ANT ALS ALTIJD Zó kan het geen 14 dagen meer duren! Z.H. de Paus richt zich tot de t)uitse Katholieken Macvt ap hel £lgóée vecht men utanhapig tegen de andetgang ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1948 DE LEIDSE COURANT I vVEEDE BLAD PAGINA 1 DE PARABEL VAN HET INTERNATIONALE HOTEL n MIJN OOM BEHEERDE EEN HO- IV1 TEL, dat tot de grootste en def tigste in den lande wordt gerekend. Het is echter niet altijd zo groot en deftig geweest. Oorspronkelijk was het eei* landelijk café aan de grens van een omvangrijke stad. Indien ik u de naam van het hotel noemde, zoudt ge wel pret hebben te verne men, dat in die tijd van landelijke eenvoud mijn oom zichzelf en zijn beide tantes in pijnlijke verlegen heid bracht door op een dorstig ogen blik de kan met melk leeg te drin ken. Daarmede was de gehele melk- voorziening van het hotel opge droogd. Op het terras -dat er nog steeds is zaten de gasten gedul dig te wachten op hun „koffie-ver- keerd", dat nooit kwam opdagen, omdat de jeugdige directeur de melk kan had uitgeslobberd. Dan moet je er nu komen! Een leger van zwart gerokte kellners zweeft buigend en glimlachend tussen de taf leitjes door. Over de dikke rode lopers van de statige trappen schrijden diplo maten met hun opgedofte ega's. En niemand kan het hotel binnengaan, of hij wordt door een hooghartige portier op zijn maatschappelijk wel zijn getaxeerd. Alles hevig chic maar als ik er een, zeldzaam, bezoek breng, denk ik altijd aan de lege melkkan en wég is de chic. DIT FAMILIEVERHAAL schoot me te binnen als een bijzonder geschikte inleiding op het tweede ge deelte van de parabel van het inter nationale hotel. Ook het hotel „De Steenrots", zo majestuteus zetelend op het berg- massief, is heel e^ivoudig en lande lijk ingezet, maar poogde reeds van het eerste begin af de gehele we reld naar zich toe te trekken. Dat gelukte ook dank zij de methode alle landen door te trekken en er reclame voor te haken. Men kan het. betreuren of niet, maar het gevolg van die enorme toe loop van gasten was, dat het rustie ke optrekje moest worden omge bouwd tot een flink hotel, waaraan later nog nieuwe vleugels en bijge bouwen werden toegevoegd. Maar al mocht de omvang van het hotel toenemen, aan één ding werd niets veranderd, namelijk aan de statuten van deze internationale instelling en door deze statuten wordt de sfeer van het hotel bepaald. LIET HOTEL „DE STEENROTS" **heeft altijd een eigen karakter gehad, dat nogal afwijkt van het ho tel van mijn oom. Ik durf gerust te zeggen, dat mijn oom er nooit aan gedacht heeft zijn zaak tot een sana torium voor open en geheime lijders en tot een doorgangshuis voor maat- schappelijk-zwakken te maken, en dat is nu juist wél de doelstelling van het huis op de Steenrots. „Spoed u naar de pleinen en straten der stad, en breng de armen en gebrekkigen, de blinden en kreupelen hier bin nen.... want mijn huis moet vol zijn." Het is niet de taak van de Kerk de braven te zoeken, maar de zon daars. Met een laatste restje zelf kennis behoren we daar allen toe. Om de genezingskuur in het grote sanatorium met enige kans op wel slagen te kunnen volgen, behoeven de patiënten niet over geld of goed te beschikken, maar onontbeerlijk is de boetvaardigheid, als ge een an der woord wilt: een nederig berouw. Als de patiënt niet boetvaardig en nederig van harte is, loopt de gehele genezingskuur spaak. Hij wordt óf als ongeheeslijk uit het sanatorium ontslagen óf, en dit gebeurt helaas vaak, hij gaat eigener 'beweging heen. Alvorens evenwel meer te zeggen over de kuur, die in dit sanatorium- hotel op de lijders wordt toegepast, lijkt het ons beter eerst iets te ver tellen over de inrichting en het be stuur van het gebouwen-complex. De bijzonderheden over de genees methode komen daarbij vanzelf ter sprake Uit de aard van zijn doelstelling kan men afleiden, dat het hotel „De Steenrots", al ziet het er van buiten nog zo vorstelijk uit, geen chique of deftige gelegenheid is. Het heeft meer weg van een reusachtig groot volkslogement, dat zich aanpast bij de meest bescheiden beurzen. De verpleging is er gratis; rang of stand geven de doorslag niet. Een koning en een millionair ondergaan precies I dezelfde kuur als de man van de j straat, maar het is niet onbetamelijk i te achten, dat wie het breed heeft, het ook breed laat hangen. Het hotel I moet immers óók bestaan; en de a:l- ministratie alleen al .verslindt som- I men om van te duizelen. Als ge op het plateau vóór HET HOTEL staat, vanwaar men een heerlijk en verruimend verge zicht heeft over de knusse bedrijvig heid van het land en de machte loze woede van de zee, zal het, ook aan iemand, die van kunsthistorie toeten noch blazen weet. Onmiddel lijk opvallen, dat het uiteenlopend van stijl is en toch in zijn geheel de indruk van een even schilderach tige als forse eenheid verwekt. Te verwonderen is dat niet. Er is 19 eeuwen aan gebouwd, en ge zult bemerkt hebben, dat er nog steeds aan gebouwd wordt in de hyper-mo derne stijl van de Katholieke Actie. Op een basement van ruwe natuur steen, afkomstig van de verwoeste Tempel in Jeruzalem, verheffen zich lange rijen gepolijste zuilen, gestolen uit de verlaten tempels van Griekse en Romeinse afgoden. De eerste ver dieping. verraadt Byzantijnse, de tweede Carolingische invloed. De Gothiek met hoge spitsboog-ramen en talloze pinakels begint dan een woordje mee te spreken, maar wordt weer overtroffen door de guirlan des en festoenen van de Renaissance, door de sierlijke bewogenheid van de Barok, welke echter gedrukt wordt door de strenge herleving van de klassieke stijl en een afstandse op bloei en uitbloei van namaak-go- thiek. De verdiepingen daarboven zijn in de stijl der nieuwe zakelijkheid, doch men moet het hoofd al in de nek leggen om ze te kunnen bekij ken. Het gebouw rijst zo hoog op, dat het zich in het blauw van 'de hemel verliest. Dit mengelmoes van stijlen wordt verlucht door vergulde balcons van Japanse makelij, welke overhuifd worden door ver-uitsprin gende Chineese daken met draken koppen. Hier en daar zijn in nissen beelden geplaatst, welke ge mis schien met een meewarig hoofd schudden aanziet voor de minste kunstuitingen, doch meerendeels de allerindividueelste expressie zijn van de allerindividueelste emoties van Neger-kunstenaars uit de Afrikaanse' binnenlanden. |7EN TOERIST, die iedere keer de *-J berg beklautert en op het plateau in een gemakkelijke stoel gaat han gen, zonder er ooit toe te komen -het hotel binnen te gaan, verklaarde ons: „Het zou een goed hotel zijn voor Volkenbond of U.N.O." „Dat is het reeds" antwoord den wij. „Maar vertel ,me eens" trok hij aan onze mouw hoe het komt, dat hier de stijlen van eeuwen en volkeren door elkaar zijn gerom meld en er in totaal gezien niets rammelt?" „Om 'de eenvoudige reden, dat het grondplan van de bouw en de grond gedachte van de versiering nooit is losgelaten." „En dat grondplan. „Is het Kruis. De bouwlieden en architecten werken niet met passer en lineaal, maar met het Kruis. Het blijft een geheim, maar het is overal bekend, dat de eerste steen, de Hoek steen, gelegd is op het Kruis. Van deze grondvorm is nooit o.f te nim mer afgeweken. Daar-door wordt de eenheid in veelheid verklaard." „Zo, zo.peinsde hij „Een merkwaardig gebouw, merkwaardig ook omdat ik hier al 19 eeuwen kom Niet voor passagiers. Het eerste Engelse viermotorige straalvliegtuig de Tudor VIII, heeft zijn eerste proef vlucht gemaakt met kapt.-vlieger Jimmy Orrelli, de invlieger van de Avro-fabrieken, aan de stuurknup- pel. Het toestel zal nooit voor passa giersvervoer worden gebruikt, daar het gebouwd is voor proefnemingen met straalmotoren op grote hoogte. Het toestel heeft een plafond van meer dan 13 k.m. kijken mijn naam is Ahasverus en iedere keer verwacht: nu zal het binnenkort wel instorten. Bij storm weer kraakt het aan alle kanten. „Maak u geen zorg" zeiden wij „Krakende wagens enzDr. Pierson heeft het in deftiger Neder lands vertolkt: „Als algemeene uit komst van het historisch onderzoek mag men wel zeggen: de Kerk heeft voortdurend in een toestand ver keerd, waarvan de menschelijke wijsheid prognosticeeren moest: zoó kan het geen veertien dagen meer duren." „Zeer juist, zeer juist!" glim lachte Ahaverus weemoedig. „En hoe dat?" „Het zal op u misschien weinig in druk maken, maar dit merkwaardi ge hotel is de als een parabel inge klede Kerk van Christus. Volgens goddelijke belofte zal zij blijven staan op deze Rots tot het einde der tijden". „Macaulay" herinnerde zich Ahasverus „ge kent hem toch?" „Zeker! De beroemde Engelse ge schiedschrijver." „Macaulay heeft hier in de vorige eeuw ook geruime tijd zitten stude ren, zonder er evenmin toe te ko men uw hotel binnen te gaan. Hij heeft echter een vreemd oordeel uit gesproken, dat enigszins klopt met uw verwachtingen: Wij zien "ook geen enkele re den, dat het naderend einde ha- rer lange heerschappij voor spelt. Zij zag de opkomst van al le staatsbesturen, van alle ker kelijke instellingen, die heden in de wereld bestaan, en wij zijn er niet zeker van, dat zij. niet bestemd is .ook aller einde te aanschouwen. Zij was groot en geëerd, voordat de Sakser zijn 'voet* zette op Brittannië voordat de Frank de Rijn overstak, toen de Griekse welsorékendheid nog bloeide te Antichië, toen nog af goden werden aanbeden in de tem nel van Mekka. En zij kan nog in o endveirmedkrnen en en in onverminderde kracht be staan, als een of ander reiziger uit Nieuw-Zeeland zich te mid den ener uitgestrekte eenzaam heid, zal neerzetten op een ge broken boog van de London- bridge, om schetsen te maken van de ruïnen der St. Paulus- kerk". „Misschien was Macaulay een pro feet" zeiden wij na het lang citaat „al was hij dan een aarzelend profeet." v. P. Kardinaal Frings richt boodschap tot de gehele wereld „Nogmaals komen wij als smekelingen" De Duitse Bisschoppenconferentie t^ Fulda is beëindigd met een Lof in de Dom en een manifestatie van trouw aan de H. Vader op het Dom plein te Fulda. Kardinaal dr. Frings, Aartsbisschop van Keulen en voorzitter van de Con ferentie. las tijdens het Lof van de "kansel in het Duits en Engels een boodschap voor, welke hij namens de Duitse Caritas-Verbond tot de gehele wereld richtte. „Altijd zal het een roemrijke blad zijde in de geschiedenis der mensheid blijven, dat sinds 1945, zo vlug de wapenen werden neergelegd, de christelijke Caritas zich over hét ten gronde liggende Duitse volk boog op een ogenblik, toen men ons kort te voren nóg had beschouwd als de erg ste vijanden van de menselijke be schaving. Ook reeds tijdens de oorlog sluimerde de Caritas niet. Overal waar de gesel van de oorlog neerdaal de, heeft de Caritas zich het lot van de noodlijdenden en in het bijzonder dat van de kinderen aangetrokken. De H. Stoel ontplooide een groots lief dewerk ten behoeve van de Polen en Litauers. de Balkenvolkeren en de in het Westen bezette landen. Zwit serland handhaafde zich als een neu trale macht, welke een taak zag, niet in het. toebrengen maar in het helen van wonden. Na de Duitse ineenstor ting traden voorts Oostenrijk en Hon garije in de rij van hulpbehoevenden, alsmede een menigte ongélukkige ont heemden, behorend tot hqf zeventig millioen mensen tellende Duitse volk. Wederom was het de H. Stoel, Welke ook hier het initiatief nam. Liefdesgaven uit de gehele wereld in het bijzonder uit Noord- en Zuid-Amerika stroomden naar Rome en daar vandaan ter verdeling naar die plaatsen, waar de nood het hoofd opstak. Doch ook rechtstreeks, deels uit katholieke, deels uit niet- katholieke kringen en landen bereik ten ons, Duitsers, rijke gaven: uit de Scandinavische landen, Ierland, IJs land, Engeland, Canada, Zuid-Afrika, Australië en Portugal, de Benelux- landen, Brazilië, Argentinië, Chili en Spanje, doch voornamelijk uit de Ver. Staten van Noord-Amerika. Nog was en is de vrede niet gesloten, en reeds heeft de christelijke liefde bruggen gebouwd. In naam van Christus en van alle ontvangers danken wij alle goede gevers. Veel nood is reeds voor bij. Wij 'hebben nieuwe moed ge schept. Het Keulse Domfeest heeft de wereld bewezen, dat wij de hapden niet in de schoot leggen, doch ons zelf willen helpen voorzover dit in on ze macht is. De munthervorming heeft veel nieuwe nood veroorzaakt. De ouden van dagen, die nog spaar penningen bezaten, staan voor een bodemloze afgrond. Studenten zullen waarschijnlijk hun studies niet vol tooien. De bouw van kerken, wees- en ziekenhuizen, moet worden uitge steld. De Duitse Caritas zou gaarne helpen, doch ook haar fondsen zijn plots weggesmolten als sneeuw voor ae zon. Daarom komen wij nogmaals als smekelingen en vragen wij be scheiden doch dringend: Helpt ons verder, helpt ons helpen!" Op Zondag 5 September j.l. is do Deutsche Katholikentag in Mainz be sloten met een radio-rede van de H. Vader, de eerste toespraak, welke Hij sinds de oorlog tot het Duitse volk richtte. Deze rede werd omlijst door het eveneens per radio overgebrachte gelui der kloken van de St. •Pieter. Aan de rede van Z.H. ontlenen we het volgende: En nu, geliefde zonen en dochters, gaat het er om, de blik op de toe komst te richten. Juist honderd jaar geleden is in uw landen het woord van de „gewelddadige omverwer ping van iedere bestaande maat schappelijke orde" gesproken. In he vige mate en als een vreselijk nood lot heeft dit woord zich voor u zelf bewaarheid. Uw verwoeste steden zijn het sprekende zinnebeeld van zijn verwerkelijking en met diepe ernst gaat heden Onze herinnering terug naar dat nog „gulden" Mainz, in welks muren iWij voor ongeveer twintig jaren het onvergetelijke Dom feest mochten meevieren. De graf stede van de vrome Capusinessen van de Eeuwige Aanbidding, die in een gruwelijke nacht, waarin het vuur neerregende, om hun Overste ge schaard, tezamen het offer van hun leven mochten brengen, is intussen een merkteken vor uw stad gewor den. MEN MOET HET VERLEDEN KENNEN, DOCH ER ZICH NIET EENZIJDIG AAN HECHTEN. Zeer ingrijpende en hoe dikwijls ook zeer smartelijke veranderin gen gaan als een rode draad door alle gebieden van uw economisch, poli tiek, sociaal en ook kerkelijk-gods- dienstig leven. Wie heden leiding geeft, moet rich daarvan ieder ogen blik bewust zijn. Hij moet het ver leden kennen, om daaruit lering te putten. Doch hij mag niet eenzijdig aan het verleden blijven hechten. Hij heeft de plicht om in de goede zin van het woord reëel te zijn. Dat woord van de omverwerping van iedere orde zal toch niet geheel in vervulling gaan, zelfs niet voor wat het aarde betreft. De oude God leeft nog. Nog steeds is» Zijn wet van kracht. Steeds zal zij van kracht zijn, en op deze wet is de sociale leer der Kerk gebouwd. Houdt moedig en trouw .koers zonder er van af te wij ken, noch naar rechts noch naar links. EEN STRIJD OP LEVEN EN DOOD. ONBUIGZAAM VOOR COMPROMIS Wanneer de tekenen des tijds ons niet bedriegen, zal ook de toekomst u opeisen ten gunste van de vrijheid der Kerk, voor Haar rechten en die der ouders op het kind, zijn opvoe ding en zijn school. In bepaalde land streken kan het zelfs een strijd op le ven en dood worden. De voortekenen en de vormen van de kerkvijandig heid in het geloof is. Wie zou dit ver- de tegenstanders blijven in wezen steeds dezelfde. Wij weten, hoe groot bij velen in uw volk, bij katholieken en niet- katholieken, het verlangen naar een heid in het geloof is. Wie zuo dit ver langen levendiger kunnen ondervin den dan de plaatsvervanger van Christus zelf? De Kerk omvat de van het Geloof afgescheidenen met „ongehuichelde liefde" en met de vurige gebedsijver voor hun terugkeer tot de Moeder, van Wie God weet hoevelen verwij derd zijn buiten hun persoonlijke schuld. BEREIKT DE PRIESTER VAAK WEINIG. Indien de Kerk onbuigzaam is ten opzichte van hetgeen ook slechts de schijn wekt van een- compromis, van een vergelijk tussen het katholiek geloof en andere geloofsbelijdenis sen of een vermenging daarmede, dan is dit, omdat Zij weet dat er slechts één onfeilbaar zekere toe vlucht van Waarheid en de volheid der Genade, welke ons dor Christus zijn geworden, bestaat en bestaan zal, en dat Zijzelve zonder meer deze toevlucht is, volgens de uitdrukke lijke wil van Haar goddelijke Stich ter. ZONDER DE HULP DER LEKEN De taken van de zielzorg in he den en toekomst zullen onmoge lijk volbracht kunnen worden zonder, in nog hogere mate dan nu het geval is, het Hiërarchisch Apostolaat de hulp der leken ter beschikking te stellen. Juist de ondervindingen, opgedaan bij de zielzorg tijdens de verwarde en vaak bijna uitzichtloze omstan digheden der laatste jaren, heb ben bewezen, hoe waardevol iedere hulp is en hoe weinig vaak de priester, ook als hij zich vol ledig geeft, zonder lekenhulp kan bereiken. Wat Wij op de Ka tholikentag te Maagdenburg in 1928 over de Katholieke Actie hebben gezegd, geldt thans wel licht nog meer dan toen. Een enkel iets moge als erfenis van net verleden in volle mate op u over gaan: de geest, waardoor de besten onder u, 'priesters en leken, in de voorbije honderd jaren voor de ka tholieke zaak gestreden en gezege vierd hebben. Het was de geest van een warm en levendig 'geloof. Zij wa ren vrome bidders. Zij beminden Christus. Zij beminden Zijn Kerk en stonden met aandoenlijke trouw ach ter hun opperhoofd, de Paus in Rome. Indien Wij van al diegenen er een willen noemen, wie zou het dan an ders kunnen zijn nu gij in Mainz tezamen zij dan Wilhelm Emanuel vori Ketteler. Hij, bij wiens graf Wij destijds eerbiedig en bewogen ston den, heeft meegewerkt aan het ont staan van de Katholiekendagen. Hij gaf leiding als strijder voor de rech ten der Kerk. Hij gaf leiding als Bis schop, als een waardige navolger van dé H. Bonifatius, uw grote apostel, die in de geest thans bij u is. Lei ding gaf Ketteler als de met profe tische blik in de toekomst schou wende voorvechter der sociale ge rechtigheid en liefde. Hij kon zich vergissen, maar ook hierin was hij weer groot, dat hij zich deemoedig en met volle, ja blijmoedige overtui ging onderwierp aan de door de Kerk onherroepelijk verkondigde Waar heid; ook hierin is hij voor u een lichtend voorbeeld. Moge zijn geest in hen voortleven, die thans geroepen zijn, om leiding te géven aan de Duitse katholieken. ONBEGRENSD VERTROUWEN. Begint ook al schijnt het vaak niet te volbrengen met onbe grensd vertrouwen aan de werk zaamheden, welke de nood van uw vaderland en de zending der Kerk van u vragen. Uw hulp is in de Naam des Heren, ie hemel en aarde heeft geschapen. Aan Hem bevelen Wij u aan, de Eeuwige God, de Vader der armen, de Trooster der vernederden, Die de verslagenen van hart opricht. Wij bevelen U aan bij de Allerzuiver ste Maagd en Moeder Gods Maria, Wier talrijke heiligdommen op ,Duits gebied van het echte geloof van uw volk getuigen. Wij bevelen u aan bij de glorierijke schare der. Heiligen, die uw vaderland aan de Kerk en de Kerk aan uw vaderland geschonken heeft. Godes almacht en' uw gebed mo gen u de kracht verlenen, om niet. kleinmoedig te worden in een wel zeer zware doch ook grotse tijd. Met deze hartewens schenken Wij u en het gehele Duitse volk in steeds dezelfde blijvende vaderlijke liefde de gevraagde Apostolische Zegen. ENORM RESULTAAT BINNEN HET JAAR KON. ERK. PITMANSCHOOL PLANTSOEN 65 TEL. 26558 Parijs! Welk een betoverende klank! Parijs, de lichtstad, de hoofdstad, de we reldstad. Parijs, dé stad van Europa. Ieder een, groot en klein, arm en rijk, bereisd en honkvast, zegt deze naam iets. Parijs, alleen de naam al doet iedere vrouw on middellijk denken aan charmante japon nen van ruisende zijde. Parijs, voor de historicus, de stad van wonderschone ge bouwen, die elk een geschiedenis binnen hun muren bergen. Parijs, voor. de s'chopl- gaande jeugd, de stad van de fantastisrae, onbekende en onmetelijke dingen. Vijf jaar zijn de grenzen gesloten ge weest en waren er ernstiger dingen dan reizen naar het buitenland. Maar nu, drie jaar nadat het uur der vrijheid heeft ge slagen, het internationaal verkeer weer normaal functioneert en deviezen niet meer onbereikbaar zijn, doch alleen veel ge duld vragen, nu is niets zo menselijk als gehoor te geven aan de drang naar het profiteren van de herwonnen vrijheid, alle beslommeringen eens af te schudden en een duik nemen in het bruisende leven van de stad der dromen: Parijs. Ervaren duikers echter weten dat men niet direct met de hoogste plank begin nen moet. Vlieg daarom, na aankomst aan het Gare du Nord, niet direct naar de Eifeltoren, de Are de Triomphe of de Notre Dame, doch zet u neer op een der vele gezellige caféterrasjes en laat het le ven van Parijs zich aan u voorstellen. Het was Zondagmiddag en een gloeien de zon deed iedere voetstap zijn spoor achterlaten in de weke bovenlaag van het Parijse asphalt. En iedereen, die het zich even kon permiteren, zocht de schaduw op van de door kleurige markiezen beschutte terrassen van de café's, die zich in een bonte rij aaneen scharen voor het Gare du Nord. Rustig gezeten achter een „vin blanc" ontrolt zich de mooiste kleurenfilm die men zich denken kan. Parisiennes pa raderen in hun nieuwste creaties van new- look, met zeer smalle taille en zeer brede heupen. Hun gedurfd kapsel wordt be kroond met iets dat men slechts met veel fantasie nog een hoed zou kunnen noe men en gaat schuil onder een vracht wit te voile en teer getinte bloemen. Het leven is goed zo, als men door deze zonnige Zondagmiddagbril dit bekoorlijke schouwspel gadeslaat. Een bloemenmeisje biedt aan elk tafeltje haar bloemen aan en menig jongeman kan het charmante glimlachje of het pruilmondje niet weer staan en offert z'-n tien francstuk. Naast ons zit een Frangaise, die een stukje van haar meter Frans brood breekt en behaag lijk aan het glas bordeaux nipt. Een ha veloze knaap, van kennelijk Oosterse af komst, toont zijn fraaie lederen porte feuilles en als men driemaal herhaald heeft niets te willen kopen, laat hij er zachtjes op volgen: Heeft u nog dollars te wisselen? Op het trottoir rijdt een man met één been, in een invalidewagentje. Een bordje op zijn borst vermeldt dat hij in de oorlog van '14-'18 gewond werd en het nikkelen bakje op z'n stuur verklaart het doel van zijn rondgang op deze snikhete middag. De meeste voorbijgangers echter lopen hem haastig voorbij en juist als de stakker weer verder wil rijden, keert een jonge priester, in een versleten soutane, waaronder zijn grijze gestopte sokken dui delijk zichtbaar zijn, op zijn schreden te rug en drukt de man in het wagentje een geldstuk in z'n hand. Als de gelukkige z n danklitanie begint af te draaien, komt pi* even een zachte glimlach op het uitgemer gelde ascetengezicht van de priester en met een bemoedigend klopje op z'n schouder neemt hij afscheid van de bedelaar, om 'haastig zijn weg te vervolgen. De krantenkiosk op het trottoir maakt goede zaken en van de drie voorbijgan gers zijn er minstens twee, die vlug voort stappend hun krant lezen. Nergens ziet men zoveel kranten lezen als in Parijs. In de café's, in de Metro, op straat, overal ziet men krantenlezende mensen. En nu denkt men plotseling onwillekeurig aan het laatste nieuws. Hoe gaat het met de kabinetscrisis? André Marie is geduikeld; Schuman geeft z'n opdracht terug, doch draait later weer bij; conferenties op het Elysée tussen de vermoeide president Vin cent Auriol en Ramadier of Lecourt, lopen op niets uit. Na twee dagen laat de Assem- blée nationale onbarmhartig Schumans tweede kabinet naar de kelder gaan. Weer is het land van Marianne zonder kabinet en wacht nu op het twaalfde na dé be vrijding. Zal er nog iemand te vinden zijn, die het aandurft om het netelige pro bleem aan te pakken? „Lonen omhoog? prijzen omlaag" zeggen de Socialisten. „Zuinig leven; hard werken; veel exporte ren" zeggen politici van de rechterzijde. Als Frankrijk voor het oog der wereld een fiasco wil voorkomen, dan moet de franc gestabiliseerd en een inflatie tot elke prijs Vermeden worden. Maar zelfs een toeslag van 2500 francs per maand (ong. f 30,-) is de socialisten nog te weinig en zij laten de crisis voortbestaan. Een regering zonder Socialisten is onmogelijk; het zou het einde van de derde macht "betekenen. De socia listen zullen met de communisten in de oppositie gaan en de vlam, die reeds zo ge vaarlijk dich't bij de lont ligt, zal de laat ste centimeter vooruit gaan, om de draad naar het kruitvat te bereiken: Stakingen. Maurice Thorez houdt zich opmerkelijk kalm. Heeft de Kominform, na de Com munistische debacle in Italië, hem tot kalmte gemaand, of wacht hij rustig zijn kans af? En wanneer zal het uur slaan van de derde, die op de loer ligt? Wanneer zal Generaal de Gaulle zijn zin krijgen, een nieuwe assembleé nationale laten kiezen en als waarschijnlijk resultaat zelf het podium bestijgen? Lang niet alle Fran sen zijn Gaullisten, maar langzamerhand dringt het tot hen door dat zij na het mislukken van de derde macht van twee kwaden de minste moeten kiezen en dan zal het uur van de Gaulle slaan. Arm Frankrijk M^ar wat denken we nu aan politiek, terwijl het warme zonlicht de rode wijn in het glas doet fonkelen en de straatvio list, met z'n artistiek lange .ravenzwarte haren, een sentimenele fantasie aan zijn instrument ontrukt, ih welke melodie men het „Petit Papa Noël" van Tino Rossi ont dekt. Met weinig begrip voor een harmo nisch programma laat hij er Toselli's Se renade op volgen, met woeste loopjes en lange uithalen. Glimlachend neuriet de terrasbezoeker mee en is royaler dan zo even bij de bedelaar. Neen, laten we niet aan politiek denken. Tenslotte is het voor de Fransen zelf van meer belang. Maar zij blijven er rustig onder. Zouden wij er ons dan druk om moeten maken? Ach, Frankrijk meent het zich te kunnen ver oorloven en als in elk ander land onder zulke omstandigheden het leven op z'n kop staat, draait de Fransman z'n siga retje, drinkt een glas wijn op het terras en koopt het laatste nieuwsblad aan de kiosk. De grote heren hebben het kabinet aan de kant gezet; ze zullen dus zelf wel weer voor een nieuw zorgen. En zich vingertrom- melend op het tafeltje begeleidend, zingt hij zachtjes voor zich heen „Viens, le-soir descend". Toselli is belangrijker dan Ra madier. De straatmuzikant strijkt eens door z'n wilde haardos en begint voor het vol gende terras hetzelfde repertoire met Tino Rossi „N'oublie pas-mon petit soulier"....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5