Onze eierenpositie is nog steeds niet gunstig Geen socialisatie van particuliere mijnen VKIJlJAli 10 SEPTEMBER 1945 DE LÈlPSÉ CULTRAnT IWCJCjUCJ DLAL» FAljlIVA 1 \7AN DE ZIJDE van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel- v voorziening deelt men ons het volgende mede: „Vergeleken met de vóór-oorlogse jaren kan onze eierenpositie nog steeds niet onverdeeld gunstig worden genoemd. Mede in verband met de krachtens verschil lende handelsovereenkomsten bestaande verplichtingen inzake de ex port van eieren is dan ook voor het komende seizoen de algemene inleve ringsplicht van eieren door pluimveehouders gehandhaafd, ingevolge het nieuwe „inleveringsbesluit eieren 19481949", dat blijkens publica tie in het voedselvoorzieningsgebied van Woensdag j.l. met ingang van 26 September 1948 in werking treedt, en dat ontworpen is in het bijzonder met het oog op de maanden, waarin de eierenproductie laag is. Inleveringsplicht blijft gehandhaafd! Dit besluit verschilt in zoverre van het vorige inleveringsbesluit (1947/ 1948), dat thans de op een minimum aanslag betrekking hebbende bepa lingen zijn komen te vervallen. Wanneer men nagaat, dat Neder land gemiddeld over de jaren 1934/ 38 ongeveer 14 millioen legkippen bezat, welk aantal bij het uitbreken van de oorlog, dus in het voorjaar van 1940, was gestegen tot bijna 20 millioen en dat onze hoenderstapel thans ca. 8 millioen legdieren telt, is de matige eierenvoorziening geens zins verwonderlijk. Hoezeer onze hoenderstapel in de oorlogsjaren werd „gekortwiekt", mo ge blijken uit het feit, dat deze in een jaar tijd terugliep van ca. 20 millioen kippen in 1940 tot slechts 7 millioen stuks in 1941, om bij het einde van de oorlog een dieptepunt te bereiken van ca. 2\A millioen stuks. Na de oorlog heeft de hoenderstapel zich ge leidelijk uitgebreid, zodat in 1947 weer ca. 7 millioen kippen aanwezig waren en dit jaar ongeveer 8 mil lioen. De mutaties in de eierenproductie gedurende de afgelopen tien jaren vertonen nagenoeg eenzelfde beeld als die in de hoenderstapel, welk beeld in de oorlogsjaren nog ongun stiger. t.o.v. de eierenproductie uitviel als gevolg van de slechte voeder voorziening (zowel kwantitatief als kwalitatief) waardoor de gemiddelde productie per kip daalde. Ook thans is het vóór-oorlogse productiepeil per dier nog niet bereikt. Over de jaren 1934/38 bedroeg de Nederlandse eierenproductie gemid deld globaal 2200 millioen eieren per jaar, waarvan ongeveer 900 millioen stuks werden geëxporteerd, terwijl ca. 1300 millioen eieren voor de bin nenlandse consumptie waren bestemd. In 1939 was de export gestegen tot ca. 1300 millioen eieren, die practisch alle naar Engeland (ca. 900 millioen stuks) en Duitsland (ca. 400 millioen stuks) werden uitgevoerd. In 1947 bedroeg onze eierenproduc tie globaal 1000 millioen stuks, waar van ruim 200 millioen werden geëx porteerd. Engeland was de voornaam ste afnemer met bijna 80 millioen stuks, voorts België met ca. 50 mil lioen, terwijl Italië ruim 30 millioen eieren afnam. In de eerste helft van dit iaar bedroeg de export reeds 219 millioen stuks, waarvan 115 millioen naar Engeland, bijna 40 millioen naar Frankrijk, ongeveer 35 millioen naar Bij de dood van Mgr. dr. Poels Bij de dóód van mgr. dr. Poels her innert het „Vrije Volk" aan wat „Het Volk" schreef bij de 70ste verjaardag van de overleden grote sociale wer ker: „Zeker, er moest tussen hem en de sociaal-democratie menigmaal fors worden gestreden en bij herhaling is er aan onze kant stof geweest tot eer lijke toorn jegens hem, gelijk wij de militante priester .op onze beurt wel eens het bloed aan het koken zullen hebben gebracht. Maar dat belet ons niet oog te heb ben voor het belangrijke sociale werk, door hem in de mijnstreek ver richt en voor de forse rondborstig heid van zijn aard, die aan de strijd van mgr, Poels een aparte bekoring verleent." HEERLEN BRENGT LAATSTE GROET AAN MGR. POELS. Velen brachten Woens-dag en Don derdag een bezoek aan het klooster van de zusters te Imstenrade om te bidden bij het stoffelijk overschot van mgr. dr. H. A. Poels, die daar lag op gebaard in zijn werkkamer. De over ledene verbleef er tot Donderdagmid dag, waarna hij werd overgebracht naar Heerlen. Van te voren had men hem gekleed in de bruine Francis caanse pij, waarin hij overeenkomstig zijn wens zal worden begraven. De overbrenging geschiedde in alle stilte. Slechts enkele bloedverwanten en vrienden van mgr. Poels, onder wie deken M. Poels uit Maastricht en het Tweede Kamerlid Jos Maenen vergezelden het transport. De medi sche missie-zusters begeleidden het stoffelijk overschot onder het zingen van psalmen tot buiten het park van het klooster. In Heerlen werd mgr. Poels in een open kist opgebaard in een chapelle ardente, welke is inge richt in een ziekenhuis aldaar. Deze kapel is zeer eenvoudig aangekleed. Aan de wanden hangt hier en daar een ruiker witte bloemen, naast de' doodskist branden zes kaarsen en aan het voeteinde is op een tafeltje een1 miskelk van de overledene geplaatst. Eij de aankomst van het stoffelijk overschot was het bondsbestuur en het personeel van de K.A.B. tegen woordig. Onophoudelijk brachten Donderdagavond bezoekers een laat ste groet aan de overledene. Behalve talrijke geestelijken, mensen uit het organisatieleven en autoriteiten van de mijnen kwamen vele vrouwen en mijnwerkers. Namens de directie van de Staatsmijnen Werd een krans ge legd in de kape1. Vandaag is het stof felijk overschot naar Venray ge bracht. België en ruim 20 millioen stuks naar de geallieerde bezettingslegers, in Duitsland. Voorts gaat een gedeelte van de eierenproductie naar de eie- renverwerkende industrie, waarbij de bereiders van advocaat belangrijke af nemers zijn. Bij de export van dit pro duct kan men in zeker zin ook van eierenexport spreken. De productie van eendeneieren is slechts een fractie van die der kippen eieren. Zij bedroeg in 1947 ca. 40 mil lioen stuks, waarvan ongeveer 3.5 millioen werden geëxporteerd. Mede in verband met de sinds 1940 toegenomen bevolking moge uit bo venstaande cijfers blijken, dat de eierenvoorziening nog ver van het vór-oorlogse peil is verwijderd. Ge zien echter de verbetering in de voe derpositie en de hiermede gepaard gaande geleidelijke uitbreiding van de hoenderstapel is de verwachting gewettigd, dat in een nabije toekomst de eierenvoorziening ruimer kan zijn. Uiteraard heeft dit geen betrekking op de eierendistributie in de herfst- en wintermaanden. In die periode kan de officiële eierendistributie in hoofd zaak slechts beschikken over een in de goede productie-maanden aange legde bescheiden voorraad koelhuis eieren. zodat de consument uiteraard voor deze maanden geen hoge ver wachtingen inzake de voorziening met eieren moet koesteren". De minister van buitenlandse za ken heeft ten vervolge op de beant woording van. vragen van het Eerste Kamerlid de heer van Santen, in zake de erkenning door Nederland van de Staat Israël, geantwoord, dat de re gering de wenselijkheid overweegt van een erkenning van de Staat Is raël, gelijk werd verzocht in de mo tie van de heer van de Kieft. Er zijn aan de regering geen nieu we omstandigheden gebleken, die voor haar voldoende aanleiding zou den kunnen vormen, om thans tot een erkenning van de staat Israël over te gaan. HET BEZOEK AAN DE JAARBEURS. Gedurende de eerste 2 dagen, de z.g. exportdagen, der 51ste Jaarbeurs, meldden zich aan het paviljoen der buitenlandse dienst talrijke bezoekers uit ongeveer 35 verschillende landen. De meeste hiervan kwamen uit de omliggende landen. Er werden ook bezoekers geregistreerd uit Cuba, Uruguay, Argentinië, Brazilië, In dia, Nieuw Zeeland en Australië. EEN DIAMANTEN EN GOUDEN KLOOSTERFEEST. Binnenkort zal het rectoraat Tivoü te. Eindhoven een gouden klooster- en priesterfeest en een diamanten kloos- terfeest vieren. Pater Martinus van Hoogstraten, in 1898 door mgr. Leray, apostolisch vicaris van de Gilberte- eilanden priester gewijd, zal op 2 Oc tober zijn gouden priesterfeest vie ren. En pater Theodorus Okhuyzen, op 2 Juni 1895 door mgr. van der Stappen priester gewijd, zal op 3 Oc tober zijn 60-jarig kloosterfeest her denken. Pater Theodorus Okhuyzen, zal op Dinsdag 5 October tevens zijn 80ste verjaardag vieren. Hij is de oudste priester in Eindhoven, tevens oudste priester in zijn congregatie in Neder land. Beheer dient opgeheven Bij Kon. besluit van 26 November 1946 is onder voorzitterschap van mr. N. Couvée een staatscommissie inge steld, die advies zou moeten uitbren gen over de vraag of het algemeen belang eist, dat de positie der parti culiere steenkolenmijnondernemin gen, die in Nederland haar bedrijf uitoefenen of werkzaam zijn, door socialisatie of anderszins dient te worden gewijzigd. In het rapport, dat deze commissie thans aari H. M. de Koningin en aan de minister van Economische Zaken heeft aangeboden, spreekt zij als haar oordeel uit, dat voor handhaving van het beheer ingevolge het buitenge woon mijnbesluit over de vier parti culiere mijnondernemingen geen aan leiding bestaat. Opheffing dient haar inziens zo spoedig mogelijk te ge schieden, omdat de feitelijke basis, waarop de instelling van het beheer gegrond was, thans geheel ontbreekt. Zij meent dan ook dat de regering onmiddellijk kan overgaan tot op heffing van het beheer, mits tegelij kertijd een samenwerking van de mijnondernemingen op vrijwillige basis tot stand komt. Een minderheid van de commissie (twee leden) is van oordeel, dat op heffing van het beheer .eerst kan plaats vinden, wanneer nadere wette lijke voorzieningen zijn getroffen, die een bevredigende regeling van de positie van de particuliere mijn ondernemingen geven. De meerderheid van de commisise kwam tot de conclusie, dat nationa lisatie of socialisatie van de steenko lenmijnen niet in het algemeen be lang moet worden geacht; een min derheid van de commissie, bestaande uit twee leden, heeft echter in een afzonderlijke nota een ander stand punt verdedigd. Ze acht de meest voor de hand liggende oplossing so cialisatie van de particuliere mijnen en het inbrengen van allé mijnen dus ook de staatsmijnen in één Ned. kolenschap. Aangezien zij ech ter gaarne een zo groot mogelijk deel van het Ned. volk op haar project verenigd zou zien, meent zij, dat aan de eisen ener nationale kolenpolitiek ook tegemoet kan worden gekomen met behoud van de particuliere eigen dom, door het oprichten van een alle mijnen omvattende gemengde onder neming. Dit zou dan moeten zijn een DE REPUBLIKEINSE VERTEGEN WOORDIGER TE PRAAG. Soeripno, die het verdrag met de Sovjet Unie ondertekende over de uitwisseling van consulaire vertegen woordigers tussen Djokja en Moskou. Op zijn voorhoofd heeft Soeripno een soort moedervlek. naamloze vennootschap voor de Ned. steenkolenmijnbouw, gevestigd te Heerlen, met beperkte winstmogelijk" heden en zeggenschap voor de par ticuliere aandeelhouders en mede zeggenschap der werknemers in de N.V. een en ander met behoud van de publiekrechtelijke bedrijfsorgani satie voor de mijn industrie. LEERSTOEL KINDER PSYCHOLOGIE TE GRONINGEN. Met ingang van 1 October zal aan de Groninger universiteit een leer stoel gevestigd worden in de kinder psychologie. Tot lector hiervoor is benoemd mej. dr. E. Breukers, uit Roermond. Mej. Breukers ontving in, Nijmegen p.m. onderricht van de tegenwoordi ge minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen prof. dr. F. J. Th. Rutten. DR. ERNST R. FROELICH DOOR RODE KRUIS ONTVANGEN. Het hoofdbestuur van het Ned. Rode Kruis heeft gisteravond te 's-Gravenhage ontvangen dr. Ernst R. Frölioh, directeur-generaal van de „Schweizerische Rückversiche- rungs Gesellschaft" te Zürich. Dr. Frölich heeft tijdens de tweede we reldoorlog als president van de „Fondation pour l'Organisation de transport de Croix Rouge" schepen laten varen met levensmiddelen, oorspronkelijk voor krijgsgevange nen, later voor de bevolking van bezette gebieden. Zo stuurde hij o.a. tegen het einde van de oorlog de „Henri Dunant" naar Delfzijl met een lading meel en levensmiddelen, welke door de „Don Suisse" was aangeboden. Twaalf schepen maak ten vijftig reizen heen en terug door de blokkade. Zij vervoerden 200.000 ton levensmiddelen ter waarde van 41 millioen Zwitserse francs. De directeur-generaal van het Ne derlandse Rode Kruis de heer H. P. J. van Ketwich Verschuur heeft in een rede de arbeid van dr. Frölich in herinnering gebracht. Hij heeft de Zwitserse gast de dank betuigd voor dit werk en hem als klein be wijs van grote dankbaarheid een prinses Margriet-bord aangeboden. De Zwitserse gezant de heer R. Kohli heeft er vervolgens opgewe- zen met hoeveel moeite zijn landge noot zijn plannen heeft kunnen doorzetten. De heer Frölich heeft tenslotte dank betuigd voor de tot hem ge richte woorden en voor het ge schenk. Hij zeide de meeste moeite te hebben gehad met de bureaucra tie. Hij was blij, dat het in het hui dige Nederland goed gaat met alles. OOGSTDANKDAG. Op Woensdag 15 Sept. a.s. zal de najaarlijkse-bondsprocessie naar O. L. Vrouw ter Nood in Heiloo, waaraan verbonden de Oogstdankdag, door de Kath. Land- en Tuinbouwbond wor den gehouden. Het programfna is als volgt samen gesteld: 10.00 uur De Plechtige Hoogmis, waaronder de symbolische aanbieding der offergaven. 13.00 uur Demonstratie van de Lan delijke Rijvereniging van de L.T.B. (op het terrein van de heer Rotteveel nabij het Heiligdom). 14.30 uur Hulde aan St. Willibror- dus. 15.30 uur Plechtig Lof, waaronder de grote processie. Vermoedelijk ein de pl.m. 17.00 uur. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal Dinsdag 14 Sept. geen audiëntie verlenen. De Marshall-hulp aan Indonesië Mr. J. E. van Hoogstraten, secre taris van staat voor economische za ken, te Batavia, heeft tegenover Ane- la verklaard: „De dollarhulp in het kader van het plan-Marshall, waarin Indonesië thans als „dependent ter ritory" mede deelt, komt op een zeer gelukkig moment tegemoet aan de grote deviezenbehoefte van dit land Wil de exportcurve een stijgende lijn blijven vertonen, zoals thans het geval is, dan dienen op grote schaal grondstoffen voor het bedrijfsleven, machinerieën en transportmiddelen te worden ingevoerd". De heer van Hoogstraten verklaarde met nadruk, dat het grootste economische pro bleem van het na-oorlogse Indonesië is in de eerste plaats ingeschakeld bij het deviezenprobleem is. Indonesië de Amerikaanse hulpverlening aan de zestien Europese landen in verband met de nauwe economische en finan ciële verbondenheid van dit land met Nederland, maar voorts ook omdat Indonesië goederen voortbrengt, die voor de reconstructie van West-Euro pa van belang zijn. Als derde ge wichtige reden geldt dan nog,'dat bij een op gang gebrachte Indonesische export, het dollarverkeer tussen Ne derland en de Verenigde Staten gelei delijk weer in normale banen zal kunnen worden geleid. „Reeds vóór de oorlog", aldus de heer van Hoog straten, „was hier in wezen sprake van een driehoeksverhouding." Ne derland investeerde kapitaal in- en verleende diensten aan Indonesië. In donesië betaalde dit kapitaal in deze diensten terug door export van goe deren, waarvan de opbrengst in dol lars Nederland in staat stelde, in Amerika aankopen te doen. Desge vraagd bevestigde de heer van Hoog straten, dat in de voorwaarden bij de verlening van de Marshallhulp een clausule voorkomt, dat in prin cipe de helft van de aankopen, die in de Verenigde Staten zullen worden gedaan, met schepen van de Verenig de Staten zullen worden gedaan, met schepen van de Verenigde Staten naar de landen van bestemming zul len worden vervoerd. Tenslotte deel de de heer van Hoogstraten mede, dat met de Import- en Export Bank onderhandelingen gaande zijn over een dollarlening. „Ik heb redelijke verwachtingen over de resultaten van deze onderhandelingen' aldus besloot de heer van Hoogstraten. GENERAAL BAAY EIST STOP ZETTING VIJANDELIJKE ACTIES IN OOST JAVA. Het republikeinse nieuwsagent schap „Antara" meldde heden, dat de commandant der Nederlandse troepen in Oost-Java aan de repu blikeinse bevelhebbers een ultima tum heeft gezonden, waarin geëist wordt, dat de vijandelijkheden in het door de Nederlanders bezette gebied in Oost-Java „binnen 48 uur" zullen worden beëindigd. Volgens Antara zou de Nederlandse com mandant, generaal-majoor Baay, hebben gezegd, dat, als deze eis niet werd ingewilligd, hij aan generaal Spoor vergunning zou vragen om ,.de nodige maatregelen te nemen". Een zegsman van het leger te Ba tavia bevestigde, dat generaal Baay van de republikeinse militaire auto riteiten heeft geëist, dat er een ein de zal worden genvaakt aan de „mis dadige incidenten" langs de be standslijn, doch voegde daaraan toe, dat dit geen ultimatum was. MASJOEMI WIL NIET ONDERHANDELEN MET COMMUNISTEN. Het partijbestuur van de P.K.I. (In donesische communisten) heeft de partijraden van de Masjoemi en de P.N.I. (de partijen, waarop het ka- binet-Hatta steunt) uitgenodigd voor een conferentie met het doel, een „na tionale eenheid" tot stand te brengen. De Masjoemi heeft echter de uit nodiging tot deelneming aan de con ferentie met de communisten afgewe zen. De Masjoemi accepteerde wel een uitnodiging van de P.S.I. (partij Sarekat Islam, tweede Moslimpartij in de Republiek) om gezamenlijk een „Islam-front" te vormen. Officieel wordt medegedeeld, dat graaf Bernadotte de Nederlandse re gering heeft verzocht, in verbinding te treden met de Ned. Indische autoriteiten, om na te gaan, of Ned. Indië in staat is, om ten behoeve van de Palestijnse vluchtelingen 350 ton rijst en 250 ton suiker beschik baar te stellen. Het is thans te voor zien. dat de eerste verscheping van suiker binnen enkele weken door de Ned. Indische regering zal kunnen worden geregeld, aldus het commu niqué. Alhoewel eveneens de leve ring van 350 ton rijst technisch mo gelijk is, moet hiervoor eerst ver gunning worden aangevraagd bij de internationale Nood voedsel raad. RANTSOENBONNEN VERMICELLI EN GEBAK WORDEN ONGELDIG. Het centraal distributiekantoor deelt ons mede, dat de rantsoenbon- r.en H 25 (voor 1 rantsoen vermi celli e.d. of 400 gram brood) en de rantsoenbonnen H 27 (voor 1 rant soen gebak of 400 gram brood) tot en met 25 September geldig zijn voor het kopen van brood. Na 25 September zijn deze bonnen niet meer geldig. VRIJE PRIJZEN VOOR MOSTERD, CICHOREI EN PEEKOFFIE. Aangezien voor de oogst 1948 geen richtprijzen voor mosterdzaad, cicho rei en peekoffie zijn vastgesteld, wor den ook de eindproducten niet meer aan maximumprijzen gebonden. Een hierop betrekking hebbende veror dening van het Bedrijfschap voor granen, zaden en peulvruchten is gepubliceerd in het Voedselvoorzie ningsblad van gisteren. ONDERSCHEIDING VOOR MOEDIG GEDRAG. De nieuwe Gouverneur van Curagao, Ir. L. A. Peters, heeft in het kamp Suffisant op Curasao onderscheidingen voor moedig gedrag gedurende de Meidagen van 19-40 uitgereikt. Sgt.-Maj. C. van Oosterhout ontving het Bronzen Kruis en de Res. 2e Lt.-vlieger J. van Riemsdijk werd onder scheiden met het Vliegerskruis voor zijn onverschrokken optreden boven Ypenburg op 10 Mei 1940. Ir. Pe terse speldt Lt. van Riemsdijk, die thans verkeersvlieger bij het West-Indisch bedrijf der K.L.M. is, de on derscheiding op de borst. De gezamenlijke bakkerspatroons organisaties, verenigd in de contact commissie delen mede: Uit een dezer dagen gepubliceerd bericht zou kunnen worden gecon cludeerd dat nu, zij het in beperkte mate, brood van zuiver witbloem, dus van zuiver witte kleur verkrijgbaar kan worden gesteld. Weliswaar zal het brood gebakken van de thans ter beschikking te stel len bloem witter zijn dan het tot nu toe geleverde volksbrood, doch geens zins de kleur vertonen van het brood van voor de oorlog. De uitmaling van het patentmeel zal immers 80 pet. bedragen, dit was voor de oorlog 65 a 66 pet. De geïm porteerde patentbloem zal hieraan weinig kunnen verbeteren, ook de kleur hiervan is nog niet zuiver wit. De bakkerij zal voor 20 September nagenoeg geen wittebrood kunnen le veren, voor die datum zal geen be voorrading plaats vinden. Deze be voorrading zal uiteraard ook niet van dien aard zijn dat dan onbeperkt kan worden geleverd. Dezelfde moeilijkheid doet zich voor in verband met het afschaffen van de keuzebon, waarop tot nu toe gebak e.d. werd geleverd. De bevoor rading met suiker, vetten e.d. zal, naar zich laat aanzien, nog enige tijd op zich laten wachten. Ook hier zal dus met vertraging rekening moeten worden gehouden. DE BANKBILJETTEN VAN 1000 EN 500. Het Tweede Kamerlid, de heer Goedhart, heeft aan de minister van financiën schriftelijk gevraagd: 1. Kan de minister mededelen hoe veel bankbiljetten van f 500 en 1000, die in 1943 door de Duitse bezetter waardeloos werden verklaard, op grond van de regeling,-die de minis ter op basis van het kon. besluit van 10 Juli 1945 (F 121) getroffen heeft, sindsdien alsnog voor inwisseling zijn aangeboden en hoeveel partijen bij deze nadere inlevering betrokken wa ren? 2. Is de minister verder bereid me de te delen ten aanzien van welke be dragen en hoeveel partijen beslissin gen zijn genomen en in hoeveel ge vallen deze beslissingen afwijzend zijn geweest? 3. Wil de minister bevorderen, dat voor de gevallen, die nog niet defi nitief geregeld konden worden, thans spoedig een beslissing genoemen zal worden, opdat de betrokenen niet langer in het onzekere behoeven te verkeren over de vraag, of zij hun verzoek al dan niet ingewilligd zullen zien? C.A.O. DAGBLAD JOURNALISTEN Enige tijd geleden hebben de ver eniging „De Nederlandse Dagblad pers 1945" enerzijds en de Neder landse Journalistenkring en de Ka tholieke Journalistenkring anderzijds een collectieve arbeidsovereenkomst voor dagbladjournalisten gesloten. Deze overeenkomst, die de sala riëring en ook overigens de rechts positie van de betrokken journalisten regelt, is de eerste van deze aard in ons land. Het college van rijksbemiddelaars heeft deze C.A.O. goedgekeurd. Zij is op 1 Sept. j.l. in werking getreden. HET RECHTSHERSTEL VAN EEN BRIGADIER VAN POLITIE TE WOERDEN. Op vragen van het Eerste Kamer lid de heer Reijers betreffende het verlenen van volledig rechtsherstel van C. H. J. Schulpen, brigadier van politie te Woerden hebben de minis ter van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie o.m. geant woord, dat debrigadier van politie C. H. J. Schulpen te Woerden bij be sluit van de militaire commissaris voor Gouda e.a. van 30 Mei 1945 in de uitoefening van zijn functie is ge staakt. Uit het zuiveringsdossier blijkt geenszins, dat de staking op aanbeve ling van de voormalige commandant der B.S. te Woerden heeft plaats ge had. De voormalige commandant der B.S. deelde op 15 Juli 1948 onge vraagd aan de ambtsvoorganger van de minister van Binnenlandse Zaken mede, dat door hem noch in bedoel de qualiteit. noch anderzins klachten tegen Schulpen zijn ingediend, noch enige invloed inzake de staking is uitgeoefend, zodat deze veronderstel ling ongegrond moet worden geacht. Van opheffing der staking, hetzij door of names de ambtsvoorganger van de minister van Binnenlandse Zaken, dan wel door de militaire commissaris op 12 Januari 1946, is van de zijde der antwoordende mi nisters niets bekend. Het zuiveringsdossier in zake Schulpen werd n.l. op 23 November 1946 door het centraal orgaan op de zuivering van het overheidspersoneel ter behandeling aan het ministerie van justitie toegezonden met het ad vies ten aanzien van betrokkene een lichte disciplinaire maatregel, als be doeld in art. 2, lid 2, sub e, van het zuiveringsbesluit 1945, te nemen. Bij besluit van 20 December 1946 welk besluit op 6 Januari 1947 aan Schulpen werd uitgereikt werd namens de ambtsvoorganger van de minister van Binnenlandse Zaken de staking van Schulpen opgeheven, on der oplegging van de maatregel in gevolge het zuiveringsbesluit 1945 van schriftelijke berisping zonder openbaarmaking. In verband met de omstandigheid, dat na de bevrijding een groot aan tal politie-ambtenaren door het mi litair gezag gestaakt c.q. geschorst bleek te zijn, is zowel met het oog op een spoedige afdoening van de vele zuiveringsprocedures, alsook met het oog op de wenselijkheid de gestaakte of geschorste politie-ambtenaren niet langer dan strikt noodzakelijk was in onzekerheid omtrent de ten aanzien van hen te nemen maatregelen te la ten, besloten eerst vast te stellen of een staking c.q. een schorsing diende te worden omgezet in een ontslag, dan wel of betrokkene gehandhaafd kon worden, eventueel onder opleg ging van een der in artikel 2, lid 2. zuiveringsbesluit 1945 vermelde maatregelen. Wanneer besloten werd tot hand having, onder oplegging van zulk een maatregel, werd om bovenvermelde redenen de voor zover nodig nog verder vereiste uitvoering van die maatregel eerst ter hand geno men, nadat de beslissingen ten prin cipale in de andere nog hangende za ken waren genomen. Hierin ligt de verklaring, waarom ten aanzien van Schulpen op 20 Re- cember 1946 is beslist, dat, onder op heffing van de staking, op hem zou worden toegepast de maatregel van schriftelijke berisping zonder open baarmaking en dat de executie (redi gering) van deze berisping eerst bij besluit van 13 April 1948 heeft plaats gehad. Vervolgens wordt in het antwoord de tekst van de uitvoering der beris ping opgenomen. De minister van Justitie, besloot volgens de tekst, aan Chr. H. J. Schul pen, terzake van zijn gedragingen (S. heeft in de bezettingstijd tijdens een door hem met een collega verrichte huiszoeking een niet ingeleverd ra dio-ontvangtoestel in beslag geno men, waartoe hem geen opdracht was gegeven) schrifteilijk te berispen, door hem bij deze zijn ontevreden heid over de onjuiste houding over de onjuiste houding kenbaar te ma ken. De burgemeester van Woerden heeft onmiddellijk na opheffing van de staking, op grond van de omstan digheid, dat hij bij terugkeer van Schulpen in het politiekorps te Woer den ernstige verstoring van de goede verstandhouding vreesde, bij de des betreffende rij kspolitie-autoriteiten er op aangedrongen, dat Schulpen zou worden overgeplaatst en dat hem, in afwachting daarvan, verlof zou worden verleend. Door de rijkspolitie is dienovereenkomstig beslist. Op 9 April 1947, het tijdstip, waar op Woerden weer werd aangewezen als gemeente, waar in de politiedienst door gemeentepolitie zou worden voorzien, was de overplaatsing nog niet tot stand gekomen. Nadien is door de ambtsvoorganger van de mi nister van Justitie gepoogd een be vredigende oplossing te vinden. Het onderzoek naar verschillende mo gendheden. die uiteindelijk niet tot een gewenst resultaat leiden, nam ge ruime tijd in beslag. Gedurende het tijdvak, waarin de verschillende mo gelijkheden werden onderzocht, heeft de burgemeester van Woerden, op grond van de eerder vermelde over wegingen, geen aanleiding gevonden Schulpen wederom in dienst te stel len. De vraag is de minister afge zien van de morele depressie voor de betrokkene niet van oordeel, dat de toestand der openbare financiën niet toelaat aan Schulpen voornoemd reeds gedurende drie jaren briga dierssalaris te betalen, zonder dat hiervoor arbeid wordt gepresteerd? wordt bevestigd beantwoord. Aangezien de pogingen om tot een overplaatsing te geraken tot nog toe geen resultaat hebben opgeleverd, heeft de burgemeester van Woerden zich bereid verklaard Schulpen met ingang van 1 September 1948 weder om bij het gemeentelijk politiekorps te Woerden infunctie te doen treden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5