Onverzettelijke
Van der Heiden
moet opgeven
Andijvie
SPORT
zaterdag 2 april 2005
SI
gist
koi
erk
door Maarten Dekker
ïs:
n rleiden - Een tegensputterend lichaam was het al
8 ezolang hij zich heugen kan, maar nu wil het echt
H^jniet verder meer. Zodat juist hij die nooit van op-
chtgeven wilde weten, er nu toe gedwongen wordt.
;s tijk kan eigenlijk nog steeds niet accepteren dat
iat het einde oefening is", zegt Dick van der Heiden,
"rs!toonbeeld van onverzettelijkheid,
aai
ieliHij ziet het beeld nog voor zich als hij zijn ogen
n sluit, alsof het gisteren gebeurde. Maar het was
ip toch echt zondag 9 november 2003 toen het be-
ongin van het einde zich aankondigde voor de
ïrd voetballer Dick van der Heiden. Ieder ander had
1 in zijn situatie op zeker zijn been ingetrokken, zo
niet hij, de onverschrokken middenvelder van
lliUVS. En helemaal niet toen, in wat achteraf een
rd cruciale wedstrijd zou blijken in het kampioens
jaar. De seizoensstart van Leidenaars was rond
uit matig geweest, met een afdroogpartij bij
WSB (5-0) als memorabel dieptepunt.
In de daaropvolgende weken werden heel wat
harde noten gekraakt binnen de selectie van
trainer Hans van Leeuwen, vooral de laakbare
mentaliteit van sommige spelers. Het resultaat
was terug te zien toen koploper Feyenoord zich
i)3 op de bewuste zondagmiddag in november
meldde in de Kikkerpolder: getergd, agressief en
scherp als nooit tevoren betrad de thuisploeg
het veld. Een sensationele overwinning (2-1)
volgde, maar dat is niet wat Van der Heiden zich
herinnert aan die wedstrijd.
Tien minuten voor tijd gebeurde dat wat hij zo
dolgraag zou willen terugdraaien. Had hij maar
niet vol uitgehaald, toen de bal op een meter of
zes van het doel voor zijn voeten rolde. Feye-
noorder Cem Tuncel wierp zich in de baan van
het schot en werd geraakt door het zwiepende
rechterbeen van de UVS'er. De gevolgen: een ge
broken been voor de Rotterdamse tegenstander
en een pijnlijke wreef plus enkel voor Van der
Heiden. ,,Dat viel te overzien. Ik nam een paar
B dagen rust en stond vrijdag gewoon weer op de
training. We waren twintig minuutjes bezig toen
het mis ging. Ik gaf een simpel passje over twin-
Ej tig meter, gewoon met m'n binnenkantje. Ineens
voelde ik een stekende pijn in mijn bovenbeen."
Spierscheuring, zo luidde de diagnose.
Zes weken lang raakte hij geen bal aan en de
kwetsuur leek te helen. Van der Heiden deed
weer mee tegen Sparta, een duel waarin hij tien
minuten voor tijd uit voorzorg werd gewisseld.
„Maar ik voelde toen al dat het foute boel was.
Dezelfde blessure speelde weer op." Ook acht
weken pauze bleken geen soelaas te bieden,
waarna de patiënt in overleg met zijn dokter be
sloot tot ingrijpen.
Tijdens een operatie in het Diaconessenhuis ver
wijderde een arts de zogeheten 'verkleving' uit
het spierweefsel. Een lang revalidatieproces plus
een oefenwedstrijdje tegen FC Lisse later kreeg
Van der Heiden groen licht van de medische
staf. Het uitduel met Blauw Wit in Amsterdam
moest zijn glorieuze rentree in UVS 1 worden, na
elf maanden terugvechten.
De praktijk was anders, dramatisch anders. De
wedstrijd was amper een kwartier aan de gang
toen Van der Heiden weer steken voelde, dezelf
de verschrikkelijke steken die hij eerder had ge
voeld. Alsof er een mes in je been zit, het valt
eigenlijk niet te omschrijven. Het doet zó ontzet
tend veel pijn. Ik heb maar één keer eerder zulke
pijn meegemaakt. Dat was toen ik mijn kuitbeen
brak, in de C'tjes bij Koudekerk."
Terwijl de tranen over zijn wangen biggelden,
hobbelde Van der Heiden nog wel even verder.
Het waren tranen van pijn, maar ook vanwege
het besef: dit was het dan, mijn voetbalcarrière.
„In het ziekenhuis hadden ze me verteld dat ik
bij een nieuwe blessure tenminste anderhalfjaar
zoet zou zijn met revalideren. Ik had al bepaald
dat ik daar niet aan zou beginnen." Het huilen
hield niet op, die hele dag niet meer. „We vier
den 's avonds sinterklaas bij de familie van mijn
vriendin. Ze waren alvast begonnen en dat was
maar goed ook. Mijn aanwezigheid droeg nou
niet bepaald bij tot een feestelijke stemming."
Familie, vrienden, UVS'ers; ze stonden hem in
de dagen en weken daarna allemaal bij, boden
een schouder om op uit te huilen en een luiste
rend oor. En ook maanden nadien valt het de
31-jarige Van der Heiden zwaar om te accepte
ren dat het voorbij is, dat hij nooit meer zal te
rugkeren op zijn oude niveau. „Ik vind het nog
steeds moeilijk om hier heen te gaan, in de we
tenschap dat ik niet ga voetballen. Als ik langs de
lijn sta, mis ik mijn voetbalschoenen."
Een tijd lang kon hij het zelfs niet opbrengen om
naar zijn ex-ploegmaats te komen kijken. „Dat
gevoel was het ergst toen het een tijdje terug zo
slecht ging. Ik denk dat je je dat onbewust toch
aantrekt. Nu het de laatste weken weer beter
draait, kan ik het beter verdragen. Misschien
voelt het dan minder als een gemis dat ik er niet
bij ben."
De afstand met zijn voormalige medespelers
groeit, merkt Van der Heiden. Toen UVS afgelo
pen seizoen kampioen werd in de eerste klasse,
voelde het al nauwelijks als zijn titel. „Ik had de
helft van de wedstrijden gemist. Nu is dat gevoel
nog sterker aanwezig, ook al ben ik hier nog vier
keer per week te vinden. Op vrijdag blijf ik han
gen in de kantine, net als vroeger. Dan drinken
we een biertje en leggen we een kaartje. Pokeren,
om een klein beetje geld. Maar het gevoel dat je
deel bent van een groep, wordt ietsje minder."
Het einde van zijn carrière is exemplarisch voor
VOOR MEKAAR
Dick van der Heiden: „Wim van Zwam was de beste trainer, omdat hij verreweg het meeste verstand van voetbal had. In de kantine konden wij elkaar niet luchten of
zien, maar je hoeft geen vrienden te zijn om goed samen te werken op het voetbalveld." Foto: Mark Lamers
het verloop ervan: sinds hij als B-junior de over
stap maakte naar UVS werd Van der Heiden vrij
wel ieder seizoen geplaagd door pijntjes, in aller
lei soorten en maten. Dan speelde een heup op,
dan zijn enkels, gevolgd door een lieskwetsuur
of voor de verandering een ontstoken knie of
achillespees. „Mijn werk als boomkweker heeft
er mee te maken. Het is fysiek zwaar, met een
hoop sjouwen en tillen vanaf de grond. Dat is
een aanslag op je lichaam."
Voor een middenvelder met zijn blessuregevoe
ligheid kwam Van der Heiden verrassend vaak
tot scoren in UVS 1. Op de eeuwige ranglijst van
clubtopscorers prijkt hij met 47 doelpunten op
een gedeelde twaalfde plek, ruim voor erkende
scherpschutters uit heden en verleden. „Dat is
inderdaad opvallend, zeker als je meeweegt dat
ik relatief weinig wedstrijden heb gespeeld. Een
stuk of 150, meer zullen het er niet zijn. Het zal
er mee te maken hebben dat ik van oorsprong
een spits ben. Als middenvelder werd ik daarom
een speler met veel diepgang."
Een speler ook met een zeldzaam strijdlustige
instelling, zeker voor UVS-begrippen. Van der
Heiden ziet het aan de spelers in de huidige Al,
het team dat hij samen met zijn zwager Marcel
Valk training geeft. Als het op knokken aankomt,
geven ze vaak niet thuis. „Het is een cultuurtje
dat er langzaam ingeslepen wordt. Ik denk dat
het te maken heeft met het imago van de club.
UVS wil graag uitstralen dat het een nette vereni
ging is. Daardoor trek je automatisch een be
paald type speler aan, al in de jeugd." Dat heeft
verstrekkende consequenties voor een club die
bekend staat om de grote hoeveelheid jeugdspe
lers die doorstroomt naar het eerste elftal. Van
der Heiden: „Er zijn momenten geweest dat ik
dacht dat ik er alleen voor stond in het veld."
Die tijd ligt definitief achter hem. Het komende
seizoen wordt de start van een nieuwe etappe in
het voetballeven van de inmiddels in Leiden
woonachtige Van der Heiden. Hij gaat samen
met Danny Miedema het tweede elftal trainen
en hoopt in september te beginnen met de trai
nersopleiding van de KNVB.
Waar dat toe zal leiden, durft de aanstaande cur
sist niet te voorspellen. „Ik wil zo hoog mogelijk
training geven, al weet ik niet wat mijn plafond
is. Met oefenmeester I zou het de hoofdklasse
zijn, maar de toelatingseisen voor die cursus zijn
streng. Ex-betaald voetballers en ClOS-types ko
men daar misschien makkelijker voor in aan
merking. Ik heb tien jaar hoofdklasse-ervaring
met UVS, maar wat dat waard is als voetbalverle
den?"
In dat decennium maakte hij verschillende trai
ners mee; van Gerard Désar via Wim van Zwam
en Paul van der Zwaan tot de huidige coach:
Hans van Leeuwen. Met wie hij de beste ervarin
gen heeft, is de vraag. Van der Heiden hoeft niet
na te denken over zijn antwoord: „Van Zwam
was de beste, omdat hij verreweg het meeste
verstand van voetbal had. In de kantine konden
wij elkaar niet luchten of zien, maar je hoeft
geen vrienden te zijn om goed samen te werken
op het voetbalveld."
■j: Jan Versteegen.
(lijd: 68 jaar.
Artesia.
aats: Koudekerk aan den Rijn.
g bent u al verbonden aan de club:
ll een jaar of 35 denk ik. Ik heb eerst altijd ge-
bij Bernardus (Hazerswoude-Rijndijk). Daar
ïlfs nog in het eerste gespeeld. Ik was een typi-
isbuiten, zo eentje met het krijt aan zijn schoe-
ïn ik 34 jaar was wilde ik graag een andere
jen en dat werd tennis. Mijn vrouw was al lid
|ia, dus de keuze voor de verenging was makke-
pel ging ik meer dingen voor de club doen. Laat
I zeggen: na lang aandringen kon ik gewoon
P meer zeggen. Maar ik doe het werk graag
Men uw werkzaamheden in?
jvoor het onderhoud van de banen. De lijnen
leggen, nieuw gravel toevoegen en alle attributen klaar
zetten om het spelletje mogelijk te maken. Maar laat ik
wel duidelijk zeggen dat ik dat natuurlijk niet alleen
doe. We hebben een team van vijf mensen, van wie
Henk Eradus en ik er het langste bij zijn."
Hoeveel tijd steekt u wekelijks in de club?
„Nou op dit moment iedere dag. Door de plotselinge
sneeuwval van een aantal weken geleden, lopen we
achter op ons schema. De baan gaat morgen open,
maar dat hadden we liever twee weken eerder gehad.
In een normale periode maken we een schema. Dat
houdt in dat ik één keer in de vijf weken een week lang
voor de baan zorg. Wanneer er een weekeinde lang in
tensief is gespeeld, heb je wel een week nodig op het
hele terrein weer op orde te maken."
Wat maakt de club zo bijzonder?
„Het is een club waar recreatie en prestatie goed sa
men gaan. Er zijn spelers die heel serieus tennissen,
maar er is ook plaats voor mensen die voor de gezellig
heid komen. Verder is de sfeer erg prettig."
Voelt u zich voldoende gewaardeerd?
„Ja. Ieder lid van de vereniging heeft wel oog voor het
werk dat de vrijwilligers doen. Verder ben ik vorig jaar
benoemd tot erelid, dat is natuurlijk een prachtige blijk
van waardering. Enig nadeel is wel dat ik soms te hard
voor de club werk, ik heb dan geen puf meer om zelf
een partijtje te spelen."
Blijft u dit nog lang doen?
„Dat is een goede vraag. Soms denk je wel eens: 'moet
ik dit nog wel een jaar- doen'. Maar ja, wie moet het
dan doen? Jonge mensen hebben hier geen tijd voor,
een vereniging is afhankelijk van vutters. Ik zal het dus
nog wel een tijdje volhouden."
Voor Mekaar' Is een serie over vrijwilligers in de sport. Kandidaten voor
deze rubriek kunt u aanmelden via sportredactle.ld@hdc.nl of per brief aan
het Leidsch Dagblad, Postbus 54, 2300 AB Lelden.
/aren geleden, in zijn eredivi
siedebuut, zag Roelof Luinge
een klip en klare handsbal over
het hoofd en in de samenvat
ting op televisie hoorde hij de -
eveneens beginnend - commen
tator daar die avond over zeg
gen dat Roelof Luinge in zijn
ogen kennelijk heel even twee
stronken andijvie in de weg
had zitten.
Dat was een verre van briljante
opmerking, van mij.
Het was hands, daar niet van.
Maar waarom niet gewoon een
vuiltje in zijn oog? Had ik dat
niet beter kunnen formuleren
vroeg ik mij diezelfde avond
nog af, om het voorval daarna
te vergeten in de hoop dat de
kijkers ditzelfde zouden doen.
Niet. In elk geval één kijker
onthield het. Roelof Luinge.
Toen ik hem weken later weer
op een veld trof onderbrak hij
zijn warming-up, liep op mij
toe en vroeg me of dat nou no
dig was. „Mien ducht'r is g'pest
op school. Ied're dag kreeg zie
te hoor'n dat familie Luinge ze
ker weer spinazie g'geet'n had.
Andijvie, zei ik nog, maar dit
deed aan de grief van de
scheidsrechter niets af.
Ik weet zeker dat Roelof Luinge
hier nu niet meer over zou val
len, over een stronk andijvie of
desnoods spinazie.
Zijn dochter is allang van
school af, dat ten eerste en ten
tweede heeft Luinge, misschien
wel uit zelfverdediging, iets
ontwikkeld dat heel in de verte
naar sadomasochisme neigt.
Hij geniet ervan, denk je wel
eens, als een heel voetbalelftal
of een heel voetbalstadion het
gemunt heeft op hem.
Hij hééft ook van die dagen,
waarop hij zijn eigen regels
hanteert en dat zijn geldings
drang niet te stuiten is, wed
strijden waarin je hem het lief
ste achter het behang plakken
zou, maar juist dat maakt hem
tot het fenomeen dat hij is en
in zeven van zijn andere tien
optredens is hij de beste
scheidsrechter van Nederland.
Luinge heeft,
misschien wel uit
zelfverdediging,
iets ontwikkeld
dat heel in de
verte naar
sadomasochisme
neigt
Je gaat als voetballiefhebber
natuurlijk niet voor de scheids
rechter naar het stadion, maar
zou dit wel zo zijn dan komt
Roelof Luinge in de buurt.
Luinge, zijn nukken en zijn
voormalige professie als belas
tinginspecteur ten spijt, is de
Nederlandse Collina.
Zondag arbitreert Luinge Fey
enoord - AZ.
Barry van Galen - over pu
bliekstrekkers gesproken: de Zi-
nedine Zidane van AZ - is er
nog niet uit of hij wel mee
speelt: „Er is altijd wat met
hem en mij.
Roelof Luinge leidde namelijk
eerder dit jaar de bekerwed
strijd tussen AZ en Feyenoord
en stuurde toen Barry van Ga
len met rood van het veld, na
dat deze een Feyenoorder een
knal voor zijn kanis verkocht
had. Ik zou eerder denken dat
er toen wat met Barry aan de
hand was, dan dat er wat met
Barry én Roelof was.
Er woedde toen een tsunami
door Barry's hoofd, net als die
keer in De Kuip, vier, vijfjaar
geleden, toen Barry ook al door
Luinge naar de kleedkamer ge
zonden werd.
Schitterender voetballers dan
Barry van Galen zie je weinig
in de eredivisie, maar een niet
te ontkennen feit is dat hij een
deel van zijn faam dankt aan
zijn ontsporingen.
Met 77 gele kaarten is Barry
van Gal,en de topscorer aller tij
den van de eredivisie en daar
van 'dankt' hij er maar zeven
aan Luinge. Het wordt tijd dat
óók Barry inziet dat het niet al
tijd aan de scheidsrechters ligt,
soms ook aan hemzelf
Barry van Galen woont in het
zelfde dorp als ik en een tijdje
geleden zag ik hem rijden op
het rijwielpad door df weilan
den, op een brommeÊEen in
ternational op een bromfiets, ik
zeg u: die deugt.
Toch praat deze deugdzame
voetballer over de wedstrijd
van zondag alsof die niet tegen
Feyenoord is, maar tegen Luin
ge. „Ik moet nu gaan nadenken
over wat ik doe in het veld. Dit
gaat ten koste van mijn spel.
Zo lang Van Galen zijn geniali
teit aan de bal aanspreekt, zijn
handen thuishoudt en Luinge
niet verwijt andijvie in zijn
ogen te hebben, kan de beste
scheidsrechter nooit ten koste
gaan van de beste voetballer.
Van Galen, jongen, houd mor
gen je fatsoen. Zul je zien dat
Luinge het ook doet.
Frank Snoeks
SjSgte;