knapt tiet op Discussie over de Grond wetsherziening Leidster Tsjechische athleten keert niet terug DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1948 DE J.EIDSE COURANT PAGINA 2 Tweede Kamer Na de pauze kreeg de heer Weiter het woord. Deze betoogde, dat de kabinetten Schermenhorn en Beel niet die eensgezindheid, nodjg voor de totstandkoming van hervormin gen, hebben kunnen oproepen. Dit legt een grote schuld op deze ka binetten. Niet de Japanse bezetting heeft de ineenstorting van Indië be werkt, maar het regeringsbeleid na de oorlog. Uitvoerig ging de heer Weiter na wat er onder het bewind van deze beide kabinetten gebeurd was, o.a. op het gebied van de voor lichting. Hij richtte zich tegen cte P. v. d. A., die thans gaarne -spreekt van een „overleefd Verleden", maar die in de tijd toen spreker minister van Koloniën was, als S-D.A.P. het be leid van de regering heeft gesteund en er aan heeft medegewerkt, dat de begrotingen van spreker zonder hoofdelijke stemming werden aan genomen. De heer Weiter herinnert er aan, dat de minister-president Dinsdag avond gewezen heeft op de moei lijkheden om rust en' orde te hand haven in zo uitgestrekte gebieden, maar naar sprekers inzicht is hand' having ervan mogelijk, zodra ei maar een wil is, die rust en orde oplegt. Het kabinet moet er zich naar zijn oordeel voor hoeden alleen ad viseurs te raadplegen, die zeggen, wat de regering graag hoort. In dit verband merkt hij op, dat de vrije meningsuiting van .ambtelijke ad viseurs in Indië feitelijk onmogelijk is. Dat moet veranderen. De heer Welter vraagt de rege ring of zij het verdrag van de Ren ville erkent als haar bindend en als grondslag voor de nieuwe rechts orde. Voorts vraagt hij of het kabinet de Verenigde Staten van Indonesië erkent als souverein. De heer Rorame (K.V.P.) herin nert er aan, dat bij de behandeling in eerste lezing de heer Meyerink verklaard heeft, dat de rijkseenheid niet tot de anti-revolutionnaire be ginselen behoort. Spr. constateert, dat met de heer Gerbrandy zijn in trede in de Kamer heeft gedaan, een anti-revolutionnair, die wel tot zyrï beginselen rekent de eenheid en onveranderlijkheid van het konink rijk te erkennen. De heer Romme bestrijdt de op vatting van de heer Gerbrandy als zou de Unie een unworkable geval zijn. De Unie kan z.i. een volkomen werkbaar geheel worden. De heren Gerbrandy en Weiter spelen naar sprekers oordeel de re publiek in de kaart door haar bo ven het overige Indonesi4 uit te heffen. De heer Romme bepleit vervol gens de noodzakelijkheid van de grondwetsherziening, wil men uit voering geven aan de koninklijke rede van 7 December 1942. Het nieuwe kan niet anders opgebouwd worden dan phaze voor phaze. Naar sprekers oordeel moet zeker de heer Gerbrandy, die toch ook iets te ma ken heeft gehad met die konink lijke rede, zeggen, dat nu deze grondwetsherziening er moet komen De heer Tilanus (Chr. Hist.) rwerkt o.m. op, dat de heer Ger brandy de volle verantwoordelijk heid draagt voor de koninklijke rede van 7 Dec. 1942, zomede voor verschillende wetsbesluiten. Als de heer Gerbrandy destijds parlementair constitutionele begin selen had gevolgd, zou het kabinet- Schermerhorn niet zijn opgetreden, zou er geen noodparlement geweest zijn en zou veel ellende zijn voor komen. In de rede van de heer Gerbran dy heeft spr. iedere constructieve gedachte gemist. Men mag z.i. niet negatief blijven. Er moet construe tief gewerkt worden. Er is een staatkundige ontwikke ling van drie jaren geweest, er zijn verschillende overeenkomsten ge sloten en er zijn in Indië staatkun dige organisaties tot stand geko men, waar men niet overheen kan lopen. Hij verklaart vertrouwen te stel len in de nieuwe minister van „Overzeese gebiedsdelen" en in het beleid van het nieuwe kabinet. Het koninkrijk wordt niet gebroken, maar gereconstrueerd. De kroon der Unie is en blijft ongebroken. De heer Van der Goes van Naters (P. v. d. A.) vraagt, of het kabinet ft/ÏEVROUW Marie Provaznikova, de leidster van het Tsjechoslo waakse vrouwelijke athletiekcontingent op de Olympische Spelen, heeft haar terugreis naar Praag afgezegd. De Tsjechoslowaakse ambassade heeft medegedeeld, dat Mevrouw Provaznikova voor één jaar naar de Ver enigde Staten zal gaan als instruc trice, met de toestemming van de Tsjechoslowaakse autoriteiten. „Geen vrijheid van mening, geen persvrij heid, geen recht van vergadering Tegenover een correspondent van Reuter verklaarde mevr. Provozikova, dat zij niet van plan was naar haar land terug te keren, „waar", zo zei- de zij, „geen vrijheid is van menings uiting, geen persvrijheid en geen recht van vergadering". Verder zei- de zij: „Ik ben een politieke vluch telinge en ben er trots op. Toen ik Tsjechoslowakije verliet, had ik reeds.' het voornemen niet terug te keren, ofschoon ik niemand er iets over ge zegd heb. Ik ben lid van de partij van Benesj. Zij konden mij niet be letten voor de Olympische Spelen naar Londen te gaan, omdat ik pre sidente ben van het Internationale Gymnastiekverbond. Na afloop van de spelen heb ik deze functie neer gelegd". Mevr. Provaznikova vertelde ver der, dat zij in Juli van dit jaar de leiding had over 28.000 vrouwen tij dens een grote meeting in Praag van de Sokols, die werd bijgewoond door president Gottwald. Er werd een be toging voor Benesj gehouden en zij werd door cte vrouwen toegejuicht vanwege het feit, dat zij bekend stond als een vurig aanhangster van de voormalige president Naderhand werd zij door de politie ondervraagd, doch was in staat zich vrij te plei ten, daar zij op het ogenblik van de manifestatie niet op de meeting aan wezen was. „Men zeide mij, dat ik persoonlijk verantwoordelijk zou wor den gesteld voor een herhaling van het incident", aldus mevr. Provazni kova. bereid is een staatshervorming ac tief voor te bereiden. De unie moet z.i. niet te zwaar worden opgezet, ze moet groeien. Niet moet worden begonnen met een unie-parlement en een uniekabinet, al wil dat niet zeggen, dat deze t.z.t. niet zouden moeten komen. De economische grondslagen zul len met zorg gebouwd moeten wor den. Het is naar sprekers oordeel gewenst, dat een paar maanden voor 1 Jan. 1949 een toestand is ge schapen, die de Indonesiërs beyre- digt. De heer van der Goes van Naters herinnert er aan, dat de heer Ger brandy in 1928 een merkwaardig fris boek heeft geschreven, „Strijd voor nieuwe maatschappij-vormen". Nu remt hij wat hij remmen kan. De heer Stokvis (C.P.N. herhaalt zijn in eerst? lezing geopperde be zwaren. Hij betoogt o.m., dat de ko loniale verhoudingen gehandhaafd worden. De heer Meijerink (A.R.) gaat na der in op hetgeen de heer Gerbran dy heeft gezegd, ter verduidelijking van het A.R.-standpunt in zake de Indonesische kwestie, en od de op merkingen die naar aanleiding daar van gemaakt zijn. Spr. verklaar# niet van mening te zijn, dat er geen grondwetsherzie ning moet komen, maar er dient niet een deling te komen, die het koninkrijk uit elkander haalt. Z.i. had de weg van een rijkscon- f~~entie gevolgd moeten .worden. Hij verklaart, dat ziin fractie haar stem niet aan dit ontwerp zal kun nen geven. De vergadering is verdaagd tot hedenmiddag een uur. SOBERHEID BIT WONINGBOUW. Wanneer bij herbouw en nieuw bouw van een woning de kosten uit gaan boven het volgens de desbetref fende financieringsregeling maximum toelaatbaar te financieren bedrag, dan kan toch machtiging tot gunning worden verleend, indien de belang hebbende verklaart, dat hij de kos ten welke uitgaan boven het hierbo ven bedoelde bedrag voor eigen re kening zal nemen. Voor deze hogere kosten, waarmede in vele gevallen aanzienlijke bedragen zijn gemoeid, was tot nu toe geen maximumbedrag vastgesteld. In dc huidige omstandgheden dient er echter op te worden toegezien, dat allerwegen de grootst mogelijke so berheid wordt betracht, dus ook bij de woningbouw, terwijl het daarv naast niet verantwoord is om grote aantallen arbeidskrachten en aan zienlijke hoeveelheden materiaal op deze wijze aan de overige bouwob- jecten te onttrekken. Daarom zal in de toekomst geen rijksgoedkering meer worden ver leend voor woningen, waarvan de bouwkosten hoger zijn dan 20 pet. van het bedrag dat in sobere uitvoe ring nodig zou zijn, tenzij deze ver hoging mede zou worden veroorzaakt door bijzondere omstandigheden als extra-kosten aan funderingen, geiso- leerde ligging van het bouwterrein, kosten yan vreemde arbeiders, toe slagen voor montagebouw enz., dus kosten, welke noodzakelijk zijn om de bouw mogelijk te maken. Boven het hierboven genoemde percentage mag hoogstens nog wor den geodgekeurd het maken van een centrale verwarming. Nieuwe vliegtuigen voor de K.L.M. De K.L.M. gaat op haar Europese routes, gebruik maken van Convair Liners, van welk type 12 stuks in bestelling zijn. Het eerste toestel van dit typq wordt binnenkort op Schiphol verwacht. DE K.L.M. BRENGT EMPLOYéS IN DE VERLEIDING. Officier en rechter geven verontwaardigd hun commentaar. De veelvuldige diefstallen, die de laatste tijd op Schiphol door em ployé s van de K.L.M. gepleegd wor den, hebben deze maatschappij nogal in opspraak gebracht. De politie heeft echter hard toegeslagen en op het ogenblik is het reeds zo ver, dat, als iemand gearresteerd wordt, hij zo mogelijk dezelfde dag nog voor de rechtbank verschijnt en veroordeeld wordt. Zo hadden zich enige dagen gele den enkele controleurs van de K. L. M. voor diefstal te. verantwoorden. Bij het verhoor kwamen enige ergerlijke feiten naar voren. In de zgn. pantry b.v. bevonden zich in Januari van dit jaar 2400 theedoeken en op- de balans van Juli stonden er nog maar 158 genoteerd. Waar de ruim 2000 „zoekgeraakte" theedoeken zijn gebleven, is nog een open vraag. Een der verdachten deelde mede, dat vele leden van het personeel op Sch'iphol zich verschillende goederen toeëigende. Het lagere personeel steekt het gestolene tussen de kleren en de chefs hebben voor het vervoer een auto. De officier zeide in zijn requisitor, dat hij. betreurde dat de K.L.M., die toch de trots is van Nederland; op een dergelijke minderwaardige ma nier ondermijnd wordt door eigen employe's. Hij was echter van me ning. dat men bij de K.L.M. alleen de grote lijn in het oog houdt en niet let op kleine details, waardoor voor velen de verleiding om te stelen zeer groot werd. Hij eisfe tegen drie verdachten een gevangenisstraf van twee weken met onmiddellijke gevangenneming en te gen een ander 10 dagen hechtenis. De recher veroordeelde allen tenslot te tot twee weken gevangenisstraf, waarbij hij verklaarde dat ook de ge dragingen van de chefs onderzocht zullen worden. De politie heeft dit blijkbaar-met een stevig aangepakt, want slechts enkele dagen later hadden zich twee chefs voor de rechtbank te verant woorden. Ook zij kwamen op dezelfde tlag. dat zij gearresteerd werden, in het verdachtenbankje van de Haax*- lemse rechtbank. De eerste verdachte, een 54-jarige Amsterdammer, was chef van de pantry. Hij was reeds elf jaar in dienst bij de K.L.M. Hen was ten laste gelegd dat hij verschillende goederen had weggenomen uit de proviand van terugkerende vliegtui gen. Verdachte gaf alles toe waarbij als zijn verweer naar voren bracht, dat zijn chefs hem het voorbeeld ga ven. Toen de rechter hem ér een ern stig verwijt van maakte, dat hij ook de schuld was, dat het lagere perso neel goederen ontvreemdde, verklaar de hij, dat hij door de grote drukte en de slechte organisatie onmogelijk 8p alles kon letten.' Dezelfde argu menten voerden ter verdediging aan de 45-jarige sous-chef van de pantry, die zich eveneens aan diverse goede ren vergrepen had. - De rechter kon zijn verbazing bij na niet te boven komen en vond het een schandaal voor de K.L.M. dat haar emploé's zo in de verleiding ge bracht werden. Hij hoopte maar, dat deze befaamde maatschappij goede lering zou trekken uit deze bescha mende feiten. Nadat de rechter op deze manier verontwaardigd zijn commentaar had gegeven op de gepleegde feiten ver oordeelde hij beide chefs tot eer. ge vangenisstraf var. tv/ee weken met bevel tot onmiddellijke in hechtenis neming. VOOR GOEDEWAAGEN 20 JAAR UlTSLtlTING GEVRAAGD. Voor de commissie voor ,de Pers zuivering werd gisteren 20 jaar uit sluiting geëist tegen T. Goedewaa- gen, eens secretaris-generaal van het dept. van Volksvoorlichting en pre sident van de Nederl. Kultuurka mer. Als hoofdredacteur van De Waag droeg hij zeer veel bij tot de ver spreiding der nat.-soc. propaganda. Goedewaagen was niet zelf ver schenen, daar hij weigert zich over zijn daden uit te laten, vóórdat zijn zaak door het Bijz. Gerechtshof be handeld is. SMOKKELAAR SCHIET OP GRENSWACHT. In den nacht van Dinsdag op Woensdag is bij een grensstation te Maastricht de kommies H. O. uit Den Helder door een smokkelaar met een schot hagel levensgevaarlijk ge wond. De kommies was met een collega op patrouille, toen hij op twee man nen stootte, die smokkelwaar ver voerden. Een van hen loste onmid dellijk een schot, dat O. in het bo venlijf trof. De gemeentepolitie en het Belgi sche parket stellen een onderzoek in naar de identiteit van de smokke- WEERSVERWACHTING AANHOUDEND KOEL WEER. Wisselend bewolkt met enkele verspreid optredende buien, Zwakke tot matige wind tussen Noord en West. Aanhoudend koel weer. DE SLIJTERSMARGE VOOR VASTE BRANDSTOFFEN. De marge voor de slijters van vas te brandstoffen was tot op heden in bijzonderheden geregeld, wanneer meer dan één handelaar was inge schakeld. Met ingang van 19 Augus tus 1948 wordt de verdeling van de marge aan de betrokken handelaren en slijters zelf overgelaten. De ver- bruikersprijs zal hiervan geen in vloed ondervinden, zo deelt de pers dienst van het ministère van econo mische zaken mee. LUSTELOZE BEURS. Het meest kenmerkende verschijn sel op de effectenbeurs te Amster dam was gisteren het algemene ge brek aan ondernemingslust, tengevol ge waarvan de handel van uiterst geringe afmetingen was. Op de mees te afdelingen was eenvoudig niets te doen, en, waar noteringen tot stand kwamen, gebeurde dit in hoofdzaak tegen het slot. Een bepaalde stem ming kon niet worden aangegeven. De markt was eenvoudig kleurloos. Enkele fondsen waren een kleinig heid beter, andere waren daarente gen weer wat lager. Evenals Dins dag ging de belangstelling in hoofd zaak weer uit naar Indische Bank, die wederom iets lager waren en bij een aanvangsprijs van 129 achter uit gingen tot 127, terwijl later op de middag weer iets hoger werd afge daan. de ^eeitaaideA, 43. Omdat Hendrik de dapperste zeebonk is, die ooit de zeeën heeft bevaren, overwint hij zijn angst al spoedig en nadert nieuwsgierig de oorzaak van zijn. schrik. Zoals je op het plaatje zien kunt is het een ons zo langzamerhand zeer vertrouwd voorwerp. Het is de jas! Maar hiervan is Hendrik niet zo geschrokken, het is meer de uitzon derlijke toestand waarin de jas zich bevindt. Zij zwelt langzaam op en neemt steeds menselijker vormen aan. Nog doorzichtig als een dunne nevel worden de omtrekken van Adalbert zichtbaar. Het gaat deze keer allemaal een beetje langzaam, maar dat komt door de ijle berg lucht, denk ik. Eindelijk is Adalbert dan toch klaar en met een kreun krabbelt hij overeind. „Die ver wenste jicht!" moppert hij en tast naar z'n heup. Ja, Adalbert's humeur is angstaanjagend, onze zeeman is' niet te benijden! Voorlopig weet Hendrik nog van niets en hij barst uit in een opgewekte lach. „Ha! Die Bimmelbam!" roept hij opgelucht. „Kerel! Wat een verrassing! Hoe doe.je dat kunstje!" Maar nu stort zich een vloed van verwensingen over het argeloze hoofd van Hendrik uit. „Ik bén Bimmelbam nietik ben Bimmelbam wélik bedoel, ik ben Adalbert Bimmelbam, de bet-bet-overgrootvader van m'ijn achter-achter-achter-kleinzoon Jodo- cus Bimmelbam.. ik meen, ik ben.. Bimmelbam is., eh.. GGGRRRü!" De woedende Adalbert struikelt over zijn eigen woorden. „Ik bedoel, Bimmelbam is best in staat zijn eigen boontjes te doppen, hij heeft de hulp van zo'n opschepperige eend niet nodig. Jij bederft de boel maar. Verdwijn uit mijn ogen. VER DWIJN!" 1 De laatste woorden donderen ach ter Hendrik aan. De dappere zee vaarder heeft opnieuw de vlucht ge nomen! Tevreden grommend kijkt Adalbert hem na, hij is niet onte vreden over zijn succes. „Ik ga maar naar huis, ik ben hier niet meer nodig!" mompelt hij. Maar Adalbert heeft buiten de waard ge-1 rek-snd! I De herstelde brug over de Bergsche Maas bij Keizersveer is voor het verkeer vrijgegeven. Tot gewoon hoogleraar in de mi neralogie 'en kristallografie aan de universiteit te Groningen is benoemd dr. P. Terpstra, thans buitengewoon hoogleraar te Groningen aan de gem. universiteit te Amsterdam. Tot buitengewoon hoogleraar in de sociologie aan de universiteit te Utrecht is benoemd dr. S. Groen man. Op de kermis te Boxmeer heeft een kermis-exploitant een collega zó met een knuppel geslagen, dat hij aan de gevolgen is overleden. DISTRIBUTIËNIEUWS NIEUWE BONNEN VOOR HET TIJDVAK VAN 22 AUG. t.m. 4 SEPT. 1948. Elk der volgende bonnen geeft recht op het kopen van: BONNEN VOOR BROOD 127-2 brood 800 gr. brood (gel dig t.m. 28 Aug.) 128-2 brood 200 gr. brood (gel dig t.m. 28 Aug.) 129 brood 400 gr. brood (gel dig t.m. 28 Aug.) ALLE BONKAARTEN 808. 134 alg400 gr. brood of 1 rantsoen gebak TABAKS- EN VERSNAPERINGEN- KAARTEN ENZ. QA. QB,. QC 808. 91, 95 tabak 2 rantsoenen sigaret ten of kerftabak Bovengenoemde bonnen kunnen reeds op Vrijdag 20 Augustus wor den gebruikt. De niet aangewezen bonnen van strook 3 kunnen worden vernietigd. BIOSCOPEN. De films van de volgende wéék zijn door de Kath. Film Centrale als volgt gekeurd: Casino: „Bad Bascomb", 14 jaar. Lido: „Een onvergetelijke me lodie", alle leeftijden. Luxor: Afgekeurd. Rex: „Judy wordt filmster", alle leeftijden. Trianon: ,ue karr i oen-melkboer", volwassenen. TEGEN WIL EN DANK DOOR PERCY KING 43) „Neen. Ik laat haar in een' be hoorlijke wagen naar Saltsjöbaden terugbrengen." „Wel allemachtig!" raasde de in specteur. „Ik zeg u, dat Lund onderbrak hem: „Ik zal jou eens wat zeggen, uilskuiken! Je be ging de brutaliteit, zonder machti ging een arrestatie buiten Stock holm te verrichten. Het kan je op een stevige duw te staan komen. Volgens de hoofdcommissaris verze kert meneer Kalundby dat juffrouw Karlsson in de nacht van Dinsdag op Woensdag in zijn huis heeft ge slapen." Uppström snakte naar adem. „En het woord varf die kerel weegt zwaarder dan het mijne?" „Op elk tijdstip, op elke plaats, in elke aangelegenheid. Ik spreek je nader, ga nu maar." Lund richt te het woord tot Marianne. „Ik kan u niet zeggen, juffrouw Karlsson, hoezeer het me spijt, dat u zo on heus werd behandeld." Door het dolle heen stormde Upp ström de kamer uit en sloeg met een daverende smak de deur achter zich toe. „Over enkele minuten heb ik een wagen voor u, juffrouw Karlsson," vervolgde de hoofdinspecteur hof felijk. Marianne aarzelde. „Geef u geen moeite, als 't u blieft," zei ze toen. „Ik héb kennissen in de stad, die ik kan opbellen. Ziet u, 'k werd tegen dinertijd weggehaald en ik voel me flauw. Misschien komt dat ook, doordat mijn zenuwen wat van streek zijn. Het optreden van die man was beneden critiek. U daar entegen," zij glimlachte innemend, „hebt me hoffelijk behandeld. Ik ga nu maar naar mijn kennissen. Zij zullen me daarna wel naar Saltsjö baden brengen." „Doe mij een genoegen en zeg meneer Kalundby, dat ik alles heb gedaan om 't onhebbelijk optreden van inspecteur Uppström goed te maken." Lund deed haar uitgeleide en riep een taxi aan, nadat zij zijn aanbod om op het bureau te telefoneren, had afgeslagen. Hy boog zich over haar hand, terwijl hij haar in de wagen hielo. „Charmante verschijning," mom pelde Lund, haar nakijkend. Daarop ging hij met een gezicht, dat wei nig goeds voorspelde, op zoek naar inspecteur Uppström. Marianne leunde tegen de kussens en klemde zenuwachtig de handen ineen. Wat moest zij doen? De .Ka- lundby's keerden eerst laat uit Stockholm naar Saltsjöbaden terug. Meneer Kalundby's verklaring, dat zij in de nacht van Dinsdag op Woensdag thuis had geslapen was onjuist. Uit het feit, d®t haar bij thuiskomst geen vragen waren ge steld, mocht daarom nog niet wor den afgeleid, dat niemand haar af wezigheid had opgemerkt. Wellicht hadden de bedienden gezwegen uit bescheidenheid, wijl zij wisten, wel ke' bevoorrechte plaats de secreta resse bij de familie innam; zy zou den echter ongetwijfeld voor de waarheid uitkomen, indien zij door de politie werden ondervraagd. Het enige waaromtrent Marianne zekerheid had was. dat mevrouw Kalundby haar uithuizigheid niet had geconstateerd; zij sliep steeds tot laat in de morgen en legde in de regel nimmer vóór elven beslag op haar secretaresse. Doch wat helpt mij dat? vroeg Marianne zich bezorgd af. Alles komt toch aan het licht. Het zou de politie slechts ge ringe moeite kosten, meneer Ka lundby van zijn vergissing te over tuigen. Zij nam haar besluit: zij ging naar Solange om raad in te winnen. Solange had haar in deze m'isère gebracht; hij moest haar er ook weer uit helpen. Zij verliet de taxi, belde in een publieke cel 't Universal flatgebouw op, maar kreeg aan Solange's ap partement geen gehoor. Marianne fronste het voorhoofd; tot wien rzich nu gewend? August Söderman! Reeds had zij het vereiste geldstuk aan het apparaat geofferd, toen zij zich bedacht. Het leek haar gevaar lijk, met Söderman over de lijn te spreken; in verband met de inbraak kon de politie wel eens elk onder houd afluisteren, dat met of door iemand in 't „Sint Olaf" werd ge voerd. Dus wandelde zij naar het hotel. Tevergeefs zocht het meisje Sö derman iri de hal; zij zag zich ge-' noodzaakt bij de klerk naar hem te informeren. „Wie kan ik zeggen, dat er is?" wilde Folmer \yeten. „Marianne Karlsson." Zijn ogen vernauwden zich tot spleten. Hier lag zijn kans; hij be sloot onmiddellijk er partij van te trekken. „Söderman Is op 't ogen blik niet aanwezig," zei hij, „maar zal wel weer gauw terug zijn. Wan neer de hotel-detective zich verwij dert, is het in de regel niet voor lang. Neerrtt u plaats." „Dank u." Zij koos een plek, waarzij de in gang in het oog kon houden. Folmer kwam achter zijn lessenaar van daan, gipg het restaurant in en be reikte zo de straat. Een minuut of vijf bleef hij weg, tot ergernis van de telefoniste, die nu verplicht was gasten, die -dets te vragen hadden, te woor.d te staan. Bij zijn terug keer bemerkte hij, dat Marianne Karlsson met bezorgde blik de klok raadpleegde. Nadat een kwartier was verstreken nam hij de ontvan ger van het toestel op zijn lessenaar en deed alsof hij telefoneerde, on derwijl het meisje beglurend. Zij schonk geen aandacht aan zyn ge doe. Folmer trad op haar toe. „Het spijt me, juffrouw," zei hij op mee warige toon. „Zojuist telefoneerde Söderman, dat hij wordt opgehou den een ontvreemdingszaakje, vermoed ik en wel anderhalf, twee uur kan wegblijven. Wilt u misschien terugkomen?" „Ja ik denk het wel," ant woordde zij hulpeloos. „Over twee uur." „Later wordt het in geen geval." Met een zucht knoopte Marianne haar mantel toe en verliet terneer geslagen het hotel. Zij was nog maar even weg toen Söderman, die in de recreatiezaal het middagmaal had gebruikt, verscheen. „Niemand opgebeld?" informeer de hy. „Niemand. Wel is er een dame geweest, die je wilde spreken." Söderman kreeg een schok van verrassing. Haastig vroeg hij: „Hoe zag ze er uit?" ,,'k Heb er niet op gelet, had het te druk." August zette zich in de hal en staarde som'ber voor zich uit. Hij moest het Lundqvist-mysterie tot klaarheid zien te brengen, anders bestond er geen mogelijkheid, Ma rianne op vrije voeten te krijsen. Rusteloos sprong hij weer overeind; het niets doen, het niets kunnen doen werkte op zijn zenuwen. Hij belde Anders Svartan in het Vic toria; meneer Svartan was uitge gaan, werd hem meegedeeld. Söder man hernam zijn oude plaats. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 2