Ned. hockeyploeg verliest mét
21 van India
De terugkomst van Fanny Blankers-Koen
Defecfive
DINSDAG 10 AUGUSTUS 1948
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 1
LONDEN. 9 Aug. (bijz. dienst A.N P.)
heeft zich, na de zware nederlaag tegen
de halve eindstrijd tegen India, welke i
kele honderden toeschouwers werd ges
met slechts 21, Na de rust met 20 te
meer geluk had het Nederlands elftal een
geen, gezien de krachtsverhoudingen in
zou zijn geweest.
Het Nederlandse hockey-elftal
Pakistan, prachtig hersteld. Voor
n het Wembley-stadion voor en-,
:ld, verloren de Oranjemannen
hebben achtergestaan. Met. wat
gelijk spel kunnen behalen het-
het veld, zeker niet onverdiend
Opnieuw tegen Pakistan
om de derde plaats
Het terrein was voor hockey niet
bepaald geschikt. De zware regens
der laatste dagen en nachten hadden
de eens zo prachtige grasmat door
weekt en het witte balletje werd in
zijn snelle vaart geremd, waardoor
er een onberekenbare factor in bet
spel was, waarvan India het meest
•hinder ondervond, omdat zij gewend
zijn aan een droog eeuwig groen ta
pijt, waarop hun technisch zo op hoog
peil staand spel het meest tot zijn
recht komt. Wij zouden niet weten
waar de oorzaak ligt, maar een feit
is het, dat het wonderteam van Am
sterdam 1928, van Los Angeles 1932
en ook van Berlijn 1936, dat Brits In-
dië werd genoemd, niet meer bestaat.
In die jaren waren de Brits Indische
hockeyers een klasse op zichzelf en
ging het er alleen maar om een zo
eervol mogelijk resultaat tegen de
grootmeesters te behalen. Nu zitten
in een wedstrijd tegen' India of Pa
kistan voor Europese ploegen, in het
bijzonder voor Groot Brittannië en
Nederland, zelfs grote winstkansen,
hetgeen de Britten in de andere halve
finale bewezen hebben door een vol
komen verdiende 20 overwinning
op Pakistan. De ploeg van India was
we schreven het reeds, een schaduw
van vroeger. Alleen de rechtervleu
gel, bestaande uit de aanvoerder-
rechtsbuiten Kishan Lal en de rechts
binnen K. D. Singh gaf bij momenten
blijk het grootmeesterspel te kunnen
uitvoeren. De ploeg speelde niet meer
het vlekkeloze hockey, waarin tech
niek en snelheid alles zijn, waarin het
samenspel kort ep lang, zo zuiver is
dat het de schijn wekt alsof de te
genpartij er niet meer aan te pas
komt. Neen, dit elftal van India miste
het verfijnde technische kunnen van
vroeger en men maakte veel meer
gebruik van de lichaamskracht, dan
wij bij hockey zouden kunnen appre
ciëren.
Het aantal malen, dat de beide
Britse scheidsrechters voor een fout
van India floten was zeer groot, het
aantal straf corners legio.
Alleen: de Oraftjehemden wisten
deze kansfen niet te benutten. Door
snel en enthousiast spel, het belang
rijkste wapen van de Nederlanders
wisten de Oranjehemden de strijd
niet alleen in evenwicht te houden,
maar er waren perioden, waarin het
Nederlands elftal het doel van India
belegerde, doch het geluk zat de on
zen niet mee. In de tweede helft
sprong zelfs een scherp schot van
Bromberg van de staander het veld
weer in. Over het geheel genomen
was het een aantrekkelijke wedstrijd
en tot grote verbazing van iedereen
ging het initiatief aanvankelijk ge
heel van het Nederlands elftal uit
Kruize kon helaas niet meespelen:
hij liep met een grote pleister over
het voorhoofd rond. Hij werd vervan
gen door Bouman, die wel zijn best
heeft gedaan, maar zijn voorganger
toch niet kon doen vergeten De Ne
derlandse ploeg bestond uit Richter
in doel, Derclcx en Drijver achter
Langhout, Bromberg en Tiel midden
en in de voorhoede van Heel, Boer
stra, Bromberg, Bouwman en Esser
In het eerste kwartier was Neder
land in de meerderheid en de Oran
je-voorhoede bracht het tot een straf-
corner, welke door Bouwman werd
overgeschoten. Onverwacht kwam
evenwel* een doelpunt aan de andere
zijde toen doelman Richter volkomen
over een schot van de naar de Hol
landse naam Jansen luisterende In
diër heenmaaide.
Nifet ontmoedigd door deze tegen
slag ging in het veld het meeste ini
tiatief van de Nederlanders uit en
weer mocht een strafcomer worden
genomen, welke ditmaal keurig door
keeper Pinto werd gehouden.
In de tweede helft bleef het Neder
lands elftal met grote geestdrift door
spelen al deed de vermoeidheid zich
langzamerhand gelden. Nog talrijke
kansen vieler voor de Nederlandse
aanval te noteren en slechts een werd
er benut toen Bromberg 'n strafbully
kreeg te nemen (21). Doelman.
Richter rehabiliteerde zich volkomen
en hield enkele harde en goed ge
schoten uit zijn doel. Zo
kwam het einde van een spannende
in sommige gedeelten een aardige
wedstrijd, welke door India werd ge
wonnen. De spelers van India sta
ken na afloop van de wedstrijd hun
bewondering voor onze landgenoten
niet onder stoelen en banken.
Lal, de aanvoerder, zeide dat zij
alles hadden moeten geven om de
overwinning te behalen, terwijl de
uitblinker, Maxie Vaz, halfspeler con
stateerde, dat het spel in Europa vee]
beter is geworden dan voor de oor
log, maar dat zijn landgenoten sterk
waren gehandicapt door het feit, dat
het terrein door de regen doorweekt
was. De leider van de ploeg, Chater-
jee, deele ons mede, dat hij heel wat
benauwde momenten gedurende deze
wedstrijd had jgehad.
Het sprak vanzelf, dat jhr. Quarles
van Ufford heel tevreden was over de
verrichtingen van de Nederlandse
ploeg. Zijns inziens hadden zijn men
sen in de wedstrijd tegen Pakistan
zeer nerveus gespeeld, als het ware
onder de druk tegenover een groot
tegenstander te staan. Daar waren
dit keer onze spelers boven uit ge
komen met dit uitstekende resultaat
Wij zagen ook nog de wedstrijd tus
sen Pakistan en Groot Brittannië
welke een nieuw bewijs vormde voor
de stelling, dat het wonderhockey van
het voormalige Brits Indië niet meer
bestaat. Langzaam maar zeker wist
het Britse elftal zich van de druk te
gen over een betere tegenstander te
staah, te bevrijden en in de slag
cirkel waren de Britten schotvaardi-
ger dan de spelers van Pakistan, al
dient te worden toegegeven, dat de
Britse keeper wonderen heeft ver
richt.
Met 20 wonnen de Britten, waar-
door de finale zal gaan tussen India
en Groot Brittannië, terwijl Neder
land opnieuw tegen Pakistan zal moe
ten spelen voor de derde plaats.
Ir. A. Paulen over de
Ned. athletieksuccessen
„Slijkhuis was niet
hard genoeg"
Kort' en krachtig drukte ir A. Pau
len, voorzitter van de Kon. Ned.
Athletiek Unie zich uit toen wij hém
na afloop van het .Olympisch athle-
tiektournooi naar zijn mening vroe
gen inzake de verrichtingen der Ne1-
derlandse deelnemers.
Op de 5.090 meter heeft' Slijkhuis
er alles aan gedaan wat hij kon en
met 'de derde plaats ben ik zeer te
vreden, maar toch is gebleken, dat
Slijkhuis niet hard genoeg is geweest
De 1500 meter had hij kunnen win
nen, als hij moed genoeg had gehad
en niet tevreden ware geweest om
de derde plaats definitief te bezet
ten. Uit de eindspurt van Slijkhuis
op dit nummer, de snelheid,, waar
mede hij finishte, bleek, dat hij eer--
ste had kunnen worden. Ik hoop, dat
deze 1500 meter hem de ogen 'heb
ben geopend voor eigen mogelijk
heden. Voor mij was Slijkhuis de
beste man van de 1500 meter en mis
schien ook op de 5.000 meter. Die
mening had ik vroeger en die me
ning heb ik nu nog.
Over de andere mannelijke ver
tegenwoordigers liet ir Paulen zich
als volgt uit: de Ruyter was niet in
de vqrm van verleden jaar. Ei'k jaar
tje meer geldt, voor de Olympische
Spelen zelfs dubbel. Toch heeft hij
goed gelopen, heeft moed gehad en
nam vaak het initiatief, soms wel
een beetje te veel. Zijn resultaten
waren zeer eervol. Dat Lataster niet
geklasseerd is, is te wijten aan een
stommiteit van een van de juryleden,
anders zou hij zeker zevende zijn
geworden op de 10.900 meter. Een
grasaanloop zou voor Lutkeveld hea1
wat beter zijn geweest dan de sin
telaanloop. Houtzager was in de voor
wedstrijd goed, doch faalde in de
middaguren bij het kogelslingeren,
één worp was zelfs ongeldig.
Het onnodig lange wachten is daar
wel mede debet aan.
De sprinters deden op de 200 en op
de 100 meter meer mede om aan de
sfeer te wennen en zich voor te berei
den op de estafette. In de finale liep
de p'oeg niet zo goed als in de serie,
er lag iets mats over, hetgeen waar
schijnlijk de invloed is van de span
ning van de laatste dag.
Fanny en Jesse
Ir. Paulen noemde Fanny Blankers-
Koen .de Jesse Owens van 1948. Mis
schien had zij het verspringen wel
kunnen winnen, maar het is heel
verstandig, dat zij niet heeft mee
gedaan, om zich te sparen voor het
estafettenummer. Veel woorden hoef
ik over haas niet meer te zeggen:
de resultaten zeggen alles. De an
dere dames hebben haar normale
prestaties verricht. Enkele vijfde en
zesde plaatsen waren verder zeer
eervQ1. Gerda. v. d. Kade-Koudijs
kwam juist een halve centimeter te
kort voor een bronzen medaille bij
het verspringen en Nel Karelse uit
Zeeland, die debuteerde als interna
tional, bleek over goede wedstrijd
mentaliteit te beschikken. Over het
algemeen ben ik, aldus ir Paulen,
zeer tevreden met de verrichtingen
van de dames en de heren.
De Organisatie
Als lid van het bestuur van de
I.A.A.F. vroegen wij nog aan ir Pau
ken wat hij van de organisatie van
het athletiektournooi dacht. De al
gemene indruk was goed, aldus de
K.N.A.U.-voorzitter, maar wij als in
siders weten, dat er heel wat aan
haperde. De oorzaak lag voorname
lijk in het feit, dat de Britten on
voldoende tijd hebben gehad om de
organisatie voor te bereiden. Boven
dien was er die typische Britse men
taliteit welke van het standpunt uit
gaat,* dat alles toch wel op zijn poot
jes terecht komt. Was men in alle
opzichten van goede wi\ buitenge
woon slordig was de organisatie zelf
en fouten konden zodoende niet wor
den vermeden. Maar er waren wei
nig protesten van de zijde der deel
nemers en officials en dat bewijst
toch wel, dat men het geheel ten
slotte heeft geaccepteerd. Toch ben
ik er van overtuigd, dat het athletiek
tournooi in Helsinki in 1952 bpter zal
zijn georganiseerd. Hier in Wembley
had men het stadion te nemen zoals
het was. In Finland weet men beter
hoe internationale athletiek wedstrij
den moeten worden georganiseerd,
welke middelen daarvoor moeten
worden gemaakt enz.
Jan de Vries zeer
tevreden
Nu de zwemwedstrijden der Olym
pische Spelen voorbij zijn, heeft het
A.N.P. de voorzitter van de Kon. Ned.
Zwembond, Jan de Vries, naar zijn
oordeel over de prestaties der Ne
derlandse zwemploeg gevraagd.
De heer de Vries was meer dan te
vreden over de kleine vertegenwoor
diging. Er zijn natuurlijk teleurstel
lingen geweest, maar toch ook ver
rassingen. Teleurstelling heerste in
het kamp dooi- het zwemmen van
Hannie Termeulen op de 100 meter
borstcrawl, maar zij heeft in de es
tafette ploegweer laten zien wat
zij waard is. Verheugend was de
opmerkelijke prestatie van Ria van
der Horst, die na tien maanden in
tensieve training in de finale 100
meter rugslag als vijfde eindigde.
Zij belooft zeker wat voor de toe
komst. Een wel zeer welkome ver
rassing was het, dat Bob Boute zich
voor de eindstrijd 200 meter school
slag wist te plaatsen. Dat had men
van te voren niet kunnen denken,
vooral omdat hij in zijn serie en ook
in de halve eindstrijd zeer sterke
zwemmers en bovendien de wereld
recordhouder Verdeur onder zijn ri
valen telde. De heer de Vries was
natuurlijk zeer blij met de gouden
medaille van Nel van' Vliet. Door dat
de eindstrijd op de 200 meter school
slag, bovendien de mooiste strijd v.an
de gehele week, zo spannend was en
iedereen zich concentreerde op Nel
van Vliet, is er minder aandacht be
steed aan Tonny Hom, die toch zeer
fraai heeft gezwommen. Toen de es
tafetteploeg in de halve eindstrijd
het olympisch record naar benedeft
haalde, was de K.N.Z.B.-voorzitter
zeer hoopvol geweest en daarom was
het jammer, dat zij als derde eindig
de. Maar dat heeft niet aan de meis
jes go'egen, die hebben goed haar
best gedaan.
En de bronzen medaille, die de
waterpoloploeg behaalde, kwam wel
geheel onverwacht. Dat was meer
dan de heer de Vries had kunnen
denken. Maar hij moest zeggen, dat
de ploeg sterker zal kunnen worden
als zij meer internationale hardheid
krijgt.
Alles en alles tezamen genomen
waren de prestaties van de kleine
Nederlandse ploeg buitengewoon
mooi te noemen. Het is te begrijpen,
zo meende de heer de Vries, dat
Amerika bij de wedstrijden heeft uit
geblonken. Daar heeft men immers
het geld, het voedsel en de gelegen
heid zich goed voor te bereiden. Ten
slotte moet de Nederlandse Zwem
bond alles met eigen middelen zien
klaar te spelen. Als Nederland in
dezeifde omstandigheden zou zijn,
dan zouden de resultaten daar ook
naar zijn en hef bewijs, dat Neder
land een schitterend figuur op de
Olympische spelen heeft gemaakt,
wordt zeker wel geleverd door de
zeer vele aanvragen uit alle delen
der wereld, Zuid Afrika, 'Oostenrijk,
Egypte en Denemarken om daar met
een zwemploeg en een waterpolo-
team te willen uitkomen. Of er ge
voeg zal worden gegeven aan deze
uitnodigingen zal later worden be
sloten.
Tot slot zeide de heer de Vries, dat
hij het een grote eer voor ons land
had gevonden, dat zes Nederlanders
als officials hadden gefungeerd, zo
wel bij de zwemnummers als bij het
schoon en .torenspringen en de wa
terpolo wedstrij den.
Gift voor de
Olympische
zwemtraining
Voor de intercontinentale zwem
wedstrijden, die Zaterdagavond j.l.
werden gehouden, wag de Empire
pool gratis beschikbaar gesteld. De
ontvangen recette, groot 3750 pond
sterling, is door de chef van de Tyem-
bleysport Arena's, sir Arthur Elvin,
aan de FINA overhandigd met de be
doeling het geld te besteden aan de
.training van de zwemmers en zw
sters voor de Olympische Spelen van
1952 te Helsinki.
Gisteravond omstreeks
kwart voor zeven stoomde
de „Mecklenbprg" de.Nieu-
v/e Waterweg binnen met
aan boord Fanny Blankers-
Koen en de rest van de
olympische dames athle-
tiekploeg, waaraan alleen
Gié de Jong ontbrak, die
haar pas had vergeten en
daardoor de boot miste.
Reeds geruime tijd van
te voren stonden op de ka
de talloze mensen en een
legertje fotografen, jour
nalisten en filmoperateurs
gereed om de met goud
overladen Fanny te be
groten te fotograferen, te
interviewen en te filmen.
Jan Blankers, die reeds
Zondag in Nederland arri
veerde werd bestormd
met vragen. Iedereen wil
de weten, wat er nu waar
was van de vele zeer uit
eenlopende geruchten die
de ronde deden over de
stad, waar Fanny de nacht
zou doorbrengen. Was het
Rotterdam of Den' Haag?
Of misschien toch Amster
dam?
We kwamen er niet ach
ter. Wel besloot Jan Blan
kers, toch maar met zijn
vrouw in de voor de olym
pische ploeg gereserveerde
en met bloemen versierde
coupé van de boottrein te
stappen en de auto waar
mee hij gekomen was naar
Den Haag te sturen, en
vandaar de tocht naar een
voor ons onbekende
bestemming voort te -zet
ten. „We duiken een nacht
onder en morgen arriveren
in Amsterdam", zei hij'
en zweeg verder.
Eindelijk legde de „Meck
lenburg" om tien over ze
ven aan en als eerste stap
te Fanny Blankers van
boord. Dit was echter niet
eenvoudig. De velen, die
haar kwamen begroeten,
drongen naar de loopplank,
bloemen werden haar van
alle kanten aangeboden,
een winkelier uit Hoek van
Heiland kwam met een
fruitmand aandragen en
temidden van de menigte
worstelden de fotografen
om voor zich en hun toe
stel ruim baan te maken.
Bliksemlichten flitsten op,
filmtoestellen snorden en
toen Fanny eindelijk haar
man bereikte was de be
groeting tussen hen beiden
opnieuw aanleiding om de
fotografen te doen aanstor
men en de heer Blankers
te smeken om zijn vrouw
nog een keer- een zoen te
geven.
Gevolgd door de menigte
ging het toen naar het
douanekantoor. Met de
douaneformaliteiten werd
het niet zo nauw genomen,
rraar^wel stond de be
ambte erop de gouden-me
dailles te zien, die dan ook
prompt te voorschijn kwa
men.
,.De organisatie van de
spe.en liet wel eens wat te
wensen over. Maar in het
kamp was alles in orde. We
hadden met ons zessen een
kamer en hebben geweldig
veel pleizier gehad. Som
migen klaagden wel eens
over het eten. Maar dat
was volgens mij volkomen
onjuist, We kregen vol
doende boter, suiker, melk
en brood, alleen was alles
anders klaar gemaakt.
Maar ik heb absoluut niet
te weinig gehad. En ik ben
kieskeurig met eten hoor!"
„Wat gaat u nu doen,
weer kokkerellen voor uw
man?" Dat zal wel moe
ten, lachte Fanny. Trou
wens zoveel tijd kost die
Zij gaat weer „kokkerellen"
voor liaar man en kinderen
Op het station heerste
een geweldige drukte, zo
dat militaire en gemeente
politie elkaar de hand reik
ten en eep cordon vormden
om een nauw gangetje vrij
te laten naar de coupédeur.
Toen Fanny dan eindelijk
verscheen barstte een oor
verdovend gejuich los,
wsarin ook de rest van de
ploeg deelde.
Fanny was zo vriende
lijk om in een der compar
timenten de pers te woord
te staan. Zo rustig, alsof ze
thuis achter een kopje thee
zat. in dit geval een kop
koffie met gebak, haar
door de stationsrestaura-
teur aangeboden, en terwijl
haar man rustig de kran
ten doorkeek, onderwierp
zij zich aan een kruisvuur
van vragen.
Allereerst kwamen haar
prestaties aan de orde.
„Die slechte start bij de
horden! Ik dacht: dat red
eik nooit. Maar toen kwam
mijn vechtlust boven en ik
haalde het. Ook de estafet
te 4 x 190 m. bezorgde me
angstige ogenblikken. Maar
verder ging alles gewoon."
training niet en ik heb ge
noeg tijd over om voor de
huishouding te zorgen."
Toen eenmaal het woord
training was gevallen, wil
de men natuurlijk weten of
ze de sport vaarwel zou
zeggen, ja of nee.
„Eerst een weekje rusten
en dan ga ik denkelijk
wel weer trainen. Maar
wat ik precies ga doen, dat
weet ik absoluut niet. En
ik weet dus ook niet of ik
nog aan verdere interna
tionale ontmoetingen zal
meedoen". Niettemin bleek
uit de rest van het gesprek
wel, dat de athletiek haar
nog zeer na aan het hart
ligt
„Waaraan denkt u, dat u
uw successen heeft te dan
ken?"
„In de allereerste plaats
aan de goede training en
verzorging van mijn man,
maar ook natuurlijk aan
mijn aanleg. Het zit toch
voornamelijk in mijn be
nen", besloot ze lachend.
„Heeft u nog aanbiedin
gen gehad?" „Ja, zeker, uit
Batavia kreeg ik telegra
fisch een aanbod om hoofd
van een sportafdeling te
worden en of ik maar even
de voorwaarden wilde te
rug telegraferen. Ze verge
ten, dat ik een man en
kinderen heb."
Dat de Engelsen haar de
„flying dutsch-mam" noem
den vond Fanny wel grap
pig gevonden. „Ik dacht,
dat ze in Engeland een ge
weldige hekel aan me zou
den krijgen. Maar 'hele
maal niet. Het puibliek was
enthousiast. Een politie
agent moest me naar de
kleedkamer brengen an
ders kwam ik niet door de
mensenmassa heen. Ik heb
honderden handtekeningen
moeten weggeven. Een
keer ben ik alleen naar'
Londen geweest en in de
trein herkenden ze me on
middellijk. En toen begon
het daar ook weer. Ik kon
werkelijk geen ogenblik
rustig ergens heengaan,
want ze hadden me direct
te pakken".
„Aan mascottes doet ik
niet", beantwoordde Fanny
weer een andere Vraag.
Alleen heb ik steeds op de
zelfde spikes gelopen. Die
kreeg ik van de zomer en
daarop heb ik altijd met
succes gelopen".
Hoewel Fanny onver
moeibaar leek, werd het
toch tijd de nieuwsgierig
heid te beperken. Fanny
ging naar haar eigen cou
pé terug, waarvoor het pu
bliek. dat telkenmale als
zij even naar buiten keek in
.nieuw gejuich uitbarstte en
„lang, zal ze léven" zong,
zich verdrong. Eindelijk
zette de trein zich in bewe
ging.
De politie zette zich nog
even schrap, voor de laat
ste maal- weerklonken
vi cugdekreten en keerde
de rust weer,
In Rotterdam herkende
het publiek op de perrons
Fanny onmiddellijk en ook
daar wetrklonk gejuich en
moest onze olympische
kampioene velen met Hand
tekeningen gelukkig ma
ken.
DE SPELEN IN
CIJFERS
Roeien: skif: 1. Wood (Australië) 7
min. 24.4 sec.; 2. Risso (Uruguay)
7.38.2; 3.. Catasta (Italië) 7.51.4.
Twee zonder stuurman: 1. Gr.-Brit-
tannië 7.21,1; 2. Zwitserland 7.23.9. 3.
Italië 7.31.5.
Vier met stuunnan: 1. Ver. Staten
6.50.3; 2. Zwitserland 6.53.3; 3. De
nemarken 6.56.8.
Double sculls: 1. Groot Brittannië
(Burnell en Bushnell) 6 min. 51.3
sec.; 2.. Denemarken 6.55.3; 3. Uru
guay 7.12.4.
Acht: 1. Ver. Staten 5 min. 56.7. 2.
Gr. Brittannië 6.06.3. 3, Noorwegen
6.10.3.
Vier zonder stuurman: 1. Italië
6.39.0; 2. Denemarken 6.43.5; 3. Ver.
Staten 6.47.7.
Finale twee met stuurman: 1. De
nemarken 8.00.5; 2. Italië 8.12.2. 3.
Hongarije 8.25.2.
Wielrennen: Finale sprint: 1 Chella
(Italië) 2 overw.; 2. Harris (Gr. Brit
tannië) 0 overw.; 3. Schandorfi (De
nemarken); 4. Bazzano (Australië).
De finale sprint tussen de Italiaan
Chella en de Britse wereldkampioen
Harris ging eveneens om twee ge
wonnen ritten. Eerste rit: 1. Chella
12.2; 2. Harris. Tweede rit: 1. Chella
12; 2. Harris.
Om de derde en vierde plaats:
Shandorff (Denemarken) wint in
twee ritten van Bazzano (Australië-
ir 12.9 sec. en 12 sec.
Tandem-race: Eerste serie: 1. Zwit
serland (Roth en Aeberli) 12 sec. over
laatste 200 m.. 2. Nederland (Buchli
en Van Gelder. Tweede serie: 1. De
nemarken (Andersen en Klamer)
11.7. 2. België (Van Schil en de
Pauw). Derde Serie: 1. Italië (Peruzzi
en Perona) 13,3; 2. Argentinië (Giac-
che en Passi). Vierde serie: 1. Frank
rijk (Taye en Dron) 11.4;.2, Ver. Sta
ten (Stiller en Thomson). Vijfde se
rie: l.-Gr. Brittannië (Harris en Ban
nister) 11.2. 2. Oostenrijk (Welt en
Nemetz).
Herkansing: eerste serie: 1. Beligë
13.2 sec.; 2. Nederland. 3. Argentinië.
Tweede serie :1. Ver. Staten 11.7
sec.; 2. Oostenrijk.
België, Nederland en de Ver. Sta
ten wisten zich hierdoor in de kwart
finales te plaatsen, waarin ook de
winnaars van de eerste ronde-series
uitkomen.
Paardrijden: Hét klassement dres
suur ziet er als volgt uit: 1. Zweden 4
136 punten. 2. Frankrijk 1269 pnt., 3.
Amerika 1256 punten.
Individueel klassement dressuur:
1. Kapt. Hens Moser (Zwitserland)
492.5 pnt., 2. Kol. A. R. Jousseaume
(Fr.) 480 punt., 3. Kap. G. A. Bolten-
stern (Zweden) 477.5 pnt.
Schennen: Finale-poule degen in
dividueel: 1. Cantone 7 overw., 22
geg., 14 ontv. treffers; 2. Zappelli
(Zwits.) 5 overw., 17 ontv. treffers; 3,
Mangiarotti (It.) 5 overw., 17 ontv.
treffers, na barrage met Zappelli.
4. Guerin (Fr.) 5 overw., 19 ontv.
treffers. 4. Radoux (België) 5 overw.,.
20 ontv. treffers.
Gewichtheffen: Bantamgewicht, 1
De Pietro (V.S.) totaal (trekken,
drukken en stoten) 307.500 kg
(nieuw Olympisch record). 2. Creus
(Gr. Brit.) 297.500_kg. 3. Tom (V,S.)
295.kg. 4. Lee (Korea 290.kg.
5, Namdjqu (Perzië) 287.500 kg.
De Pietro drukte 104.890 kg., het
geen eveneens een nieuw Olympisch
record betekent.
Baeketball: Basketball kwartfina
les: ChinaZwitserland 4234, Bra
ziliëTsj. Slowakije 2823, Frankrijk
-Chili 5352, MexicoKorea 43—32
Het programma voor Woensdag
11 Augustus.
Het programma luidt:
Schermen: equipe sabel finale.
Voetbal: halve finale, 18.30 Groot
Brittannië—Zuid Slavië.
Zeilen: Torquay.
Basketball: halve finales.
Wielrennen: 17.2000 m. tandem
kwart, halve en finale; 100 -m. tegen
uurwerk.
Ruitersport: Aldershot. Concours
compleet, dressuur.
Boksen: voorronden.
Gewichtheften: 14.30 half zwaar
gewicht, 19.00 zwaargewicht.
Kanosport: 14.30 10.090 m. een-
pers. Kayak; 15.30 10.009 m. 1 pers.
Canadian; 16.30 10.000 m. 2 pers.
Kayak; 17.30 10.090 m. 2* pers. Ca
nadian.
TEGEN WIL EN DANK
DOOR PERCY KING
34)
„Victor, beste kerel, mag xk je in
specteur Uppström voorstellen? Hij
beschudigt me, een dame, die iets
heel lelijks heeft uitgehaald, aan de
nasporingen van de politie te ont
trekken. Inspecteur, dit js mijn
vriend Victor Deschamps, oud hoog
leraar in philosophie, uit Parijs.'
Met zijn koolzwarte ogen keek
Deschamps de inspecteur doordrin
gend aan. „Is het onbescheiden als
ik nadere bijzonderheden vraag?"
„In het geheel niet. De .dame zat
[bij zekere Gunnar Lundqvist in een
taxi, prikte hem met een vergiftigde
injectienaald, griste in dè gauwig
heid zijn welvoorziene portefeuille
weg en kneep er tussen uit. Ik volg
de haar spoor tot aan de deur van
dit appartement. Meneer Solange
beweert haar niet te hebben binnen
gelaten; ja, hij zou haar niet eens
hebben gezien. Indien u een vriend
van hem bent, druk hem dan op het
hart, voor de waarheid uit te ko
men. Al wat ik verlang is haar naam
en adres."
„Wanneer je de inspecteur de ge
vraagde inlichtingen kunt geven,
Paul," zei Deschamps ernstig „ben je
daartoe verplicht. Het is niets voor
jou, een misdadigster in bescherming
te nemen. Ik heb je altoos beschouwd
als één, die eerbied heeft voor de
wet."
Op vlakke toon antwoordde So
lange: „De man is abuis, Victor. Ik
weet werkelijk niet wat hij wil. Zo
lang ik dit appartement bewoon,
heeft geen vrouw er een voet gezet
uitgezonderd de schoonmaakter dan"
Deschamps wendde zich tot Upp-
strömm. „Ja, als Paul het zo perti
nent verzekert.
„Waar bemoeit u zich mee?" viel
de inspecteur uit. „Wie bent u? Waar
woont u?"
„Wie ik ben, zei meneer Solange
u reeds: rustend hoogleraar in de
philosophie. Ik woon in het „Sint
Olaf".
„Aha, daar? Sinds wanneer?"
„Sinds Vrijdag."
,,U hebt ongetwijfeld gehoord wat
in dat hotel is voorgevallen?"
„Waarschijnlijk doelt u op de be
roving van de brandkast? Natuurlijk
heb ik er van gehoord en gelezen
Het gebeurde voor mijn komst."
„Ja. Voorlopig laten we het hier
bij. Maar u beiden ziet mij terug.
Heel spoedig al naar ik vermoed."
Uppström nam de lift en was op 't
punt het flatgebouw te verlaten,
toen hij zich bedacht. Aan de ingang
stond niet langer de portier met wie
hij had gesproken, doch een ander.
Uppström toonde hem zwijgend z'n
politiepenning. „Kent u de Frans
man Paul Solange, die hier woont?"
vroeg hij de nieuwe functionaris.
„Zeker ken ik hem."
„Heeft hij een wagen?"
„Neen."
„Hij beweerde Woensdagmiddag
naar Saltsjöbaden te zijn gereden."
„Eens kijkenDe portier zet
te de uniformpet af, krauwde zich
door het haar. Woensdagmiddag had
ik dienst. Uit de aard van de zaak
let ik weinig op het doen en laten
van de gasten; het is hier een gere
geld komen en gaan. Toeval'ig her
inner ik me meneer Solange te heb
ben gezien, omdat hij een bijzonder
knappe dame bij zich had."
„Jong en blond?"
„Juist Een beeld.''
„Zij was blootshoofds, niet, en
droeg een lange zwartfluwelen man
tel?"
„Dat is meer een dracht voor des
avonds, niet voor overdag. Neen, ze
had een grijs mantelcostuum aan en
een hoed op."
„Zou je haar herkennen als je
haar weerzag?"
„Vast. Zon knappe verschijning
vergeet, je niet gauw."
„Werden zij soms afgehaald door
een wagen van de Kalundby's?"
De portier zette grote ogen op.
Nee maar, weet u aPes? Ja, het was
een wagen van de Kalundby's Ik
heb nog even met de chauffeur ge
praat."
„Bedankt. Een rokertje?"
„Dat sla ik niet af! Eh is er mis
schien iets niet in de haak met die
dame? Het zou me spijten."
„Neen, hoor, niets! Twee-en twin
tig karaats!"
Trots als een pauw stapte inspec
teur Uppström iiaar het hoofdbu
reau. „Daar komt een reisje naar
Saltsjöbaden van!" beloofde hij zich
innig vergenoegd. Ik zal een baard
krijgen, als ik er niet opduikel wat
ik nodig heb. Verdorie, die wind
buil van een Solange kan liegen! Oho
hij is nog niet van me af! En die
snaak met het kunstbeen vertrouw
ik ook voor geen haar!"
XIV.'
Om half zes die middag trad
August de wintertuin van het Grand
Hotel te Saltsjöbaden binnen. Toen
hij van zijn bezoek aan Anders
Svartan in het „Sint Oilaf" terug
keerde, vond hij op zijn kamer een
boodschap, door de telefoniste opge
nomen. Zij luidde: „Indien het de
heer Söderman gelegen komt, zou
mejuffrouw Karlsson graag om half
zes in de wintertuin van het Grand
Hotel te Saltsjöbaden een onder
houd met hem hebben." Natuurlijk
ging hij. Hij behoefde niet langer
Otto Elmblad om toestemming te vra
gen en diens jeremiades aan te ho
ren: Doch zelfs al was hij nog ho
tel-detective van het „Sint Olaf' ge
weest, dan hadden .geen tien gerants
hem kunnen weerhouden.
August zat er nauwohjks vijf mi
nuten, toen Marianne Karlsson ver
scheen. Zij droeg een grijs mantel
costuum en grijzen vilten hoed. Veer
krachtig stapte zij op zijn tafel af,
reikte hem glimlachend de nand.
„Lief1, dat u bent gekomen," zei ze
tegenover August plaatsnemend.
„De Kalundby's dineren met de Bé-
ringuards in Stockholm; gelukkig
nodigden ze mij niet uit. Daar we
vanochtend ons onderhoud moesten
afbreken, dacht ik dat het een mooie
gelegenheid was om het voort te zet
ten." Zij wachtte tot hij de kellner
zijn orders had gegeven en ging
toen voort: „Ik verkeer in een
hachelijke positie. U wilt me gelo
ven, is het niet?"
„Ik verzeker u, dat ik niets lie
ver wil doen,"
„U moogt er nooit tegen iemand
een woord over uitlatën, dat ik een
nacht in het „Sint Olaf" heb door
gebracht."
„Onder een voorwaarde. Ik ver
lang een verklaring van uw ge
drag.'
Even trilden haar lippen. „Zojuist
gaf u te kennen, vertrouwen in me
te stellen."
„Ik zei dat ik het heel graag wil
Het zal van u afhangen, of ik het
kan. Vergeet een voornaam punt niet,
juffrouw Karlsson. U hebt niet al
leen met mij rekening te houden.
Er zijn anderen,' die meer zullen ver
langen dan uw woord om u te ge
loven. Inspecteur Uppström bijvoor
beeld. Hij is overtuigd, dat de dame,
die niet Gunnar Lundqvist in de
taxi zat een toevlucht in het „Sint
Olaf' heeft gezocht. U bent de vol
gende ochtend gezien. Ik zal niet
verklappen dat ik u een kamer heb
gegeven. Maar Matts Holm, de lift-
jongen kan door de man vallen'.'
„A^s u hem beweegt, zijn mond te
houden.
(Wordt vervolgd.)