Tolereren, tobben, pappen en nathouden Twintigers op zoek naar zichzelf Jo Cals, politicus met te veel talent Geert Maks recept voor de multiculturele samenleving Geert Mak ZATERDAG 19 februa 2005 Hoe kunnen we deze geschiedenis ooil aan onze kleinkinderen vertellen, liet verhaal over die laatste maanden van 2004? Wat zullen we ons nog herinneren? Hel doorstoken lichaam in de Limurus- slraat? De kelders die opengingen? De al maar bewegende lippen van politici en intellectuelen? De stille in de stad? De toon, de nieuwe loon die opeens was ge zel? Waar moet ik beginnen? Historicus en journalist Geert Mak reikt in zijn pamflet 'Gedoemd tot kwetsbaarheid' een alternatief aan voor de harde maatregelen die wor den genomen om moslim-extremis- me tegen te gaan. non-fictie recensie Peter van Vlerken 'Gedoemd tot kwetsbaarheid' door Geert Mak. Uitgeverij Atlas. Prijs: €5,00. De gebeurtenissen, eind 2004, rond om Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali en de politieke en maatschappe lijke nasleep daarvan schreeuwen als het ware om historische duiding. Want bij alle verwarring en onzeker heid die er nog steeds bestaat, is plaatsing in de context van de ge schiedenis noodzakelijk; immers, wie het verleden kent, kan het heden verklaren en wie het heden kan ver klaren, kan iets over de toekomst vertellen. Maar wie moet dat doen? Als iets de laatste tijd duidelijk is geworden, dan is het dat nog maar weinigen begiftigd zijn met voldoende histo risch besef. Hij natuurlijk wel, Geert Mak, de eminente historicus, die nog altijd de journalist is die hij ooit was en daardoor een luisterend oor Hét beeld van de multiculturele miscommunicatie: de Tilburgse imam Ahmad Salam weigert om geloofsredenen de hand van minister Verdonk. Foto: ANP/Olaf Kraak heeft voor wat zich in het huidige tijdsgewricht afspeelt. En die boven dien over een pen beschikt die zeer geliefd is, zodat zijn opvattingen brede lagen van de bevolking kun nen bereiken. In zijn recent verschenen pamflet Gedoemd tot kwetsbaarheid doet Mak wat van hem verwacht mag worden, en meer dan dat. Niet al leen plaatst hij de moord op Van Gogh, de doodsbedreiging aan het adres van Hirsi Ali en de daaropvol gende polarisatie tussen autochtoon en allochtoon, christen en moslim, in een verband dat verder reikt dan de paar maanden waarin de onmis kenbare omwenteling van Neder land van tolerante verzorgingsstaat naar repressief angstbastion zich heeft voltrokken. Hij verbindt er ook nog eens niet mis te verstane con clusies aan. En dat in een taal die even dwingend als meeslepend is, zoals een pamflet betaamt. Bieden de geschiedenislessen een leidraad om uit de huidige intole rante toestand te geraken? Die vraag stelt Mak zich. Voor het antwoord raadpleegt hij een flink aantal boe ken. Zoals dat over de vijftiende eeuw, waarin de Hoeken en Kabel jauwen elkaar naar het leven ston den en Hollandse regenten 'water staat en koopmanschap' gelukkig lieten prevaleren boven de roep om de ware godsdienst. Of dat over de zeventiende eeuw, waarin in Am sterdam een bestuurspraktijk heers te van gedogen ten aanzien van de katholieke eredienst, een beproefde succesformule waarmee dit ook in latere tijden verdeelde land wist te overleven. En eveneens uit de Ver lichting leidt hij af: 'De befaamde Nederlandse verdraagzaamheid had weinig met allerlei mooie Verlich tingstheorieën te maken, maar alles met de praktische behoeften van de koopmanssteden. De 'typisch Nederlandse manier van pacificeren' boekt ook in de huidige tijd resultaten, zodanig zelfs dat men er in het buitenland versteld van staat. The New York Times juichte over de wijze waarop Nederlandse militairen in Irak de vrede handhaaf den, met open vizier, de wapens neer en door hulp te bieden. 'Soft' was hier het tegendeel van laf, be toogt Mak. Het zal geen verwondering wekken dat hij het opneemt voor de rustige, begripvolle manier waarop de fel be kritiseerde - 'te slap' - Amsterdamse burgemeester Cohen en zijn wet houder Aboutaleb hun verdeelde stad tegemoet traden en fel afwij zend staat tegenover 'de ideologen, de fanatici en de handelaren in angst', die in 2004 zo'n topjaar had den. Ook de steeds meer vercom- mercialiseerde media geeft hij ervan langs door ze angstverslaving te ver wijten. Op kritische wijze treedt hij eveneens Hirsi Ali tegemoet, die, hoewel behangen met de mantel van het martelaarschap, op zodanige wijze provoceert en generaliseert dat zij elke discussie uitsluit. Mak brengt in dit boekje aan de hand van cijfers en onderzoeken - en niet dus aan de hand van snel naar de oppervlakte komende emo ties, die alleen maar karikaturen ma ken van mensen en samenlevingen - de islamitische dreiging terug tot haar ware proporties. Hij meent de voedingsbodem voor extremistische nationalistische sentimenten van Nederlanders gevonden te hebben in oorspronkelijk brave wijken, waar de politiek 'stille armoede' heeft la ten ontstaan door veel te beloven en nog meer te bezuinigen. Maar het indrukwekkendst is Mak als hij duikt in de boeken van Victor Klemperer, die de taalveranderingen boekstaafde die optraden tijdens de opkomst van het Duitse rijk: 'Als ie mand maar lang genoeg 'fanatiek' zegt in plaats van 'heldhaftig' en 'deugdzaam', gelooft hij tenslotte echt dat een fanaticus een deugdza me held is... Eenzelfde taalvervui ling heeft Mak ook in Nederland op gemerkt, waar 'tolerantie' en 'poli tiek correct' verdachte woorden zijn geworden en het 'aanpassen of op zouten naar een onbewoond eiland', zoals een 'mevrouw' bij de uitvaart van Van Gogh proclameerde, het toonbeeld van heldhaftigheid. 'De mevrouw had een goede historische intuïtie', schrijft Mak cynisch. 'In de jaren dertig werden exact dezelfde plannen ontwikkeld ten aanzien van de Duitse joden. Madagaskar heette het eiland.' Mak poetst de problemen niet weg, integendeel. Ook schetst hij wat zou kunnen gebeuren: 'De geschiedenis herhaalt zich nooit. Wat we wel we ten, uit onze bittere ervaringen als Europeanen, is dat zulke radicalise ringsprocessen alle kanten op kun nen vliegen.' Aan het eind van zijn betoog toont Mak de onontkoombaarheid en - met een verwijzing naar onze vroe gere koopmansgeest - de noodzaak aan van ons land als multiculturele samenleving. Hij beveelt het Ameri kaanse model aan van de 'melting pot' waarin iedereen vrij is om tot op grote hoogte zichzelf te blijven. Gedoemd tot kwetsbaarheid ver scheen te vroeg om er de recente be sluitvorming over terrorismebestrij ding in op te nemen die van Neder land een van de meest repressieve landen van Europa maakt. Maar Maks alternatieven staan er al wel in: studeren, polderen, tolereren, tegen houden, tobben, pappen en nathou den. Die traditie is 'een kostbare weelde'. Hij is weinig spectaculair, aldus Mak, maar zeer effectief. TOP-10 1. (-) Nicci French, Vang me als ik val Anthos, 19,95 2. (1) Dan Brown, De Da Vinci code Luitingh-Sijthoff, 19,95 3. (2) John Grisham, De deal Bruna, 19,95 4. {3) Dan Brown, Het Bemini mysterie Luitingh-Sijthoff, 19,95 5. (-) Geert Mak, Gedoemd tot kwetsbaarheid Atlas, 5,00 6. (4) Dan Brown, Het Juvenalis dilemma Luitingh-Sijthoff, 19,95 7. (-) Richard Krajicek, Harde ballen Tirion Sport, 16,95 8. (5) Han van Bree, Het aanzien van 2004 Spectrum, 14,95 9. (6) Saskia Noort, Terug naar de kust Anthos, 12,50 10. (10) Simon Cox, De geheimen van de Da Vinei code Forum, 12,50 Bron.- CPNB/De Bestseller 60 De nieuwe thriller van Nicci French komt meteen binnen op nummer 1 en rekent in één keer (voorgoed?) af met Dan Brown Ook nieuw: Geert Maks pamflet, uitgebreid besproken op deze pagina Plus de harde ballen van Ri chard Krajicek, een terugblik op de ten niswereld in een reeks portretten. romans recensie Wim Vogel 'De eenling' door Cathelijn Schilder. Uitgeverij Veen. Prijs: €14,95. 'De onfeilbare' door Claire Polders. Uitgeverij Balans. Prijs: €16,90. Twee debutanten, twee jonge vrou wen, twee romans en twee pogingen inzicht te krijgen in een wereld die voor veel twintigers heel wat harder en verwarrender is dan zij in hun uitgerekte adolescentie verwacht hadden. Cathelijn Schilder (1980) zet zo'n na-puberende en onzekere stu dente goed neer in De eenling, Claire Polders (1976) is veel pretentieuzer in De onfeilbare. Cathelijn Schilder kent haar beper kingen en kiest ervoor in een lichte, tragikomische stijl, vol understate ments en relativeringen het tobberi- ge doen en laten van een studente te analyseren en te inventariseren. Claire Polders wil veel meer. Zij stelt filosofische vragen: wat is het ver band tussen volwassen worden en door middel van leugens de wereld naar je hand proberen te zetten? Be staan er vaste waar den? Is het lot al lesbepalend of zijn we in staat dat le ven op drijfzand te verankeren en daardoor onze koers zelf te bepalen? Het lijkt een generatie die het bui tengewoon heeft getroffen. Welvaart alom, mogelijkheden genoeg, zelfs haar ouders zijn van na de oorlog. Als er één generatie is die niet het recht lijkt te hebben ongelukkig te zijn, is het die uit de jaren zeventig en tachtig. En toch: vooral jonge vrouwen komen steeds vaker in con flict met zichzelf als ze proberen te voldoen aan de eisen die de samen leving stelt. Niet voor niets is depres siviteit de hoofdpersonen in deze debuten niet onbekend. Cathelijn Schilder laat in De eenling in drie afdelingen (Vroeger, Nu en Later) zien hoe de achttienjarige stu dente Elian steeds meer verdwaald in een schemergebied. Voor het eerst langdurig gescheiden van haar tweelingzus ('Anna: allesvreter, alles weter, allesbeter.'), ervaart ze tot haar verbijstering dat ze, zonder die zus, niet weet hoe ze met de men sen, de wereld, laat staan met zich zelf moet omgaan. Ze heeft het idee dat ze haar moeder de laatste jaren harder nodig heeft dan toen ze nog een baby was. Ze vereenzaamt, geeft haar studie Ne derlands in Utrecht eraan en leidt al snel een leven vol vluchtige seksuele contacten, caféwerk en steeds min der goed weten wat ze wil. Wat deze inventarisatie van een paar jaar depressief zijn, toch zo smake lijk maakt is de opgewekte, caba reteske en meestal licht cynische toon waarop Schilder de zieligheid van haar personage verwoordt. De thematiek is mager, de intrige nihil, - een egel in je tent wordt zodoende al snel een hoogtepunt -, maar de stijl vergoedt veel. Nu nog een wat rui mere thematiek. Bewonderenswaardig is wat Claire Polders met haar eerste boek pres teert. Een slimme en doordachte structuur, intrigerende personages, een wezenlijke, wat cerebrale the matiek. Haar hoofdpersoon, de vier entwintigjarige Amber Braam, wordt geacht na haar studie klaar te zijn voor de sprong in de grotemensen wereld. Door haar hobby, het foto graferen van mensen, is ze er al ach ter dat mensen zich verschuilen, hun echte gezicht niet zo maar laten zien. Die hobby groeit in de roman uit tot dé metafoor van haar ontwik kelingsgang. Cleo, een Nederlandse vrouw, ont moet in Parijs, krijgt van de onschul dige Amber alle ruimte haar mentor te worden, iemand die haar New York, de wereld dus, en de mensen daarin laat kennen. Dat dat mento- raat op leugens is gebaseerd, dat de ontdekking daarvan kwetsend en confronterend is, laat onverlet dat die leugens Amber wel brengen waar ze wil komen. Ze leert de wereld kennen maar leert tegelijkertijd dat die wereld niet zonder maskers kan. De waarheid die ze in haar jeugdige naïviteit én rationaliteit het liefst met hoofdletters schreef, kan ook zij maar beter inruilen voor woorden, woorden en woorden want dé waar heid bestaat niet. Elke waarheid moet immers vertaald worden in woorden. Zelfs haar foto's laten uit eindelijk meer van haar zelf zien dan van de persoon van wie ze de foto maakt. Het is een pijnlijk maar noodzakelijk inzicht dat Amber ver werft: wie in de wereld wil geraken, zal het initiatief moeten nemen die wereld naar zijn hand te zetten. Claire Polders schreef met De onfeil- SCHILDt «wdM s«bor«n en 0e bare een intrigerend, ernstil bitieus boek. Een goed dei hoort dat ook allemaal te meer luchtigheid, iets meef ren, de nu totaal ontbrek( mor komen wel met de jarè ze de wereld nog net iets ri haar hand zal durven zetté al haar onzekerheden in te a biografie recensie Kees van der Malen 'Cals, koopman in verwachtingen' door Paul van der Steen. Uitgeverij Balans. Prijs: €29,50. Geen nacht die de Nederlandse politiek meer heeft beroerd dan de Nacht van Schmelzer. Geen nacht ook die na bijna veertig jaar omgeven is met zoveel my then. Norbert Schmelzer, die in de nacht van 13 op 14 oktober 1966 een rooms-ro- de coalitie ten val bracht, gold lang als 'Brutus' en leeft nog altijd voort als 'glad de teckel'. Maar wie was eigenlijk Jo Cals, de getalenteerde politicus, die als premier van het kabinet Cals/Vondeling zo pijnlijk sneuvelde door toedoen van zijn eigen partij, de KVP. De visie van Norbert Schmelzer ver scheen in 1973 onder de titel Het vers chijnsel Schmelzer. Een beperkte schets, vooral opgebouwd uit de dagboeken van Schmelzer. De visie van Jo Cals is, nu pas geboekstaafd in een kolossale - 568 pagi na's tellende - biografie. Biograaf Paul van der Steen (1969) raakte als journalist en politicoloog gefascineerd door de fi guur Cals, wiens 'val' een turbulente pe riode in de Nederlandse politiek inleidde. Want na 'de Nacht' begon de PvdA een polarisatiepolitiek die leidde tot een lang jarige verwijdering tussen confessionelen en sociaal-democraten; verlieten zoge noemde 'radicalen' de KVP om lid te wor den van een nieuwe en linkse partij, de PPR; en diende zich een vernieuwingsge zinde partij aan in de vorm van Democra ten '66. Met Cals zelf kwam het niet meer goed. Zijn partij was hem beu, hij moest bede len om een baantje en kon alleen nog glo riëren als medenaamgever van een grondwetscommissie, de commissie Cals- /Donner. In 1971 overleed hij, op pas 57- jarige leeftijd, aan kanker. Zijn ressenti ment tegenover zijn eigen partij, die hij zijn 'val' nooit had vergeven, maar die hij toch tot het eind toe trouw bleef, liet hij achter in vele niet-gepubliceerde brieven. In een even grondige als minutieuze stu die legt Van der Steen een schat aan origi neel materiaal bloot over een politicus die als staatssecretaris, minister en premier gedurende vijftien jaar een opmerkelijke verschijning was aan het Binnenhof. Ge liefd om zijn open en moderne wijze van opereren in een tijd, waarin de politiek grotendeels nog een gesloten wereld was. Gevreesd om zijn scherpe verstand en nog scherpere tong, waarmee hij zaken won en tegelijk ook vijanden maakte. Voortlevend als de architect van de Mam moetwet, die het middelbaar onderwijs ingrijpend vernieuwde. Maar toch vooral herinnerd als een briljant politicus die onterecht en ook nog eens akelig aan zijn politieke einde kwam. Van der Steen fileert de mythe dat Cals slachtoffer was van 'Brutus' Schmelzer en zelf geen deel had aan de val van zijn ka binet. Cals was destijds hoogmoedig in zijn bejegening van de ontevreden KVP- fractie. Daarin had fractievoorzitter Nor bert Schmelzer, anders dan de beeldvor ming wilde, niet zo'n stevige positie. Van der Steen beschrijft dat Schmelzer vanaf de vorming van het kabinet Cals/Vonde- ling in '65 al twee keer met zijn porte feuille moest zwaaien om de KVP-fractie achter de coalitie te houden. Cals had daar wel weet, maai- geen oog voor. Cals was te veel de jeune premier die opging in zijn eigen idealen. De voor uitstrevende Cals ging ook voorbij aan de sterke sentimenten die leefden in de rechtervleugel van de KVP. Cals, kortom, opereerde als een soeverein heerser. Van der Steen is voorzichtig met het ver klaren van de persoon Cals. Maar als hij deze neerzet is het als een politicus die niet gemankeerd is door een tekort, maar door een overmaat: té knap, té scherp, té eigenzinnig. So bloody sharp, he cuts him self, zegt oud-premier Piet de Jong. WD- senator Harm van Riel constateerde des tijds al dat Cals domweg voorbij ging aan de Nederlandse coalitiecultuur, waarin schikken en passen de dominante trek ken zijn. Je moet als premier niet altijd 'te vief en te bijdehand' willen zijn, zei hij in '65 in de Eerste Kamer. Boeiend is om te zien dat naast de scherpzinnige en cerebrale Cals ook nog een speelse en bijna kinderlijke persoon bestaat. Die etaleert zich in een levens lange liefde voor de padvinderij. De 'Ba den Powell-connectie' is ook sterk. Cals haalt zijn vroegere hopman uit Roer mond op enig moment als staatssecreta ris naai- Onderwijs. De padvinder in Cals is geraakt als hij na zijn 'val' een brief ont vangt van een 18-jarige hopman van een katholieke verkennersgroep uit Driehuis, die hem beleefd vraagt om deze te mogen benoemen als de 'Mr. Jo Calsgroep'. Die briefschrijver is W.S.P. Fortuyn, die enke le decennia later als Pim Fortuyn een po litieke partij zal oprichten om een gooi te doen naar het premierschap. De studie van Van der Steen imponeert door zijn grondigheid. Maar de biografie stelt teleur in het ontrafelen van het 'mys terie' Cals. Heeft Van der Steen last van de omstandigheid dat hij zijn onderwerp niet heeft gekend? Of beperkt Van der Steen zich te veel met de strikte opvatting dat hij zijn onderwerp niet mag psycholo giseren? Feit is dat Van der Steen de drijf veren van Cals niet echt weet te vatten. Zo kan de biograaf bijvoorbeeld niet ver klaren waarom Cals de priesteropleiding van het seminarie Rolduc vlak voor zijn wijding als priester onverwacht beëindigt. Ook krijgt hij geen vat op de mens die schuilgaat achter de politicus. Van der Steen is met zijn aanpak vooral de knappe notulist van Cals' leven. Als een geduldig ambachtsman ontsluit hij stapels archiefmateriaal, als een nijvere mier verzamelt hij de kleinste details en als een toegewijde monnik rijgt hij reek sen citaten aan elkaar. Genoeg om als le zer van te genieten, maar te weinig om Cals mee te doorgronden. Jo Cals, so bloody sharp, he cuts himself, aldus o mier Piet de Jong. Foto uit besproken boek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 2