Us*
èJs
Er komt een tram aan
18JUNI
2005
ER
locatie nieuw
Transferium
Tfansferiut
Leeuwenhoek
Plesmanlaan
over
Zoeterwoude
Rijndijk
De tram komt terug in
eiden. In 2010 moeten de
zeventig meter lange
ihtrail-voertuigen van de
Rijn Gouwe Lijn door de
nenstad rijden. Voor de
in is dat een spookbeeld,
ren zien in de sneltram
dé oplossing voor
vervoersproblemen.
Wethouder Ruud Hessing
66, verkeer) hoort bij het
latste kamp. Raadslid Filip
van As (Christenunie) is
minder enthousiast. Een
debat.
door Silvan Schoonhoven
Leiden-Utrecht?
Hessing: „Tegenstanders van de
sneltram zeggen dat de treinverbin
ding Leiden-Utrecht erop achteruit
gaat. Het probleem waarvoor de Rijn
Gouwe Lijn is ingericht, is echter
breder: de totale verbinding tussen
oost en west. Leiden-Utrecht is een
deel van dat probleem, maar niet het
enige. Ik denk niet dat de lijn naar
Utrecht nog slechter wordt. Het aan
tal treinen kan gelijk blijven. Boven
dien: de NS gaat het stuk tussen
Woerden en Utrecht - nu enkel-
spoor - toch niet van twee sporen
voorzien, al zou Leiden dat graag
willen. Woerden-Utrecht vormt nu
het echte knelpunt."
Van As: „Het probleem tussen
Woerden en Utrecht valt reuze mee.
Met weinig aanpassingen kan je daar
twee keer zoveel treinen laten rijden.
De bottleneck zit bij Leiden. Verdub
beling van het spoor is een uitdruk
kelijke wens van de gemeente. De
RGL staat ermee op gespannen voet.
Dat de lijn er alleen maar op achter
uit kan gaan, komt omdat de capaci
teit het spoor van de A4 naar Leiden
Centraal afneemt omdat twee van de
drie sporen voor de RGL bestemd
zijn. Daar komt het risico van vertra
gingen bij als de RGL en het trein
verkeer in slots over hetzelfde spoor
moeten rijden. Als je een Rijn Gouwe
Lijn wil, moet je die aanleggen op
een manier waarmee je geen schade
aanricht aan de bestaande lijn."
Hessing: „De NS zeggen dat de in
passing van de lightrail op bestaand
spoor geen schade oplevert."
Van As: „Een toekomstige verdubbe
ling van het spoor naar Leiden Cen
traal wordt straks onmogelijk als de
RGL-sporen er eenmaal liggen. Als je
daar ooit nog een vierde spoor bij
wil leggen, dan ben je te laat. Met
deze plannen kan je verbetering van
het traject dus op je buik schrijven."
Hessing: „Je moet uitgaan van de
vervoerswaarde, en die is tussen Lei
den en Utrecht niet enorm, anders
zou de NS zich er wel voor inspan
nen: zij kunnen het weten, zij heb
ben de expertise in huis."
Van As: „Leiden-Utrecht is nu een
boemeltje, maar als het een goede
verbinding wordt, kan die concurre
ren met de NI 1. Je moet ook kijken
Cronesteyn
De inrichting van de Breestraat roept veel discussie op. Enkel- of dubbelspoor? Met of zonder fietsers? Waar moeten de bussen heen?
naar de vervoerswaarde in de toe
komst."
Binnenstad profiteert?
Hessing: „Het is geen harde weten
schap. Maar ik heb tot nu toe alleen
cijfers die laten zien dat de lijn toe
gevoegde waarde geeft aan de bin
nenstad."
Van As: „Maar er zijn geen onder
zoeken die laten zien wie je allemaal
de binnenstad uit jaagt als de rails
komen."
Hessing: „Omdat je nog niet weet
hoe de bussen gaan aansluiten op de
RGL. Kunnen bijvoorbeeld mensen
uit Zuid-West nog rechtstreeks naar
het Diaconessenhuis? Pas als je dat
weet, kan je aan mensen vragen of
ze de binnenstad zullen mijden."
Van As: „Ik vind het zo wonderlijk
dat het projectbureau wel cijfers op
tafel kan leggen voor de extra ver
voerswaarde van de RGL, maar dat
er in tweeëneenhalf jaar nog geen
van As ziet de sneltram liever rijden over het spoor dat er ai ligt, buiten de stad om.
p van As: vijf argumenten tégen
Rijn Gouwe Lijn gaat niet uit van de behoefte. Je moet kijken waar het echte open-
ar vervoer-probleem ligt: de lijn Leiden-Utrecht. Echte verbetering komt van een
tere treinverbinding op dat tracé. Door de aanleg van de RGL door de binnenstad
n die lijn alleen maar slechter worden.
kosten. Een tracé door de binnenstad gaat enorm veel problemen opleveren. Ik
df op een briefje dat de kosten de pan uit gaan rijzen. De Leidenaar betaalt
)rdl i veiligheid gaat erop achteruit met een tracé door de binnenstad, vooral voor fiet-
lad rs. Zestig procent van de Leidenaars gebruikt bijna dagelijks de fiets.
V betwijfel of de binnenstad profiteert van de RGL Tachtig procent van de huidige
zoekers aan de binnenstad wordt gedupeerd door de sneltram: fietsers en busreizi-
rs uit Leiderdorp, Oegstgeest en Voorschoten, die straks moeten overstappen.
hele besluitvorming rond dit project is regentesk. Er is niet gezocht naar draagvlak
der de burgers. Een referendum is aan de kant geschoven.
enkel zicht is op hoe de bussen moe
ten gaan aansluiten. De discussie
woedt al jaren. De route van de Rijn
Gouwe Lijn is al lang bekend. Waar
om is er nog geen studie gestart over
de bussen? De hete aardappel wordt
zo vooruitgeschoven."
Hessing: „Daarom moeten we dat
onderzoek nu zo snel mogelijk doen.
We moeten laten zien hoe je bus en
sneltram op elkaar kan laten aan
sluiten. Als niet mogelijk is, wil ik het
ook weten."
Van As: „Dat onderzoek had toch al
lang klaar moeten zijn? We hebben
nog maar vier maanden voor de
raad de knoop moet doorhakken.
Hessing: „Die lijn ligt er pas in 2010,
dus dan pas hoef je te weten hoe de
bussen precies rijden."
Van As: „Ja, hallo, dat is natuurlijk
onzin. Hoe kunnen we in de raad
dan een zinnig besluit nemen?"
Hessing: „De raad heeft nooit als
voorwaarde gesteld dat er pas een
besluit kan komen als de vragen over
het busvervoer zijn opgelost. Maar je
hebt gelijk. Ik ga het uitzoeken. Zo
snel mogelijk."
Van As: „Nou, dat is alvast een eer
ste toezegging."
Fietsers?
Van As: „Ik hoor iedereen al zeggen:
ach, die fietsers, die kunnen prima
tussen de tramrails rijden. Maar dan
ga je vollédig voorbij aan het veilig
heidsprobleem. Fietsers en rails ver
dragen elkaar slecht. Zeker in een
stad waar het fietsersaandeel het
hoogste is van heel Zuid-Holland."
Hessing: „Dat fietsers straks de
Breestraat niet meer op elk moment
als doorgaande route kunnen ge
bruiken, lijkt me duidelijk. Er komen
drukke momenten, daar hopen we
ook op, want de Breestraat moet
meer een winkelstraat worden dan
ze nu is. 's Ochtends heb je als fiet
ser vrij baan omdat er nog nauwe
lijks voetgangers zijn. Op momenten
dat het drukker wordt, moet je een
alternatief bieden
Van As: „De Breestraat wordt hele
maal gelijkvloers, en dat druist in te
gen de veiligheidsgedachte om voet
gangers en fietsers van elkaar te
scheiden. Ik zie het helemaal voor
me: de tram komt eraan, de fiets
schrikt, wijkt uit en knalt tegen de
voetgangers."
Hessing: „Je kan met kleuren op het
wegdek aangeven waar de tram rijdt.
Als fietser weet je dan precies: als ik
op het rode gedeelte blijf, hoef ik
nooit uit te wijken. Een tram be
weegt namelijk voorspelbaar, een
bus niet."
Luchtkwaliteit?
Van As: „Je zegt dat de luchtkwaliteit
erop vooruit gaat als de bussen uit
de Breestraat gaan. Maar er zijn ge
noeg mogelijkheden om schone
bussen met moderne snufjes te laten
rijden. De luchtkwaliteit kan je ook
verbeteren zonder Rijn Gouwe Lijn
door de Breestraat."
Hessing: „Je draait het argument
om. Dat er alternatieven zijn, bete
kent niet dat je moet stoppen met de
RGL. Natuurlijk, ik kan ook paard en
wagen laten rijden door de binnen
stad."
Over bestaand spoor?
Van As: „Probleem is dat het politiek
besluit van jaren geleden inmiddels
niet op draagvlak van de burgers kan
rekenen. We moeten voorkomen dat
de RGL helemaal niet doorgaat we
gens massaal protest uit de stad. La
ten we toch naar alternatieven kij
ken. De variant over treinspoor om
het centrum heen is vanaf het begin
niet serieus genomen. Er is naar de
binnenstad-variant toe gerede
neerd."
Hessing: „Ik vind het een achter
haalde discussie. We hebben nu be
sloten: we leggen hem door de bin
nenstad. Niet dat ik nu mijn hoofd
in het zand wil steken, maar ik wil
nu wel heel harde argumenten zien
om nog iets anders te willen. Ik proef
ook de weerstand in de stad, maar
die gaat meer over concrete details:
kan ik nog veilig oversteken, wordt
de Melchior Treublaan niet een heel
hoog dijklichaam, kan ik nog fietsen
in de Breestraat? Ik moet geen mooi
weer-verhaal ophangen en moet on
derzoeken wat de problemen zijn,
maar ik vind het te vroeg om te con
stateren dat je moet stoppen met het
binnenstadtracé."
Van As: „Dat is al een heel ander
verhaal dan onder Marnix Norder en
Alexander Pechtold. Toen was het:
door de binnenstad of niet, take it or
leave it. Maar op professor Ton van
Raan en een enkele winkelier na,
heb ik in het publieke debat nog nie
mand gehoord die voor het binnen
stadtracé is."
Hessing: „Tja, maar dat zie je ook bij
een Betuwelijn, Hoge Snelheidslijn
of Noord-Zuidlijn in Amsterdam: de
voorstanders melden zich zelden
massaal. De tegenstanders wel."
Van As: „De Betuwelijn, daar noem
je een goed voorbeeld. Op een gege
ven moment is er zoveel geïnves
teerd in een prestigeproject dat er
geen weg meer terug is. Ik ben daar
om blij om te horen dat het college
zegt: als de Rijn Gouwe Lijn niet kan,
dan stoppen we."
Hessing: „Hoho, ik heb niet gezegd
dat dat ook zo is, hè. Maar het is
voor mij geen prestigeproject. Als er
cijfers of argumenten zijn om af te
zien van de Rijn Gouwe Lijn door de
binnenstad, kunnen we kijken naar
alternatieven. Als."
Rijzen de kosten de pan uit?
Van As: er dreigt een loopgravenoor
log te ontstaan tussen voor- en te
genstanders. Daardoor verdwijnt op
een gegeven moment misschien het
hele RGL-verhaal van tafel. Straks
constateert de landelijke politiek:
jullie in Leiden komen er niet uit,
hier die 140 miljoen, jullie bekijken
het,maar de komende jaren. Ik zou
dat toch jammer vinden."
Hessing: „Jij praat toe naar de situa
tie die je nu beschrijft. Hoe langer je
praat over loopgraven, hoe minder
een uitwisseling van argumenten
mogelijk is. Jij dwingt mij zo om
steeds stelliger te zeggen: ik ga dóór
met het project. Ik hoop dat je ziet
dat voor veel problemen die je op
werpt ook antwoorden zijn. Neem
nou de kosten, dat leidt al gauw tot
demagogie. We hebben lering ge
trokken uit de Betuwelijn. De kosten
voor Leiden stijgen namelijk niet:
met de gemeenten langs de lijn is af
gesproken dat onze bijdrage 50 mil
joen is, niet meer. We hebben ons ri
sico afgekocht. Dat komt voor reke-
Het geplande tracé van de Rijn Gouwe Lijn door Leiden.
Voor station Lammenschans verlaat de tram het trein
spoor. Daar draait de lijn de binnenstad in. Aan de west
kant van Leiden eindigt de lijn bij het transferium langs de
A44. Voor het doortrekken van de rails naar de kust is nog
geen geld.
ning van de provincie."
Van As: „Ik suggereer niet dat Lei
den voor alle extra kosten opdraait.
Maar de vraag is wat wel en niet bin
nen het project valt. De provincie
zegt: als Leiden iets extra's wil, moet
het zelf maar betalen. Hoe gaat het
dan met het verleggen van riolerin
gen, het verbreden van de Jan van
Houtbrug, aanpassingen aan de
bocht bij het Kort Rapenburg? De
stad legt veel nadruk op meer veilig
heid. Aanpassingen die het tracé vei
liger kunnen maken, konden wel
eens veel meer geld kosten dan wat
de provincie bereid is daarvoor te
betalen."
Ruud Hessing wil de sneltram door de binnenstad aanleggen. Foto's: Henk Bouwman
Ruud Hessing: vijf argumenten vóór
1. De lijn dient als drager voor regionale ontwikkelingen, zoals huizenbouw en bedrijven
langs het tracé. Ze ontlast het Groene Hart. Zonder goed openbaar vervoer ook geen
huizen op vliegveld Valkenburg.
2. De RGL geeft een forse duw aan het openbaar vervoer en dekt voor een groot deel zijn
eigen kosten.
3. De RGL straalt kwaliteit uit. Openbaar vervoer is geen restproduct, maar fun. De snel
tram heeft een gelijkvloerse instap, rijdt vaak. heeft veel haltes, is comfortabel en veilig.
4. De RGL stimuleert knooppunten rond de stad: Lammenschans, de Leeuwenhoek. De
binnenstad en de winkels profiteren van de fijn.
5. Tramverkeer is veiliger voor de passagier dan fiets, auto, bus. En is veel schoner dan de
laatste. De luchtkwaliteit in de stad gaat erop vooruit als de bussen uit de Breestraat
verdwijnen om plaats te maken voor de sneltram.