SPORT Meerburg zit 'in een enorme dip' Noordwijk zoe 0 versterkingen Harde hand, fluwelen handschoen HHi P P Li 1 t Sander van Haastert blijft eeuwig trouw aan het oudé nest in Zoeterwoude-Rijndijk Blauw Zwart - Meerburg zondag 14.00 uur 1 m te 3'Eerst dachten we nog: we gooien ze er niet i HDC 982 zaterdag 19 maart 2005 Marbus en De Ridder gonzen weer door Robbert Minkhorst leiden - Meerburg heeft al acht keer op rij niet gewonnen. Won derbaarlijk genoeg staat de ploeg nog steeds bovenaan in de derde klasse A. Even wonderlijk is misschien ook dat bij Meer burg, geplaagd door sportieve én financiële sores, de sfeer in de selectie er niet onder lijdt. Dat zegt Sander van Haastert, de voorstopper die bij de club op groeide. „Tuurlijk zijn er wel eens wat botsinkies, dat is in elk team zo, maar dat wordt uitge praat." Als er één voetbalcliche ergens op van toepassing mag zijn, dan is dat wel op de competitie waarin Meerburg uitkomt, met onder meer Docos, Voorscho ten '97, Foreholte, Blauw-Zwart en Stompwijk '92. 'In het voet bal weet je het nooit' en dat geldt in elk geval in de derde klasse A. Onvoorspelbaarheid kenmerkt al jaren de afdeling, maar dit seizoen is het wel heel bont. Tien ploegen kunnen nog kampioen worden en Meerburg zou zelfs nog kunnen degrade ren. De Zoeterwoudse club heeft na zestien wedstrijden al 21 verliespunten. Zeven minder dan de nummer tien op de ranglijst. De vormcrisis bij de koploper proberen te verklaren heeft weinig zin, geeft Van Haastert aan. „Het is heel moeilijk om aan te geven waar het nou aan ligt. We trainen goed, we ma ken plezier en we doen dingen samen buiten het voetbal. We zitten in een enorme dip. Ik heb nog steeds het gevoel dat we het redden. We kunnen er ook elk moment weer uitkomen. We hebben een overwinning nodig. De vorm is er even niet, terwijl we wel de klasse en de kwaliteit hebben om kampioen te wor den. Trainer Paul van der Zwaan probeert ons scherp te krijgen. Af en toe geeft hij een donderspeech, maar hij zal niet iemand te grazen nemen in de kleedkamer. Het is het team dat niet draait. Dat ziet hij ook en hij behandelt dat ook zo." Bovenop de sportieve proble men kwamen nog de bestuurs- perikelen en de geldzorgen bij de vereniging. Het oude be stuur zag zich genoodzaakt te rug te treden, omdat het naar eigen zeggen gefaald had om extra geld binnen te krijgen. Geld dat voor een deel al was uitgegeven. De gemeente moest de club een paar keer te hulp schieten. Desondanks is Van Haastert niet bang dat de club leegloopt. Of de financiële terugslag ook gevolgen heeft voor de spelers, weet Van Haastert overigens niet. „Daar is met ons niet over gesproken. Ik weet ook niet of spelers daarvoor weglopen. Volgens mij wil iedereen graag voor Meerburg voetballen en promotie halen. Als het zo is dat spelers weggaan, dan zijn het denk ik de jongens die kort geleden zijn gekomen." Van Haastert speelt zelf al jaren bij de club. Er was alleen een uitstapje naar UVS. Daar speel de hij drie jaar, één jaar in de Al en twee seizoenen in het tweede. De Zoeterwoudenaar maakte de overstap samen met Jelle Korbee. Waar laatstge noemde het redde, bleef Van Haastert steken en werd hij ver leid om terug te keren naar het 'eigen nest'. Het was voor Van Haastert en voor Meerburg het begin van een opmerkelijke op mars. „We gingen van de vijfde naar de tweede klasse. Ik heb geen twee jaar in dezelfde klas se gespeeld." Tegenover vier promoties stonden twee degra daties. Korbee en Van Haastert zijn al tijd vrienden gebleven. Zijn vriendin is Nanda Korbee, een nicht van de voetballer van Noordwijk. De twee wonen in middels samen in de Kooi in Leiden, met een hond en drie katten, en straks hun eerste kind. „Voor Jelle vind ik het erg leuk dat hij naar Lisse kan. Ik snap ook zijn beweegredenen. Hij wil graag een keer kampi oen worden in de hoofdklasse. Ik zou ook hartstikke graag zo hoog spelen, maar als ik realis tisch ben, moet ik zeggen dat ik dat niet meer aankan. Fysiek niet, en we krijgen een kleintje. Ik heb een heel goedp periode bij Meerburg gehad en toen heb ik regelmatig gehoord dat mensen stonden te kijken, maar ik ben nooit benaderd." Juist na zijn beste jaar raakte Van Haastert ernstig gebles seerd. Na een peesontsteking in de knie werd hij geopereerd, een deel van de pees werd weg gesneden. De revalidatie duur de acht maanden. Sindsdien heeft de 27-jarige verdediger niet meer zijn oude niveau ge haald. „Misschien ben ik ook een stukje mentaliteit verloren. Ik hoop dat het terugkomt." Amper fit werd hij wel door Al- phense Boys benaderd. Van Haastert had 'geen goed gevoel bij de club', hij wilde eerst het ritme en het gevoel terugkrij gen, en dat liever bij zijn ver trouwde Meerburg. Ook nu heeft hij zijn twijfels bij de club uit Alphen. „Het tweede team is daar weggegaan, dat zinde me Sander van Haastert ruimt op. „De vorm is er even niet, terwijl we wel de klasse en de kwaliteit hebben om kampioen te worden." Archieffoto: Dick Hogewoning al niet. Daar moet een reden voor zijn." Een club als SJC, dat in dezelfde (tweede) klasse uit komt, zou hem wel mogen bel len. „Ik wil best praten met clubs. Ik ben nooit klaar met Meerburg, dat is mijn club en daar wil ik in principe altijd voetballen, maar er is ruimte voor uitstapjes. Bij Meerburg ben ik opgegroeid. Ik heb er zo veel vrienden en kennissen rondlopen. Ik kom altijd terug." Van Haastert ziet het al voor zich: het vriendenteam, over een jaar of wat. Samenspelen met Jelle Korbee, Jarko Korte- kaas, misschien Jeroen van Wetten, en Ingmar Nyqvist, Stephan Elderhorst en Johan Vermont. „Je weet nooit hoe het loopt, maar mij lijkt het heerlijk. Gewoon, lekker ont spannen met mijn jeugdvrien den." door Robbert Minkhorst noordwijk - Noordwijk is vol gend seizoen sterk genoeg 'om mee te doen om de prijzen'. Dat kondigt Hein van Heek aan, de nieuwe trainer van de hoofdklasser. De mogelijkheid bestaat dat Bram Marbus en André de Ridder, beiden actief in het betaalde voetbal, terug keren bij de club die ze voor hun profloopbaan verlieten. Van Heek verwacht in elk geval volgende week 'twee of drie na men' te kunnen noemen. Hij verzekert in ieder geval dat de spelersgroep weer op sterkte wordt gebracht, nu Jelle Korbee (FC Lisse) en Jeroen van Wetten (DOTO) bekend hebben ge maakt elders te gaan voetbal len. Hun vertrek zou samen met de onzekere toekomst van Bram Meurs, die onlangs weer geblesseerd is geraakt, en met het stoppen van Patrick van Dam voor een flink kwaliteits verlies kunnen zorgen bij Noordwijk. Als er geen vervan gers komen. „Jelle was niet meer te hou den", zegt Van Heek. „Die heeft het in zijn hoofd om kampioen te worden." De debutant in de hoofdklasse van het zaterdag voetbal begrijpt de motivatie van Korbee, maar vindt zijn vertrek niettemin jammer. „En met Bram is het inderdaad vol gend seizoen koffiedik kijken." Redenen voor paniek zijn er niet. Noordwijk is er ook de club niet naar om in paniek te raken, maakt van Heek duide lijk. „We gaan hier niet strooien met geld, ook niet om spelers te behouden en we zijn ook niet een club die spelers zomaar haalt en dan aan het eind van de transferperiode op 31 mei kijkt hoe de selectie e De trainer is in nauw met de technische lei aanvulling van de sel men bereiden ze een richte aankopen voor Heek heeft zelf potenti Iers aangedragen. Van balier is de oversta Noordwijk al rond. wacht met het noemen naam totdat de speler vertrek bij zijn huidi heeft gemeld. Donderdagavond is club duidelijk geworden grootste deel van de seli tact blijft. Naast de al g de spelers is Arie van enige die weggaat. Vi speelt volgend seizoen Rijnvogels. Wouter van i en Peter Bos oriënteerd eveneens op een ande Zij moesten donderdag sel geven, aldus Van H hebben laten weten d; Noordwijk blijven. Er is een kans dat Bram (Go Ahead Eagles) en A Ridder (Telstar) ten Van Heek: „Ze hebben zegd dat als ze stoppen taald voetbal, ze teru bij Noordwijk. Dat kan zijn, dat kan volgend j Het zou fantastisch zijn gebeurt, maar we gaan geen rekening mee hoi de samenstelling van d tie." Bestuurslid Cees Nulke nische zaken) tempert gelijk te hoge verwachti de buitenwacht. „Er z tacten, maar dat sprei zich. Ze hebben hier bald, dus dat er een lin gelegd, is niet zo vreen komst is zeer voorbar niets concreet." v i Hein van Heek. Archieffoto: Dick Hogewoning Volleybalcoach Hans Schimmel ziet nog veel rek in Castellum Een nieuw bestuur bij Leiden Atletiek met nieuwe plannen door Thijs Zeeman alphen aan den rijn - Een ge dreven coach neemt nooit ge noegen met minder. Castellum- trainer Hans Schimmel is over de plaats op de ranglijst niet ontevreden, maar vindt dat zijn volleybalteam tien of twaalf punten meer had moeten heb ben. „Ik mis de over-mijn-lijk- mentaliteit bij de jongens." Hans Schimmel (55) is een man van weinig woorden, houdt van discipline en verlangt het uiter ste van zijn spelers. „Een ne derlaag kan best eens voorko men, als je na de wedstrijd maar begrijpt waarom je hebt verloren." Streng doch recht vaardig, was jarenlang zijn han delsmerk. „Af en toe even je map hard op de grond flikke ren. Als het niet gaat zoals ik vind dat het moet, laat ik dat merken." Jaar na jaar leverde deze me thode successen op, maar sinds dit seizoen is Schimmel erach ter gekomen dat er soms ande re manieren nodig zijn om het optimale uit een ploeg te halen. „De jongens gingen fout op fout maken. Ze werden onze ker. Op zo'n moment moet je voor jezelf accepteren dat je niet goed bezig bent." In plaats van met de harde hand regeren, werden de spe lers met fluwelen handschoen tjes aangepakt. Schimmel zag in dat iedere speler een individue le behandeling nodig had. „Bij de een kun je meer doen dan bij de ander. Je moet er altijd naar streven om iemand beter te maken." Ook in zijn werk is de volleybal- coach iedere dag bezig om een ander beter te maken. „Hier bij het Integrale Beroepsvaardig heids Trainingscentrum (IBT) ben je inderdaad ook bezig om, in dit geval een politieagent, een stap vooruit te laten ma ken. Je probeert ze voor te be reiden op situaties die in de praktijk voor kunnen komen. De agenten moeten discipline en de wil tonen om uit zichzelf te leren." Laat die laatste opmerking nou net hetgeen zijn waar Schim mel bij Castellum zo op hamert. Hoewel de vergelijking op pa pier snel gemaakt is, vindt de oefenmeester dat wat kort door de bocht. „Ik neem mijn werk niet mee de zaal in. Op mijn werk heb ik te maken met gese lecteerde agenten, van wie je beroepsmatig wat extra's mag verwachten. Het zou niet eerlijk zijn als ik van mijn volleybal mannen hetzelfde verwacht als van mijn collega's." Maar volgens Schimmel zit het qua discipline wel snor bij Al- phenaren, alleen beschouwt hij het gebrek aan de over-mijn- lijk-mentaliteit als een groot ge mis. „Ik heb in mijn trainers carrière nog nooit zo goede op komst gehad als hier. Dat is na tuurlijk allemaal prachtig. Maar je hebt er zo weinig aan als ze door slapheid een wedstrijd verliezen." De gedrevenheid druipt er van af bij de boomlange AJphenaar, die met zijn grote snor een op vallende verschijning is. De trainer die er vroeger als speler Hans Schimmel: „Een nederlaag kan best eens voorkomen, als je na de wedstrijd maar begrijpt waarom je hebt verloren." Foto: Mark Lamers alles uithaalde om een wed strijd te winnen, heeft zichtbaar moeite zich te verplaatsen in jongens die dat wat minder hebben. „Doodziek was ik er van, als ik verloor. Mijn jongens zijn wat te lief op sommige mo menten. Kijk naar Sebastiaan Lamain. Met zo'n lichaam moet hij de gaten in de grond slaan, maar hij is meer een grote vriendelijke reus, dan een beest." Hoewel het vrij negatief lijkt wat Schimmel vertelt, wil de oe fenmeester daar zelf niet aan. De ervaren coach typeert zijn uitspraken liever als 'perfectio nistisch'. „Voorafgaand aan het seizoen teken je voor deze zes de plaats, maar er had naar mijn mening meer in gezeten. Daarnaast vind ik het juist heel positief dat ik ondanks een goe de plek in de stand nog niet te vreden ben. Dat betekent dat er nog rek in de ploeg zit." Minimaal een punt of twaalf, dat heeft Schimmel zijn ploeg als doel gesteld in de resterende vier competitiewedstrijden. „Dat lijkt me een reëel doel. Op deze manier rond je het seizoen goed af en kun je daar volgend seizoen op voortborduren." Een leven zonder volleybal is, zoals de gedreven coach zelf zegt, 'knap saai'. „Ja joh, daar moet je toch niet aan denken. Door dit stomme spelletje ben ik in vele landen geweest en werk ik met jonge gasten. Dat houdt me, ondanks dat ik dik in de vijftig ben, nog een beetje jong." Dat volleybal een groot deel van zijn leven opslokt mag een understatement genoemd wor den. Naast het coachen van de mannen van Castellum is Schimmel manager van het Ne derlands Politieteam en is hij binnen de politie de grote orga nisator van verschillende vol leybaltoernooien en evenemen ten. „Sport is vreselijk belang rijk voor een politieman. Hij kan op dinsdag een moeder moeten vertellen dat haar kind dood is, maar op woensdag weer even geconcentreerd een bon uitdelen. Sport is een goed hulpmiddel om zware dingen te relativeren." door Robbert Minkhorst leiden - Zou hij, achteraf bezien, veel an ders hebben gedaan? Jan van Zwieten denkt van niet. „Alles wat had moeten ge beuren, is gebeurd." Samen met een groep ontevreden leden van Leiden Atletiek zette hij het zittende bestuur opzij. Hij werd zelf de nieuwe voorzitter. De zaken moeten be ter, kondigt hij aan. In een notendop: meer saamhorigheid, meer verantwoordelijk heid, meer talent, meer topprestaties. „Ik zeg van tevoren hoe dingen ervoor staan. Dat is hard, ik weet het", vertelt Van Zwieten. „Maar als je het op een verhulde manier doet, krijg je achteraf het verwijt dat je achterbaks bent. Ik hoor liever dat ik hard ben dan dat mensen zeggen dat ik een verborgen agenda heb en slinks ben. Nie mand kan mij vertellen hoe het netter kan." Dan bedenkt hij toch wat. „Ik sluit ook niet uit dat het in zo'n hectische situatie ge woon zo werkt: het doet zeer en het is lastig om je waardering of respect over te bren gen. We waarderen wat de oude bestuurs leden hebben gedaan, dat ze het hebben kunnen opbrengen om het te doen, en dat ze het hebben volgehouden." Van Zwieten merkt dat de overdracht van het oude bestuur aan het nieuwe goed gaat, zonder rancune. Toen in november de groep in beslotenheid haar ongenoegen en ongerustheid aan het bestuur kenbaar maakte, vatte die de actie op als een coup. En als een motie van wantrouwen, al was het uitdrukkelijk niet zo bedoeld, werd ge zegd. In feite was het wel een motie van wan trouwen, blijkt uit het verhaal van Van Zwieten. De groep hervormers en het be stuur stonden allengs op zeer gespannen voet met elkaar. „De eerste keer dat wij met elkaar praatten, dachten we: we gooien ze er niet uit. Hun dringende vraag was steeds: versterk ons. Maar al gauw ont stond bij ons het gevoel dat het niet samen ging. We zijn heel verschillend in cultuur, en in de manier van besturen. Het oude be stuur had niet voor niets alle aantrekkings kracht verloren. Het hanteerde toch wel een oudeiwetse stijl, van bovenaf, formalis tisch. We hebben nu de kans om er een paar jongeren in te krijgen, en vrouwen. Als nu een jongere wat zegt, wordt hij serieus genomen. Wij merkten dat er dingen gin gen mislopen. Mensen stopten met vrijwil ligerswerk en er was geen aanwas meer." „Zij voelden zich alleen maar aangevallen. Hun verhaal was: wij werken ons rot en niemand helpt ons. Zij vroegen zich af waarom wij niet een half jaar konden wachten, tot hun termijn erop zat. Maar h»;w Jan van Zwieten: „Ik hoor liever dat ik hard ben dan dat mensen zeggen dat ik een vi agenda heb en slinks ben." Foto: Henk Bouwman hoezo? Sommige problemen zagen ze niet. Zij vonden dat mensen die weggaan, die deugen niet. In plaats van dat ze zich af vroegen: waarom gaan die mensen weg?" Nadat zijn kinderen bij Leiden Atletiek zijn gaan sporten, rolde Van Zwieten vanzelf van de ene klus in de andere, en dat wer den er steeds meer. „Als je hier voor de derde keer bent, komt er iemand die je een hark in de handen duwt. Eerst ben je bezig met kogels terug te rollen en zand aan te harken, en dan vragen ze je om afstanden te meten. Vervolgens word je jurylid." De Leidenaar heeft een achtergrond in het maatschappelijk werk en is bovendien twaalf jaar voorzitter geweest van de Leidse Christelijke Kampeervereniging (LCKV). „Dat is wel een wapenfeit", vindt Van Zwieten. „Die vereniging draait als een tie relier. Ik heb laten zien dat ik als bestuur der wat waard ben." „In een van mijn eerste toespraken heb ik gezegd dat de sport niet het enige binden de is bij Leiden Atletiek. Dat idee heerste wel sterk. Het saamhorigheidsgevoel moet sterker worden. Leden moeten ook actiever worden bij de club. Ik ben ervan overtuigd dat als je trots bent op je verenigii speer verder gooit." En om dat laatste is het het nieuwe eveneens te doen. „Onze topprest; nen teveel op enkele personen: Mj gels en Kamiel Maase. In de breed we meer mensen die een toonaai prestatie neerzetten. We hebben tuiging dat het potentieel hier ro Het is de kunst om het eruit te Leiden AÜetiek werken 'uitstekei ners', zegt Van Zwieten, maar de ding, ondersteuning en de facilitei nen beter. „In de atletiek heb je e petitie van ploegen die lopen, w( sprinten. Onze ploeg komt uit in 1 divisie. We willen terug naar de ere „Leiden AÜetiek heeft daarnaast topsportplan. Dat ligt op een pla kast. Daar is bijna niks mee gedaa is raar", meent Van Zwieten. „En alleen een centenkwestie. Als je bi gere leden een talent ziet, dan prai met zo'n iemand. Hoe kan hij of begeleiding of training krijgen. D; men de reiskostenvergoeding voor wedstrijden en de kledingvergoedi !l cl a a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 22