AKKERTJES. Hubertus Europa-congres in Den Haag Rheumatische Pijnen. Doodvonnis voor van der Waals A. Krantz voor Leids Tribunaal ZATERDAG 8 MEI 1948 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA I Stem van Europa roept om eenheid IN DE STAD, waar in 1398 en 1907 de eerste internationale Vredescon ferenties werden gehouden en waar de zetel van het Internationaal Ge rechtshof en van het Permanente Hof van Arbitrage ligt, is gisteren het Europeesc Congres begonnen. Onder de buitenlandse gedelegeerden bevin den zich Winston Churchill, Paul Ramadier en Edouard Daladier. CHURCHILL'S VISIE OP EUROPA Nadat burgemeester mr. W. A. J. Visser van 's-Gravenhage de gedele geerden in de Hofstad had verwel komd en mr. Kerstens de openings rede had uitgesproken, sprak Win ston Churchill, ere-voorzitter van het Congres van Europa, bij de opening een rede uit, waarin hij o.m. het vol gende verklaarde: „Sedert mijn re de te Zürich in 1946 over dit onder werp en sedert de oprichting van de Britse beweging voor een Verenigd Europa in Januari 1947, hebben de gebeurtenissen onze onderneming boven onze verwachting uit bevor derd. Regeringen van grote mogend heden hebben zich met alle macht tezamen gebonden. De machtige Ver enigde Staten van Amerika hebben het plan-Marshall aanvaard. Zestien Europese staten hebben zich thans verenigd voor economische doelein den. Vijf mogendheden hebben nau we economische en militaire betrek kingen aangeknoopt. Wij hopen, dat spoedig de volken van Scandinavië en het Iberische Schiereiland zich ,bij deze kern zullen aansluiten, eyenals Italië, dat thans zijn plaats onder de volken weer volledig kan innemen. „Dit Congres mag er zich terecht op beroepen de stem van Europa te ver tegenwoordigen. Het is inderdaad tijd, dat deze stem klinkt temidden •van de chaos en de inzinking, ver oorzaakt door boosaardigen en geha- ten uit het verleden en temidden van de gevaren die in het heden besloten liggen en de hemel van de toekomst bewolken. Wij kunnen ons alleen uit deze gevaren redden door het af zien van nationale rancune en wraak neming, door het voortschrijdend uit wissen van fronten en bai'rières, die ons verdeeld houden en door ons ge zamenlijk te verheugen in die glo rierijke schat- van literatuur, van ethiek en van intellect die behoort aan ons allen en die het gemeen schappelijk erfdeel van Europa vormt." NEDERLAND VOORBEELD. „Het is inderdaad treffend, dat het eérste Congres van Europa in Neder land wordt gehouden, dat met zijn naburen in de Benelux reeds door zijn voorbeeld leiding geeft. Voor de gastvrijheid van Nederland breng ik onze dank tot uitdrukking. Inderdaad Benelux is tegelijkertijd een voor beeld en een pionier voor onze on middellijke vooruitgang." Met betrekking tot Duitsland zei- de Churchill: „Het is de grootse taak der. overwinnende l&nden de Duit sers bij de handte nemen en hen te rug te voeren in de Europese familie en ik verheug mij er over, dat enigen van de meest eminente en gezag hebbende Fransen in deze geest heb ben gesproken. Een verenigde Euro pa verschaft ons de eenige oplossing, welke voorziet in economische op bloei en uitbanning van het gevaar ener hernieuwde Duitse agressie." Voorts betoogt Churchill, dat hij niets minder wenst dan de vereni ging van geheel Europa. „Tot op zekere hoogte hebben de gebeurtenissen tot een ontwikkeling in deze richting geleid, maar dat ge schiedde niet in de geest, die daartoe nodig was. Reeds kondigt het Weste lijk halfrond zichzelf als een een heid aan. Wij zijn hier in Den Haag bijeengekomen, om onze regeringen bij de schepping van een nieuw Euro pa, te helpen, maar wij zijn allen be zorgd en ontsteld en wij voelen ons allen in gevaar -door de eendracht- verstorende houding en politiek van de derde grote en gelijke partner, zonder wiens actieve medewerking de wereldorganisatie niet kan func tioneren en de schaduw van oorlog niet van onze harten kan worden weggenomen. Wij moeten trachten door het leg gen van banden de regionale eenhe den tot stand te brengen en wij mqe- ten met geduld en vertrouwen voor bereidingen trachten te treffen vc£>r de dag, waarop er een effectieve we reldregering zal zijn, welke steunt op de belangrijkste, groeperingen der mensheid.\paarom moet voor ons en voor allen, die in onze bescha ving delen het wachtwoord zijn: vol houden. VRIJHEID VAN VREES. President Roosevelt heeft gespro ken van de „vier vrijheden", maar de vrijheid, waar het thans het m,eest op aankomt, is de vrijheid van vrees. Waarom moeten al de hard-werken de gezinnen eerst zoals in het ver leden worden gekweld door dy nastieke en religieuze twisten, dan door nationalistische strevingen en tenslotte door ideologische fanatis me? Waarom moeten zij thans weer worden opgesteld en tegen elkander in strijd worden gestort do#r ver schillend geafficheerde vormen van totalitaire tyrannie zij allen op gehitst door verdorven mannen, die hun eigen overheersing bouwen op de ellende en de onderdrukking van hun medemensen? Dat is de vraag, die wij hier moe ten beantwoorden. Europa behoeft slechts zich te verheffen en stand te houden in zijn eigen glorie, betrou wen en deugd, om het hoofd te kun nen bieden aan alle vormen van ty rannie, oud of modern, nazistisch of communistisch, en zulks dan met on overwinlijke kracht. Wij moeten hier en thans komen tot een besluit .volgens hetwelk in de een of andere vorm een Europese Assemblée zal worden ingesteld, waardoor het onze stem mogelijk zal zijn zich voortdurend te doen horen. En zulks, naar wij vertrouwen, met steeds gunstiger ontvangst in alle vrije landen van dit werelddeel. Een hoge en plechtige verantwoor delijkheid rust op ons. Indien wij ons verdeeldheid en onenigheid permitte ren door kleingeestigheid en geschil len in de kleine kring: indien we te kort schieten in helderheid van blik, of in rtioed tot daden, dan zal een on schatbare gelegenheid voor altijd voorbij gaan." DE FRANSMAN RAMADIER. Na Winston Churchill werd het woord gevoerd door de oud-minister president van Frankrijk, Ramadier. De Fransman wees er op, dat de ideq van een Verenigd Europa de grote vi sie was van vroegere dromers, doch dat zij thans geworden is het doel van de Europese staatslieden. Stap voor stap zal moeten worden ge streefd naar de instelling van een Europese wet, krachtens welke be slissingen kunnen worden genomen bij besluit van een meerderheid. NEDERLAND WIL BOVEN DE VERDRAGEN UIT. Na de rede van Ramadier kreeg o.a. nog dr. Brugmans, de Nederlandse ge delegeerde het woord. De heer Brug mans hield een in voortreffelijk Frans gestelde rede over de noodzakelijk heid om boven de verdragen die al tijd herroepen kunnen worden, en boven afspraken, die men vaak niet nakomt, Europese federalistische in stellingen tot stand te brengen, in staat om vorm te geven aan een nieuwe gemeenschap der volkeren. Niets zal worden bereikt zolang het dogma van de heilige nationale sou- vereiniteit niet -omvergestoten is. Wij zullen de omwentelingen moeten aan vaarden, welke een federatie van Europa onvermijdelijk met zich zal meebrengen. De rede van dr. Brugmans werd herhaaldelijk onderbroken door de toejuichingen van de aanwezigen. Receptie. In hotel Oud-Wassenaar vond na afloop van de plenaire zitting van het congres een officiële receptie plaats .aangeboden door de Neder landse regering. Prinses Juliana en prins Bernhard wopnden eveneens deze officiële ontvangst bij. RESOLUTIE AANVAARD. Aan het einde van de zitting werd eenstemmig de volgende resolutie aangenomen: „Aan het begin van zijn werkzaam heden wenst het congres van Europa te verklaren, dat de door hem nage streefde doeleinden eerst volledig bereikt zullen zijn op de dag, dat ge heel Europa verenigd en georgani seerd zal zijn. Overwegende, dat zestien landen van dit ogenblik af van hun besluit tot samenwerking hebben doen blij ken, legt het congres er de nadruk op, dat deze groepering geen gesloten geheel vormt. Het congres zendt alle volkeren een broederlijke groet". Met deze resolutie was de eerste algemene vergadering van het con gres van Europa ten einde. DE VLAG VAN EUROPA. Ter gelegenheid van het Congres van Europa zal men op verschillende plaatsen in Den Haag voor het eerst de vlag van Europa zien wapperen. Deze is een rode gestileerde E op een wit veld. De deelnemers aan het con gres dragen dit embleem ook als in signe. De „Volendam" in 't vaderland terug Mededelingen over de sterfgevallen. Gistermorgen is het s.s. „Volen dam" met 676 passagiers, onder wie 377 vrouwen en kinderen en 47 K.N.I. L.-militairen te Rotterdam aangeko men. Zoals bekend zijn op dit schip tien van de vijftig babies tengevolge van maag-darm stoornissen overle den. Ter begroeting van de militairen en hun gezinnen spi-ak minister Jonk man van de kade af de passagiers toe en begaf zich daarna aan boord om de ouders van de gestorven babies te condoleren. Door de aanwezige militaire auto riteiten werd de pers vervolgens naar de salon geleid, om daar een onder houd te hebben met dr. H. Broekema uit den Haag, kinderarts, die, zoals hij verklaarde, op Zondag 18 April, toen de eerste telegrammen over de sterftegevallen binnenkwamen, door de dienst van de kwartiermeester-ge neraal verzocht werd in Suez aan boord van de „Volendam" te gaan, hetgeen dan ook op 22 April geschied de. Hij vertelde voorts1, dat de eerste baby in Colombo aan longontsteking stierf en daar is begraven. In de vier dagen, die volgden op het vertrek uit Colombo stierven vervolgens nog ne gen babies aan maag-darmstoomis- sen. Hun stoffelijk overschot moest aan de zee worden toevertrouwd. In totaal leden 38 kinderen aan lichte maag- en darmstoornissen, hetgeen echter aan boord van een schip, ge zien de verandering van omstandig heden, niet vreemd is. De"ziekte was1 volgens dr. Broekema te wijten aan het ontbreken van het begrip van hygiëne bij de passagiers en de ver keerde voeding, die vele moeders hun kinderen gaven. Toen enkele geval len Verden geconstateerd, zo ver klaarde dr. Broekema, zijn direct al lerlei instructies gegeven, waaraan echter door de passagiers aldus was hem medegedeeld, want zelf was hij toen nog niet op de Volendam ge arriveerd niet goed de hand werd gehouden. Hoewel het voedsel vol doende was, oordeelde men het in Nederland beter, om voor alle zeker heid nog maar wat te sturen. Op een desbetreffende vraag vertelde dr. Broekema, dat een paniek onder de passagiers ten gevolge van de sterfte gevallen dreigde, die echter door het energiek optreden van de gezagvoer der en de commandant van de vaste militaire staf kon worden onderdrukt. „Mijn komst op de Volendam beoog de een psychologisch effect. Mijn col lega's aan boord heb ik gezegd, met de genomen maatregelen voort te gaan", aldus antwoordde de arts op een vraag, of hij bij zijn komst had geconstateerd, dat de vereiste maat regelen waren getroffen. Velschillende ouders, aldus een ver slaggever, waren eensgezind van oor deel, dat de voeding voor de militai ren uitstekend was, doch niet voor de vrouwen en -kinderen, en dat men alleen op dokterattest wat fruit kon verkrijgen voor de kinderen. Als elke beweging hindert en pijn doet. als pijn scheuten U kwellen, neem dairÜw toevlucht tot „AKKERTJES". Zij verwijderen de stoffen, die de pijn veroorzaken en werken zweet-bevorderend. Even onbewogen als hij vijf da gen lang, gedurende de behandeling van zijn zaak de advocaat-fiscaal, zijn rechters en de getuigen a charge heeft aangehoord en zijn eigen verklarin gen aflegde, even emotieloos heeft Anton van der Waals gistermiddag, terwijl hij schijnbaar volkomen op zijn gemak, voor het beklaagdenhek- je stond, zijn doodvonnis aangehoord Met een ikleine hoofdbeweging groette hij het Hof na het uitspreken van de doodstraf, waarna hij tussen twee parketwachters, tegen wie hü» een opmerking maakte de rechts zaal verliet. Wat de aan verdachte op te leggen straf aangaat, is -het Hof van oordeel' dat verdachte gequalificeerd moet worden als een uiterst geraffineerd en verradelijk intrigent, wiens door en door gevoelloze natuur het te ene male onverschillig liet, welke mid delen voor het door hem nagestreef de eigenbelang zouden moeten wor den toegepast en die voorts bezeten was van een fanatieke haat jegens de illegaliteit. Door zijn activiteit hebben zeer vele bekwame verzetslieden de dood gevonden of jarenlang in Duitse con centratiekampen en gevangenissen doorgebracht. Hiervan heeft verdachte téb te rechtzitting zonder enige merkbare emotie te tonen kennisgenomen. Toen Duitsland nederlaag onafwend baar scheen, heeft verdachte tenein de zijn verderfelijke kwaliteiten te bemantelen er niet voor terugge deinsd iemand uit de weg te ruimen om in bezit van diens papieren, on gemoeid, zijn verradelijke praktijken voor de meest biedende voort te zet ten. Het Hof is van oordeel, dat ver dachte tot een der hoogst gevaarlijke landsverradelijke elementen gere kend kan worden, wiens radicale ver wijdering uit de samenleving alleen reeds het belang van de veiligheid van de staat onafwendbaar vordert en acht dan ook de oplegging van de doodstraf geboden. Aan verdachte werd het recht van cassatie verleend terwijl hem tevens de beide 'kies rechten werden ontnomen. GEEN APARTE BON VOOR KRENTENBROOD. Ten aanzien van het afleveren en betrekken van krentenbrood blijkt enig misverstand te bestaan, zo deelt de afdeling voorlichting van het mi nisterie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening mede. Krentenbrood kan betrokken en af geleverd worden op welke willekeu rige broodbon, respectievelijk keuze bon, waarop men brood wenst te ko pen. Het publiek kan geheel vrij be palen welke bon het voor het kopen van krentenbrood wil besteden. Bak kers mogen dus niet speciaal een keu zebon voor broodgebak of brood puddingpoeder, vermicelli e.d. voor de aflevering van een krentenbrood verlangen. Een speciale „krentenbrood"-bon wordt niet aangewezen, aangezien de verstrekking van krentenbrood ge schiedt in het raam van de normale broodrantsoenering. PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De voorzitter van het Centraal Stembureau heeft in de vacature van E. van Ruller, te Barendrecht, die wegens vertrek uit de provincie Zuid-Holland ontslag neemt als lid van de Statemvan dit gewest, A. Ho- geweg, te Rotterdam, benoerrtd tot lid van de Provincale Staten van Zuid-Holland. BEURSOVERZICHT. Gisteren was de animo bijzonder klein. De koersen liepen terug en hier en daar werden vrij gevoelige koersverliezen geleden. De belang stelling ging in hoofdzaak uit naar cultuurfondsen, waarin enige gevoe lige dalingen werden geboekt. Ook de scheepvaartwaarden kon den zich niet aan de algemene ten dens onttrekken en werden vrij be langrijk lager genoteerd. Op de obligatiemarkt is het wach ten op de verhandeling van de nieu we 3 pet. staatslening, die echter niet eerder verwacht wordt dan vanaf 13 Mei. Grootboekinschrijvingen 1946 deden 99 1/4. Overigens waren staats fondsen practisch onveranderd. Pro longatie 2 1/4 pet. „Hij wilde opheffing der sluiting van de universiteit! Daarom verried hij professoren en studenten De belangrijkste zaak, die het Leids Tribunaal te Den Haag giste ren te behandelen kreeg was die van de Leidse lakenfabrikant A. Krantz. De beschuldiging tegen Krantz was vrij uitvoerig: lidmaatschap van N. S. B., het bekleden van functies in een groot aantal nationaal socialisti sche organisaties, als de Economische Raad en diverse gilden, demonstre ren van bizondere vrienascnap voor Duitse officieren en de rijksgevol machtigde voor Zuidhciland dr. Schwebel. Het zwaarste woog echter het doorsturen van lijsten van Leide- naars, die in 1941 door het sluiten van gordijnen openlijk rouwden om de capitulatie en vooral de schrif telijke mededeling aan dr. Schwebel, dat een aantal studenten en profes soren, met name genoemd, ondanks de sluiting van de Universiteit door gingen met illegale colleges en exa mens. Krantz beschuldigde deze men sen er zelfs van aangesloten te zijn bij verzetsgroepen en deelde zelfs hun wachtwoord „Alles sal reg kom" mee. Tenslotte was er nog de beschul diging van collaboratie wegens het leveren van uniformstoffen aan de Duitse weermacht. Verdachte toonde thans een zeer toegeeflijke houding. Op de vraag van de president, wat hij eigenlijk dacht van de Duitse inval antwoord de hij, dat hij, dat „natuurlijk", had betreurd. De vriendschap met dr. Schwebel had volgens verd. niets met politiek te maken, hij had in deze Duitser een geestverwant getroffen. De eerste ernstige beschuldiging, die van het doorgeven van de rouwende ,HET SCHILD" Zoals wij reeds mededeelden, heeft „Het Schild" ter gelegenheid van zijn 25 jarig jubileum een jubileum-num mer uitgegeven. (De Mei-Juni-afle- vering 1948). En dit nummer van het Apologe tisch Maandschrift, uitgave van de A.V. „Petrus Canisius" vangt met de volgende brief van Zijne Eminen tie Johannes Kardinaal De Jong, de Aartsbisschop van Utrecht: Aartsbisdom Utrecht 24 Maart 1948. Lectori Salutem, Sedert de oprichting Van „Het Schild" hebben wij steeds een leven de belangstelling gevoeld voor dit tijdschrift, waaraan wij jarenlang re gelmatig hebben meegewerkt. Het heeft vele misverstanden, voor al van niet-katholieke zijde, helpen ophelderen. de geloofsgenoten op de hoogte ge houden van de nieuwere stromingen, en zeer veel gedaan voor de op bouw van onze geloofskennis. Wij zijn de actieve Redactie grote dank verschuldigd en hopen van har te, dat zij met Gods hulp, haar zegen rijke werkzaamheid evenkrachtig als in het verleden moge voortzetten. Utrecht. De Aartsbisschop van Utrecht, t JOH. KARD. DE JONG. In dit nummer belichten verschil lende schrijvers het Geloof onder meerdere opzichten. Prof. Mag. Dr. G. Kreling O.P.: De genade van het Geloof. H. J. Scheerman, O.S.B.: Het Geloof als bovennatuurlijk, goddelijk weten. Prof. Dr. C. F. Pauwels, O.P.: Ge loof en menselijk denken. Prof. J. P. Verhaar: Psychologie van de Geloofsdaad. Prof. Dr. H. L. M. van Rooijen, O.S.C.: De Geloofsprediking in de ge schiedenis der K^rk. Anton van Duinkerken: Christus, het Middelpunt van het Geloof. Dr. Th. Piket, S.J.: De „sensus ca- tholicus". Drs. Jan Taal: Tweeërlei glans. Wij zouden moeilijk een voorkeur kunnen geven aan het ene artikel bo ven het andere. Natuurlijk is het geen lectuur, die men ons 'ns eventjes „tussen neus en lippen" door neemt. Het vraagt enige inspanning, die echter ïijkelijk wordt beloond met vermeerdering en ver dieping van kennis en met inten ser dankbaarheid voor „het voorrecht lid te mogen zijn van de ware Kerk' (Jan Taal). Leidenaars, trachtte besch. Ie baga telliseren. Het was een interne aan gelegenheid, waarvoor hij geen ver antwoordelijkheid droeg en die ook geen verdere gevolgen had. Het aan geven van de studenten en professo ren was helemaal niet door verd. be doeld als verraad. Integendeel, hij had het niet kunnen aanzien, dat de Universiteit gesloten was en had ge tracht door dr. Schwebel te wij zen op de heersende toestanden tot opheffing van de sluiting tc ko men. Maar het feit, dat hij er per se de naam van de Joodse bakker Weil noemde, in wiens huis de geheime samenkomsten werden gehouden en het wachtwoord verried wijst toch wel op veel minder ideële motieven. De opgaven van de leveranties en de winsten van geleverde stoffen aan de Wehrmacht volgens de beheerder, noemde verd. belachelijk. Volgens deze opgave zou de fabriek in 1944 voor 100 pet. van de productie aan de Wehrmacht hebben geleverd en een winst van 33 pet. van de hele omzet, ruim 1 millioen gulden, heb ben bedragen. Er waren diverse ge tuigen a décharge, die kwamen be togen, dat Krantz zo zyn best had gedaan om Joodse familieleden uit kampen te bevrijden. Verdachtes broer, L. P. Krantz, ontkende even eens de hoge winst. Verdachtes raadsman, mr. Woltjer, hield een zeer lang pleidooi, waarin hij Krantz kenschetste als een in we zen goed vaderlander, die alleen naar de verkeerde middelen heeft gegrepen om zijn goede werken voor het vaderland' te vervullen. De vriendschap van zijn client voor Duitsland achtte spr. heel verklaar baar, daar Krantz altijd op Duitsland georiënteerd is geweest door studie en een kuur in Wiesbaden in zijn jeugd. Spr. verzocht het Tribunaal bij de strafbepaling oog te hebben voor de d!rie jaar internering die besch. ach ter de rug heeft en voor de indus triële belangen van diens fabriek. Uitspraak over veertien dagen. Uitspraken. Barend van Zwieten, Alphen aan den Rijn, verbeurdverklaring van zijn vermogen tot een bedrag van 4000 en ontzetting uit kiesrechten en recht ambten te bekleden en bij gewapen de macht te dienen. W. M. Verbooy, beschuldiging ver vallen. J. W. Muyser, internering tot 15 Jan. 1949, ontzetting uit kiesrechten, recht ambten te bekleden en bij ge wapende macht te dienen. Jan van Duin, internering tot 4 September 1949, kiesrechten, ambten, gew. macht. Ex-burgemeester Garthoff uit Zoe- terwoude, vijf jaar internering tot 14 Mei 1950, ontzetting uit de kies rechten en recht ambten te bekleden en bij gewapende macht te dienen. VAART MET EERSTE NET-LOZE LUCHTBALLON. De heer Boesman steeg Woensdag middag van Houtrust te 's-Gravenha ge op met een ballon. Voor het eerst werd een ballon gebruikt, welke niet door een net omspannen was. In ver band daarmede moest d,e start ook een uur worden uitgesteld. Na de op stijging werd op driehonderd meter hoogte over Den Haag, Wassenaar, Voorschoten, Leidschendam en Uit hoorn gevaren. De heer Boesman, die deze vlucht maakte tezamen met zijn echtgenote en de heer C. de Vos, oor deelde het, ten Zuiden van Amster dam gekomeh; niet raadzaam verder te gaan in verband met het donker worden en het feit, dat men zich snel boven het IJsselmeer zou bevinden. Op vijf en twintig meter hoogte voer de ballon over het Naardermeer, om tenslotte op een weiland onder Naar- den aan de verkeersweg Amsterdam Naarden rustig te landen. De ballon liet men leeglopen door middel van het ventiel, in tegenstel ling met ce gewoonte om daarvoor van een scheurbaan gebruik te ma ken. Het langzaam leeg lopende, in de lucht hangende gevaarte trok zeei- veel belangstelling. Naar wij vernemen heeft de heer J. Boesman, balloncommandant, een uit nodiging ontvangen, om in Juni in Denemarken met een ballon op te stijgen. De plaats waar dit zal gebeu ren moet nog vastgesteld worden. EEN ROMAN VAN HET WOUD Paul Keiler 18) „Ik zal je een deken laten bren gen. Wacht 'n ogenblik!" „Mijnheer Hubertus?" „Wat ïs er?" Zijn ruig gezicht verscheen vlak voor het venstertje. Het was een ver schrikkelijk gezicht, toen hij zo door de tralies naar buiten keek. „Mijnheer Hubertus! M'n vrouw is het geweest..." „Wie? Je vrouw?" „Ja. Ik heb er over nagedacht." „Krügel! Ben je dronken?" „Neen! Het is zo! Ik heb er over nagedacht!" Enkele seconden stond ik stil. Toen riep ik: „Wacht ik kom terug." Ik snelde terug naar het toneel van de brand. Balthassar liep er nog steeds op en neer. Een paar mannen stonden bij de smeulende, rokende puinhopen op wacht. Ik trok Balthassar terzijde en ver telde hem, dat xk bij het brandspuit huisje geweest was en met Krü- gesproken had. „Het is verboden om zonder toe stemming mej; gevangenen te spre ken!" zei hij met ambtelijke gestren gheid. „Dat weet ik, mijnheer Balhassar. Maar misschien interesseert het u te vernemen wat ik gehoord heb. Voor. alles, Krügel heeft het koud!" „Laat hem het koud hebben!" „Dat kunt u toch niet verantwoor den, baljuw. Iedere gevangene heeft recht op een menselijke behande ling," „Die kan me gestolen worden; ik heb wel wat anders te doen dan nu voor meneer Krügel een grog je te warmen." „Baljuw, als u de oude Krügel dood laat gaan, berooft u het Open baar Ministerie van de belangrijkste getuige in deze zaak." „Getuige? Ach zo. U weet er alles van, veldwachter, kom hier. Ga naar de „Druiventros", laat je twee bun dels stro geven en 'n paar dekens. Breng dit naar Krügel in het brand spuithuisje. Daar wacht je. Wij ko men spoedig na." „En neemt u voor mijn rekening voor Krügel een potje hete thee uit de „Druiventros mee!" riep ik de ge rechtsdienaar na. Balthassar bromde wat en ging naar de brand terug. Ik leunde tegen het woonhuis van de houtzagerij, op een plek, waar ik beschut stond te gen regen en wind. Desondanks had ik het miserabel koud. Na enige tijd verscheen Balthassar weer en zei: „Kom, laten we naar Krügel in het brandspuithuisje gaan. Ik zal hem dadelijk een verhoor afnemen. Hoe eerder hoe beter. Als u wilt, kunt u meegaan, dan is er meteen 'n getuige; want op de veldwachter valt niet te rekenen: die heeft geen geheugen. Ieder neemt een lantaarn mee. En nu vooruit!" Wij gingen. Boven op de berg, in de omgeving van de moerashut, hoor de men het geroep „Emil! Emil!" „Hij zoekt nog aldoor zijn zoon!" zei Balthassar. „Hij schijnt krank- «zinnig te zijn geworden. Maar dat komt van die eigengereidheid. Twin tig jaar lang procedeert de man met het Dominium over waterrechten en herbergt hij dat gespuis in zijn hut by het moeras. Dat heeft hij er nu van!'' - „Het is tragisch mijnheer Bal thassar!" „Tragisch... haha! Het is merk waardig, dat die tragische dingen steeds aan onbetrouwbare elementen overkomen. Wie niet van de rechte weg afwijkt, overkomen niet van die zogenaamd tragische gevallen." ?rDat kan ik niet met u eens zijn, mijnheer Balthassar!" De valdwachter stond met zijn lantaarn voor het brandspuithuisje op wacht. Wat knarste het slot van het loods je, toen hij bet openmaakte! 'n Af schuwelijke ijskoude luchtstroom drong ons tegemoet. Alle mogelijke oude rommel lag in het rond. In een hoek lag oude Krügel. Hij had zich een legerstede gemaakt van het stro en de dekens, die de veldwachter hem gebracht had, over zich heen getrokken. Onze drie lantaarns ver lichtten de ruimte slechts schaars. „Heb je het nog koud?" vroeg Bal thassar. „Erg... erg... koud! antwoordde hij klappertandend. „Blijf maar liggen! Ik moet je 'n verhoor afnemen naar aanleiding van de brand in de houtzagerij. Waarom heb je die aangestoken?" ,Maar dat heb ik helemaal niet ge daan; ik ben immers de oude Krü gel." Hij herhaalde deze zinsnede zo trouwhartig en met grenzenloze ver wondering, dat men hèm van iets dergelijks niet had kunnen, verden ken. Balthassar, klaarblijkelijk volsla gen onbedreven in het werk van een rechter van instructie bulderde: „Wacht maar, dat ontkennen zal je niet baten; wij zullen je wel klein krijgen!'' Toen mengde ik me er in. „Krügel weet je wie de houtzage rij heeft aangestoken?" „Ja! Dat heb ik toch al gezegd. Mijn vrouw is het geweest." „Je... je vrouw?" vroeg Balthas sar verbluft. „Ja.die vrouw van me! Die heks Dat satanswijf!" „Maar hoe is dat dan zo gekomen?" „Bonisch heeft me de huur opge zegd. Bönisch wil me uit m'n huis je smijten... twee en dertig jaar heb ik er in gewoond.twee en dertig jaar. Hij huilde. „Ja maar, nu verder!" „Laat hem met rust, mijnheer, Bal thassar, gunt u hem even tijd!" De oude Krügel snikte nog even, steeds op zijn ellebogen gesteund en lag daar voor ons als de ellende in mensengedaante. Ik trad op hem toe en trok de dekens over zijn schouder Toen begon hij weer te spreken. „Mijnheer Hubertus was vanavond bij ons." „Waart u in de moerashut? Waar om? Met welk doel?" „Dat zal ik u later vertellen." „Juist, Krügel, ik ben bij je ge weest Maar toen, toen ik weg was, wat is er toen gebeurd?" „Toen zei dat wijf van me: „Laat Bönisch maar oppassen! ze moesten zijn huis in brand steken." „Wat heb je daar op geantwoord?" „Helemaal niets!" „Ach wat zou ik nou tegen dat mens zeggen?" Moe strekte hij zich' op zijn rug uit. „Krügel je moet ons zeggen, wat er nog meer gebeurd is!" Hij hief zijn hoofd weer een wei nig op. „Ik bei\ aan tafel ingeslapen. Toen ik wakker werd, waren Bianca en Emil er." „De jonge Bönisch?" „Ja, ze dronken koffie. Ik deed, als of ik nog sliep. Want als ik wakker ben, praten ze niet zo met elkaar." Pauze. „Waarover spraken ze dan?" ,Mijn vrouw zei, dat Emil haar geld moest geven. Veel geld ik ge loof duizend mark. Anders zou ze Bianca naar de stad sturen. Dat zou mijnheer Hubertus wel voor elkaar krijgen. Die, had zich nog diezelfde avond door haar laten waarzeggen." „Dat is een afschuwelijke leugen!" protesteerde ik. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1948 | | pagina 5