knap!
het op
Een mens kan nooit
een duivel worden
Wat lezèrs schrijven
PERSSPIEGEL
Mijmliardtjes
ZATERDAG 3 JULI 1948
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
OMtyzeitifrinyeti
,#'s Avond, als ik slapen ga
jjJnEMEN" zei mijn vriend, de
opperman „als ik je ronduit ver-
Waar, al die verhalen over engelen
en duivels, over heiligen en hel,
waarmee we van kindsbeen £f zijn
opgevoed, ongelofelijk en ongeloof
waardig te vinden''.
„Dat zit 'm in de kindsbenen"
troostte ik„Luister maar."
Toen onze goede moeders
ONS NAAR BED BRACHTEN
volgden ons 14 engelen na, 2 aan
!het hoofd-eind, 2 aan het voeten-eind,
2 aan de linkerzij, 2 aan de rechterzij,
tot het getal van 14 present was.
Het waren schattige engelen met
witte jurken, gouden kronen en wijd-
uitslaande vleugels van het blankste
zwanendons. Het zal u niet verbazen
te horen, dat deze voorstelling van
zaken weinig strookt met de werke
lijkheid. Een engel is een geest, en
bij dat woord „geest" moet u ge
makshalve denken aan helemaal
niets. Een 'engel is nog te ijl om de
gedaante te hebben van een bliksem
schicht of iets dergelijks; een engel
of geest is nog het best te vergelij
ken met: een gedachte. Is een ge-
gedachte niets? Ja, wis en zeker! Het
zijn zelfs de gedachten, welke de we-
ra'd beheersen. Zo b.v. de commu
nistische. Het spraakgebruik wil
zelfs, dat je gedachten kunt omhel
zen, maar toch kun je eeit onbepaald
aantal gedachten omhelzen, zonder
ooit beet te hebben! Zo is het ook
met engelen: er kunnen 's avonds
als u in bed stapt misschien wel
500.000 engelen in uw slaap-salet aan
wezig zijn en toch is er hoege
naamd geen gedrang.
DE VERGELIJKING VAN EEN
ENGEL OF GEEST met een ge
dachte wil niet zeggen, dat een
engel alleen maar 'n gedachte is. Verre
van dat! Een engel of geest is, als ik
't zo uit mag drukken, een radio
zendstation van gedachten, een uit-
strahng van eigen gedachten.^ Hoe
die uitstraling plaats heeft, is ohs
volkomen onbekend. Dit zult ge een
al heel matig antwoord vinden, maar
nog veel onbevredigender is ,het, dat
niemand ons kan vertellen, hoe b.v.
radio-golven werken. Wij vermogen
toestellen te fabriceren om radio
trillingen uit te zenden, doch menig
geleerd hoofd is reeds gèbroken bij
het üitvorsen, wat radio en electri-
citeit nu eigenlijk is.. Dat weet nog
geen stervehng. Zo lang we daar
niet achter zijn, kunnen we ons ge
makkelijker neerleggen bij de be
kentenis, dat de aard van geesten ons
ontgaat. We leven nu eenmaal op een
geheimzinnige wereld Vol onbekende
verschijnselen. Dat een steen omlaag
en nooit ter afwisseling eens omhoog-
valt is, meent ge, begrijpelijk, maar
het is totaal onbegrijpelijk en toch
ïs het dé beroemde wet der zwaarte
kracht, welke de ganse loop van het
onmetelijk heelal nauwkeurig re
gelt. De bouwstof van het heelal, de
atomen, vermogen we kunstmatig te
splitsen gevaarlijk speelgoed in
de hand van mensenkinderen!
maar de aard van de bouwstof is door
de onderzoekingen eer raadselachti
ger dan klaar geworden. Niemand
zal echter betwijfelen, dat er radio-
en atoom-straling bestaat, al kunnen
we ze met onze ogen niet opvangen,
zodat er voor een modern mens niets
vreemds in gelegen is, dat ook ge
dachte-stralingen onzichtbaar blij
ven.
Over het „hiernamaaV' sprekend,
zegt men soms met een verschrikke
lijk diepzinnig gezicht: „Er is nog
nooit een teruggekomen, om het ons
te vertellen". Geen wonder! Er is
nog nooit iemand teruggekomen,
omdat er nog nooit iemand is weg
geweest. De geesten van engelen en
gestorvenen gedachte-stralingen
zijn onzichtbaar, maar als u denkt,
dat het contact, dat het verkeer tus
sen hen en ons verbroken is vergist
u zich bar (Daargelaten de histo
rische blunder, dat nog nooit iemand
zou zijn teruggekomen; daarover la
ter).
soortgelijke wijze als tussen twee
mensen op aarde, is er contact te
verkrijgen tussen hen en ons en kun
nen we hun voorspraak en bijstand
inroepen. Dit contact noemen wij
heiligen-verering. Te veel vergeten
we helaas, dat door de goddelijke
goedheid aan ieder mens een engel
een weldoende geest, is toever
trouwd, die ons „verlicht,bewaart,
geleidt en bestuurt", indien wij een
beroep op zijn bescherming doen.
WANNEER EEN KINDJE GE
STORVEN IS, troost men de moe
der: „Het is een'engeltje in de he
mel," en een populair lied, dat vaak
bij dorpse priesterfeesten wordt ge
zongen, gewaagt van „mensen tot
engelen maken."' We zullen de ver
heven dichter van het lied er niet
hard over vallen, maar hij eist van
de jubileren4e pastoor het onmoge
lijke'. Een mens kan nooit een engel
worden. Nooit. Het is geen kwestie
van hoger of lager in rang. Engelen
zijn misschien méér dan mensen;
engelen zijn in ieder geval anders dan
mensen. Van nature is de mens een
eenheid, een samenstelling van ziel
en lichaam. Niet een ziel èn een
lichaam, maar een ziele-lichaam.
Daarom spijt het een mens, ook al
verlangt hij naar de eeuwigheid, zijn
lichaam te moeten achterlaten en
schrikt hij terug voor de verrotting
ervan. Deze scheiding druist tegen
zijn natuur in de dood is, vergeet
dat niet, een straf en gaat, meest
al met hevige weeën gepaard. Men
:ou het een eis der natuur kunnen
noemen, dat ziel en lichaam met el
kaar herenigd worden, hetgeen, zo
als ge weet, geschieden zal als het
menselijk geslacht, naar Gods plan
zal zijn voltooid. Over de verrijzenis
echter een andere keer.
HOE ENGELEN AAN VLEUGELS
KWAMEN, zal voor u geen
sprookje meer zijn, wanneer u zich
een engel „voorstelt" als een ge
dachte. (Laten we voor 't gemak de
ze vergelijking vasthouden). Een vo
gel vliegt met grote snelheid op
vleugels door de lucht, maar sneller
dan een vogel, sneller dan een me-
téor-vliegtuig, sneller zelfs dan het
licht: is de gedachte. Terwijl ik dat
schrijf, verplaats ik me even over de
ij stoppen der Alpen heen en zweef
in Rome neer in het huis van een
vriend op de Piazza dell' Orologio.
Ik ga de trappen op, bel aan en
wordt hartelijk begroet door een oud
heer. Niet onmogelijk is het, dat
wanneer ik verbazend sterk aan de
ze Romeinse vriend denk, hij op het
zelfde ogenblik denkt aan mij. Een
dergelijke gedachten-contact is her
haalde malen wetenschappelijk vast
gesteld, in 't bijzonder als een mens
sterven gaat en zijn geest zich los
wringt uit de stoffelijkheid. Er is
daaraan geen twijfel mogelijk Wie
zou vóór de uitvinding van de radio
hebben kunnen aannemen, dat een
onhoorbare muziek rond de ganse
aardbol sliert onhoorbaar, tenzij
we ons toestel inschakelen? Zo is er
ook een onhoorbaar contact met de
onstoffelijke geesten tenzij we ons
ziele-toestel erop afstemmmen. „In
hemei* en aarde is er meer, Horatió,
dan door uw school-wijsheid wordt
gedroomd." (Shakespeare's Hamlet)
ïyjET DEZELFDE SNELHEID NU
als onze gedachten de uit
straling van ons verstand ver
plaatsen zich de engelen, geesten,
zielen, of hoe ge hen noemen wilt,
over alles en door alles heen. Op
ENGELEN evenwel niet gehad.
Zij hebben nooit een lichaam beze
ten en zullen er we! nooit een krij
gen; zij hebben er ook geen behoefte
aan zoals wij. Voor degenen, die bru
taal weg beweren en zelfs volhouden
(maar zij weten er ook niets van!),
dat er op andere van de millioenen
hemellichamen mensen kunnen le
ven, die heel andere, liefst nóg fan
tastischer vormen hebben aangeno
men dan de aard-bewoners, voor de
zulken moet het aangenaam zijn te
vernemen, dat er levende wezens
zijn die hélemaal geen lichamen heb
ben. Toch zijn ook. de engelen de
beproevingen niet bespaard-gebleven
Vele engelen hebben gezondigd, en
hoe! Bij gebreke van een vleselijk
lichaam konden onkuisheid, gierig
heid en gulzigheid en de wraakroe
pende zonden van het „verdrukken
van weduwe en wezen" en het „ont
houden van het rechtvaardige loon
aan de werklieden" op hen geen
vleugje van aantrekkelijkheid uit
oefenen. Daar was, evenals bij het
eerste mensenpaar, hun geest te hoog,
te verlicht voor. Maar juist in de
verheffing en de verlichting school
de beproeving. Evenals Adam en
Eva wilden zij aan God gelijk zijn.
Zij wilden: God zijn. Deze heilig-
schennende aanmatiging, deze, om
het menselijkerwijs te zeggen, deze
slag in het gelaat van Gods onuit
sprekelijke majesteit, werd hun val.
Gods heerlijkheid bestraalde hen niet
meer, en aan zichzelf „als Goden"
overgelaten, vervielen zij tot de zwar
te wanhoop van de haat. Zij werden
verdoemde geesten, duivels.
PR ZIJN LIEDEN,-DIE AAN AL-
LES GELOVEN behalve aan de
duivel. Zij vinden het eigenlijk een
beetje kinderachtig aan de duivel,
„de satan en zijn trawanten", te ge
loven. Deze opvatting van kinder
achtigheid vinden wij echt kinderlijk.
Als de zomerzon schijnt door het bos,
de vogels zingen, de bijen zoemen
de bloemen welriekend geuren en
statige witte wolken drijven aan het
hemelblauw, is het wel eens moei
lijk aan duivels te denken en aan
een verloren paradijs. Maar bezie nu
eens het schilderij der mensehjke
samenleving in deze lijst van bloe
men en zonneschijn gevat: een
schilderij van ontreddering, vrese
lijke haat eh verterende hoogmoed,
van een vernuft, dat al zijn uitvin
dingen verdraait en kronkelt tot
krankzinnige toepassingen en mis
vormt tot onmenselijke monsterach
tige gemeenheid. Dat is het gloeiend
spoor, dat de duivel in de geschiede
nis der wereld met bloed, brand en
vernietiging achterlaat, de vorst
der duisternis, die zijn prooi vindt
onder allen, die niet nederig van
harte zijn. Schuw de hoogmoed als
de pest; in het schitterende Weed der
eigenwaan hult zich de engel, die ten
■verderve leidt.
Leiden, 30 Juni 1948.
Hooggeachte hoofdredacteur,
U zoudt mij een zeer groot pleizier
doen dit stuk in uw dagblad te plaat
sen onder de titel van „Wat lezers
ons schrijven".
Overal in de lande waar ik kom,
beschouwt men het als een uitkomst,
dat de heer Welter met een eigen lijst
is uitgekomen. Want de vele katho
lieken die het niet eens zijn met het
beleid van de K.V.P., zowel ten aan
zien van het Indië-vraagstuk, dus
het behoud van de éénheid van ons
Koninkrijk, als ten aanzien van de
samenwerking uitsluitend met de P.
v. d. A., krijgen nu de gelegenheid
hun ontevredenheid kenbaar te ma
ken, door hun stem uit te brengen
op de lijst Weiter, dat toch óók een
katholieke lijst. Het program is
in volledige overeenstemming met
de katholieke zedenleer. Naar mijn
mening staat de groep Weiter dich
ter bij de Katholieke Kerk dan de K.
V.P., omdat zij weigert samen te gaan
uitsluitend met-.de P. v. d. A., die toch
in wezen de leer van het Marxisme
huldigt, welke door de Kerk wordt
verafschuwd. En met de aanhan
gers van' deze leer heeft de K.V.P.
sedert 1946, met uitsluiting van alle
andere partij,en, dus ook van de
christelijke partijen, samengewerkt.
Tot 1946 heaft de K.V.P. deze uitslui
tende samenwerking nooit gewild.
Maar de K.V.P. is daarna van recht
se- of middenpartij, die zij was blij
kens haar gedragslijn, naar links op
geschoven.
Het is een feit, dat dit niet alleen
door de intellectuele kringen, maar
ook door de middenstanders? en even
zeer door grote groepen arbeiders
wordt betreurd. Het zijn deze teleur-
gestelden, die hun stem op de lijst
Weiter uitbrengen.
Het moet toch ieder duidelijk zijn,
dat Nederland en Nederlands-Indië
door hun samengang, dat reeds drie
en een halve eeuw heeft geduurd,
een prachtige economische eenheid
is geworden, die overal in de wereld
respect heeft afgedwongen. En thans,
na 2 jaren wanbeleid als gevolg van
de Rooms rode coalitie, staan zowel
Nederland als Indië aan de rand van
een bankroet. De economische situa
tie zal voor deze beide delen van ons
Koninkrijk ernstiger worden, indien
Indic van Nederland wordt afge
sneden. De armoede zal over ons
land komen, als Indië verloren gaat
en daarmede worden de poorten van
het communisme open, wagenwijd
open, gezet.'
Door de groep Welter, die verder
ziet dan de K.V.P. wordt het commu
nisme bestreden en in de strijd te
gen het communisme zijn de K.V.P.
en de groep Weiter het eens.
Als Welter met een flink aantal ze
tels uit de stembus te voorschijn
treedt, en, voorzover ik kan nagaan
aan de hand van mededelingen, die
ik dagelijks verkrijg uit vele groe-,
pén personen, is dit te verwachten,
zou dit een weldaad zijn, zowel voor
ons Koninkrijk -als voor de K.V.P.
Want hiermede wordt niet de K.V.P.
gedwongen, maar wordt zij op een
elegante manier in de gelegenheid
gesteld, terug te zwenken nggr de
plaats waar zij behoort. De plaats
die een christelijke partij behoort in
te nemen. De plaats die een scherpe
afbakening stelt tussen Rooms en
Rood.
Ik dank U.
Uw abonné,
M. VAN DRÏEL.
„Na 2 jaren wanbeleid als gevolg
van de Rooms-rode coalitie staan zo
wel Nederland als Indië aan de rand
van een bankroet" aldus de geach
te inzender, die klaarblijkelijk be
doelt te zeggen, dat de economische
toestand, zoals die heerst in Neder
land en in Indië, een gevolg is van
2 jaren wanbeleid van een Rooms-
rode coalitie. Kan inzender nu heus
menen, dat een andere regering de
verschrikkelijke gevolgen van de oor
log in twee jaar zou hebben kunnen
opheffen? Is Nederland in vergelij
king met andere landen ter wereld
niet een oase van sociale rust en
vrede? En is het leven in Nederland
wederom: in vergelijking met el
ders niet veel beter, veel drage
lijker? En van vele delen van Indië
kan hetzelfde worden gezegd.
Het verwondert ons in hoge mate,
dat inzender meent aan de K.V.P.
te moeten voorhouden, dat Neder
land en Indië moeten samengaan;
dat Indië niet van Nederland mag
worden afgesneden. Alsof de K.V.P.
de scheiding tussen Nederland en
Indië zou willen!!
En wat de samenwerking van K.
V.P. en P. v. d. A. betreft: ook wij
zien na de verkiezing veel liever een
regering op bredere basis. Maar: dat
die samenwerking a priori in strijd
zou zijn met enig katholiek beginsel,
is niet waar. En dat a posteriori
(achteraf) beschouwd door die sa
menwerking enig katholiek beginsel
in het gedrang is gekomen, is o.i.
ook niet waar, wordt ook niet door
de bestrijders aangetoond.
Dat de groep-Welter het eerlijk
bedoelt, in het belang van Nederland
en Indië, betwijfelen wij niet. Maar
of zij, zoals inzender zegt, verder
ziet dan de K.V.P., betwijfelen wij
wel. In de geweldige strijd van on
ze tijd moet er onder de strijders
éénheid zijn. En nu verstaan wij niet
onder eenheid, dat allen het over al
les met elkaar eens zijn. Wij verstaan
er onder, dat op momenten, waarbij
het er op aankomt, de verschillen en
geschillen onder de strijders onderge
schikt worden gemaakt aan het doel,
dat allen gemeenschapeplijk moet
zijn, opdat door en in verdeeldheid
de kracht om dat doel te bereiken
niet verzwakt of zelfs vernietigd
worde. Red.
Sedert geruime tijd is men bezig
met het herstel van de Mariakerk
te Venlo. Met Kerstmis hoopt men
deze, dan geheel gerestaureerde
kerk weer in gebruik te nemen.
De toren in de steigers.
Foto A.N.P. - v. d. W.
Lisse, 1 Juli 1948.
Geachte Redactie.
De opmerking van de heer Rebers,
dat, wanneer onze jongens toch niet
de taak waarvoor ze naar Indië ge
gaan zijn uit kunnen voeren, ze be
ter naar huis kunnen komen, kan ik
ten volle onderschrijven. Ze zijn daar
r.u al enige maanden, mogen daar
voor schietschijf fungeren en niefo
terug doen. Op deze manier gaat In
dië voor ons toch verloren en krij
gen we onze jongens, zo ze terug ko
men, invalide of/en gedemoraliseerd
terug. Ik spreek zoveel ouders, die
jongens in Indië hebben en het oor
deel van die jongens is bijna alge
meen, hetgeen blijkt uit hun corres
pondentie: het kon anders. Ook ik ge
niet de twijfelachtige eer, daar enige
maanden een zoon' te hebben, en toen
hij weg ging gaf ik hem deze raad
mede: „jongen doe je best en weest
voorzichtig voor Soekarno". (Ik hoop
dat dit geen Majesteitschennis is).
Maar op het ogenblik heb ik het ge
voel, dat hij naar Indië is niet om
tegen, maar vóór Soekarno te gaan
vechten. Zoals gezegd onze jongens
moeten zich daar op hun gezicht la
ten slaan, zonder iets terug te mo
gen doen. Alleen om goede vrienden
met Soekarno te blijven en er ook
vooral geen moeilijkheden komen
tussen K.V.P. en P. v. d. A. Je kan
veel beter die jongens opofferen en
de ouders met de, brokken laten zit
ten. Wanneer ze daar des Zondags
doodgemoedereerd naar de katholie
ke kerk gaan en worden door een
stel bruine sluipschutters bestookt,
zodat er van de 14 mannen er 4 ter
plaatse het leven laten, dan is dat
natuurlijk niet het werk van Soekar
no, daar is hij dood onschuldig aan.
Hij voedt zijn mensen op in liefde
voor Nederland en voor Z.M. Stalin,
pardon voor H.M. de Koningin. De
heren van de E.V.C. krijgen volop
gelegenheid hun gif onder de bruine
bevolking te verspreiden, worden
door Soekarno met open armen ont
vangen, toegesproken en gehuldigd.
Diezelfde mijnheer Soekarno wordt
door de heer Logeman huizen hoog
geprezen en door de heer Goedhart
wordt hem, namens de P. v. d. A.,
een cadeau aangeboden. Met die
zelfde P. v. d. A. werkt de K.V.P.
samen ook in zake Indië. En dit al
les om een progressieve politiek door
te kunnen voeren. We moeten het
communisme voor zijn. Maar hoe
het kind heet, heet het, doch ik ver
draai er mijn hand niet om. Ik ben
1918 nog niet vergeten.
Op 7 Juli gaan we naar de stem
bus om uitspraak te doen of we het
mét het Jndiëbeleid eens zijn, ja dan
neen. Volgens mijn opvatting is het
onmogelijk voor iemand, die het met
dit beleid niet eens is, zijn stem vut
te brengen op een partij, die voor
dit beleid verantwoordelijk is. Het
gaat hier niet 0m stemmen versnip
peren, het gaat hier om een uit
spraak. Het gaat hier om een beslis
sing van vérstrekkende betekenis.
Welnu ik heb meer vertrouwen in
EEN P. v. d. A. EPISCOPAAT.
Er zijn katholieken, die het altijd
beter weten dan de Bisschoppen.
Zulks is natuurlijk mogelijk. Deze
katholieken hebben in de regel geen
bezwaren om hun volgzaamheid te
belijden, zolang het inzicht van de
Bisschoppen hun te pas komt. Maar
naar onze mening krijgen volgzaam
heid en gehoorzaamheid jegens de
Kerkelijke Overheid eerst dan pas
relief en betekenis, wanneer men be
reid is eigen inzichten op te offeren
Kortom, wanneer men ondanks eigen,
ander inzicht, bereid is in een be
paalde zaak gehoor te geven aan
wens, vermaan of oproep van cfe
Kerkelijke Overheid.
Altijd zijn er katholieken geweest,
die meenden de wens van hun Bis
schoppen te moeten negéren. Wij
kennen ze ook nu weer, die het uit
drukkelijk vermaan van het Episco
paat om de staatkundige eenheid on
der ons katholieken te bewaren,
naast zich neer leggen. Deze katho
lieken moeten dat tenslotte zelf we
ten; dit zelf met hun geweten in
overeensteming brengen. Wij hebben
nu eenmaal niet te treden in hun
persoonlijke overwegingen; evenmin
als Wij er aan zouden denken om
hen te beschuldigen van minder goe
de katholieken te zijn. Er zijn echter
grenzen. Wanneer thans in onze
strqjeen huis aan huis bij de katho
lieke kiezers propaganda-biljetten in
de bus worden geworpen van de
zijde van katholieken, die gemeend
hebben de wens der Bisschoppen te
moeten negéren en lid werden van
de P. van de A., dan vinden wij deze
georganiseerde poging om de katho
lieken over te halen hun volgzaam
heid en gehoor-baamheid, aan hun
Bisschoppen prijs te geven, beneden
peil. De heren Ruygers, ten Hagen,
Willems en Brongersma, wier beelte
nis de pamflettensiert, treden hier
op met de allures van een soort P.
v. d. A.-episcopaat dat in een quasi
„herderlijk rondschrijven" (zelfs
voorzien van een P. v. d. A.-cathe-
chismus met vraag en antwoord hoe
men „politiek-zalig" wordt via de P.
v .d. A.) de katholieke kiezer mee
deelt, dat men door op de P. v. d. A.
te stemmenenfin, men kent de
verkiezingsverhalen.
Hetzelfde bezwaar hebben wij ook
tegen de actie, die heer Weiter hier
en daar voert onder het motto: „Ka
tholieken, bewaart uw staatkundige
eenheid. Stemt Welter".
De uitersten raken elkaar wel
eens. Zo ook hier. Weiter en de ka
tholieken van de P. v. d. A. hand in
hand, waar het aanvallen geldt op de
gewenste eenheid der katholieken op
staatkundig terrein.
De overwinnaars .van moeheid
en^^edeprifTTeerdheid^^oo^^^ent
personen, die met Indische toestan
den door en door op de hogte zijn,
dan in hen, die daar slechts een
blauwe Maandag geweest zijn.
Met dank voor de plaatsing.
J. H. VAN DER VOET.
Nogmaals: er moet worden gepro
testeerd tegen de voorstelling, alsof
■onze militaire in Indië nergens nut
tig voor zijn. Zij hebben daar uitste
kend werk verricht en doen dat nog.
Aan hen is het te danken, dat de toe
standen in vele delen van Indië nu
zoveel beter zijn, dan vóór hun aan
wezigheid en vóór hun optreden.
En evenzeer nogmaals: degenen,
die zeggen, dat en de doelstelling èn
de tactiek (of een van beide) van de
huidige regering betreffende Indië
fout is (dat er fouten zijn gemaakt,
ontkennen vyij geenszins) verzuimen
daartegenover duidelijk en concreet
te zeggen, hoe het dan wél moet.
En wat betreft het stemmen op a.s.
Woensdag, bedenke ieder, wat het
gevolg kan zijn van een stemmen-
vesnippering onder de katholieke
kiezers. De hoofdredacteur van „De
Linie" besluit in het nummer van 2
Juli een artikel: „Wie bijvoorbeeld
zegt: „De K.V.P. heeft naar mijn
smaak verkeerd gemanoeuvreerd met
betrekking tot Indonesië en daarom
verbiedt mijn geweten mij haar op
nieuw mijn stem te geven", dan mo
ge hij een eerlijk man zijn; politiek
gesproken is hij een oppervlakkig
denker, een keine dilettant."
Red.
Wij hebben onze lezers gelegenheid
gegeven, om hun mening neer te
schrijven, waarbij wij hen vanzelf
sprekend niet onkundig hebben wil
len laten over wat onze mening is.
Men zal echter begrijpen ert billij
ken, dat er een grens moet zijn. De
„ingezonden stuiken" blijven bin
nenvallen!
de. ^eeima'tcle'i
2. We zullen het niet langer over
de kist hebben, maar eerst naar be
rieden gaan, want daar komt juist
voor de deur ^en heel oud fordje met
knarsende remmen tot stilstand. Het
is geen mooi Fordje, daarvoor is het
al te oud, maar je ruikt gewoon de
avonturen, en daar gaat het toch
maar om! Achter aan het autotje
hangt een groot wit bord met mooie
letters die samen de woorden vor-
turier-Wereldreiziger, Telefoon 137.
Dus zó heet de eigenaar van de auto.
Hij zit op een ecshte wereldreizigers-
manier achter het stuur met één
arm buiten de auto in de andere hand
men: Hendrik de Zeevaarder, avon- een pijpje en zijn voeten op de mo
tor kap. Hendrik de Zeevaarder
drukt met zijn hiel op de toeter.
„Boonk! Boonk!" gaat het en daf
wil zoveel zeggen a^s: „Hier S Hen
drik de Zeevaarder! Houd je gereed
voor avonturen!'.' Met éen schok
schrikt Bimmelbam wakker.
DE ONTWIKKELING IN INDIë.
A.B.C. in de Leidsche Post vertelt,
dat hij met een gezelschap buiten
landse journalisten heeft gesproken
over de komende verkiezing, en hun
toen heeft gevraagd, hoe zij dachten
over de grondwetsherziening. En hij
vat, wat zy hem zeiden, als volgt
samen:
„De drie kleinere voorstellen von
den zij nauwelijks de discussie
waard.
1. De mogelijkheid van het in
stellen van de functie Staatssecretaris
achtten zij een verstandige oplossing
van een vaak moeilijk vraagstuk,
hoe namelijk een combinatie te vin
den tussen een politiek en een vak
minister. Maakt dit het apparaat niet
onnodig duur? vroegen we. Neen
was hun bescheid als je een goe
de staatsecretaris hebt, geeft dit een
grotere mate van efficiëncy aan het
departement en een vlottere afdoe
ning van zaken.
2. De mogelijkheid om een finan
ciële regeling te treffen ten behoeve
van het afgetreden staatshoofd, zal
by geen enkele Nederlander die
waardering gevoelt voor de.werk
kracht van de Koningin, op tegen
stand stuiten.
3. Het voorstel, afkomstig van de
voorzitters der vijf grootste fracties
in de Tweede Kamer, om' de moge
lijkheid te openen, bij een onver
hoopte revolutionaire situatie, het
gezag met bijzondere bevoegdheden
in handen te kunne leggen van spe
ciaal daarvoor aangewezen burgerlij
ke organen, roemde men als een
daad van wys politiek inzicht. Men
moet nu eenmaal rekening houden
met Russische activiteit de erva
ring in Oost-Europa bewijst het
schier dagelijks! en regeren is
vooruitzien. Het belang van een ge
zonde democratie brengt mee, dat de
democratische instellingen beveiligd
worden tegen onverhoedse aanval
len in de rug. Aan communistische
agitatie hebben we niets, en daarom
is sociale en economische rust en or
de een levensbelang voor Nederland
en voor de wereld.
Met gespannen verwachting luister
den wij naaf wat verder gezegd zou
worden over het vierde voorstel, de
toevoeging van een nieuw Veertiende
Hoofdstuk aan de Grondwet, betrek-'
king hebbend op de kwestie der
Overzeese Gebiedsdelen.
Geheel in de lijn van de nuchtere
realiteit, die ook de voorafgaande
beschouwingen had gekenmerkt, ver
volgden onze buitenlandse vrienden:
Dit is een logische uitbouw van de
bekende rede, die uw Koningin op 7
December 1942 heeft gehouden, en
waarin Zij aan de volkeren in Oost
en West na de oorlog staatkundige
zelfstandigheid toezegde.
Het is ons wel duidelijk geworden,
dat over de interpretatie dier rede,
en vooral over het tempo van de uit
werking er van verschil' van gevoe
len bestaat, maar het principe ligt
vast en stemt overeen met hetgeen
elders ter wereld de ontwikkeling
met betrekking tot de verhouding
van blanke en donker gekleurde
rassen vordert.
Bovendien, zo vervolgden zy, kan
men de klok toch moeilijk terugzet
ten! Er zijn bepaalde feiten ge
beurd, die niet meer ongedaan ge
maakt kunnen worden: Lingadjati,
de Renville-overeenkomst, de confe
renties en besprekingen te Malino.
Den Passar, Bandoeng. Er is toch
een voorlopig Federaal Bestuur ge
vormd. Men kan daarover verschil
lend denken, men kan het critise-
ren, maar ongedaan maken kan men
het niet.
De onderhavige grondwetswijziging
bevat richtlijnen voor de reorganisa
tie van het Koninkrijk, voor de op
bouw van het Rijk in nieuwe stijl,
bestaande uit Nederland, de Neder
landse Antillen en Suriname ener
zijds, en de Verenigde Staten van
Indonesië anderzijds en de band tus
sen beide, de Nederlands-Indonefi-
sche Unie, met de Koningin als zo
danig aan het noofd. Dit alles vormt
tezamen een practisch aanvaardbare
grondslag voor de verdere ontwikke
ling van de verhoudingen in het ge
reorganiseerde Koninkrijk.
Worde het aan het wijs beleid van
uw nieuwe Regering zo besloot
onze zegsman overgelaten, in die
zin voort te bouwen tot heil van uw
schone land en de rijke gebieden
overzee. De wereld zal het meest ge
diend zijn met een rustige ontwikke
ling in ëen geest van wederzijds be
grijpen en vertrouwen.
Aan deze beschouwingen "hebben
wij eigenlijk niet veel meer toe te
voegen. Ze zijn vrij van hartstocht
en vooringenomenheid.
En dat zijn nu juist de dingen
waaraan een volk bij verkiezingen 't
allerminst behoefte heeft, omdat de
ze eigenschappen een klare kyk op
de verhoudingen vertroebelen.
Breedheid van opvatting, geen eng
partij-gedoe, geen sectarisme, hebben
ons land in het verleden groot ge
maakt.
Onwillekeurig komt ons het af
scheidswoord van H.M. Koningin
Wilhelmina in de gedachte:
„Toont opgewassen te zijn tegen
den grooten tijd, waarin wij leven,
met een wijden blik voor het we
reldgebeuren en met begrip voor het
wezenlijke, waar het voor ons allen
om gaat.
„En vervult zoodoende uw plicht
tegenover Uzelf en tegenover het va
derland, tegenover onze bondgenoten
en de groote gemeenschap der vol
keren.
Gaat de toekomst tegey, schouder
aan schouder".
Wij zyn er zeker van, dat ieder,
die a.s. Woensdag bij het uitbrengen
van zijn stem zich het koninklijk
maan-woord herinnert: „Eendracnt
en nog eens eendracht" zijn stem
niet zal verknoeien, noch aan kanslo
ze oppositiepartijen, noch aan splin
terpartijtjes, maar dat hij klaar za)
verstaan, wat nationale plicht ge
biedt."