geheel
in vervulling gaan, zelfs niet voor
wat het aarde betreft. De oude God
leeft nog. Nog steeds is» Zijn wet
van kracht. Steeds zal zij van kracht
zijn, en op deze wet is de sociale leer
der Kerk gebouwd. Houdt moedig en
trouw .koers zonder er van af te wij
ken, noch naar rechts noch naar
links.
EEN STRIJD OP LEVEN EN DOOD.
ONBUIGZAAM VOOR COMPROMIS
Wanneer de tekenen des tijds ons
niet bedriegen, zal ook de toekomst u
opeisen ten gunste van de vrijheid
der Kerk, voor Haar rechten en die
der ouders op het kind, zijn opvoe
ding en zijn school. In bepaalde land
streken kan het zelfs een strijd op le
ven en dood worden. De voortekenen
en de vormen van de kerkvijandig
heid in het geloof is. Wie zou dit ver-
de tegenstanders blijven in wezen
steeds dezelfde.
Wij weten, hoe groot bij velen in
uw volk, bij katholieken en niet-
katholieken, het verlangen naar een
heid in het geloof is. Wie zuo dit ver
langen levendiger kunnen ondervin
den dan de plaatsvervanger van
Christus zelf?
De Kerk omvat de van het Geloof
afgescheidenen met „ongehuichelde
liefde" en met de vurige gebedsijver
voor hun terugkeer tot de Moeder,
van Wie God weet hoevelen verwij
derd zijn buiten hun persoonlijke
schuld.
BEREIKT DE PRIESTER VAAK
WEINIG.
Indien de Kerk onbuigzaam is ten
opzichte van hetgeen ook slechts de
schijn wekt van een- compromis, van
een vergelijk tussen het katholiek
geloof en andere geloofsbelijdenis
sen of een vermenging daarmede,
dan is dit, omdat Zij weet dat er
slechts één onfeilbaar zekere toe
vlucht van Waarheid en de volheid
der Genade, welke ons dor Christus
zijn geworden, bestaat en bestaan
zal, en dat Zijzelve zonder meer deze
toevlucht is, volgens de uitdrukke
lijke wil van Haar goddelijke Stich
ter.
ZONDER DE HULP DER LEKEN
De taken van de zielzorg in he
den en toekomst zullen onmoge
lijk volbracht kunnen worden
zonder, in nog hogere mate dan
nu het geval is, het Hiërarchisch
Apostolaat de hulp der leken ter
beschikking te stellen. Juist de
ondervindingen, opgedaan bij de
zielzorg tijdens de verwarde en
vaak bijna uitzichtloze omstan
digheden der laatste jaren, heb
ben bewezen, hoe waardevol
iedere hulp is en hoe weinig vaak
de priester, ook als hij zich vol
ledig geeft, zonder lekenhulp
kan bereiken. Wat Wij op de Ka
tholikentag te Maagdenburg in
1928 over de Katholieke Actie
hebben gezegd, geldt thans wel
licht nog meer dan toen.
Een enkel iets moge als erfenis van
net verleden in volle mate op u over
gaan: de geest, waardoor de besten
onder u, 'priesters en leken, in de
voorbije honderd jaren voor de ka
tholieke zaak gestreden en gezege
vierd hebben. Het was de geest van
een warm en levendig 'geloof. Zij wa
ren vrome bidders. Zij beminden
Christus. Zij beminden Zijn Kerk en
stonden met aandoenlijke trouw ach
ter hun opperhoofd, de Paus in
Rome.
Indien Wij van al diegenen er een
willen noemen, wie zou het dan an
ders kunnen zijn nu gij in Mainz
tezamen zij dan Wilhelm Emanuel
vori Ketteler. Hij, bij wiens graf Wij
destijds eerbiedig en bewogen ston
den, heeft meegewerkt aan het ont
staan van de Katholiekendagen. Hij
gaf leiding als strijder voor de rech
ten der Kerk. Hij gaf leiding als Bis
schop, als een waardige navolger van
dé H. Bonifatius, uw grote apostel,
die in de geest thans bij u is. Lei
ding gaf Ketteler als de met profe
tische blik in de toekomst schou
wende voorvechter der sociale ge
rechtigheid en liefde. Hij kon zich
vergissen, maar ook hierin was hij
weer groot, dat hij zich deemoedig en
met volle, ja blijmoedige overtui
ging onderwierp aan de door de Kerk
onherroepelijk verkondigde Waar
heid; ook hierin is hij voor u een
lichtend voorbeeld. Moge zijn geest
in hen voortleven, die thans geroepen
zijn, om leiding te géven aan de
Duitse katholieken.
ONBEGRENSD VERTROUWEN.
Begint ook al schijnt het vaak
niet te volbrengen met onbe
grensd vertrouwen aan de werk
zaamheden, welke de nood van uw
vaderland en de zending der Kerk
van u vragen. Uw hulp is in de Naam
des Heren, ie hemel en aarde heeft
geschapen. Aan Hem bevelen Wij u
aan, de Eeuwige God, de Vader der
armen, de Trooster der vernederden,
Die de verslagenen van hart opricht.
Wij bevelen U aan bij de Allerzuiver
ste Maagd en Moeder Gods Maria,
Wier talrijke heiligdommen op ,Duits
gebied van het echte geloof van uw
volk getuigen. Wij bevelen u aan bij
de glorierijke schare der. Heiligen,
die uw vaderland aan de Kerk en de
Kerk aan uw vaderland geschonken
heeft.
Godes almacht en' uw gebed mo
gen u de kracht verlenen, om niet.
kleinmoedig te worden in een wel
zeer zware doch ook grotse tijd.
Met deze hartewens schenken Wij
u en het gehele Duitse volk in steeds
dezelfde blijvende vaderlijke liefde
de gevraagde Apostolische Zegen.
ENORM RESULTAAT
BINNEN HET JAAR
KON. ERK. PITMANSCHOOL
PLANTSOEN 65 TEL. 26558
Parijs! Welk een betoverende klank!
Parijs, de lichtstad, de hoofdstad, de we
reldstad. Parijs, dé stad van Europa. Ieder
een, groot en klein, arm en rijk, bereisd
en honkvast, zegt deze naam iets. Parijs,
alleen de naam al doet iedere vrouw on
middellijk denken aan charmante japon
nen van ruisende zijde. Parijs, voor de
historicus, de stad van wonderschone ge
bouwen, die elk een geschiedenis binnen
hun muren bergen. Parijs, voor. de s'chopl-
gaande jeugd, de stad van de fantastisrae,
onbekende en onmetelijke dingen.
Vijf jaar zijn de grenzen gesloten ge
weest en waren er ernstiger dingen dan
reizen naar het buitenland. Maar nu, drie
jaar nadat het uur der vrijheid heeft ge
slagen, het internationaal verkeer weer
normaal functioneert en deviezen niet meer
onbereikbaar zijn, doch alleen veel ge
duld vragen, nu is niets zo menselijk als
gehoor te geven aan de drang naar het
profiteren van de herwonnen vrijheid, alle
beslommeringen eens af te schudden en
een duik nemen in het bruisende leven van
de stad der dromen: Parijs.
Ervaren duikers echter weten dat men
niet direct met de hoogste plank begin
nen moet. Vlieg daarom, na aankomst aan
het Gare du Nord, niet direct naar de
Eifeltoren, de Are de Triomphe of de
Notre Dame, doch zet u neer op een der
vele gezellige caféterrasjes en laat het le
ven van Parijs zich aan u voorstellen.
Het was Zondagmiddag en een gloeien
de zon deed iedere voetstap zijn spoor
achterlaten in de weke bovenlaag van het
Parijse asphalt. En iedereen, die het zich
even kon permiteren, zocht de schaduw op
van de door kleurige markiezen beschutte
terrassen van de café's, die zich in een
bonte rij aaneen scharen voor het Gare du
Nord. Rustig gezeten achter een „vin
blanc" ontrolt zich de mooiste kleurenfilm
die men zich denken kan. Parisiennes pa
raderen in hun nieuwste creaties van new-
look, met zeer smalle taille en zeer brede
heupen. Hun gedurfd kapsel wordt be
kroond met iets dat men slechts met veel
fantasie nog een hoed zou kunnen noe
men en gaat schuil onder een vracht wit
te voile en teer getinte bloemen.
Het leven is goed zo, als men door deze
zonnige Zondagmiddagbril dit bekoorlijke
schouwspel gadeslaat. Een bloemenmeisje
biedt aan elk tafeltje haar bloemen aan
en menig jongeman kan het charmante
glimlachje of het pruilmondje niet weer
staan en offert z'-n tien francstuk. Naast
ons zit een Frangaise, die een stukje van
haar meter Frans brood breekt en behaag
lijk aan het glas bordeaux nipt. Een ha
veloze knaap, van kennelijk Oosterse af
komst, toont zijn fraaie lederen porte
feuilles en als men driemaal herhaald
heeft niets te willen kopen, laat hij er
zachtjes op volgen: Heeft u nog dollars te
wisselen? Op het trottoir rijdt een man met
één been, in een invalidewagentje. Een
bordje op zijn borst vermeldt dat hij in de
oorlog van '14-'18 gewond werd en het
nikkelen bakje op z'n stuur verklaart het
doel van zijn rondgang op deze snikhete
middag. De meeste voorbijgangers echter
lopen hem haastig voorbij en juist als de
stakker weer verder wil rijden, keert een
jonge priester, in een versleten soutane,
waaronder zijn grijze gestopte sokken dui
delijk zichtbaar zijn, op zijn schreden te
rug en drukt de man in het wagentje een
geldstuk in z'n hand. Als de gelukkige z n
danklitanie begint af te draaien, komt pi*
even een zachte glimlach op het uitgemer
gelde ascetengezicht van de priester en met
een bemoedigend klopje op z'n schouder
neemt hij afscheid van de bedelaar, om
'haastig zijn weg te vervolgen.
De krantenkiosk op het trottoir maakt
goede zaken en van de drie voorbijgan
gers zijn er minstens twee, die vlug voort
stappend hun krant lezen. Nergens ziet
men zoveel kranten lezen als in Parijs. In
de café's, in de Metro, op straat, overal
ziet men krantenlezende mensen. En nu
denkt men plotseling onwillekeurig aan
het laatste nieuws. Hoe gaat het met de
kabinetscrisis? André Marie is geduikeld;
Schuman geeft z'n opdracht terug, doch
draait later weer bij; conferenties op het
Elysée tussen de vermoeide president Vin
cent Auriol en Ramadier of Lecourt, lopen
op niets uit. Na twee dagen laat de Assem-
blée nationale onbarmhartig Schumans
tweede kabinet naar de kelder gaan. Weer
is het land van Marianne zonder kabinet
en wacht nu op het twaalfde na dé be
vrijding. Zal er nog iemand te vinden
zijn, die het aandurft om het netelige pro
bleem aan te pakken? „Lonen omhoog?
prijzen omlaag" zeggen de Socialisten.
„Zuinig leven; hard werken; veel exporte
ren" zeggen politici van de rechterzijde.
Als Frankrijk voor het oog der wereld een
fiasco wil voorkomen, dan moet de franc
gestabiliseerd en een inflatie tot elke prijs
Vermeden worden. Maar zelfs een toeslag
van 2500 francs per maand (ong. f 30,-) is
de socialisten nog te weinig en zij laten de
crisis voortbestaan. Een regering zonder
Socialisten is onmogelijk; het zou het einde
van de derde macht "betekenen. De socia
listen zullen met de communisten in de
oppositie gaan en de vlam, die reeds zo ge
vaarlijk dich't bij de lont ligt, zal de laat
ste centimeter vooruit gaan, om de draad
naar het kruitvat te bereiken: Stakingen.
Maurice Thorez houdt zich opmerkelijk
kalm. Heeft de Kominform, na de Com
munistische debacle in Italië, hem tot
kalmte gemaand, of wacht hij rustig zijn
kans af? En wanneer zal het uur slaan van
de derde, die op de loer ligt? Wanneer zal
Generaal de Gaulle zijn zin krijgen, een
nieuwe assembleé nationale laten kiezen
en als waarschijnlijk resultaat zelf
het podium bestijgen? Lang niet alle Fran
sen zijn Gaullisten, maar langzamerhand
dringt het tot hen door dat zij na het
mislukken van de derde macht van
twee kwaden de minste moeten kiezen en
dan zal het uur van de Gaulle slaan. Arm
Frankrijk
M^ar wat denken we nu aan politiek,
terwijl het warme zonlicht de rode wijn
in het glas doet fonkelen en de straatvio
list, met z'n artistiek lange .ravenzwarte
haren, een sentimenele fantasie aan zijn
instrument ontrukt, ih welke melodie men
het „Petit Papa Noël" van Tino Rossi ont
dekt. Met weinig begrip voor een harmo
nisch programma laat hij er Toselli's Se
renade op volgen, met woeste loopjes en
lange uithalen. Glimlachend neuriet de
terrasbezoeker mee en is royaler dan zo
even bij de bedelaar. Neen, laten we niet
aan politiek denken. Tenslotte is het voor
de Fransen zelf van meer belang. Maar
zij blijven er rustig onder. Zouden wij er
ons dan druk om moeten maken? Ach,
Frankrijk meent het zich te kunnen ver
oorloven en als in elk ander land onder
zulke omstandigheden het leven op z'n
kop staat, draait de Fransman z'n siga
retje, drinkt een glas wijn op het terras en
koopt het laatste nieuwsblad aan de kiosk.
De grote heren hebben het kabinet aan de
kant gezet; ze zullen dus zelf wel weer
voor een nieuw zorgen. En zich vingertrom-
melend op het tafeltje begeleidend, zingt
hij zachtjes voor zich heen „Viens, le-soir
descend". Toselli is belangrijker dan Ra
madier. De straatmuzikant strijkt eens door
z'n wilde haardos en begint voor het vol
gende terras hetzelfde repertoire met Tino
Rossi „N'oublie pas-mon petit soulier"....