BN er tegen wil en dank
Wekenlang heb beter
ik de kranten me niet schuldig.
niet willen lezen
Gijs Wanders gaat 'heel veel congressen doen'
Journaal is vc
mij een optel
ZATERDAG
18 JUNI
2005
Tot zijn stomme verbazing was
journaalpresentator Cijs Wanders
(55) vorig jaar september zelf in het
nieuws. Hij zou twee ton hebben
bijverdiend door congressen voor
te zitten bij de uitkeringsinstantie
UWV. „Er werd van alles beweerd
dat niet klopte." Negen maanden
later geeft de affaire hem het
laatste zetje om te besluiten weg
te gaan bij het NOS Journaal. „Ik
had dit blijkbaar nodig."
door Dolf Rogmans
o veel pijn als het toen deed, zo
veel opluchting voel ik nu. Omdat
ik weet dat ik straks congressen
kan doen zonder dat ik mij ergens voor hoef
te schamen. En omdat ik zo meer verdien
dan bij het Journaal en tijd krijg om opnieuw
jeugdboeken te schrijven." Gijs Wanders
(55) is bezig aan zijn laatste weken bij het
Journaal.
Hij stopt op 1 september, na er ruim vijftien
jaar gewerkt te hebben als verslaggever,
eindredacteur, maar toch vooral als presen
tator van de bulletins van zes en tien uur 's
avonds. „Ik heb de afgelopen maanden vaak
gedacht: waarom ben ik in godsnaam in de
situatie terecht gekomen dat ik Bekende Ne
derlander ben. Ineens sta je in alle kranten
en roddelbladen. Dat wil ik helemaal niet. Ik
wil gewoon het nieuws vertellen en wel zo
goed mogelijk."
Het KRO-programma Reporter publiceerde
in september een lijst met bijklussende jour
nalisten. Prominent op het overzicht stond
Gijs Wanders met tweehonderdduizend eu
ro die hij zou hebben bijverdiend bij de uit
keringsinstantie UWV, toen zelf in opspraak
vanwege slechte dienstverlening en hoge
uitgaven voor het interieur van het nieuwe
gebouw.
De verontwaardiging in de media was groot.
Journalisten moeten niet bijklussen, omdat
het hun onafhankelijkheid schaadt en zeker
niet voor bedragen die Wanders verdiende.
Communicatieadviezen geven, wat hij vol
gens het UWV ook gedaan heeft, werd al he
lemaal veroordeeld.
De Journaallezer zweeg destijds. „Ik heb
maar één ding gedaan. Ik de NOS gevraagd,
Gaan jullie voor mij staan? Leg uit hoe de
vork in de steel steekt. Ik heb mijn mond ge
houden, want bij mij raak je snel een open
.a zenuw en dan zeg ik
O met kan zeggen. Bo-
Had niets verkeerd
.Achteraf heb ik
daar spijt van. De NOS had zich wel iets
meer achter mij kunnen opstellen. Ze had
den meteen moeten zeggen dat dit gangbaar
is. Niet alleen bij het Journaal, maar bij heel
veel mensen die televisiewerk doen. Dat die
mensen er nevenactiviteiten op na houden
omdat hun marktwaarde nu eenmaal groot
is en dat het Journaal er van overtuigd is dat
ik kritisch genoeg ben om een goede afwe
ging te maken. Dat ik congressen, waarbij ik
m'n twijfels had, heb voorgelegd aan de
hoofdredactie."
Smeuïg verhaal
„Nu werd gezegd: we twijfelen niet aan Gijs
zijn integriteit. Dat heeft me wel goed ge
daan. Het was geen loze kreet, maar de ver
dediging van de NOS was niet ferm. Ik heb
daarna twee tot drie weken lang de kranten
niet willen lezen. Ik heb het ook niet met te
rugwerkende kracht willen zien. Ik hoorde
wel van vrienden en van kennissen dat er
heel veel werd gepubliceerd."
„Ik hoopte dat het snel zou overwaaien,
maar het was een nieuwsarme periode en
het is natuurlijk een smeuïg verhaal. Het
werd alsmaar uitvergroot en verder verte
kend. Op een gegeven moment gingen de
roddelbladen zich er mee bemoeien en
Gijs Wanders als Journaallezer in 1993. Archieffoto: ANP
Gijs Wanders is bezig aan zijn laatste weken bij het Journaal. Foto: GPD/Phil Nijhuis
wordt het allemaal nog erger. Het is een la
wine die nauwelijks meer te stoppen lijkt."
„De oude Max Moszkowicz is een goede
vriend van mij. Die heeft gezegd: als jij 's
ochtends opstaat en in de spiegel kijkt en je
hoeft jezelf niet te schamen, dan kun je rus
tig blijven. Dan hoef je je niet gek te laten
maken door alle publiciteit. Dat heeft me er
bovenop gehouden, en meer van dat soort
steun van mensen die weten dat je integer
bent. Die weten dat je geen belangen ver
strengelt, geen grootverdiener wilt zijn, maar
er keihard voor werkt."
„Mijn streven was ongeveer één congres per
maand. De rest stootte ik af. Ik wilde voor
het Journaal honderd procent inzetbaar zijn.
Als collega's ziek waren, draafde ik op. Ik
deed het Journaaiwerk er niet een beetje bij.
Dat verwijt kunnen ze me niet maken."
Geschenk
„Ik ben er in gerold doordat ik werk over
nam van een collega die ziek werd, Willem
Bemboom. De toenmalige hoofdredacteur
Nico Haasbroek had er geen moeite mee.
Die zei: vooral doen. Dan heb je tenminste
een beetje behoorlijk inkomen."
„Voor mensen die het willen weten: ik ver
dien bij het Journaal 4200 euro bruto per
maand. Dat is niet veel gezien het afbreukri
sico dat je loopt. Met één congres verdien ik
meer dan in één maand bij het Journaal.
Daar komt bij, dat ik een verstandelijk ge
handicapte dochter heb met veel extra uitga
ven die ik van mijn salaris met moeite kan
betalen. Deze congressen komen dan als een
geschenk uit de hemel. Plus dat ik het ook
nog eens met heel veel plezier doe."
„Bij het UWV waren het toevallig veel con
gressen. Ongeveer vijftig tot zestig verspreid
over 2,5 jaar. Dat was mooi gedoseerd, en
voor een organisatie die moeite heeft met
communiceren en waar ik iets kon beteke
nen. Dat speelt mee bij het aannemen van
werk."
„Ik heb heel weinig voor bedrijven gedaan
en heel veel voor publieke organisaties. Om
dat dat minder commercieel klinkt, ook voor
mezelf. Veel speelt mee bij het kiezen van
zo'n... eeuh, Idus. Ik vind het een heel naar
woord. Bijklussen vind ik nog vervelender. Ik
vind het een nevenactiviteit, ik vind het
werk."
„Er is zoveel onzjn beweerd over het werk
dat ik bij het UWV deed. Ik heb daar nooit
twee ton mee verdiend. Het was iets van
150.000 euro bruto. Daarvan gaat meer dan
de helft naar de belasting. Als je dat dan
deelt op de vijftig tot zestig bijeenkomsten,
wordt het een veel genuanceerder bedrag,
en als je dan ook nog weet dat ik per bijeen
komst een tot twee weken voorbereiding
neem, dan ben ik niet iemand die even zijn
zakken vult met een congresje."
„Adviezen hebben ik nooit gegeven. Dat
misverstand heeft het UWV zelf veroorzaakt.
Ergens stond het woordje advies. Dat had
den ze nooit moeten doen, want ze weten
dat het niet zo is. Ik heb nooit advies gege
ven. Het UWV heeft me nooit gevraagd: Gijs
hoe kunnen wij een meer geliefde organisa
tie in deze samenleving worden. Nooit en te
nimmer."
Ongenuanceerd
„Als ik daar nieuws zou horen, zou ik zeg
gen: hoe kunnen we dit in het Journaal tot
een onderwerp maken? Als dat niet kan; zou
ik zeggen: Vertel me dan maar niets meer,
want anders wordt het voor mij wel heel erg
moeilijk. Ik denk dat je daar wel afspraken
over kunt maken. Er wordt bij de hele bij-
klusaffaire zo moeilijk over gedaan."
„Je bent dan niet meer honderd procent on
afhankelijk als je ergens een congres doet,
wordt dan gezegd. Dat vraag ik me af. Ik heb
me daar nooit in belemmerd gevoeld. Ik
kreeg wel betaald door het UWV, maar dat
betekent niet dat ik het woord van het UWV
ging spreken.
„Er is zoveel beweerd. Alle kranten schrijven
het van elkaar over, en ze checken het ge
woon niet. Het is niet alleen ongenuanceerd,
maar er zit ook een valsigheid in. Ik vraag ik
me af, wat wil je met al die berichten zeg
gen? Of heeft het toch met jaloezie te ma
ken? Heeft het toch met dat bedrag te ma
ken? Of heeft het met belangenverstrenge
ling te maken, maar bewijs dan dat die be
langenverstrengeling er is. Of moet ik bewij
zen dat ik onschuldig ben? Dat is de omge
keerde bewijslast. Dat is verrekte moeilijk."
„Ook wordt gezegd: al heb je maar de schijn
tegen je, dan zit je al verkeerd. Als je voor het
UWV dingen doet en je gaat ook het Jour
naal presenteren, dan ben in de optiek van
mensen niet meer volstrekt belangenvrij, on
afhankelijk. Daar zou wat in kunnen zitten.
Als je dat heel rigide zo stelt."
„De vorige hoofdredacteur was daar wat
soepeler in. Die zei: doe maar. Maak voor je
zelf een kritische afweging. Dat heb ik ge
daan. Maar goed, als je daardoor de schijn
tegen je hebt en het publiek vindt dat en de
NOS reageert door de regels aan te scher
pen, dan moet ik voor mezelf ook een con
clusie trekken. Als ik toch al bezig ben met
een optelsom, wil ik hier blijven of niet, dan
gaat dat meetellen."
„Er is geen moment waarop het definitief
kantelde. De bijklusaffaire heeft ook geen
doorslaggevende rol gespeeld in het besluit
om bij het Journaal weg te gaan. Als dat zo
is, was wel vorig jaar al vertrokken. Nu blijf
Daar kun je wel even mee doorpraten. Op
een gegeven moment begon dat zelfs routi
ne te worden. Als je dan heel eerlijk bent,
dan ben je waarschijnlijk toch toe aan wat
anders."
„Ik mis ook het reizen. Die heb ik vroeger
voor het Journaal wel gemaakt, maar dat zit
er niet meer in. Dus heb ik de optelsom ge
maakt. Ik reis niet meer, ga een soort routine
volgen en dan mis ik ook nog die congres
sen. Ik vind het gewoon boeiend om te
doen. Waar ik over praat, is het contact met
de mensen. Het is heerlijk om in een zaal
met een paar honderd mensen te merken
dat jij voor een sfeer zorgt waarbij iedereen
zich prettig voelt en de inleiders daardoor
beter hun verhaal kunnen houden. Dan is
iedereen tevreden. Dat vind ik leuk."
„Dat kan nu weer. Ik houd meer tijd over om
te schrijven. Ik sta iets verder van het
nieuws, dus meer rust in mijn hoofd en in
mijn ziel. Want romans schrijven is afdalen
naar je ziel. Daar zitten de mooie woorden.
Ik ga ook weer meer reizen. Ik heb de afgelo
pen maanden, met toestemming van de
hoofdredactie, projecten in het buitenland
bezocht die gesteund worden door de Rabo
bank Foundation."
„Mensen in landen als '\/prhij kt*
Tanzania, Egypte en In- VClllCK U IJ IK
dia krijgen leningen en 1
steun bij het opzetten Journaal is vo
van kleine bedrijven.
Daarover schrijven inspi
reert enorm. Deze
maand verschijnt het
boek daarvoor waaraan veel kunstenaars
hebben meegewerkt."
„Ik hoop dat het goed gaat. Ik heb de afgelo
pen maanden juist toen die affaire speelde
heel veel aangeboden gekregen. Als een
soort politiek statement van organisaties die
zeggen, we willen je niet loslaten, en ande
ren die zeggen, we hebben goede ervaringen
met je. Mogen we terugkomen?"
„Dat mocht toen niet en dat kan nu wel. Als
ik zie hoeveel belangstelling er is, denk ik dat
ik me geen zorgen hoef te maken. Maar ja, ik
ben heel conservatief opgevoed en geef geen
geld uit dat ik niet heb. Ik hoop dat ik over
een jaar kan zeggen, ik heb een goede keus
gemaakt. Nu lig ik er nog wel eens wakker
van."
„Ik kies niet uit het negatieve, maar voor iets
dat ik verlang. Er ontstaan ook mogelijkhe
den. Bij de overheid mogen geen actieve
journalisten meer werken. Zo heb ik mis
schien nog wel mijn eigen markt gecreëerd.
Met dank aan alle publiciteit. Ik ga heel veel
congressen doen. Ik heb er zin in."
Biografie
Naam: Gijs Wanders
Geboren: 13 april 1950
Geboorteplaats: Winschoten
Huidige woonplaats-. Loosdrecht
Burgelijke staat: getrouwd, twee dochters (17 en 19 jaar)
Opleiding: middelbare school
Journalist bij: Winschoter Courant, Nieuwsblad van het Noord
Freelancer in oorlogsgebieden voor de GPD-kranten, weekblad rs
Tijd, de Vara-radio en Avenu. Eindredacteur bij Met het oog op b
morgen. Redacteur/presentator bij Panoramiek. Uiteindelijk
verslaggever en presentator bij het NOS Journaal.
Schrijver van de jeugdromans Vogelvrije vrienden, Spoorloos
verdwenen, Stille getuigen,
Gedwongen verzet. Mede-auteur van Naar Winschoot op zoek
een boek over zijn geboorteplaats.
ik tot september, tot een jaar na de kwestie.
Het is toeval dat Annette van Trigt en Hans
Smit ook bij het UWV werkten en nu weg
zijn bij het Journaal. Dat weet ik zeker."
„Bij Annette liep het contract af en Flans, die
overigens heel weinig daar had gewerkt, wil
de graag naar de radio. Er wordt ook wel ge
suggereerd dat ik Philip Freriks wilde opvol
gen als presentator van acht uur en dat ik
weg ga nu het Charles Groenhuijsen wordt.
Onzin. Ik heb geen groot ego, en met Char
les heeft de NOS een kei binnengehaald."
Kanjers
„Ik speelde al veel langer met het idee wat
anders te gaan doen. Als je, zoals ik, veel
breaking news doet, dan zijn dat de hoogte
punten in je werk. Ik heb de Bijlmerramp ge
daan, de sterfgevallen in de koninklijke fami
lie, de oorlogen in Irak, in Afghanistan. Echt
van die grote nieuwsgebeurtenissen waarbij
je dus vooral moet improviseren. Dat is
heerlijk. Je hebt helemaal geen teksten."
„Je moet terugvallen op je basale kennis en
je wordt natuurlijk geholpen door de men
sen die je aan de lijn hebt en in ons geval
zijn dat vaak kanjers. Een Wouter Kurpers-
hoek, Gerri Eickhof of Charles Groenhijsen.