AKKERTJES.
Hubertus
Europa-congres in Den Haag
Rheumatische Pijnen.
Doodvonnis voor van der Waals
A. Krantz voor Leids Tribunaal
ZATERDAG 8 MEI 1948
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA I
Stem van Europa roept
om eenheid
IN DE STAD, waar in 1398 en 1907 de eerste internationale Vredescon
ferenties werden gehouden en waar de zetel van het Internationaal Ge
rechtshof en van het Permanente Hof van Arbitrage ligt, is gisteren het
Europeesc Congres begonnen. Onder de buitenlandse gedelegeerden bevin
den zich Winston Churchill, Paul Ramadier en Edouard Daladier.
CHURCHILL'S VISIE
OP EUROPA
Nadat burgemeester mr. W. A. J.
Visser van 's-Gravenhage de gedele
geerden in de Hofstad had verwel
komd en mr. Kerstens de openings
rede had uitgesproken, sprak Win
ston Churchill, ere-voorzitter van het
Congres van Europa, bij de opening
een rede uit, waarin hij o.m. het vol
gende verklaarde: „Sedert mijn re
de te Zürich in 1946 over dit onder
werp en sedert de oprichting van de
Britse beweging voor een Verenigd
Europa in Januari 1947, hebben de
gebeurtenissen onze onderneming
boven onze verwachting uit bevor
derd. Regeringen van grote mogend
heden hebben zich met alle macht
tezamen gebonden. De machtige Ver
enigde Staten van Amerika hebben
het plan-Marshall aanvaard. Zestien
Europese staten hebben zich thans
verenigd voor economische doelein
den. Vijf mogendheden hebben nau
we economische en militaire betrek
kingen aangeknoopt. Wij hopen, dat
spoedig de volken van Scandinavië en
het Iberische Schiereiland zich ,bij
deze kern zullen aansluiten, eyenals
Italië, dat thans zijn plaats onder de
volken weer volledig kan innemen.
„Dit Congres mag er zich terecht op
beroepen de stem van Europa te ver
tegenwoordigen. Het is inderdaad
tijd, dat deze stem klinkt temidden
•van de chaos en de inzinking, ver
oorzaakt door boosaardigen en geha-
ten uit het verleden en temidden van
de gevaren die in het heden besloten
liggen en de hemel van de toekomst
bewolken. Wij kunnen ons alleen uit
deze gevaren redden door het af
zien van nationale rancune en wraak
neming, door het voortschrijdend uit
wissen van fronten en bai'rières, die
ons verdeeld houden en door ons ge
zamenlijk te verheugen in die glo
rierijke schat- van literatuur, van
ethiek en van intellect die behoort
aan ons allen en die het gemeen
schappelijk erfdeel van Europa
vormt."
NEDERLAND VOORBEELD.
„Het is inderdaad treffend, dat het
eérste Congres van Europa in Neder
land wordt gehouden, dat met zijn
naburen in de Benelux reeds door
zijn voorbeeld leiding geeft. Voor de
gastvrijheid van Nederland breng ik
onze dank tot uitdrukking. Inderdaad
Benelux is tegelijkertijd een voor
beeld en een pionier voor onze on
middellijke vooruitgang."
Met betrekking tot Duitsland zei-
de Churchill: „Het is de grootse taak
der. overwinnende l&nden de Duit
sers bij de handte nemen en hen te
rug te voeren in de Europese familie
en ik verheug mij er over, dat enigen
van de meest eminente en gezag
hebbende Fransen in deze geest heb
ben gesproken. Een verenigde Euro
pa verschaft ons de eenige oplossing,
welke voorziet in economische op
bloei en uitbanning van het gevaar
ener hernieuwde Duitse agressie."
Voorts betoogt Churchill, dat hij
niets minder wenst dan de vereni
ging van geheel Europa.
„Tot op zekere hoogte hebben de
gebeurtenissen tot een ontwikkeling
in deze richting geleid, maar dat ge
schiedde niet in de geest, die daartoe
nodig was. Reeds kondigt het Weste
lijk halfrond zichzelf als een een
heid aan. Wij zijn hier in Den Haag
bijeengekomen, om onze regeringen
bij de schepping van een nieuw Euro
pa, te helpen, maar wij zijn allen be
zorgd en ontsteld en wij voelen ons
allen in gevaar -door de eendracht-
verstorende houding en politiek van
de derde grote en gelijke partner,
zonder wiens actieve medewerking
de wereldorganisatie niet kan func
tioneren en de schaduw van oorlog
niet van onze harten kan worden
weggenomen.
Wij moeten trachten door het leg
gen van banden de regionale eenhe
den tot stand te brengen en wij mqe-
ten met geduld en vertrouwen voor
bereidingen trachten te treffen vc£>r
de dag, waarop er een effectieve we
reldregering zal zijn, welke steunt
op de belangrijkste, groeperingen
der mensheid.\paarom moet voor ons
en voor allen, die in onze bescha
ving delen het wachtwoord zijn: vol
houden.
VRIJHEID VAN VREES.
President Roosevelt heeft gespro
ken van de „vier vrijheden", maar de
vrijheid, waar het thans het m,eest
op aankomt, is de vrijheid van vrees.
Waarom moeten al de hard-werken
de gezinnen eerst zoals in het ver
leden worden gekweld door dy
nastieke en religieuze twisten, dan
door nationalistische strevingen en
tenslotte door ideologische fanatis
me? Waarom moeten zij thans weer
worden opgesteld en tegen elkander
in strijd worden gestort do#r ver
schillend geafficheerde vormen van
totalitaire tyrannie zij allen op
gehitst door verdorven mannen, die
hun eigen overheersing bouwen op
de ellende en de onderdrukking van
hun medemensen?
Dat is de vraag, die wij hier moe
ten beantwoorden. Europa behoeft
slechts zich te verheffen en stand te
houden in zijn eigen glorie, betrou
wen en deugd, om het hoofd te kun
nen bieden aan alle vormen van ty
rannie, oud of modern, nazistisch of
communistisch, en zulks dan met on
overwinlijke kracht.
Wij moeten hier en thans komen
tot een besluit .volgens hetwelk in de
een of andere vorm een Europese
Assemblée zal worden ingesteld,
waardoor het onze stem mogelijk zal
zijn zich voortdurend te doen horen.
En zulks, naar wij vertrouwen, met
steeds gunstiger ontvangst in alle
vrije landen van dit werelddeel.
Een hoge en plechtige verantwoor
delijkheid rust op ons. Indien wij ons
verdeeldheid en onenigheid permitte
ren door kleingeestigheid en geschil
len in de kleine kring: indien we te
kort schieten in helderheid van blik,
of in rtioed tot daden, dan zal een on
schatbare gelegenheid voor altijd
voorbij gaan."
DE FRANSMAN RAMADIER.
Na Winston Churchill werd het
woord gevoerd door de oud-minister
president van Frankrijk, Ramadier.
De Fransman wees er op, dat de ideq
van een Verenigd Europa de grote vi
sie was van vroegere dromers, doch
dat zij thans geworden is het doel
van de Europese staatslieden. Stap
voor stap zal moeten worden ge
streefd naar de instelling van een
Europese wet, krachtens welke be
slissingen kunnen worden genomen
bij besluit van een meerderheid.
NEDERLAND WIL BOVEN DE
VERDRAGEN UIT.
Na de rede van Ramadier kreeg o.a.
nog dr. Brugmans, de Nederlandse ge
delegeerde het woord. De heer Brug
mans hield een in voortreffelijk Frans
gestelde rede over de noodzakelijk
heid om boven de verdragen die al
tijd herroepen kunnen worden, en
boven afspraken, die men vaak niet
nakomt, Europese federalistische in
stellingen tot stand te brengen, in
staat om vorm te geven aan een
nieuwe gemeenschap der volkeren.
Niets zal worden bereikt zolang het
dogma van de heilige nationale sou-
vereiniteit niet -omvergestoten is. Wij
zullen de omwentelingen moeten aan
vaarden, welke een federatie van
Europa onvermijdelijk met zich zal
meebrengen.
De rede van dr. Brugmans werd
herhaaldelijk onderbroken door de
toejuichingen van de aanwezigen.
Receptie.
In hotel Oud-Wassenaar vond na
afloop van de plenaire zitting van
het congres een officiële receptie
plaats .aangeboden door de Neder
landse regering. Prinses Juliana en
prins Bernhard wopnden eveneens
deze officiële ontvangst bij.
RESOLUTIE AANVAARD.
Aan het einde van de zitting werd
eenstemmig de volgende resolutie
aangenomen:
„Aan het begin van zijn werkzaam
heden wenst het congres van Europa
te verklaren, dat de door hem nage
streefde doeleinden eerst volledig
bereikt zullen zijn op de dag, dat ge
heel Europa verenigd en georgani
seerd zal zijn.
Overwegende, dat zestien landen
van dit ogenblik af van hun besluit
tot samenwerking hebben doen blij
ken, legt het congres er de nadruk
op, dat deze groepering geen gesloten
geheel vormt. Het congres zendt alle
volkeren een broederlijke groet".
Met deze resolutie was de eerste
algemene vergadering van het con
gres van Europa ten einde.
DE VLAG VAN EUROPA.
Ter gelegenheid van het Congres
van Europa zal men op verschillende
plaatsen in Den Haag voor het eerst
de vlag van Europa zien wapperen.
Deze is een rode gestileerde E op een
wit veld. De deelnemers aan het con
gres dragen dit embleem ook als in
signe.
De „Volendam" in 't
vaderland terug
Mededelingen over de
sterfgevallen.
Gistermorgen is het s.s. „Volen
dam" met 676 passagiers, onder wie
377 vrouwen en kinderen en 47 K.N.I.
L.-militairen te Rotterdam aangeko
men. Zoals bekend zijn op dit schip
tien van de vijftig babies tengevolge
van maag-darm stoornissen overle
den.
Ter begroeting van de militairen
en hun gezinnen spi-ak minister Jonk
man van de kade af de passagiers toe
en begaf zich daarna aan boord om
de ouders van de gestorven babies te
condoleren.
Door de aanwezige militaire auto
riteiten werd de pers vervolgens naar
de salon geleid, om daar een onder
houd te hebben met dr. H. Broekema
uit den Haag, kinderarts, die, zoals
hij verklaarde, op Zondag 18 April,
toen de eerste telegrammen over de
sterftegevallen binnenkwamen, door
de dienst van de kwartiermeester-ge
neraal verzocht werd in Suez aan
boord van de „Volendam" te gaan,
hetgeen dan ook op 22 April geschied
de. Hij vertelde voorts1, dat de eerste
baby in Colombo aan longontsteking
stierf en daar is begraven. In de vier
dagen, die volgden op het vertrek uit
Colombo stierven vervolgens nog ne
gen babies aan maag-darmstoomis-
sen. Hun stoffelijk overschot moest
aan de zee worden toevertrouwd. In
totaal leden 38 kinderen aan lichte
maag- en darmstoornissen, hetgeen
echter aan boord van een schip, ge
zien de verandering van omstandig
heden, niet vreemd is. De"ziekte was1
volgens dr. Broekema te wijten aan
het ontbreken van het begrip van
hygiëne bij de passagiers en de ver
keerde voeding, die vele moeders hun
kinderen gaven. Toen enkele geval
len Verden geconstateerd, zo ver
klaarde dr. Broekema, zijn direct al
lerlei instructies gegeven, waaraan
echter door de passagiers aldus
was hem medegedeeld, want zelf was
hij toen nog niet op de Volendam ge
arriveerd niet goed de hand werd
gehouden. Hoewel het voedsel vol
doende was, oordeelde men het in
Nederland beter, om voor alle zeker
heid nog maar wat te sturen. Op een
desbetreffende vraag vertelde dr.
Broekema, dat een paniek onder de
passagiers ten gevolge van de sterfte
gevallen dreigde, die echter door het
energiek optreden van de gezagvoer
der en de commandant van de vaste
militaire staf kon worden onderdrukt.
„Mijn komst op de Volendam beoog
de een psychologisch effect. Mijn col
lega's aan boord heb ik gezegd, met
de genomen maatregelen voort te
gaan", aldus antwoordde de arts op
een vraag, of hij bij zijn komst had
geconstateerd, dat de vereiste maat
regelen waren getroffen.
Velschillende ouders, aldus een ver
slaggever, waren eensgezind van oor
deel, dat de voeding voor de militai
ren uitstekend was, doch niet voor
de vrouwen en -kinderen, en dat men
alleen op dokterattest wat fruit kon
verkrijgen voor de kinderen.
Als elke beweging hindert en pijn doet. als pijn
scheuten U kwellen, neem dairÜw toevlucht tot
„AKKERTJES". Zij verwijderen de stoffen, die de
pijn veroorzaken en werken zweet-bevorderend.
Even onbewogen als hij vijf da
gen lang, gedurende de behandeling
van zijn zaak de advocaat-fiscaal, zijn
rechters en de getuigen a charge heeft
aangehoord en zijn eigen verklarin
gen aflegde, even emotieloos heeft
Anton van der Waals gistermiddag,
terwijl hij schijnbaar volkomen op
zijn gemak, voor het beklaagdenhek-
je stond, zijn doodvonnis aangehoord
Met een ikleine hoofdbeweging
groette hij het Hof na het uitspreken
van de doodstraf, waarna hij tussen
twee parketwachters, tegen wie hü»
een opmerking maakte de rechts
zaal verliet.
Wat de aan verdachte op te leggen
straf aangaat, is -het Hof van oordeel'
dat verdachte gequalificeerd moet
worden als een uiterst geraffineerd
en verradelijk intrigent, wiens door
en door gevoelloze natuur het te ene
male onverschillig liet, welke mid
delen voor het door hem nagestreef
de eigenbelang zouden moeten wor
den toegepast en die voorts bezeten
was van een fanatieke haat jegens de
illegaliteit.
Door zijn activiteit hebben zeer
vele bekwame verzetslieden de dood
gevonden of jarenlang in Duitse con
centratiekampen en gevangenissen
doorgebracht.
Hiervan heeft verdachte téb te
rechtzitting zonder enige merkbare
emotie te tonen kennisgenomen.
Toen Duitsland nederlaag onafwend
baar scheen, heeft verdachte tenein
de zijn verderfelijke kwaliteiten te
bemantelen er niet voor terugge
deinsd iemand uit de weg te ruimen
om in bezit van diens papieren, on
gemoeid, zijn verradelijke praktijken
voor de meest biedende voort te zet
ten.
Het Hof is van oordeel, dat ver
dachte tot een der hoogst gevaarlijke
landsverradelijke elementen gere
kend kan worden, wiens radicale ver
wijdering uit de samenleving alleen
reeds het belang van de veiligheid
van de staat onafwendbaar vordert
en acht dan ook de oplegging van de
doodstraf geboden. Aan verdachte
werd het recht van cassatie verleend
terwijl hem tevens de beide 'kies
rechten werden ontnomen.
GEEN APARTE BON VOOR
KRENTENBROOD.
Ten aanzien van het afleveren en
betrekken van krentenbrood blijkt
enig misverstand te bestaan, zo deelt
de afdeling voorlichting van het mi
nisterie van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening mede.
Krentenbrood kan betrokken en af
geleverd worden op welke willekeu
rige broodbon, respectievelijk keuze
bon, waarop men brood wenst te ko
pen. Het publiek kan geheel vrij be
palen welke bon het voor het kopen
van krentenbrood wil besteden. Bak
kers mogen dus niet speciaal een keu
zebon voor broodgebak of brood
puddingpoeder, vermicelli e.d. voor
de aflevering van een krentenbrood
verlangen.
Een speciale „krentenbrood"-bon
wordt niet aangewezen, aangezien de
verstrekking van krentenbrood ge
schiedt in het raam van de normale
broodrantsoenering.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
De voorzitter van het Centraal
Stembureau heeft in de vacature van
E. van Ruller, te Barendrecht, die
wegens vertrek uit de provincie
Zuid-Holland ontslag neemt als lid
van de Statemvan dit gewest, A. Ho-
geweg, te Rotterdam, benoerrtd tot
lid van de Provincale Staten van
Zuid-Holland.
BEURSOVERZICHT.
Gisteren was de animo bijzonder
klein. De koersen liepen terug en
hier en daar werden vrij gevoelige
koersverliezen geleden. De belang
stelling ging in hoofdzaak uit naar
cultuurfondsen, waarin enige gevoe
lige dalingen werden geboekt.
Ook de scheepvaartwaarden kon
den zich niet aan de algemene ten
dens onttrekken en werden vrij be
langrijk lager genoteerd.
Op de obligatiemarkt is het wach
ten op de verhandeling van de nieu
we 3 pet. staatslening, die echter niet
eerder verwacht wordt dan vanaf 13
Mei. Grootboekinschrijvingen 1946
deden 99 1/4. Overigens waren staats
fondsen practisch onveranderd. Pro
longatie 2 1/4 pet.
„Hij wilde opheffing der sluiting van
de universiteit!
Daarom verried hij
professoren en studenten
De belangrijkste zaak, die het
Leids Tribunaal te Den Haag giste
ren te behandelen kreeg was die van
de Leidse lakenfabrikant A. Krantz.
De beschuldiging tegen Krantz was
vrij uitvoerig: lidmaatschap van N.
S. B., het bekleden van functies in
een groot aantal nationaal socialisti
sche organisaties, als de Economische
Raad en diverse gilden, demonstre
ren van bizondere vrienascnap voor
Duitse officieren en de rijksgevol
machtigde voor Zuidhciland dr.
Schwebel. Het zwaarste woog echter
het doorsturen van lijsten van Leide-
naars, die in 1941 door het sluiten
van gordijnen openlijk rouwden om
de capitulatie en vooral de schrif
telijke mededeling aan dr. Schwebel,
dat een aantal studenten en profes
soren, met name genoemd, ondanks
de sluiting van de Universiteit door
gingen met illegale colleges en exa
mens. Krantz beschuldigde deze men
sen er zelfs van aangesloten te zijn
bij verzetsgroepen en deelde zelfs
hun wachtwoord „Alles sal reg kom"
mee.
Tenslotte was er nog de beschul
diging van collaboratie wegens het
leveren van uniformstoffen aan de
Duitse weermacht.
Verdachte toonde thans een zeer
toegeeflijke houding. Op de vraag
van de president, wat hij eigenlijk
dacht van de Duitse inval antwoord
de hij, dat hij, dat „natuurlijk", had
betreurd. De vriendschap met dr.
Schwebel had volgens verd. niets met
politiek te maken, hij had in deze
Duitser een geestverwant getroffen.
De eerste ernstige beschuldiging, die
van het doorgeven van de rouwende
,HET SCHILD"
Zoals wij reeds mededeelden, heeft
„Het Schild" ter gelegenheid van zijn
25 jarig jubileum een jubileum-num
mer uitgegeven. (De Mei-Juni-afle-
vering 1948).
En dit nummer van het Apologe
tisch Maandschrift, uitgave van de
A.V. „Petrus Canisius" vangt met
de volgende brief van Zijne Eminen
tie Johannes Kardinaal De Jong, de
Aartsbisschop van Utrecht:
Aartsbisdom Utrecht 24 Maart 1948.
Lectori Salutem,
Sedert de oprichting Van „Het
Schild" hebben wij steeds een leven
de belangstelling gevoeld voor dit
tijdschrift, waaraan wij jarenlang re
gelmatig hebben meegewerkt.
Het heeft vele misverstanden, voor
al van niet-katholieke zijde, helpen
ophelderen.
de geloofsgenoten op de hoogte ge
houden van de nieuwere stromingen,
en zeer veel gedaan voor de op
bouw van onze geloofskennis.
Wij zijn de actieve Redactie grote
dank verschuldigd en hopen van har
te, dat zij met Gods hulp, haar zegen
rijke werkzaamheid evenkrachtig als
in het verleden moge voortzetten.
Utrecht.
De Aartsbisschop van Utrecht,
t JOH. KARD. DE JONG.
In dit nummer belichten verschil
lende schrijvers het Geloof onder
meerdere opzichten.
Prof. Mag. Dr. G. Kreling O.P.: De
genade van het Geloof.
H. J. Scheerman, O.S.B.: Het Geloof
als bovennatuurlijk, goddelijk weten.
Prof. Dr. C. F. Pauwels, O.P.: Ge
loof en menselijk denken.
Prof. J. P. Verhaar: Psychologie
van de Geloofsdaad.
Prof. Dr. H. L. M. van Rooijen,
O.S.C.: De Geloofsprediking in de ge
schiedenis der K^rk.
Anton van Duinkerken: Christus,
het Middelpunt van het Geloof.
Dr. Th. Piket, S.J.: De „sensus ca-
tholicus".
Drs. Jan Taal: Tweeërlei glans.
Wij zouden moeilijk een voorkeur
kunnen geven aan het ene artikel bo
ven het andere.
Natuurlijk is het geen lectuur, die
men ons 'ns eventjes „tussen neus en
lippen" door neemt. Het vraagt enige
inspanning, die echter ïijkelijk wordt
beloond met vermeerdering en ver
dieping van kennis en met inten
ser dankbaarheid voor „het voorrecht
lid te mogen zijn van de ware Kerk'
(Jan Taal).
Leidenaars, trachtte besch. Ie baga
telliseren. Het was een interne aan
gelegenheid, waarvoor hij geen ver
antwoordelijkheid droeg en die ook
geen verdere gevolgen had. Het aan
geven van de studenten en professo
ren was helemaal niet door verd. be
doeld als verraad. Integendeel, hij
had het niet kunnen aanzien, dat de
Universiteit gesloten was en had ge
tracht door dr. Schwebel te wij
zen op de heersende toestanden
tot opheffing van de sluiting tc ko
men. Maar het feit, dat hij er per se
de naam van de Joodse bakker Weil
noemde, in wiens huis de geheime
samenkomsten werden gehouden en
het wachtwoord verried wijst toch
wel op veel minder ideële motieven.
De opgaven van de leveranties en
de winsten van geleverde stoffen aan
de Wehrmacht volgens de beheerder,
noemde verd. belachelijk. Volgens
deze opgave zou de fabriek in 1944
voor 100 pet. van de productie aan
de Wehrmacht hebben geleverd en
een winst van 33 pet. van de hele
omzet, ruim 1 millioen gulden, heb
ben bedragen. Er waren diverse ge
tuigen a décharge, die kwamen be
togen, dat Krantz zo zyn best had
gedaan om Joodse familieleden uit
kampen te bevrijden. Verdachtes
broer, L. P. Krantz, ontkende even
eens de hoge winst.
Verdachtes raadsman, mr. Woltjer,
hield een zeer lang pleidooi, waarin
hij Krantz kenschetste als een in we
zen goed vaderlander, die alleen
naar de verkeerde middelen heeft
gegrepen om zijn goede werken voor
het vaderland' te vervullen. De
vriendschap van zijn client voor
Duitsland achtte spr. heel verklaar
baar, daar Krantz altijd op Duitsland
georiënteerd is geweest door studie
en een kuur in Wiesbaden in zijn
jeugd.
Spr. verzocht het Tribunaal bij de
strafbepaling oog te hebben voor de
d!rie jaar internering die besch. ach
ter de rug heeft en voor de indus
triële belangen van diens fabriek.
Uitspraak over veertien dagen.
Uitspraken.
Barend van Zwieten, Alphen aan
den Rijn, verbeurdverklaring van zijn
vermogen tot een bedrag van 4000
en ontzetting uit kiesrechten en recht
ambten te bekleden en bij gewapen
de macht te dienen.
W. M. Verbooy, beschuldiging ver
vallen.
J. W. Muyser, internering tot 15
Jan. 1949, ontzetting uit kiesrechten,
recht ambten te bekleden en bij ge
wapende macht te dienen.
Jan van Duin, internering tot 4
September 1949, kiesrechten, ambten,
gew. macht.
Ex-burgemeester Garthoff uit Zoe-
terwoude, vijf jaar internering tot
14 Mei 1950, ontzetting uit de kies
rechten en recht ambten te bekleden
en bij gewapende macht te dienen.
VAART MET EERSTE NET-LOZE
LUCHTBALLON.
De heer Boesman steeg Woensdag
middag van Houtrust te 's-Gravenha
ge op met een ballon. Voor het eerst
werd een ballon gebruikt, welke niet
door een net omspannen was. In ver
band daarmede moest d,e start ook
een uur worden uitgesteld. Na de op
stijging werd op driehonderd meter
hoogte over Den Haag, Wassenaar,
Voorschoten, Leidschendam en Uit
hoorn gevaren. De heer Boesman, die
deze vlucht maakte tezamen met zijn
echtgenote en de heer C. de Vos, oor
deelde het, ten Zuiden van Amster
dam gekomeh; niet raadzaam verder
te gaan in verband met het donker
worden en het feit, dat men zich snel
boven het IJsselmeer zou bevinden.
Op vijf en twintig meter hoogte voer
de ballon over het Naardermeer, om
tenslotte op een weiland onder Naar-
den aan de verkeersweg Amsterdam
Naarden rustig te landen.
De ballon liet men leeglopen door
middel van het ventiel, in tegenstel
ling met ce gewoonte om daarvoor
van een scheurbaan gebruik te ma
ken. Het langzaam leeg lopende, in de
lucht hangende gevaarte trok zeei-
veel belangstelling.
Naar wij vernemen heeft de heer J.
Boesman, balloncommandant, een uit
nodiging ontvangen, om in Juni in
Denemarken met een ballon op te
stijgen. De plaats waar dit zal gebeu
ren moet nog vastgesteld worden.
EEN ROMAN VAN HET WOUD
Paul Keiler
18)
„Ik zal je een deken laten bren
gen. Wacht 'n ogenblik!"
„Mijnheer Hubertus?"
„Wat ïs er?"
Zijn ruig gezicht verscheen vlak
voor het venstertje. Het was een ver
schrikkelijk gezicht, toen hij zo door
de tralies naar buiten keek.
„Mijnheer Hubertus! M'n vrouw
is het geweest..."
„Wie? Je vrouw?"
„Ja. Ik heb er over nagedacht."
„Krügel! Ben je dronken?"
„Neen! Het is zo! Ik heb er over
nagedacht!"
Enkele seconden stond ik stil. Toen
riep ik:
„Wacht ik kom terug."
Ik snelde terug naar het toneel van
de brand. Balthassar liep er nog
steeds op en neer. Een paar mannen
stonden bij de smeulende, rokende
puinhopen op wacht.
Ik trok Balthassar terzijde en ver
telde hem, dat xk bij het brandspuit
huisje geweest was en met Krü-
gesproken had.
„Het is verboden om zonder toe
stemming mej; gevangenen te spre
ken!" zei hij met ambtelijke gestren
gheid.
„Dat weet ik, mijnheer Balhassar.
Maar misschien interesseert het u te
vernemen wat ik gehoord heb. Voor.
alles, Krügel heeft het koud!"
„Laat hem het koud hebben!"
„Dat kunt u toch niet verantwoor
den, baljuw. Iedere gevangene heeft
recht op een menselijke behande
ling,"
„Die kan me gestolen worden; ik
heb wel wat anders te doen dan nu
voor meneer Krügel een grog je te
warmen."
„Baljuw, als u de oude Krügel
dood laat gaan, berooft u het Open
baar Ministerie van de belangrijkste
getuige in deze zaak."
„Getuige? Ach zo. U weet er alles
van, veldwachter, kom hier. Ga naar
de „Druiventros", laat je twee bun
dels stro geven en 'n paar dekens.
Breng dit naar Krügel in het brand
spuithuisje. Daar wacht je. Wij ko
men spoedig na."
„En neemt u voor mijn rekening
voor Krügel een potje hete thee uit
de „Druiventros mee!" riep ik de ge
rechtsdienaar na.
Balthassar bromde wat en ging
naar de brand terug. Ik leunde tegen
het woonhuis van de houtzagerij, op
een plek, waar ik beschut stond te
gen regen en wind. Desondanks had
ik het miserabel koud. Na enige tijd
verscheen Balthassar weer en zei:
„Kom, laten we naar Krügel in
het brandspuithuisje gaan. Ik zal
hem dadelijk een verhoor afnemen.
Hoe eerder hoe beter. Als u wilt,
kunt u meegaan, dan is er meteen
'n getuige; want op de veldwachter
valt niet te rekenen: die heeft geen
geheugen. Ieder neemt een lantaarn
mee. En nu vooruit!"
Wij gingen. Boven op de berg, in
de omgeving van de moerashut, hoor
de men het geroep „Emil! Emil!"
„Hij zoekt nog aldoor zijn zoon!"
zei Balthassar. „Hij schijnt krank-
«zinnig te zijn geworden. Maar dat
komt van die eigengereidheid. Twin
tig jaar lang procedeert de man met
het Dominium over waterrechten en
herbergt hij dat gespuis in zijn hut
by het moeras. Dat heeft hij er nu
van!''
- „Het is tragisch mijnheer Bal
thassar!"
„Tragisch... haha! Het is merk
waardig, dat die tragische dingen
steeds aan onbetrouwbare elementen
overkomen. Wie niet van de rechte
weg afwijkt, overkomen niet van die
zogenaamd tragische gevallen."
?rDat kan ik niet met u eens zijn,
mijnheer Balthassar!"
De valdwachter stond met zijn
lantaarn voor het brandspuithuisje
op wacht.
Wat knarste het slot van het loods
je, toen hij bet openmaakte! 'n Af
schuwelijke ijskoude luchtstroom
drong ons tegemoet. Alle mogelijke
oude rommel lag in het rond. In een
hoek lag oude Krügel. Hij had zich
een legerstede gemaakt van het stro
en de dekens, die de veldwachter
hem gebracht had, over zich heen
getrokken. Onze drie lantaarns ver
lichtten de ruimte slechts schaars.
„Heb je het nog koud?" vroeg Bal
thassar.
„Erg... erg... koud! antwoordde
hij klappertandend.
„Blijf maar liggen! Ik moet je 'n
verhoor afnemen naar aanleiding
van de brand in de houtzagerij.
Waarom heb je die aangestoken?"
,Maar dat heb ik helemaal niet ge
daan; ik ben immers de oude Krü
gel."
Hij herhaalde deze zinsnede zo
trouwhartig en met grenzenloze ver
wondering, dat men hèm van iets
dergelijks niet had kunnen, verden
ken.
Balthassar, klaarblijkelijk volsla
gen onbedreven in het werk van een
rechter van instructie bulderde:
„Wacht maar, dat ontkennen zal
je niet baten; wij zullen je wel klein
krijgen!''
Toen mengde ik me er in.
„Krügel weet je wie de houtzage
rij heeft aangestoken?"
„Ja! Dat heb ik toch al gezegd.
Mijn vrouw is het geweest."
„Je... je vrouw?" vroeg Balthas
sar verbluft.
„Ja.die vrouw van me! Die heks
Dat satanswijf!"
„Maar hoe is dat dan zo gekomen?"
„Bonisch heeft me de huur opge
zegd. Bönisch wil me uit m'n huis
je smijten... twee en dertig jaar heb
ik er in gewoond.twee en dertig
jaar.
Hij huilde.
„Ja maar, nu verder!"
„Laat hem met rust, mijnheer, Bal
thassar, gunt u hem even tijd!"
De oude Krügel snikte nog even,
steeds op zijn ellebogen gesteund en
lag daar voor ons als de ellende in
mensengedaante. Ik trad op hem toe
en trok de dekens over zijn schouder
Toen begon hij weer te spreken.
„Mijnheer Hubertus was vanavond
bij ons."
„Waart u in de moerashut? Waar
om? Met welk doel?"
„Dat zal ik u later vertellen."
„Juist, Krügel, ik ben bij je ge
weest Maar toen, toen ik weg was,
wat is er toen gebeurd?"
„Toen zei dat wijf van me: „Laat
Bönisch maar oppassen! ze moesten
zijn huis in brand steken."
„Wat heb je daar op geantwoord?"
„Helemaal niets!"
„Ach wat zou ik nou tegen dat
mens zeggen?"
Moe strekte hij zich' op zijn rug
uit.
„Krügel je moet ons zeggen, wat
er nog meer gebeurd is!"
Hij hief zijn hoofd weer een wei
nig op.
„Ik bei\ aan tafel ingeslapen. Toen
ik wakker werd, waren Bianca en
Emil er."
„De jonge Bönisch?"
„Ja, ze dronken koffie. Ik deed, als
of ik nog sliep. Want als ik wakker
ben, praten ze niet zo met elkaar."
Pauze.
„Waarover spraken ze dan?"
,Mijn vrouw zei, dat Emil haar
geld moest geven. Veel geld ik ge
loof duizend mark. Anders zou ze
Bianca naar de stad sturen. Dat zou
mijnheer Hubertus wel voor elkaar
krijgen. Die, had zich nog diezelfde
avond door haar laten waarzeggen."
„Dat is een afschuwelijke leugen!"
protesteerde ik.
(Wordt vervolgd)