WETENSCHAP
Nooit eerder was de mens alleen op aarde
'Aardige jongens, die skinheads'
Gentherapie ontgr
de kinderschoeni
Fameuze Marskana
bestaan toch echtt
Libretto van
Handels Messiah
weinig bekend
Minder bloed
na ruimtereis
Leerlingen lezen
steeds minder
woensdag 6 april
door Ron Buitenhuis
De recente ontdekking van de
Hobbit-mens op het Indonesi
sche eiland Flores toont aan dat
er zelfs luttele 12.000 jaar gele
den nog meerdere menssoorten
op aarde rondliepen. Waarom
overleefde alleen onze soort?
Wie een beetje zicht heeft op de
menselijke evolutie weet dat de
moderne mens (Homo sapiens
sapiens) afstamt van de Homo
erectus, die zo'n twee miljoen
jaar geleden in Afrika leefde.
Recente ontdekkingen tonen
echter aan dat onze stamvader
destijds niet het enige mens
achtige wezen op aaide was.
In de verre prehistorie waren er
in Afrika minimaal twee andere
rechtop lopende aapmensen.
De zogenaamde Handyman
(Homo habilis) die al stenen als
gereedschap gebruikte en de
Notenkraker (Australopithecus
boisei) met opvallend grote
kauwtanden. De vraag is waar
om de Homo erectus zo lang
overleefd heeft (tot 50.000 jaar
terug) en de andere twee niet?
Overleven is uiteraard een
kwestie van fysieke gesteldheid,
maar meer nog van mentale
kracht. Alles wijst er op dat
Erectus gaandeweg meer her-
sencapaciteit kreeg en daarmee
overlevingsvaardigheden zoals
medemenselijkheid (elkaar hel
pen), creativiteit, mobiliteit en
aanpassingsvermogen (aan an
dere gebieden en klimaten).
Een van de meest cruciale mo
menten in de geschiedenis van
de Homo erectus blijft echter
de dag dat hij het vuur leert be
heersen, zo'n miljoen jaar gele
den. Met vuur kan hij gevaarlij
ke dieren verjagen en zodoende
hoeft hij niet meer in bomen te
slapen. Dankzij het vuur leert
hij ook koken.
Voordien moest Erectus dage
lijks vier tot vijf uur kauwen om
rauw vlees te verorberen. Ge
kookt vlees kost hem echter
maar een uur kauwen. Erectus
gaat dan ook steeds meer vlees
eten, krijgt meer calorieën bin
nen en begint te groeien.
Zijn lijf, en dus ook zijn sche
del, worden in de loop van dui
zenden jaren vijftig procent
groter. Ómdat hij minder hard
hoeft te kauwen, veranderen
De Messiah van Georg
Friedrich Handel behoort -
naast het Weihnachtsoratorium
van Bach - de meest uitgevoer
de oratoria aller tijden. Des te
verbazingwekkender is dat de
eigenlijke handeling van het li
bretto nauwelijks bekendheid
geniet. Uit onderzoek naar de
bibliotheek van de librettist,
Charles Jennens, kwam naar
voren gekomen dat de cultuur
historische achtergronden van
Handels Messiah in het antid-
eï'sme en het anti-Judaïsme
wortelen. Dit inzicht, dat in de
tot nu toe gepubliceerde litera
tuur ontbreekt, werpt een ge
heel nieuw licht op Handels
meesterwerk. Door een inter
disciplinaire benadering die tot
voor kort alleen in het Bach-on
derzoek werd toegepast, kon
bovendien worden aangetoond
dat Handel in zijn muziek op
consciëntieuze wijze gestalte
geeft aan inhoud en structuur
van het libretto.
Astronauten hebben bij terug
keer uit de ruimte minder bloed
in hun aderen dan voor hun
ruimtereis. Dit is een van de
conclusies van het onderzoek
van Janneke Gisolf van het Aca
demisch Medisch Centrum
(AMC) in Amsterdam. Gisolf
deed promotieonderzoek naai'
de invloed van zwaartekracht
op de bloeddrukregeling. Astro
nauten werden voor en na hun
ruimtewandeling getest op hun
ademhaling, bloeddruk en hart
slag. De ruimtereizigers hebben
vaak last van duizelingen na de
landing. Onderzoekster Gisolf:
„Blijkbaar heeft het lichaam na
een weekje gewichtloosheid
toch behoorlijk wat tijd nodig
om weer in balans te raken."
Met het onderzoek is een eerste
stap gezet voor een beter begrip
van de bloedsomloop. Project
leider John Karemaker denkt
dat het onderzoek belangrijk
kan zijn voor de behandeling
van bedlegerige patiënten. Fy-
siologe Gisolf denkt dat de te
rugkeer van de astronauten
comfortabeler kan door meer
ontspanning en meer lichaams
beweging in de ruimte toe te
passen. „Ruimtefitness."
gaandeweg zijn nek- en kauw
spieren alsmede zijn hoofd- en
kaaklijn. Er komt in de schedel
letterlijk meer ruimte voor her
senen.
Anders dan de Handyman en
de Notenkraker is Erectus de
eerste mensachtige die zijn
leefgebied in Afrika durft te ver
laten. Onlangs zijn in Georgië
in aardlagen schedels en botten
gevonden die er op duiden dat
Erectus er 1,8 miljoen jaar gele
den al bivakkeerde.
Dat is 700.000 jaar eerder dan
totnogtoe werd aangenomen.
Van daaruit ging Erectus oost
waarts richting Azië en Indone
sië.
Rond 600.000 jaar terug liep er
ook een ware Goliath rond in
Afrika, de Homo heidelbergen-
sis, die volgens de meeste pa-
leo-antropologen de voorouder
van de Neanderthalers is. Van
Goliath is bekend dat hij behal
ve vruchten en vlees ook ter
mieten at. In honderd gram ter
mieten zit bijna twee keer zo
veel proteïnen als in honderd
gram vlees.
Mede daardoor werd Heidel-
bergensis uiteindelijk veertig
procent groter (1,95 meter) dan
Erectus (1,35 meter). Er zijn
aanwijzingen dat Goliath de
tweede mensachtige was die
Afrika verliet. Onder meer in
Zuid-Frankrijk en Spanje zijn
schedels en botten gevonden.
Wetenschappers vermoeden
dat deze reuzen uiteindelijk het
loodje hebben gelegd, omdat ze
hun lichaamstemperatuur niet
goed konden regelen. Hun gro
te lijven produceerden twee
keer zoveel warmte als Erectus,
terwijl ze maar vijftig procent
meer huidoppervlakte hadden
om warmte af te staan. 300.000
jaar geleden was het gedaan
met Goliath.
Zo'n 200.000 jaar geleden, nog
voordat Homo erectus uitstierf,
verscheen in Afrika de eerste
archaïsche Homo sapiens, de
eerste oermens met kin en
voorhoofd, die leken op die van
de mens. Weer 100.000 jaar la
ter was het tijd voor wat we nu
de moderne mens noemen:
Homo sapiens sapiens. Het we
zen dat uiteindelijk muziek zou
componeren en naar de maan
zou vliegen.
Hadden de vroege Handyman
en Goliath een herseninhoud
van 500 tot 600 kubieke centi
meter, de hersenen van erectus
maten al 1000 kubieke centime
ter en die van sapiens 1200 tot
1350 kubieke centimeter.
Sapiens ontwikkelde naast het
vuur een tweede cruciale vaar
digheid: taal.
Dankzij de taal leerde de mo
derne mens ideeën en ervarin
gen uitwisselen, samen techni
sche oplossingen bedenken, in
terne fricties oplossen en dus
zijn agressies controleren.
Taal was de accelerator van on
ze brainpower. De Homo sap
iens werd meer en meer een
dominant wezen in de evolutie.
Nog altijd was de mens echter
niet het enige mensachtige we
zen op aarde. In Europa ont
moette hij de Neanderthalers,
mogelijk verre afstammelingen
van de Goliath. 30.000 jaar gele
den verdwenen ook de Nean
derthalers van het toneel.
Waarom is nog altijd niet met
zekerheid te zeggen.
Homo sapiens waaierde vanuit
Afrika uit over grote delen van
de wereld. Behalve Europa be
reikte hij zo'n 45.000 jaar gele
den Indonesië en Australië.
Daarbij belandde sapiens ook
op het gesoleerde Indonesische
eilandje Flores.
Daar ontmoette de moderne
mens een wezen dat maar half
zo groot was als hijzelf: de on
langs ontdekte Hobbit oftewel
de Flores-mens. De in 2003 ge-
door Berber Rouwé
Je ontmoet in Rotterdam een
skinhead die zegt: „Belachelijk
dat mensen Sieg Heil roepen.
Zeker hier, in een stad met zo'n
oorlogsverleden." Deze opmer
king staat haaks op het stereo
tiepe beeld van skinheads. Wat
denk je voortaan: skinheads
zijn toch niet zo fascistisch, of:
vreemde skinhead, zal wel een
uitzondering zijn?
Aan de hand van dit soort vra
gen deed sociaal psycholoog
Elsbeth Steenland onderzoek
naar het beïnvloeden van ste
reotiepe beelden. Steenland:
„Dergelijke beelden uitbannen
is onbegonnen werk, want ze
hebben een duidelijke functie.
Ze maken onze wereld over
zichtelijk en voorspelbaar."
Steenland nam naast skinheads
ook studenten, scheikundigen,
vrouwen en dertigers als voor
beelden van stereotypen. Van
tevoren onderzocht ze welk
beeld haar proefpersonen had
den van deze mensen. Steen
land: „Skinheads vonden ze bij
voorbeeld gewelddadig en fas
cistisch."
„Ik probeerde dat beeld te ver
schuiven door proefpersonen
beschrijvingen van het gedrag
van fictieve skinheads voor te
leggen. Het betrof niet alleen
gedrag dat het clichébeeld be
vestigde, bijvoorbeeld: deze
skinhead bestelt nazi-emble
men via internet, maar ook ge
drag dat afwijkend was."
„Zo van: dit is Gerrit, hij is skin
head, veroordeelt aanslagen op
moskeeën en heeft een goed
contact met de buitenlanders in
zijn straat. Het ging mij met na
me om het effect van het afwij
kende gedrag. Ik bekeek wat
proefpersonen deden met de
informatie door ze naderhand
opnieuw te vragen naar hun
beeld van skinheads."
Wil je proefpersonen positiever
laten denken over skinheads,
dan blijkt het geen zin te heb
ben ze te wijzen op tientallen
redelijk vriendelijke groepsle
den. Je moet enkele extreem to
lerante, vredelievende, rigou
reus het fascisme afwijzende
exemplaren als voorbeeld stel
len.
Steenland: „Je concentreert de
afwijkende gedragingen in en
kele personen in plaats van ze
uit te smeren over een grote
groep. Kennelijk is het beeld
van skinheads zo negatief dat je
Hoe en wanneer passen mensen hun vooroordelen aan? Hoe zijn stereotiepen te beïnvloeden?
Foto: GPD/Phil Nijhuis
extreem positieve voorbeelden
nodig hebt om duidelijk te ma
ken wanneer het om afwijkend
gedrag gaat."
Volgens Steenland kunnen de
media, die een grote rol spelen
in het ontstaan en in stand
houden van stereotiepe beel
den, haar onderzoeksresultaten
meteen in de praktijk brengen.
„Ik vind dat ze niet moeten
schromen om met opvallend
positieve verhalen te komen.
Journalisten zijn misschien
bang dat een uitzonderlijk suc
cesverhaal over een moslim on
geloofwaardig is en geforceerd
overkomt. Op basis van mijn
onderzoek zeg ik: je moet juist
vertellen over die moslims met
wie het op alle fronten goed
gaat."
Ook ontdekte Steenland dat de
manier waarop je zo'n succes
verhaal presenteert cruciaal is.
„De lezer moet het individu
achter dat verhaal niet primair
zien als persoon, maar als lid
van een gestereotypeerde
groep. Voor het beeld van een
groep is het juist belangrijk als
leden met afwijkend gedrag of
talenten zich presenteren als
onderdeel van die groep. Doe je
dat niet, dan schuiven mensen
je meteen in een subcategorie:
hij is geen typische moslim,
maar een uitzondering."
Dat zag Steenland terug in ex
perimenten waarbij ze proef
personen studenten en werken
de jongeren liet beoordelen.
Studenten worden gezien als
avontuurlijk en vaag, terwijl
werkenden bekend staan als
praktisch en materialistisch. Als
Steenland bij elk fictief karakter
stelde: dit is een werkende jon
gere en hij is avontuurlijk, le
verde het afwijkende gedrag
een bijstelling van de stereoty
pe op. Viel het daarentegen on
voldoende op dat degene die
avontuurlijk was ingesteld
werkte, dan deden proefperso
nen niets met de afwijkende in
formatie.
Het nadeel van het benadruk
ken van groepslidmaatschap is
dat het geven van informatie
die het cliché bevestigt, net zo
veel effect heeft als informatie
die de vooroordelen tegen
spreekt. Steenland: „Vertaal ik
dat naar de praktijk, dan denk
ik dat journalisten die stereotie
pe beelden willen bestrijden,
ook bij succesverhalen een Ma
rokkaanse afkomst moeten ver
melden en bij een misdaad niet
meteen die afkomst erbij moe
ten slepen. Dat kun je betutte
lend noemen, maar het is wel
rechtvaardiger."
Steenland ontdekte nog iets an
ders, namelijk dat mensen ge
neigd zijn het beeld van hun ei
gen groep aan te passen aan
het beeld dat ze hebben van
andere groepen. „Ik legde vrou
welijke proefpersonen fictieve
mannen voor. Die mannen
maakte ik ambitieuzer maar
ook cynischer dan de proefper
sonen verwachtten. Na het ex
periment schatten de proefper
sonen niet alleen mannen maar
ook vrouwen ambitieuzer en
cynischer in."
„Dat de proefpersonen vrou
wen als ambitieuzer gaan zien,
verbaasde me niet. Ze ontlenen
hun identiteit aan het stereotie
pe beeld van vrouwen en ieder
een wil zo positief mogelijk
over zichzelf denken. Waarom
zagen ze vrouwen ook als cyni
scher? Waarom zou je je zelf
beeld ook in negatieve zin laten
bepalen door het beeld dat je
hebt van andere groepen? We
kunnen alleen concluderen dat
mensen de afstand tussen hun
eigen stereotype en die van een
ander in stand houden."
Dat maakt het extra lastig om
beelden van stereotiepe groe
pen dichter bij elkaar te bren
gen. Steenland: „Ik denk dat je
je in ieder geval bewust moet
zijn van de relativiteit van ste
reotypen. Wil je de verschillen
tussen twee groepen overbrug
gen, dan moet je het accent leg
gen op de overeenkomsten. Bij
voorbeeld dat studenten ook
materialistisch kunnen zijn en
dat het materialisme bij wer
kende jongeren kan meeval
len."
vonden schedels en werktuigen
duiden er op dat de Flores-
mens pas 12.000 jaar geleden
uitstierf. Dit is evolutionair ge
zien heel kort geleden. Afgezet
tegen een geschiedenis van vier
miljoen jaar, zijn wij eigenlijk
pas sinds gisteren de enige
mensensoort op aarde.
Dat hebben we niet alleen aan
onze toegenomen hersenin
houd te danken, ook aan een
portie geluk. Het had niet veel
gescheeld of ook wij mensen
waren er niet meer geweest. Ze
ventigduizend jaar geleden
werd het leven op aarde groten
deels uitgeroeid door abrupte
klimaatveranderingen ten ge
volge van gigantische vulkaan
uitbarstingen op het Indonesi
sche eiland Sumatra.
Onder meer DNA-onderzoek
heeft uitgewezen dat hooguit
tweeduizend Homo sapiens de
ze ramp overleefden in zuidelijk
Afrika. Van die kleine groep
stammen alle huidige zes mil
jard mensen af. Saillant detail is
dat in Zuid-Afr ikaanse grotten
onlangs voorwerpen zijn ge
vonden die er op wijzen dat de
ze sapiens al halskettingen
maakten. Lange tijd werd ge
dacht dat de grottekeningen in
de Franse Dordogne van de zo
genaamde Cro-Magnon men
sen de oudste uitingen van
menselijke creativiteit waren,
maar deze kettingen zijn 40.000
jaar ouder.
De Nederlandse paleontoloog
Gert van den Bergh is betrok
ken bij de opgravingen op het
eilandje Flores.
Ofschoon er wetenschappers
zijn die denken dat de Flores-
mens een door ziekte verklein
de uitvoering van de Homo
sapiens is, gelooft Van den
Bergh te maken te hebben met
een aparte mensensoort.
„Het klassieke beeld van de
evolutie begint bij een aap, die
in vijf of zes stappen telkens
groter wordt en meer rechtop
loopt, tot dat je bij de moderne
mens uitkomt. Het wordt ech
ter steeds duidelijker dat de
evolutie van aap tot mens niet
in een rechte lijn is gegaan."
„Er zijn de laatste vier miljoen
jaar diverse mensachtige we
zens op aarde geweest en uit
een van die evolutionaire expe
rimenten - de Homo erectus - is
de moderne mens voortgeko
men.
Leerlingen in het voortgezet
onderwijs lezen vooral omdat
ze lezen leuk vinden. Naarmate
ze ouder worden, lezen ze
steeds minder. Het literatuur
onderwijs en meer aandacht
voor het leesplezier kunnen de
ze negatieve trend tegengaan.
Dat zijn enkele conclusies uit
het onderzoek van Erik van
Schooten.
Hoe krijgen we leerlingen in het
voortgezet onderwijs zover dat
ze meer gaan lezen en dan
vooral kwalitatief betere boe
ken? Dat was in de jaren negen
tig de insteek van het leesbe-
vorderingsbeleid van de over
heid. In dit kader onderzocht
Van Schooten wat de houding
van leerlingen is ten opzichte
van lezen, welke factoren het
leesgedrag beïnvloeden en hoe
leerlingen reageren op litera
tuur.
Hij concludeert dat plezier in
het lezen essentieel is om leer
lingen aan het lezen te krijgen
en te houden. Dat is belangrijk:
„Leerlingen die veel lezen, heb
ben een grotere woordenschat
en zijn beter in begrijpend le
zen. Dat is weer van belang
voor alle schoolse vakken en
daarmee voor de schoolpresta
ties." Hij is daarom een groot
voorstander van lezen in de
vrije tijd: „Op school is daar on
voldoende tijd en gelegenheid
De fameuze Marskanalen die al
eeuwen geleden met telescopen
werden ontdekt, maar aan het
bestaan waarvan later ook werd
getwijfeld, bestaan echt.
Diepe kloven zijn duidelijk bij
de diverse onbemande vluch
ten naar Mars gefotografeerd.
Naarmate er meer gegevens via
dergelijke foto's beschikbaar
komen, rijzen er ook meer vra
gen over het ontstaan van deze
op aarde ongekend grote klo
ven.
Recent is veel fotomateriaal be
schikbaar gekomen van de Val
les Marineris (Dal van de Mari
ner). Deze kloof, die meer dan
10 kilometer diep is (dus meer
dan zesmaal zo diep als de
Grand Canyon), is vernoemd
naar het eerste ruimtevoertuig -
de Mariner 9 - die dit giganti
sche fenomeen fotografeerde
(1971). Het gefotografeerde ge
bied beslaat een oppervlakte
van ongeveer 300 x 600
180.000 km2.
Onduidelijk is hoe de kloof is
ontstaan. Mogelijk!
de bovenste korst v
leid tot de scheurei
die geïsoleerd in de
gen, zouden dan w
ken van de korst ku
die vanaf de helling
neden gegleden ziji
Het zou ook kunne
sprake is van een st
ming zoals bij de O
kaanse slenk, maar>e
veel grotere schaal. t>
Een derde hypothe|
wellicht grote hoev#
onder het oppervlaM
teaus opgeslagen zij-
Toen dat ijs smolt dT
temperaturen strooi]
smeltwater weg, waL
het Mars-oppervlak»
achterbleven. Het ii>a
de 'daken' van dezej]
zouden zo voor eena
depressie hebben gL
als dat op aarde plaic
gebeurt waar de 'dale
grotten in een kalksC
instorten. L
De Palestijnse Salsabil Abu Said, op haar vaders schoot,
de eerste kinderen ter wereld die genezen is door genthej,
achtergrond de Israëlische genspecialist Shimon Slavin. Fjj
door Henk Hellema
Dit voorjaar worden twee nieu
we onderzoeken met genthera
pie bij patiënten gestart. In Am
sterdam gaat het om de behan
deling van een stoornis in de
vetstofwisseling. In Utrecht om
een studie naar de behandeling
van leukemie. „Gentherapie be
gint zijn kinderschoenen te
ontgroeien", zegt professor
Hidde Haisma, hoofd van de
basiseenheid Therapeutische
Genmodulatie aan de Rijksuni
versiteit Groningen.
Veelbelovend is het etiket dat
steeds weer op gentherapie
wordt geplakt. Bij patiënten
met een erfelijke ziekte breng je
een groot aantal gezonde genen
in, waarmee de fout in de stof
wisseling kan worden hersteld.
Een wat al te simpele opvatting,
want de praktijk blijkt aanzien
lijker weerbarstiger dan ge
dacht. Genen laten zich niet zo
makkelijk manipuleren. Daar
zijn wel tal van trucs voor be
dacht. Vooral verschillende vi
russen worden als transport
middel gebruikt om nieuwe ge
nen de cel in te krijgen. Natuur
lijk ontdaan van hun vermogen
zich te vermenigvuldigen.
De afgelopen twintig jaar leek
er een aardig fundament onder
gentherapie te zijn gelegd. Maai'
die heeft de laatste jaren toch
een aantal deuken opgelopen.
In 1999 overleed de 18-jarige
Amerikaan Jesse Gelsinger als
gevolg van gentherapie voor
een erfelijke stofwisselingsziek
te. Enkele jaren geleden hebben
drie peuters na gentherapie
voor een zeer ernstige afweer-
stoornis leukemie gekregen.
Twee van deze kinderen zijn in
middels overleden.
Tragisch, natuurlijk. Toch acht
Haisma de mogelijkheden van
gentherapie nog steeds groot.
„Dat geldt in de eerste plaats
voor aandoeningen waarvan de
oorzaak in één afwijkend gen is
gelegen. Zoals die ernstige af-
weerstoornis. We weten nu
waarom het bij die drie kinde
ren mis is gegaan. Het nieuwe
gezonde gen heeft een sluime
rend kankergen gewekt, waar
door bloedcellen zijn gaan
woekeren. Er wordt nu hard ge
werkt om daar een oplossing
voor te vinden. Maar vergeet
niet dat de meer dan tien ande
re kinderen die voor de anders
fatale afweerstoornis zijn be
handeld, genezen zijn en vrolijk
en vrij kunnen rondhuppelen.
En bij de behandeltij
Gelsinger zijn aantof
ten gemaakt." ji
Momenteel vinden
land tussen de 10 en)
met gentherapie bij l
plaats. Met name op
van kanker en daarn
enkele voor vaataan
Haisma schat dat da
honderden patiënte
trokken. De resultati
men nog tot beschei
„Er zijn wel wat pos:
ten gevonden, maar
doende om mee naa
treden."
Op een symposium
gen kwamen deze w
onderzoeken aan bo
'nenkort bij patiëntei
zullen gaan. Onderz
het Academisch Met
trum in Amsterdam
spieren van patiënte
erfelijke vetstofwissej
het gen voor een bep
het enzym lipoprotëi
inspuiten. Deze aanc
waarvoor geen andel
deling bestaat, kan té
soms levensbedreiga
steking in de alvleesll
Bij katten blijkt de ge
goed te werken. 1
Önderzoekers van ht]
tati' Medisch Centruij
zijn van plan om gen
toe te passen bij tien|
met bloed- en lymfe(
die daarvoor een trait
met donorstamcelleij
gaan.
Bij een dergelijke traj
bestaat de kans dat 4
cellen de patiënt niet
goed, maar ook kwa^
Om dat laatste te vo(j
wordt in de stamcell)
moordgen ingebouva
commando kan deze
king worden gebraclj
We moeten geduld hj
zegt Haisma. „Maar i
periode van vijf tot ti|
gentherapie een plaa!
niek krijgen." Volgep
Smit, voorzitter van c
ging Samenwerkend^
en Patiëntenorganisa
spreker op het sympc
er zeker enig schot in
wikkelingen op het té
de gentherapie. „Mas
langzaam. Vanwege i
men die zich met dea
van behandeling nog
is het alleen nog aan^
gentherapie toe te pa
aandoeningen, waab
andere behandeling l
Toen onze stamvader, Homo erectus, met vuur leerde koken, hoefde hij nog maar één in plaats van vijf uur op zijn vlees te kauwen.
Foto: GPD