Onze eierenpositie is nog
steeds niet gunstig
Geen socialisatie van particuliere
mijnen
VKIJlJAli 10 SEPTEMBER 1945
DE LÈlPSÉ CULTRAnT
IWCJCjUCJ DLAL» FAljlIVA 1
\7AN DE ZIJDE van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel-
v voorziening deelt men ons het volgende mede: „Vergeleken met de
vóór-oorlogse jaren kan onze eierenpositie nog steeds niet onverdeeld
gunstig worden genoemd. Mede in verband met de krachtens verschil
lende handelsovereenkomsten bestaande verplichtingen inzake de ex
port van eieren is dan ook voor het komende seizoen de algemene inleve
ringsplicht van eieren door pluimveehouders gehandhaafd, ingevolge het
nieuwe „inleveringsbesluit eieren 19481949", dat blijkens publica
tie in het voedselvoorzieningsgebied van Woensdag j.l. met ingang van
26 September 1948 in werking treedt, en dat ontworpen is in het bijzonder
met het oog op de maanden, waarin de eierenproductie laag is.
Inleveringsplicht
blijft gehandhaafd!
Dit besluit verschilt in zoverre van
het vorige inleveringsbesluit (1947/
1948), dat thans de op een minimum
aanslag betrekking hebbende bepa
lingen zijn komen te vervallen.
Wanneer men nagaat, dat Neder
land gemiddeld over de jaren 1934/
38 ongeveer 14 millioen legkippen
bezat, welk aantal bij het uitbreken
van de oorlog, dus in het voorjaar
van 1940, was gestegen tot bijna 20
millioen en dat onze hoenderstapel
thans ca. 8 millioen legdieren telt, is
de matige eierenvoorziening geens
zins verwonderlijk.
Hoezeer onze hoenderstapel in de
oorlogsjaren werd „gekortwiekt", mo
ge blijken uit het feit, dat deze in een
jaar tijd terugliep van ca. 20 millioen
kippen in 1940 tot slechts 7 millioen
stuks in 1941, om bij het einde van
de oorlog een dieptepunt te bereiken
van ca. 2\A millioen stuks. Na de
oorlog heeft de hoenderstapel zich ge
leidelijk uitgebreid, zodat in 1947
weer ca. 7 millioen kippen aanwezig
waren en dit jaar ongeveer 8 mil
lioen.
De mutaties in de eierenproductie
gedurende de afgelopen tien jaren
vertonen nagenoeg eenzelfde beeld
als die in de hoenderstapel, welk
beeld in de oorlogsjaren nog ongun
stiger. t.o.v. de eierenproductie uitviel
als gevolg van de slechte voeder
voorziening (zowel kwantitatief als
kwalitatief) waardoor de gemiddelde
productie per kip daalde. Ook thans
is het vóór-oorlogse productiepeil per
dier nog niet bereikt.
Over de jaren 1934/38 bedroeg de
Nederlandse eierenproductie gemid
deld globaal 2200 millioen eieren per
jaar, waarvan ongeveer 900 millioen
stuks werden geëxporteerd, terwijl
ca. 1300 millioen eieren voor de bin
nenlandse consumptie waren bestemd.
In 1939 was de export gestegen tot
ca. 1300 millioen eieren, die practisch
alle naar Engeland (ca. 900 millioen
stuks) en Duitsland (ca. 400 millioen
stuks) werden uitgevoerd.
In 1947 bedroeg onze eierenproduc
tie globaal 1000 millioen stuks, waar
van ruim 200 millioen werden geëx
porteerd. Engeland was de voornaam
ste afnemer met bijna 80 millioen
stuks, voorts België met ca. 50 mil
lioen, terwijl Italië ruim 30 millioen
eieren afnam. In de eerste helft van
dit iaar bedroeg de export reeds 219
millioen stuks, waarvan 115 millioen
naar Engeland, bijna 40 millioen naar
Frankrijk, ongeveer 35 millioen naar
Bij de dood van
Mgr. dr. Poels
Bij de dóód van mgr. dr. Poels her
innert het „Vrije Volk" aan wat „Het
Volk" schreef bij de 70ste verjaardag
van de overleden grote sociale wer
ker:
„Zeker, er moest tussen hem en de
sociaal-democratie menigmaal fors
worden gestreden en bij herhaling is
er aan onze kant stof geweest tot eer
lijke toorn jegens hem, gelijk wij de
militante priester .op onze beurt wel
eens het bloed aan het koken zullen
hebben gebracht.
Maar dat belet ons niet oog te heb
ben voor het belangrijke sociale
werk, door hem in de mijnstreek ver
richt en voor de forse rondborstig
heid van zijn aard, die aan de strijd
van mgr, Poels een aparte bekoring
verleent."
HEERLEN BRENGT LAATSTE
GROET AAN MGR. POELS.
Velen brachten Woens-dag en Don
derdag een bezoek aan het klooster
van de zusters te Imstenrade om te
bidden bij het stoffelijk overschot van
mgr. dr. H. A. Poels, die daar lag op
gebaard in zijn werkkamer. De over
ledene verbleef er tot Donderdagmid
dag, waarna hij werd overgebracht
naar Heerlen. Van te voren had men
hem gekleed in de bruine Francis
caanse pij, waarin hij overeenkomstig
zijn wens zal worden begraven. De
overbrenging geschiedde in alle
stilte. Slechts enkele bloedverwanten
en vrienden van mgr. Poels, onder
wie deken M. Poels uit Maastricht en
het Tweede Kamerlid Jos Maenen
vergezelden het transport. De medi
sche missie-zusters begeleidden het
stoffelijk overschot onder het zingen
van psalmen tot buiten het park van
het klooster. In Heerlen werd mgr.
Poels in een open kist opgebaard in
een chapelle ardente, welke is inge
richt in een ziekenhuis aldaar. Deze
kapel is zeer eenvoudig aangekleed.
Aan de wanden hangt hier en daar
een ruiker witte bloemen, naast de'
doodskist branden zes kaarsen en aan
het voeteinde is op een tafeltje een1
miskelk van de overledene geplaatst.
Eij de aankomst van het stoffelijk
overschot was het bondsbestuur en
het personeel van de K.A.B. tegen
woordig. Onophoudelijk brachten
Donderdagavond bezoekers een laat
ste groet aan de overledene. Behalve
talrijke geestelijken, mensen uit het
organisatieleven en autoriteiten van
de mijnen kwamen vele vrouwen en
mijnwerkers. Namens de directie van
de Staatsmijnen Werd een krans ge
legd in de kape1. Vandaag is het stof
felijk overschot naar Venray ge
bracht.
België en ruim 20 millioen stuks naar
de geallieerde bezettingslegers, in
Duitsland. Voorts gaat een gedeelte
van de eierenproductie naar de eie-
renverwerkende industrie, waarbij de
bereiders van advocaat belangrijke af
nemers zijn. Bij de export van dit pro
duct kan men in zeker zin ook van
eierenexport spreken.
De productie van eendeneieren is
slechts een fractie van die der kippen
eieren. Zij bedroeg in 1947 ca. 40 mil
lioen stuks, waarvan ongeveer 3.5
millioen werden geëxporteerd.
Mede in verband met de sinds 1940
toegenomen bevolking moge uit bo
venstaande cijfers blijken, dat de
eierenvoorziening nog ver van het
vór-oorlogse peil is verwijderd. Ge
zien echter de verbetering in de voe
derpositie en de hiermede gepaard
gaande geleidelijke uitbreiding van
de hoenderstapel is de verwachting
gewettigd, dat in een nabije toekomst
de eierenvoorziening ruimer kan zijn.
Uiteraard heeft dit geen betrekking
op de eierendistributie in de herfst-
en wintermaanden. In die periode kan
de officiële eierendistributie in hoofd
zaak slechts beschikken over een in
de goede productie-maanden aange
legde bescheiden voorraad koelhuis
eieren. zodat de consument uiteraard
voor deze maanden geen hoge ver
wachtingen inzake de voorziening
met eieren moet koesteren".
De minister van buitenlandse za
ken heeft ten vervolge op de beant
woording van. vragen van het Eerste
Kamerlid de heer van Santen, in zake
de erkenning door Nederland van de
Staat Israël, geantwoord, dat de re
gering de wenselijkheid overweegt
van een erkenning van de Staat Is
raël, gelijk werd verzocht in de mo
tie van de heer van de Kieft.
Er zijn aan de regering geen nieu
we omstandigheden gebleken, die
voor haar voldoende aanleiding zou
den kunnen vormen, om thans tot
een erkenning van de staat Israël
over te gaan.
HET BEZOEK AAN DE
JAARBEURS.
Gedurende de eerste 2 dagen, de
z.g. exportdagen, der 51ste Jaarbeurs,
meldden zich aan het paviljoen der
buitenlandse dienst talrijke bezoekers
uit ongeveer 35 verschillende landen.
De meeste hiervan kwamen uit de
omliggende landen. Er werden ook
bezoekers geregistreerd uit Cuba,
Uruguay, Argentinië, Brazilië, In
dia, Nieuw Zeeland en Australië.
EEN DIAMANTEN EN GOUDEN
KLOOSTERFEEST.
Binnenkort zal het rectoraat Tivoü
te. Eindhoven een gouden klooster- en
priesterfeest en een diamanten kloos-
terfeest vieren. Pater Martinus van
Hoogstraten, in 1898 door mgr. Leray,
apostolisch vicaris van de Gilberte-
eilanden priester gewijd, zal op 2 Oc
tober zijn gouden priesterfeest vie
ren. En pater Theodorus Okhuyzen,
op 2 Juni 1895 door mgr. van der
Stappen priester gewijd, zal op 3 Oc
tober zijn 60-jarig kloosterfeest her
denken.
Pater Theodorus Okhuyzen, zal op
Dinsdag 5 October tevens zijn 80ste
verjaardag vieren. Hij is de oudste
priester in Eindhoven, tevens oudste
priester in zijn congregatie in Neder
land.
Beheer dient opgeheven
Bij Kon. besluit van 26 November
1946 is onder voorzitterschap van mr.
N. Couvée een staatscommissie inge
steld, die advies zou moeten uitbren
gen over de vraag of het algemeen
belang eist, dat de positie der parti
culiere steenkolenmijnondernemin
gen, die in Nederland haar bedrijf
uitoefenen of werkzaam zijn, door
socialisatie of anderszins dient te
worden gewijzigd.
In het rapport, dat deze commissie
thans aari H. M. de Koningin en aan
de minister van Economische Zaken
heeft aangeboden, spreekt zij als haar
oordeel uit, dat voor handhaving van
het beheer ingevolge het buitenge
woon mijnbesluit over de vier parti
culiere mijnondernemingen geen aan
leiding bestaat. Opheffing dient haar
inziens zo spoedig mogelijk te ge
schieden, omdat de feitelijke basis,
waarop de instelling van het beheer
gegrond was, thans geheel ontbreekt.
Zij meent dan ook dat de regering
onmiddellijk kan overgaan tot op
heffing van het beheer, mits tegelij
kertijd een samenwerking van de
mijnondernemingen op vrijwillige
basis tot stand komt.
Een minderheid van de commissie
(twee leden) is van oordeel, dat op
heffing van het beheer .eerst kan
plaats vinden, wanneer nadere wette
lijke voorzieningen zijn getroffen,
die een bevredigende regeling van
de positie van de particuliere mijn
ondernemingen geven.
De meerderheid van de commisise
kwam tot de conclusie, dat nationa
lisatie of socialisatie van de steenko
lenmijnen niet in het algemeen be
lang moet worden geacht; een min
derheid van de commissie, bestaande
uit twee leden, heeft echter in een
afzonderlijke nota een ander stand
punt verdedigd. Ze acht de meest
voor de hand liggende oplossing so
cialisatie van de particuliere mijnen
en het inbrengen van allé mijnen
dus ook de staatsmijnen in één
Ned. kolenschap. Aangezien zij ech
ter gaarne een zo groot mogelijk deel
van het Ned. volk op haar project
verenigd zou zien, meent zij, dat aan
de eisen ener nationale kolenpolitiek
ook tegemoet kan worden gekomen
met behoud van de particuliere eigen
dom, door het oprichten van een alle
mijnen omvattende gemengde onder
neming. Dit zou dan moeten zijn een
DE REPUBLIKEINSE VERTEGEN
WOORDIGER TE PRAAG.
Soeripno, die het verdrag met de
Sovjet Unie ondertekende over de
uitwisseling van consulaire vertegen
woordigers tussen Djokja en Moskou.
Op zijn voorhoofd heeft Soeripno een
soort moedervlek.
naamloze vennootschap voor de Ned.
steenkolenmijnbouw, gevestigd te
Heerlen, met beperkte winstmogelijk"
heden en zeggenschap voor de par
ticuliere aandeelhouders en mede
zeggenschap der werknemers in de
N.V. een en ander met behoud van
de publiekrechtelijke bedrijfsorgani
satie voor de mijn industrie.
LEERSTOEL KINDER
PSYCHOLOGIE TE GRONINGEN.
Met ingang van 1 October zal aan
de Groninger universiteit een leer
stoel gevestigd worden in de kinder
psychologie.
Tot lector hiervoor is benoemd
mej. dr. E. Breukers, uit Roermond.
Mej. Breukers ontving in, Nijmegen
p.m. onderricht van de tegenwoordi
ge minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen prof. dr. F. J. Th.
Rutten.
DR. ERNST R. FROELICH DOOR
RODE KRUIS ONTVANGEN.
Het hoofdbestuur van het Ned.
Rode Kruis heeft gisteravond te
's-Gravenhage ontvangen dr. Ernst
R. Frölioh, directeur-generaal van
de „Schweizerische Rückversiche-
rungs Gesellschaft" te Zürich. Dr.
Frölich heeft tijdens de tweede we
reldoorlog als president van de
„Fondation pour l'Organisation de
transport de Croix Rouge" schepen
laten varen met levensmiddelen,
oorspronkelijk voor krijgsgevange
nen, later voor de bevolking van
bezette gebieden. Zo stuurde hij o.a.
tegen het einde van de oorlog de
„Henri Dunant" naar Delfzijl met
een lading meel en levensmiddelen,
welke door de „Don Suisse" was
aangeboden. Twaalf schepen maak
ten vijftig reizen heen en terug door
de blokkade. Zij vervoerden 200.000
ton levensmiddelen ter waarde van
41 millioen Zwitserse francs.
De directeur-generaal van het Ne
derlandse Rode Kruis de heer H. P.
J. van Ketwich Verschuur heeft in
een rede de arbeid van dr. Frölich
in herinnering gebracht. Hij heeft
de Zwitserse gast de dank betuigd
voor dit werk en hem als klein be
wijs van grote dankbaarheid een
prinses Margriet-bord aangeboden.
De Zwitserse gezant de heer R.
Kohli heeft er vervolgens opgewe-
zen met hoeveel moeite zijn landge
noot zijn plannen heeft kunnen
doorzetten.
De heer Frölich heeft tenslotte
dank betuigd voor de tot hem ge
richte woorden en voor het ge
schenk. Hij zeide de meeste moeite
te hebben gehad met de bureaucra
tie. Hij was blij, dat het in het hui
dige Nederland goed gaat met alles.
OOGSTDANKDAG.
Op Woensdag 15 Sept. a.s. zal de
najaarlijkse-bondsprocessie naar O. L.
Vrouw ter Nood in Heiloo, waaraan
verbonden de Oogstdankdag, door de
Kath. Land- en Tuinbouwbond wor
den gehouden.
Het programfna is als volgt samen
gesteld:
10.00 uur De Plechtige Hoogmis,
waaronder de symbolische aanbieding
der offergaven.
13.00 uur Demonstratie van de Lan
delijke Rijvereniging van de L.T.B.
(op het terrein van de heer Rotteveel
nabij het Heiligdom).
14.30 uur Hulde aan St. Willibror-
dus.
15.30 uur Plechtig Lof, waaronder
de grote processie. Vermoedelijk ein
de pl.m. 17.00 uur.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem
zal Dinsdag 14 Sept. geen audiëntie
verlenen.
De Marshall-hulp
aan Indonesië
Mr. J. E. van Hoogstraten, secre
taris van staat voor economische za
ken, te Batavia, heeft tegenover Ane-
la verklaard: „De dollarhulp in het
kader van het plan-Marshall, waarin
Indonesië thans als „dependent ter
ritory" mede deelt, komt op een zeer
gelukkig moment tegemoet aan de
grote deviezenbehoefte van dit land
Wil de exportcurve een stijgende
lijn blijven vertonen, zoals thans het
geval is, dan dienen op grote schaal
grondstoffen voor het bedrijfsleven,
machinerieën en transportmiddelen
te worden ingevoerd". De heer van
Hoogstraten verklaarde met nadruk,
dat het grootste economische pro
bleem van het na-oorlogse Indonesië
is in de eerste plaats ingeschakeld bij
het deviezenprobleem is. Indonesië
de Amerikaanse hulpverlening aan de
zestien Europese landen in verband
met de nauwe economische en finan
ciële verbondenheid van dit land met
Nederland, maar voorts ook omdat
Indonesië goederen voortbrengt, die
voor de reconstructie van West-Euro
pa van belang zijn. Als derde ge
wichtige reden geldt dan nog,'dat bij
een op gang gebrachte Indonesische
export, het dollarverkeer tussen Ne
derland en de Verenigde Staten gelei
delijk weer in normale banen zal
kunnen worden geleid. „Reeds vóór
de oorlog", aldus de heer van Hoog
straten, „was hier in wezen sprake
van een driehoeksverhouding." Ne
derland investeerde kapitaal in- en
verleende diensten aan Indonesië. In
donesië betaalde dit kapitaal in deze
diensten terug door export van goe
deren, waarvan de opbrengst in dol
lars Nederland in staat stelde, in
Amerika aankopen te doen. Desge
vraagd bevestigde de heer van Hoog
straten, dat in de voorwaarden bij
de verlening van de Marshallhulp
een clausule voorkomt, dat in prin
cipe de helft van de aankopen, die in
de Verenigde Staten zullen worden
gedaan, met schepen van de Verenig
de Staten zullen worden gedaan,
met schepen van de Verenigde Staten
naar de landen van bestemming zul
len worden vervoerd. Tenslotte deel
de de heer van Hoogstraten mede,
dat met de Import- en Export Bank
onderhandelingen gaande zijn over
een dollarlening. „Ik heb redelijke
verwachtingen over de resultaten van
deze onderhandelingen' aldus besloot
de heer van Hoogstraten.
GENERAAL BAAY EIST STOP
ZETTING VIJANDELIJKE ACTIES
IN OOST JAVA.
Het republikeinse nieuwsagent
schap „Antara" meldde heden, dat
de commandant der Nederlandse
troepen in Oost-Java aan de repu
blikeinse bevelhebbers een ultima
tum heeft gezonden, waarin geëist
wordt, dat de vijandelijkheden in
het door de Nederlanders bezette
gebied in Oost-Java „binnen 48 uur"
zullen worden beëindigd. Volgens
Antara zou de Nederlandse com
mandant, generaal-majoor Baay,
hebben gezegd, dat, als deze eis niet
werd ingewilligd, hij aan generaal
Spoor vergunning zou vragen om
,.de nodige maatregelen te nemen".
Een zegsman van het leger te Ba
tavia bevestigde, dat generaal Baay
van de republikeinse militaire auto
riteiten heeft geëist, dat er een ein
de zal worden genvaakt aan de „mis
dadige incidenten" langs de be
standslijn, doch voegde daaraan toe,
dat dit geen ultimatum was.
MASJOEMI WIL NIET
ONDERHANDELEN MET
COMMUNISTEN.
Het partijbestuur van de P.K.I. (In
donesische communisten) heeft de
partijraden van de Masjoemi en de
P.N.I. (de partijen, waarop het ka-
binet-Hatta steunt) uitgenodigd voor
een conferentie met het doel, een „na
tionale eenheid" tot stand te brengen.
De Masjoemi heeft echter de uit
nodiging tot deelneming aan de con
ferentie met de communisten afgewe
zen. De Masjoemi accepteerde wel
een uitnodiging van de P.S.I. (partij
Sarekat Islam, tweede Moslimpartij
in de Republiek) om gezamenlijk een
„Islam-front" te vormen.
Officieel wordt medegedeeld, dat
graaf Bernadotte de Nederlandse re
gering heeft verzocht, in verbinding
te treden met de Ned. Indische
autoriteiten, om na te gaan, of Ned.
Indië in staat is, om ten behoeve
van de Palestijnse vluchtelingen 350
ton rijst en 250 ton suiker beschik
baar te stellen. Het is thans te voor
zien. dat de eerste verscheping van
suiker binnen enkele weken door de
Ned. Indische regering zal kunnen
worden geregeld, aldus het commu
niqué. Alhoewel eveneens de leve
ring van 350 ton rijst technisch mo
gelijk is, moet hiervoor eerst ver
gunning worden aangevraagd bij de
internationale Nood voedsel raad.
RANTSOENBONNEN VERMICELLI
EN GEBAK WORDEN ONGELDIG.
Het centraal distributiekantoor
deelt ons mede, dat de rantsoenbon-
r.en H 25 (voor 1 rantsoen vermi
celli e.d. of 400 gram brood) en de
rantsoenbonnen H 27 (voor 1 rant
soen gebak of 400 gram brood) tot
en met 25 September geldig zijn
voor het kopen van brood. Na 25
September zijn deze bonnen niet
meer geldig.
VRIJE PRIJZEN VOOR MOSTERD,
CICHOREI EN PEEKOFFIE.
Aangezien voor de oogst 1948 geen
richtprijzen voor mosterdzaad, cicho
rei en peekoffie zijn vastgesteld, wor
den ook de eindproducten niet meer
aan maximumprijzen gebonden. Een
hierop betrekking hebbende veror
dening van het Bedrijfschap voor
granen, zaden en peulvruchten is
gepubliceerd in het Voedselvoorzie
ningsblad van gisteren.
ONDERSCHEIDING VOOR MOEDIG GEDRAG.
De nieuwe Gouverneur van Curagao, Ir. L. A. Peters, heeft in het kamp
Suffisant op Curasao onderscheidingen voor moedig gedrag gedurende
de Meidagen van 19-40 uitgereikt. Sgt.-Maj. C. van Oosterhout ontving het
Bronzen Kruis en de Res. 2e Lt.-vlieger J. van Riemsdijk werd onder
scheiden met het Vliegerskruis voor zijn onverschrokken optreden boven
Ypenburg op 10 Mei 1940. Ir. Pe terse speldt Lt. van Riemsdijk, die
thans verkeersvlieger bij het West-Indisch bedrijf der K.L.M. is, de on
derscheiding op de borst.
De gezamenlijke bakkerspatroons
organisaties, verenigd in de contact
commissie delen mede:
Uit een dezer dagen gepubliceerd
bericht zou kunnen worden gecon
cludeerd dat nu, zij het in beperkte
mate, brood van zuiver witbloem, dus
van zuiver witte kleur verkrijgbaar
kan worden gesteld.
Weliswaar zal het brood gebakken
van de thans ter beschikking te stel
len bloem witter zijn dan het tot nu
toe geleverde volksbrood, doch geens
zins de kleur vertonen van het brood
van voor de oorlog.
De uitmaling van het patentmeel
zal immers 80 pet. bedragen, dit was
voor de oorlog 65 a 66 pet. De geïm
porteerde patentbloem zal hieraan
weinig kunnen verbeteren, ook de
kleur hiervan is nog niet zuiver wit.
De bakkerij zal voor 20 September
nagenoeg geen wittebrood kunnen le
veren, voor die datum zal geen be
voorrading plaats vinden. Deze be
voorrading zal uiteraard ook niet van
dien aard zijn dat dan onbeperkt kan
worden geleverd.
Dezelfde moeilijkheid doet zich
voor in verband met het afschaffen
van de keuzebon, waarop tot nu toe
gebak e.d. werd geleverd. De bevoor
rading met suiker, vetten e.d. zal,
naar zich laat aanzien, nog enige tijd
op zich laten wachten. Ook hier zal
dus met vertraging rekening moeten
worden gehouden.
DE BANKBILJETTEN VAN 1000
EN 500.
Het Tweede Kamerlid, de heer
Goedhart, heeft aan de minister van
financiën schriftelijk gevraagd:
1. Kan de minister mededelen hoe
veel bankbiljetten van f 500 en 1000,
die in 1943 door de Duitse bezetter
waardeloos werden verklaard, op
grond van de regeling,-die de minis
ter op basis van het kon. besluit van
10 Juli 1945 (F 121) getroffen heeft,
sindsdien alsnog voor inwisseling zijn
aangeboden en hoeveel partijen bij
deze nadere inlevering betrokken wa
ren?
2. Is de minister verder bereid me
de te delen ten aanzien van welke be
dragen en hoeveel partijen beslissin
gen zijn genomen en in hoeveel ge
vallen deze beslissingen afwijzend
zijn geweest?
3. Wil de minister bevorderen, dat
voor de gevallen, die nog niet defi
nitief geregeld konden worden, thans
spoedig een beslissing genoemen zal
worden, opdat de betrokenen niet
langer in het onzekere behoeven te
verkeren over de vraag, of zij hun
verzoek al dan niet ingewilligd zullen
zien?
C.A.O. DAGBLAD JOURNALISTEN
Enige tijd geleden hebben de ver
eniging „De Nederlandse Dagblad
pers 1945" enerzijds en de Neder
landse Journalistenkring en de Ka
tholieke Journalistenkring anderzijds
een collectieve arbeidsovereenkomst
voor dagbladjournalisten gesloten.
Deze overeenkomst, die de sala
riëring en ook overigens de rechts
positie van de betrokken journalisten
regelt, is de eerste van deze aard in
ons land.
Het college van rijksbemiddelaars
heeft deze C.A.O. goedgekeurd. Zij is
op 1 Sept. j.l. in werking getreden.
HET RECHTSHERSTEL VAN EEN
BRIGADIER VAN POLITIE
TE WOERDEN.
Op vragen van het Eerste Kamer
lid de heer Reijers betreffende het
verlenen van volledig rechtsherstel
van C. H. J. Schulpen, brigadier van
politie te Woerden hebben de minis
ter van Binnenlandse Zaken en de
minister van Justitie o.m. geant
woord, dat debrigadier van politie
C. H. J. Schulpen te Woerden bij be
sluit van de militaire commissaris
voor Gouda e.a. van 30 Mei 1945 in
de uitoefening van zijn functie is ge
staakt.
Uit het zuiveringsdossier blijkt
geenszins, dat de staking op aanbeve
ling van de voormalige commandant
der B.S. te Woerden heeft plaats ge
had. De voormalige commandant der
B.S. deelde op 15 Juli 1948 onge
vraagd aan de ambtsvoorganger van
de minister van Binnenlandse Zaken
mede, dat door hem noch in bedoel
de qualiteit. noch anderzins klachten
tegen Schulpen zijn ingediend, noch
enige invloed inzake de staking is
uitgeoefend, zodat deze veronderstel
ling ongegrond moet worden geacht.
Van opheffing der staking, hetzij
door of names de ambtsvoorganger
van de minister van Binnenlandse
Zaken, dan wel door de militaire
commissaris op 12 Januari 1946, is
van de zijde der antwoordende mi
nisters niets bekend.
Het zuiveringsdossier in zake
Schulpen werd n.l. op 23 November
1946 door het centraal orgaan op de
zuivering van het overheidspersoneel
ter behandeling aan het ministerie
van justitie toegezonden met het ad
vies ten aanzien van betrokkene een
lichte disciplinaire maatregel, als be
doeld in art. 2, lid 2, sub e, van het
zuiveringsbesluit 1945, te nemen.
Bij besluit van 20 December 1946
welk besluit op 6 Januari 1947 aan
Schulpen werd uitgereikt werd
namens de ambtsvoorganger van de
minister van Binnenlandse Zaken de
staking van Schulpen opgeheven, on
der oplegging van de maatregel in
gevolge het zuiveringsbesluit 1945
van schriftelijke berisping zonder
openbaarmaking.
In verband met de omstandigheid,
dat na de bevrijding een groot aan
tal politie-ambtenaren door het mi
litair gezag gestaakt c.q. geschorst
bleek te zijn, is zowel met het oog op
een spoedige afdoening van de vele
zuiveringsprocedures, alsook met het
oog op de wenselijkheid de gestaakte
of geschorste politie-ambtenaren niet
langer dan strikt noodzakelijk was in
onzekerheid omtrent de ten aanzien
van hen te nemen maatregelen te la
ten, besloten eerst vast te stellen of
een staking c.q. een schorsing diende
te worden omgezet in een ontslag,
dan wel of betrokkene gehandhaafd
kon worden, eventueel onder opleg
ging van een der in artikel 2, lid 2.
zuiveringsbesluit 1945 vermelde
maatregelen.
Wanneer besloten werd tot hand
having, onder oplegging van zulk een
maatregel, werd om bovenvermelde
redenen de voor zover nodig
nog verder vereiste uitvoering van
die maatregel eerst ter hand geno
men, nadat de beslissingen ten prin
cipale in de andere nog hangende za
ken waren genomen.
Hierin ligt de verklaring, waarom
ten aanzien van Schulpen op 20 Re-
cember 1946 is beslist, dat, onder op
heffing van de staking, op hem zou
worden toegepast de maatregel van
schriftelijke berisping zonder open
baarmaking en dat de executie (redi
gering) van deze berisping eerst bij
besluit van 13 April 1948 heeft plaats
gehad.
Vervolgens wordt in het antwoord
de tekst van de uitvoering der beris
ping opgenomen.
De minister van Justitie, besloot
volgens de tekst, aan Chr. H. J. Schul
pen, terzake van zijn gedragingen (S.
heeft in de bezettingstijd tijdens een
door hem met een collega verrichte
huiszoeking een niet ingeleverd ra
dio-ontvangtoestel in beslag geno
men, waartoe hem geen opdracht was
gegeven) schrifteilijk te berispen,
door hem bij deze zijn ontevreden
heid over de onjuiste houding over
de onjuiste houding kenbaar te ma
ken.
De burgemeester van Woerden
heeft onmiddellijk na opheffing van
de staking, op grond van de omstan
digheid, dat hij bij terugkeer van
Schulpen in het politiekorps te Woer
den ernstige verstoring van de goede
verstandhouding vreesde, bij de des
betreffende rij kspolitie-autoriteiten
er op aangedrongen, dat Schulpen
zou worden overgeplaatst en dat hem,
in afwachting daarvan, verlof zou
worden verleend. Door de rijkspolitie
is dienovereenkomstig beslist.
Op 9 April 1947, het tijdstip, waar
op Woerden weer werd aangewezen
als gemeente, waar in de politiedienst
door gemeentepolitie zou worden
voorzien, was de overplaatsing nog
niet tot stand gekomen. Nadien is
door de ambtsvoorganger van de mi
nister van Justitie gepoogd een be
vredigende oplossing te vinden. Het
onderzoek naar verschillende mo
gendheden. die uiteindelijk niet tot
een gewenst resultaat leiden, nam ge
ruime tijd in beslag. Gedurende het
tijdvak, waarin de verschillende mo
gelijkheden werden onderzocht, heeft
de burgemeester van Woerden, op
grond van de eerder vermelde over
wegingen, geen aanleiding gevonden
Schulpen wederom in dienst te stel
len.
De vraag is de minister afge
zien van de morele depressie voor de
betrokkene niet van oordeel, dat
de toestand der openbare financiën
niet toelaat aan Schulpen voornoemd
reeds gedurende drie jaren briga
dierssalaris te betalen, zonder dat
hiervoor arbeid wordt gepresteerd?
wordt bevestigd beantwoord.
Aangezien de pogingen om tot een
overplaatsing te geraken tot nog toe
geen resultaat hebben opgeleverd,
heeft de burgemeester van Woerden
zich bereid verklaard Schulpen met
ingang van 1 September 1948 weder
om bij het gemeentelijk politiekorps
te Woerden infunctie te doen treden.