opcorn, blikje cola en lachen maar Stompwijkse regisseur Tim Oliehoek levert met 'Vet Hard' eerste grote speelfilm af De zoveelste comeback van George Baker actie in Vet Hard. Publiciteitsfoto's: Jaap Vrenegoor ZATERDAG 29 JANUARI 2005 ER BIJ „eigenwijze jongetje uit Stompwijk heeft het i elkaar. Op zijn achttiende speelde hij Holly- fld in zijn geboortedorp. Maandag is Tim Olie- 25 jaar inmiddels - in Amsterdam het stra- middelpunt op de première van zijn komi- actiefilm Vet Hard. Zijn eerste grote speel- is een feit. Theo de With Een budget van 3,7 miljoen euro had Tim Oliehoek tot zijn beschikking voor het maken van Vet Hard. Een heel verschil met de 2.000 euro waarvoor hij acht jaar geleden Buy or Die draaide in Stompwijk. Zo'n 350 dorpsgenoten hielpen hem mee zijn droom te verwezenlijken. De datum 15 maart 1997 staat in zijn geheugen gegrift. Op die bewuste dag werd Stompwijk omgetoverd in Stollywood en ging in een tot megabioscoop getransformeerde potplan- tenkas zijn home-made actiefilm in premiè re. Tim Oliehoek hoopt dat maandag 31 ja nuari 2005 zo'n zelfde gouden randje krijgt. Het moet de dag worden waarop hij begint met de verovering van Nederland en België en misschien wel de eerste stap zet op weg naar Hollywood. „Wie weet", reageert hij. „Welke filmmaker droomt daar niet van? Het is Paul Verhoeven en Jan de Bont tenslotte ook gelukt." Hoewel Tim Oliehoek de hele dag al met scholieren uit het voortgezet onderwijs in discussie is geweest op de Dag van de Ne derlandse Film in Amersfoort, babbelt hij aan de robuuste eettafel van zijn ruime ap partement alsof hij voor het eerst vandaag een levend wezen ontmoet. Vriend Sander snijdt groenten in de keuken, de twee katten zitten elkaar onstuimig achterna, maar niets brengt de 25-jarige regisseur van de wijs als hij praat over zijn passie: film. Filmposters aan de muur - het affiche van Vet Hard hangt naast een portret van James Bond - ondersteunen zijn verhaal. „Mijn vader kocht een videocamera toen ik een jaar of twaalf was", herinnert hij zich het ontstaan van deze passie. „Daarmee is het allemaal begonnen. Ik stal dat ding meteen en ging ermee op pad. Met mijn vrienden nam ik acties en achtervolgingen op zonder dat er sprake was van een echt verhaal. Ik vond het leuk om te acteren. James Bond was in mijn ogen helemaal te gek. Eigenlijk maakte ik films om er zelf in te kunnen spe len." Spelenderwijs kwam de Stompwijker erach ter dat zijn talenten niet zo zeer lagen op het terrein van acteren, maar meer op dat van regisseren en organiseren. „Ik bleek het het leukst te vinden om alle touwtjes in handen te hebben. Een film maken is toch een soort toveren. Je zet een zootje shots achter elkaar en er ontstaat een scène. En met een aantal van die scènes achter elkaar kun je een ver haal vertellen. Dat is de magie van film. Het is een illusie, maar mensen worden gegre pen door dat verhaal op het filmdoek." Vanwege de enthousiaste reacties van fami lie en vrienden op de films die hij in zijn jeugdige onbezonnenheid maakte, besloot hij de zaken serieuzer aan te pakken. Ander half jaar werkte hij aan een grote film, die zijn visitekaartje moest worden. Oliehoek was scriptschrijver, producent, regisseur én hoofdrolspeler. Honderden Stompwijkers werkten belangeloos mee aan zijn project. Zij zullen zich die première ook nog wel her inneren. Met grote auto's, mooie meiden en galakleding. Het bleef niet onopgemerkt. De filmmaker figureerde niet alleen in de regio nale pers, maar draafde ook op in Koffietijd en andere tv-programma's „Ik kan nu niet meer naar Buy or Die kijken. Inmiddels heb ik me zoveel verder ontwikkeld. Maar toch, er zitten stunts in, zoals auto's die over de kop slaan, waarvoor ik me nog steeds niet schaam." Buy or Die werd niet alleen zijn visitekaartje, maar ook zijn entreebewijs voor de Filmaca demie. Hij was voor zijn havo-diploma ge zakt. Toch werd hij toegelaten als regiestu dent omdat de selectiecommissie onder de indruk was van zijn stuntfilm. Op de acade mie bleek hij een vreemde eend in de bijt. „De helft van de studenten wilde documen taires maken. Daar heb ik niets mee. De rest zag meer in kunstzinnige of dramatische films. En daar zat ik dan tussen met mijn hang naar spektakel. Ik wilde films maken die mensen zouden amuseren. Toch hadden wij als studenten wel respect voor elkaar. We keken bijvoorbeeld naar eikaars werk en dan kom je erachter dat het niet allemaal vage kunstenaars zijn. Ik heb er ook wel van ge leerd. Het schrijven van scenario's bijvoor beeld. Tot op dat moment was ik vooral ge richt op de technische kant van het filmen." Op de academie vond hij in Rolf Dekens een bondgenoot. Sindsdien is hij Oliehoeks vaste cameraman. Hij maakte met hem zijn veel geprezen eindexamenproductie Isabelle, ge baseerd op het gelijknamige boek van Tessa de Loo. „We vertrouwen elkaar en dat is zo ontzettend belangrijk bij het maken van een film. Daarom wilde ik dat hij ook het came rawerk van Vet Hard zou doen, al heb ik me daarvoor de blaren op mijn tong moeten praten. Zo'n filmproducent gaat al in zee met een jeugdige en in zijn ogen onervaren Tim Oliehoek: „Ik zie deze film als een soort stripboek. Maar dan zonder het Bassie en Adriaan-effect, als je begrijpt wat ik bedoel." Foto: George Verberne regisseur. Dan wil hij in het team eromheen graag ervaren krachten hebben. Dat snap ik ook wel, maar anderzijds wil ik graag werken met mensen die mijn drijfveren begrijpen." 'De filmproducent' is in dit geval San Fu Maltha. Gespitst op talent hield hij de jeug dige filmmaker al een paar jaar in de gaten. Uiteindelijk sloten ze een deal. Hij zou Tim Oliehoeks korte film The Champ financieren, waarna de regisseur Vet Hard voor hem zou maken. Op een festival in Noorwegen had San Fu Maltha de Deense kaskraker Old men in new cars gezien en was het idee gerijpt om daar een Nederlandse versie van te ma ken. 'Een mooie klus voor Tim', moet hij ge dacht hebben. Oliehoek: „Ik heb de originele film één keer gezien. Vanwege de grove hu mor vond ik 'm wel leuk, maar helemaal en thousiast was ik er niet over. Er is daarom een heel nieuw scenario geschreven. Ik wil de de film toegankelijker maken en in een andere stijl, waardoor het publiek zich toch meer met de hoofdrolspelers kan identifice ren. Het zijn weliswaar boeven, maar goede boeven." Centraal in de film staat snackbarhouder Bennie, een rol van Jack Wouterse, die na een mislukte ramkraak vijf jaar achter de tra lies zit. Bij zijn vrijlating ontdekt hij tot zijn schrik dat zijn pleegvader - en partner in cri me - Mast op sterven ligt en dat zijn twee werknemers (Johnny de Mol en Cas Jansen) het cafetaria hebben opgewaardeerd tot qui- cherestaurant. Mast kan alleen gered wor den met een nieuwe lever. Als Mast bekent nog een echte zoon in België te hebben, be vrijdt Bennie deze Koen öp spectaculaire wijze uit de gevangenis. Hij hoopt stilletjes op zijn lever. Maar als vader en zoon elkaar innig in de armen sluiten, rest maar één op lossing: op zoek naar geld voor een illegale lever uit Zuid-Amerika. Dat gebeurt uiter aard niet op legale wijze. De bankoverval loopt echter volledig uit de hand. Hoewel deze samenvatting misschien wel zo klinkt, is Vet Hard geen op Amerikaanse leest geschoeide actiefilm. Het is meer een zwarte komedie. Er zijn geen helden, alleen maar anti-helden. Jack Wouterse is geen boef la George Clooney of Brad Pitt. Hij heeft geen afgetraind lichaam, maar sjouwt voortdu rend zijn zware lijf mee en dat wordt hem bij de ramkraak ook fataal als hij daarmee klem komt te zitten onder een rolluik. Zijn 'pleeg- broer' Koen is geen charmante vrouwenver sierder, maar een lustmoordenaar. In de film vermoordt hij onder anderen presentatrice Chazia Mourali (als zuster Rita) en cabare tière Sanne Wallis de Vries (als onderhande laarster bij een gijzelingsactie). Het is alle maal over the top. „Het is met een vette knipoog gemaakt", zegt Tim Oliehoek zelf. „Ik zie deze film als een soort stripboek. Maar dan zonder het Bassie en Adriaan-ef fect, als je begrijpt wat ik bedoel. Behalve genoemde dames duiken in Vet Hard meer gezichten van bekende Neder landers op in kleine bijrollen: René Mioch en Jac. Goderie zitten in een bioscoop als een auto door het filmdoek de zaal in vliegt, Estelle Gullit speelt een lieftallige stewardess en Kim Holland komt als paaldanseres voor bij. Ach, deze rollen zijn niet belangrijk voor de verhaallijn; anders had ik wel echte acteurs genomen. Ik denk dat het publiek dit wel leuk vindt. Vooraf heb ik me afgevraagd welke vrouw Nederland graag gewurgd ziet. Ik denk dat Chazia Mourali een goede kans maakt, omdat ze in het spelletjesprogramma De Zwakste Schakel de kandidaten zo klei neert. Als grapje heb ik onder de wurgscène nog het muziekje van De Zwakste Schakel gezet." Voor zo'n grote film is 25 jaar een relatief jonge leeftijd voor een regisseur. „Bij de au dities kwam half bekend Nederland voorbij. In het begin vond ik dat wel eng. Wie ben ik om die mensen af te wijzen? Maar dat gevoel raakte ik snel kwijt. Je doet alles immers met één doel voor ogen: een goede film maken. Jack Wouterse heeft geen auditie hoeven doen. Ik wilde hem voor die rol en niemand anders. Hij is een geweldig acteur. Jack kan een bikkelharde misdadiger spelen, maar ondertussen toch een teddybeer blijven. Dat is ook het verschil met het Deense origineel. Bennie is niet alleen maar bot. Als hij bij zijn pleegvader is, is hij toch weer even die kleine jongen." Dat hij de verantwoordelijkheid kreeg voor een budget van 3,7 miljoen euro, bezorgde Tim Oliehoek geen zenuwen. „Dat geld was gewoon nodig om mijn plan uit te voeren. Met één miljoen zou ik even gespannen zijn geweest. Ik merk wel dat ik, nu de première nadert, wat nerveuzer word. De première van Vet Hard is maandag in bioscoop City in Amsterdam. „Nee, geen Tuschinksi. Het is geen film met glitter en glamour. De dress- code is: no smoking. En in plaats van limou sines wordt het lelijke eendje uit de film ge bruikt. Ik ben zeer benieuwd naar de reac ties op de film. Het is toch je kind. Straks schrijft de pers: 'Wat een lelijk kind'." „Het is een film die ik zelf graag zou zien, een echte publieksfilm. De producent mikt vooral op jongeren tussen twaalf en twintig jaar. Volgens mij is de film vanwege die zwarte humor ook leuk voor dertigers en veertigers. Ik noem het een 'popcomfilm'. Bak popcorn, blikje cola, verstand op nul en lachen maar. Ik heb geen andere pretentie dan de mensen te vermaken. Als Vet Hard straks in de bioscoop draait, ga ik ook zo nu en dan anoniem in de zaal zitten. Het liefst met mijn rug naar het filmdoek, zodat ik kan zien hoe iedereen op de film reageert. Soms ontstaat er in een zaal de slappe lach. Dat geeft me een enorme kick." Zijn blik dwaalt door het raam naar buiten. Vanuit zijn flat in de Haagse Vinex-wijk Leid- schenveen kan hij in de verte zijn geboorte grond zien liggen. Zijn vader woont nog al tijd in Stompwijk en is er onder meer actief voor de ijsclub. Binnenkort verhuist Tim Oliehoek naar het centrum van Den Haag. „We hebben een huis gekocht in de buurt van het station", vertelt hij. „Ik ben wel trots op mezelf. Dat eigenwijze jongetje uit Stompwijk doet het niet slecht. San Fu Mal tha heeft alweer een nieuw script voor mij klaarliggen. Het speelt op een racecircuit. Ik ga het pas na de première van Vet Hard le zen. En daarna? Natuurlijk lonkt Hollywood. Mijn rijtje favoriete dvd's komt volledig uit Amerika. Ik zie het wel. Ik sluit niets uit. Maar het allerbelangrijkst is dat ik lol houd in het maken van films. Net als toen ik twaalf 'Vet Hard', regie: Tim Oliehoek. Met o.a. Jack Wouterse, Kürt Rogiers, Bracha van Doesburgh, Johnny de Mol en Cas Jansen. De film draait vanaf donderdag 3 februari in de bioscoop. Een centrale rol in de film Vet Hard speelt het lied Una Paloma Blanca van George Baker. Het is in een nieuw jasje de titelsong van deze komedie, maar het nummer duikt ook voortdurend op als ringtone van de mobiele telefoon van Bennie. „Ik zocht een lekker fout nummer", zegt regisseur Tim Oliehoek erover. „Iedereen kent het liedje. Voor de personages in de film heeft het nummer echt een emotionele lading. Zo'n lied over een witte duif vormt een mooi contrast met het geweld in de film. Dat werkt grappig." Speciaal voor Vet Hard hebben de producers Zki en Dobre, die in de dancescene hun sporen verdiend hebben, een 2005-versie van Una Paloma Blanca gemaakt. „Het is niet echt onze muziek", stellen ze. „Het moest een ruige, rockende dansversie worden. We zagen het in eerste instantie niet zitten. Hoe maak je zo'n vrolijke evergreen vet hard? George Baker was zo enthousiast over het uiteindelijk re sultaat dat hij het nummer opnieuw heeft ingezon gen, zodat zijn stem nog beter bij de muziek past." Platenmaatschappij United Recordings uit Nieuw- Vennep heeft de 2005-versie deze week op single uitgebracht. Voor de zanger uit Waddinxveen bete kent dit de zoveelste comeback. Hij vierde zijn grootste successen in de jaren zeventig met The George Baker Selection. Toen regisseur Quentin Ta- rantino het nummer Little Green Bag gebruikte voor zijn film Reservoir Dogs was George Baker in 1992 weer helemaal hip. Met dank aan de filmmaker krijgt de zanger de kans zijn zoveelste come-back te maken. Van Una Palo ma Blanca 2005 is onlangs onder Oliehoeks regie een videoclip opgenomen. „Het lied is vaker ge bruikt, onder meer in Duitse tv-series", vertelt de zanger, die in werkelijkheid Hans Bouwens heet. „In dit geval is er een unieke samenwerking tussen artiest en filmmaker ontstaan. Het liedje onder steunt in dit geval de film en de film ondersteunt het liedje." Baker is zo te spreken over de nieuwe versie dat de single ook in Duitsland wordt uitgebracht. „Of het een hit wordt? Dat valt tegenwoordig niet meer te voorspellen. Als de film goed scoort, wordt de kans daarop groter. Dat zag je aan Tarantino. Die ontruk te mij een paar jaar terug ook aan de vergetelheid." George Baker staat weer in de belang stelling. Foto: Hans van Weel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 3