2)e CéidseSoti/Yo/ttt Grootse en hartelijke huldiging van Koningin Wilhelmina bij haar 50-jarig jubileum REDE VAN H.M. DE KONINGIN Directeur: C. M. VAN HAMERSVELD. Hoofdredacteur: TH. WIL MER, KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1948 39ste JAARGANG No. 1 WAARIN OPGENOMEN „DE BURCHT" Bur. Papengracht 32, Telef. Redactie 20015, Adm. en Advert. 20826, Abonn. 20935 - Abonnementsprijs 0.30 p. w., f 1.30 p. mnd, 3.90 p. kwart. Franco p. p. f 4.65 - Advert.: 15 ct p. m.m. Telefoontjes 1.50 Ik dank alle aanwezigen voor hun tegenwoordigheid alhier op dit ogen blik. Met vreugde begroet ik de vertegenwoordigers uit Indonesië, Surina me en de Nederlandse Antillen, die hierheen zijn gekomen om mijn jubi leum te herdenken en de inhuldiging van mijn dochter bij te wonen. Dat ik mij, vanwege mijn leeftijd tot enkele uren feestbetoon heb moeten beperken, doet mij leed, maar ik geef allen die ik niet kan ont moeten de verzekering dat ik met hun herdenking meeleef en met ware belangstelling volg al hetgeen zij hebben ondernomen om mijn jribileum te vieren. In het bijzonder waardeer ik daarbij het streven om niet alleen een feest te vieren zonder meer, maar om dingen tot stand te brengen van blij vende waarde voor onze toekomst. Een kleine vergoeding voor hetgeen mij ontgaat, is, dat ik thans door de microfoon tot u kan spreken en zo in persoonlijke aanraking met u kan zijn. Ik zal u niet vermoeien met een opsomming van al wat geschiedde in deze vijftig jaren. Slechts wil ik een enkel woord zeggen over het alles 'beheersende gebeuren van de jongste tijd. Het verzet hier in Indonesië, onze vrijheidsstrijd. In het bijzonder richt ik een woord tot allen, die in die strijd, op welke wijze dan ook, hebben meegestreden. Ik wend mij tot hen die, nog dagelijks offers brengen in het leed, dat zij hebben te dragen. Ik gedenk de duizenden, die hun leven hebben gegeven. En allen, de levenden en hen die zijn heengegaan dank ik voor hun vaderlandsliefde en voor wat zij mij gegeven hebben in hun saménwerking. Het is voor mij een vreugde te weten, dat ook mijn beide kinderen, ieder op verschillende wijze, hun uiterste krachten hebben gegeven in de grote strijd voor de bevrijding van het vaderland en met u allen mijn actieve medewerkers zijn geweest. Zij kennen als gij het jongste verleden. Als ikzelf hebben zij met u medegeleefd en begrijpen zij u. Thans loopt dit tijdperk voor mij ten einde. De strijdende taak, die wU allen tezamen gehad hebben, die wij zovele jaren tezamen hebben ver wal d, ga ik neerleggen. Veel is er in de oorlogsjaren gedroomd en verwacht van de toekomst. Voor velen is de werkelijkheid na de bevrijding een teleurstelling geworden. Ik vertrouw, dat gij sterk zult zijn en veel zult verwezenlijken van wat toen als toekomstdromen in ons allen leefden en thans nog leeft. Aan de vboravond van mijn troonsafstand bind ik u dit op het hart. Met erkentelijkheid denk iik voorts aan velen4 het zij hoog of laag ge plaatst, die gedurende deze lange jaren mij bij het vervullen van mijn taak nebben bijgestaan. En thans gaan mijn gedachten terug naar het verre verleden, naar mijn kinderjaren en de liefde van mijn onvergetelijke grijze Vader. Ik denk aan mijin Moeder, aan wie ik zo onuitsprekelijk veel verschul digd ben, aan haar de wijze Regentes die mij opvoedde en met haar moe derlijke liefde en zorg omringde, aan haar, wier hart steeds uitging naar :ïe lijdenden in ons volk. Ik denk aan mijn innigbetreurde Man, die mij bij het vervullen van mijn taak tot groten steun is geweest en wiens nagedachtenis bij ons volk steeds in het teken zal staan van dienende liefde. Nu wendt ik mijn blik naar de naaste toekomst, naar de troonsbestijging van mijn Dochter. Het is voor mij als moeder een aangrijpend ogenblik nu mijn kind een stap zet als deze. Zij aanvaardt haar taak in een moeilijke en ingewikkelde tijd, een tijd die vraagt om sterke mensen. Als vanzelf rijst nu voor mij op het beeld van onze stammoeder, wier oaam zij draagt. Groot was het geloof. Groot waren de taaie volharding en offervaardigheid, Groot was het verstand, de bezieling en het moederlijk hart van Juliana, do moeder van de Vader des Vaderlands. Ik kan mijn Dochter geen betere wens medegeven, dan dat zij, geheel als kind van haar eigen tijd, bezieling moge putten uit deze lichtende ge stalte, voor wie als voor vele Nederlanders van vroeger en lateren tijd geldt: Ik heb de goede strijd gestreden Ik heb de loop geëindigd Ik heb het geloof behouden. De Koningin heeft Maandagmiddag onverwacht nog een rijtoer gemaakt door Den Haag, omstuwd door een juichende menigte, naar het station te Scheveningen, van waaruit zij per trèin naar Amsterdam is gegaan. De witte dirigeerstoel, waarop de bijna 80-jarige Fred Roeske zo emi nent deze massale aubade had ge leid, was nu in beslag genomen door een batterij fotografen en filmope rateurs, die tientallen platen en me ters film verschoten op de koninklij ke familie. Ook Prinses Marijke nam actief deel aan cfeze aubade. Op moeders arm gezeten sloeg zij met haar klei ne handje de maat op de balustra de van het balcon. De beide oudste prinsesjes genoten eveneens intens van dit fleurig gebeuren. Tussen va- dsr en moeder ingezeten luisterden zij naar de liederen en toen het Wil helmus werd ingezet, zongen zij dit ook mede. Niet minder dan 300, grotendeels jeugdige zangertjes, die het door de warmte te kwaad hadedn gekregen, werden hier met water en warme th~o Weer bijgebracht. KONINGIN VANDAAG NAAR JORDAAN, EILANDEN EN OOST. Geheel onverwacht heeft H. M. de Koningin besloten hedenmiddag om 5 uur een rijtoer door de hoofdstad te maken. Op deze tocht zal zij o.m. door de Jordaan. over de eilanden en door een gedeelte van Amsterdam- Oost rijden. Minder druk hadden de eerste hulpposten het in de kerkeraadska- mer van de Nieuwe Kerk en de tent onder het Beurspoortje. Hier wer den resp. 83 en 18 patiëntjes weer op de been geholpen. Een jongetje die in het prikkeldraad was gevallen, keerde na afloop aan de hand van zyn moeder bij de dokter en de broe der, die hem zo keurig verbonden hadden terug, en offreerde hen bei den uit dankbaarheid en sigaret. Bijna 20.000 zangeressen, zangers en kinderen brachten H.M. Koningin Wilhelmina een aubade in de ochten d van Haar 68e verjaardag voor het Koninklijk Paleis op de Dam. Een o verzicht van het plein tijdens de aubade. Overal in het land is het Konin- ginnefeest op bijzonder feestelijke en bijzonder hartelijke wijze gevierd. Vanzelfsprekend in Amsterdam het schitterendst, nadat eerst Den Haag Maandag de Vorstin op geestdriftige wijze had ontvangen. Amsterdam is in deze dagen, kort gezegd: een lichtstad. De verlichting in de stad zowel als iri de havens maakt de stad en haar omgeving tot een allerbekoorlijkst sprookje, waar uit men echter, als men in de bin nenstad loopt, tot de werkelijkheid wordt teruggeroepen, als men haast niet meer verder kan. AANKOMST TE AMSTERDAM. Toen de koninklijke trein aan het Amstelstation was aangekomen, welk station geheel in feestdos was gesto ken en H.M. met gevolg de trein had verlaten, inspecteerde zij de ere wacht en begaf zich daarna naar de hal. De1 burgemeester van Amster dam, de heer d'Ailly, sprak hier een begroetingswoord uit. welke H.M. als volgt beantwoordde: „Mijnheer de burgemeester, Ik dank u voor de woorden tot mij gesproken. Het verheugt mij, dat ik in de hoofdstad des rijks, in het hart van ons land, mijn jubileum mag*vie- ren. Amsterdam zal voor mij steeds zijn de stad, waar het volksverzet te gen de overweldiger het eerst als een vlam naar buiten sloeg, de stad, die was: heldhaftig, standvastig, barm hartig. Het zal mij dan ook een groot ge noegen zijn onder de regering van koningin Juliana nog vele malen in uw stad te vertoeven en te genie- OP HET JULIANAPLEIN. Toen H.M. de koningin naar bui ten kwam klonk onmiddellijk het helmus uit 300 kelen, gezongen door de gemengde koren onder leiding van de dirigent Fred. J. Roeske. Hare Majesteit hoorde geroerd de ze zanghulde aan met aan haar lin kerzijde de burgemeester van Am sterdam. Bij het inzetten van het tweede lied, „Wilt heden nu treden", over handigd# de voorzitter van het koor Apollo, de heer A. Renes, de vorstin een tekstboekje en met in haar lin kerhand de haar aangeboden lila or chideeën en haar schildpadleren tas bladerde de Koningin in het boekje en zong af en toe enige woorden me de. Bij de eerste maten van het vro lijke „Wij leven vrij, wij leven blij" schudde zij op de maat van de mu ziek heel even haar hoofd mede. Drie coupletten van dit laatste lied werden gezongen. Toen klapte de Koningin in haar handen en riep: „De heer Roeske'. Ontroerd stapte de grijze dirigent van zijn rode dirigenteristoel en, terwijl hij zijn manchetten nog even in orde bracht, liep hij op de vorstin toe, die hem hartelijk de hand drukte en hem vroeg alle leden van het koor te willen bedanken. Dit beloofde de heer Roeske en hij zei tevens: „Ook vijftig jaar geleden heb ik voor u gedirigeerd, Majesteit." En de Koningin antwoordde, niet min der bewogen: „Dat ben ik niet verge ten". Onze vorstin liep naar haar ge reedstaande Cadillac, waarvan de Bij de opvoering van Carel Briels' Jubileumspel „In Neerlands Tuin". In de Koninklijke lóge v.l.n.r. Prinses Beatrix, Prinses Juliana, Koningin Wilhelmina, burgemeester d'Ailly, Prins Bernhard, Prinses Irene en Baron de Vos van Steenwijk, Commissaris der Koningin in de provincie Noord Holland. achterkap was opengeslagen en on middellijk sloegen de motoren van het begeleidende escorte in met een geweldig geronk. Plotseling een slag. Een der escorterende motorrijders van de marechaussees slaat bij het starten van zijn motor tegen de grond, onmiddellijk voor de auto van de Koningin. Even blijft hij onder zijn motor liggen. De "Koningin kijkt uit haar auto naar deze ongelukkige -motorrijder. Dan helpen kameraden hem weer op de been. De motor blijkt nog intact en dè rit kan be ginnen een triomphantelijke tocht. Naar het paleis op de Dam. OP DE DAM. Voor de uitgang van het Amtsel Slation luistert H.M. de Koningin naar een zanghulde van Amsterdam se Mannenzangverenigingen. Op de dam hadden zich reeds vroeg in de middag dikke hagen van be langstellenden gevormd en bij het naderen van het uur, waarop H.M. zou aankomen, dreigde de menigte zo groot te worden, dat de politie een deel van het plein moest afzetten. Inmiddels was het Prinselijk Gezin incognito op het koninklijk paleis ge arriveerd en omstreeks half zes ver toonde de kleine prinsesjes zich voor de ramen, luide toegejuicht door de grote menigte niet alleen op het plein zelf, maar in alle omliggende ge bouwen, tot zelfs in de dakgoten ver zameld. Precies tien minuten voor zes kondigde het luide gejuich op het Rokin de nadering van de ko ninklijke stoet aan. Het gejubel dat de stoet had omgeven bereikte zijn hoogtepunt. Toen H.M.'s auto voor reed klonk het Wilhelmus negen de vaandels van de erewacht en klon ken de commando's voor de voorge schreven eerbewijzen. H.M. verliet haar auto en begaf zich, na een korte inspectie van de erewacht der stu dentenweerbaarheid, gevormd uit onderdelen van de weerbaarheids- formaties der verschillende Neder landse studentencoruora, in het pa leis. Even later gingen de deuren van het balcon open en verschenen Hare Majesteit Koningin Wilhelmina in gezelschap van het gehele kroonprin selijk gezin op het balcon. Prinses Juliana droeg de kleine Marijke op I haar arm en dit was het sein voor j Qg aubade OD de Dam een donderende ovatie van de voor het paleis verzamelde menigte. i I Om klokslag elf uur verenigde het Kort daarop begaf het gezelschap j gehele koninklijke gezin zich met de zich naar binnen en de inmiddels ge- burgemeester» van Amsterdam, ge hesen koninklijke standaard toont kleed in zijn ambtsgewaad, op het dat de jubilerende vorstin haar pa- balcon en nam de grootse en ontroe- H.M. ONTVANGT INDISCHE DELEGATIES. Om half tien heeft H.M. ten pa- leize ontvangen delegaties uit Indone sië, Suriname en de Ned. Antillen en een deputatie van het leger in de Indische Archipel. Er werden daarbij verschillende geschenken aangebo den. Een grote menigte sloeg op de Dam het komen en gaan gade van de ve len, onder wie er verschillende wa ren in Indische ambtskledij, verge zeld van hun dames, gekleed in scho ne Indische gewaden. De audiëntie duurde ongeveer een uur. DE OCHTEND VAN 31 AUGUSTUS. Gistermorgen vroeg was het al feest in Amsterdam. Overal een ge weldige drukte; vooral rondom het paleis op de Dam. Om kwart over tien rolde plotse ling een vrolijk gejubel over het Damplein. De Prinsesjes Beatrix, Irene en Margriet in groene feest- jurkjes kwamen voor de ramen om een kijkje te nemen en even later verschenen zij met hun moeder, die de kleine Marijke op de arm droeg op het balcon. Vriendelijk wuivend en lachend keken zij neer op de hon derden wuivende vlaggetjes en lachende kindergezichten van de reeds op het Damplein verzamelde zangertjes. Even voor elf uur verscheen ook Prins Bernhard op het balcon, die op zijn beurt zijn filmcamera op de samengestroomde menigte richtte. leis in de hoofdstaf had betrokken. Om ongeveer zeven uur vertoonden de Prinsesjes nog eens voor de ramen van het paleis, heel ongedwongen. Het publiek zwaaide en zij zwaaiden lachend terug. rende aubade een aanvang. Plechtig klonk het Wilhelmus,, door allen, die op de Dam waren tezamen gekomen, meegezongen. De militairen, de po litie, en de padvinders salueerden. En dan, toen de laatste tonen van het Roeske de duizenden plactic oranje vlaggetjes om hoog en zwol het ge jubel tot een ware orkaan aan. Met de hand wuivend dankte de vorstin voor deze ware ovatie. Het tweede nummer van het pro gramma, door allen gezongen, was het door Fred. J. Roeske bewerkte „Dankt allen God den Heer", en we derom steeg uit de menigte een oran- jeboog van vlaggetjes omhoog. Dit werd na ieder nummer herhaald. Als derde lied zong het gemengde koor het door Fred Roeske op muziek ge zette lied „Aan de Koningin", waar voor A. Borstlap de tekst schreef. En toen was het de beurt aan de kin deren en dames. Zij zongen „Het Vaderlandse lied". Machtig klonk hierna „Wij willen Holland houen". Majestueus klonk over het aloude Damplein „Dat 's Heren zegen op U daalt". En toen de laatste maten ge klonken hadden, kende het enthou siasme geen grenzen meer. Steeds weer zwol het gejuich aan en de leden van het Koninklijk Gezin wer den niet moede al wuivend de 19.000 zangers en zangeressen te danken voor deze grootse aubade. Maar nog was het einde niet in zicht, welis waar had het Koninklijk Gezin zich een ogenblik in het paleis terugge trokken, om enkele leden van het aubadecomité te ontvangen, doch te gen half twaalf verschenen allen weer op het balcon om het défilé gade te slaan, dat ruim drie kwartier in beslag nam. Oo de tonen van de vrolijke marsen, die de elkaar afwis selende vijf muziekcorpsen ten ge hore brachten, marcheerden jonge ren en ouderen in rijen van zes het Damterrein af. Stormachtig waren de toejuichin gen, die telkens losbarstten als de Koninklijke Familie, die gedurende de aubade op het paleisbalcon was gezeten, aan de balustrade kwam staan om de honderdduizenden Am sterdammers de gelegenheid te ge ven een glimp op te vangen van de jubilerende Vorstin, die in lichtgrijs gekleed, telkenmale lachend dankte j IN DE HAL VAN HET AM STEL STATION BEGROET BURGEMEESTER D'AILLY DE LANDSVROUWE, voor dit spontane eerbetoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 1