De havervlokken en de tarwekiemen SI Bram Wassenaar wil nog vijf jaar door 'Hy is weg' SPORT zaterdag 29januari 2005 de la; door Anton Diedrich voorschoten - Bram Wassenaar kreeg vorige week de allereerste ereprijs voor buitengewone verdien sten voor de Leidse sport. De atle- tiektrainer, die onder anderen Ka- miel Maase en Simon Vroemen naar de wereldtop begeleidde, is al bijna 25 jaar actief bij eerst De Bataven en nu Leiden Atletiek en de KNAU. Wassenaar (60) wil nog minstens ieij vijf jaar doorgaan. „We hebben een heel talentvolle lichting jongens rond de 20, 21 jaar", zegt hij. „Over vijfjaar zijn er zeker een paar natio nale toppers bij." Bram Wassenaar over de Nederlandse atletiek, do ping en marathons. Bram Wassenaar is een grote naam in de nationale atletiekwereld. De Voorschotenaar, ooit een begena digd midden-afstandsloper, ver wacht elk moment een nieuw con tract bij de KNAU. Als de brieven- ^bus kleppert, staat hij dan ook schielijk op om te kijken of het zijn "contractverlenging is. Deze keer 1 niet. Wassenaar begon enkele jaren ge- leden als bondstrainer voor 14 uur per week. Hij begeleidde Han Kul- eer, Simon Vroemen, Kamiel Maa- Pse, grote namen in de Nederlandse atletiek. Maar internationaal spe len de Nederlanders eerder een be scheiden rol. „Dat is niet waar", werpt Wassenaar tegen. „Han werd in Seoel zesde op de Olympische Spelen, dat is heel goed. Kamiel is voor een blanke echt wereldtop. Een paar keer achtste op een WK, spi tweede op het EK cross, bij zijn za eerste marathon in Sydney werd dertiende, dan doe je het niet slecht.Aan de Afrikaanse lange- n- afstandslopers kun je niet tippen, zegt de Voorschotenaar. „In principe trainen de Kenianen net zo hard als wij. En de focus van iemand als Kamiel ligt het ook niet .e aan." Hoe kan het dan dat de 0( Oost-Afrikanen mijlenver voorlig op de Europeanen? „Een ver- er schil in lichaamsbouw", vermoedt ojjWassenaar. „Kenianen zijn lichter. 1S1 jEen recent onderzoek heeft aange toond dat het ook aan de kuiten ligt. Daar doen we niks aan. Ja, kei- trainen. Maar zij worden er mee geboren." dfEijn eigen hardloopcarrière bracht j] hem naar de Olympische Spelen 5rvan 1972 in München. Ernaartoe. Wassenaar ging voortijdig veg. Hij zou de finale lopen op de bf zi ie 1500 meter, maar zag ervan af na het gijzelingsdrama waarbij elf Is raëlische sporters omkwamen. De Voorschotenaar heeft het er liever niet meer over. „Ik was 28 jaar, ik had nog een paar goede jaren voor de boeg", zegt hij. „Maar door die gebeurtenissen is mijn baancarriè- re afgesloten. De slagroom was er vanaf." Ook zijn privé-leven veranderde kort daarna. Wassenaar moest een baan gaan zoeken, hij en zijn vriendin kregen een dochter. Was senaar kwam te werken bij het Voorlichtingsbureau voor de Voe ding en verhuisde in 1976 naar Voorschoten. Hij werd lid van De Bataven, begon in '80 met het trai nen van junioren en werd drie jaar later bondstrainer. „Dat hield nog niet zo veel in", zegt hij. „We ver zorgden wat decentrale trainingen, af en toe had je contact met de bond. Veel structuur zat er niet in." Na de Spelen in Seoel (1988) hield hij het werken voor de KNAU éven voor gezien. Dat duurde niet lang: drie jaar later vroeg de atletiek bond hem terug te komen, er kwam een nieuw trainingscomplex op Papendal en meer structuur. Wassenaar is positief. „Het is veel professioneler. We hebben een prachtig complex, alle faciliteiten die je nodig hebt." Gerard Nijboer werd hoofdcoach wegatletiek en lange afstanden. Nederlands beste marathonloper ooit is daar inmid dels weer grotendeels mee gestopt. „Ik zal er wel een aantal taken bij krijgen", verwacht Wassenaar. „Dat kan ook, nu ik sinds twee jaar met de VUT ben kan ik overdag de schema's maken. Vroeger moest dat in de avonduren even tussen door." Feyenoord In de jaren '80 werkte hij niet al leen als atletiektrainer. Wassenaar verzorgde ook looptrainingen bij Feyenoord. „Ik was zelf ooit een redelijk goede voetballer", zegt hij. Dat was in Harderwijk, bij WOG, als snelle rechtsbuiten. Maar al in de jeugd hield dat op. „Ik denk dat ik het misschien ook als voetballer ver had kunnen schoppen. Maar er was een crosswedstrijd, ik deed mee en werd meteen derde." Hij stopte met voetbal en werd lid van de atletiekvereniging. Toch hield de liefde voor het voet bal niet op. Wassenaar greep de kans om bij Feyenoord aan de slag te gaan. In de twaalf jaar dat hij er werkte heeft hij trainers zien ko men en gaan. Hans Kraay senior, Wim Jansen, Willem van Hanegem, Hans Dorjee, Pim Verbeek, Gunder Bengtsson, Leo Beenhakker. „Dat was mijn laatste jaar", zegt hij. „Met Beenhakker kon ik het niet zo goed vinden." Wassenaar zag een groot verschil in de invulling van looptrainingen. „Onder Bengtsson gaf ik een keer per week een looptraining, hij deed het zelf twee keer per week dunne tjes over. En een voetbaltrainer is niet tevreden tot een paar spelers kotsend over de reclameborden hangen. Dat zag je terug op het veld: de spelers waren overver moeid, ze kwamen in de wedstrijd nauwelijks meer vooruit." Duurloopje Er zijn verschillende stromingen over hoe een looptraining voor voetballers eruit moet zien, zegt Wassenaar. „Sommige fysiologen vinden dat je vooral moet kijken naar wat ze in een wedstrijd moe ten doen. Die vinden dus dat er vooral op het korte werk getraind moet worden. Ik denk dat er af en toe een duurloopje tussen hoort te zitten. Dan verminder je het risico op blessures en verbeter je de con ditie, zodat de spelers het een heel seizoen volhouden." „Feyenoord was altijd mijn club. Supermooi dat ik daar 12 jaar heb kunnen werken." Onder Beenhak ker was het minder mooi. „De ploeg ging op een winterstage van twee weken, ik moest per se mee. Ik heb twee weken vrijgenomen en de spelers twee keer gezien. Het re gende, oefenwedstrijden werden afgelast, het was ideaal om loop trainingen te doen. Dat gebeurde niet en daar zei ik wat van." Was senaar moest weg, kreeg bijna di rect een telefoontje van Willem van Hanegem - inmiddels trainer bij AZ - en heeft nog drie jaar in Alk maar gewerkt. Atleten zijn minstens zo professio neel met sport bezig als voetbal lers, heeft Wassenaar gemerkt. „Ze moeten er veel harder voor werken om aan de top te komen en te blij ven. Je moet elke dag met je li chaam bezig zijn." Dan hebben voetballers het een stuk makkelij ker, vindt hij. „Wat ervoor zou plei ten om voetballers twee keer per dag te laten trainen, is dat ze dan 's avonds te moe zijn om gekke frat sen uit te halen", zegt Wassenaar gekscherend. Ook qua voeding is er een groot verschil. „Voetballers zijn wel eens wat nonchalanter in die dingen. Atleten moeten perse op hun voe ding letten. Dat luistert heel nauw." In dat opzicht heeft de kennis een grote stap gemaakt sinds hij zelf actief atleet was. „Ik zocht het in havervlokken en tar wekiemen", zegt Wassenaar. „Te genwoordig weten ze meer. Bijna elke atleet slikt aspirine, dat zorgt voor een betere zuurstofopname in het bloed." Het zijn kleine dingen, maar niet onbelangrijk. En het is allemaal nog niet goed genoeg. Wassenaar beseft dat Nederland wat medische begeleiding betreft achterloopt bij andere landen. „Bijvoorbeeld Spanje en Rusland. Onze medische begeleiding beperkt zich tot bles surepreventie en -behandeling. Misschien moet de atletiekbond eens een goed gesprek hebben met een wielerarts", zegt hij. „Wat die renners presteren in de Tour de France is ongelooflijk. Dan moet je niet meteen aan doping denken, maar hoe bereiden die ploegen hun renners voor op een dergelijke inspanning? Dat zou ik echt wel eens willen weten. Misschien moe ten we wel terug naar de haver vlokken." Talent Met alleen goede voeding en goede trainingen red je het niet. Talent is ook nodig Wassenaar had het zelf en heeft nu bij Leiden Atletiek weer een groep jonge sporters onder zijn hoede die hij een grote toe komst toedicht. „Iemand als Joost Blokland bijvoorbeeld, dat is een goede steeple-loper. Hij kan de op volger worden van Simon Vroe men. En Dave Klink, Roel van Op- dorp, Pascal Noort, dat zijn jonge jongens met potentie." Daarom wil Wassenaar nog vijf jaar doorgaan als trainer. Hij wil de nu 20-jarigen brengen naar in elk ge val de nationale top. Via de weg der geleidelijkheid. „Zo ben ik al tijd geweest. Iemand van een rusti ge trainingsopbouw, gericht op een piek die soms negen maanden verder ligt. Ik heb het idee dat te Bram Wasse naar: „Atle ten moeten veel harder werken om aan de top te komen en te blijven." Foto: Dick Hogewoning veel trainers op korte termijn den ken, snel resultaat willen hebben. Ik wil dat een atleet elk jaar vooruit blijft gaan." Zijn telefoon rinkelt. Een mede werker van de atletiekbond. Om al vast het programma van de diverse adeten voor de komende maanden door te nemen. Wassenaar heeft alles paraat: meetmomenten voor Kamiel Maase, de route van de ma- rathonploeg naar Helsinki. „Maar ik weet nog niet hoe mijn nieuwe contract eruit ziet", zegt hij tegen de telefoon. Die antwoordt: „Dat hebben we gisteren al gemaild. Je krijgt er wel wat taken bij, als je het niet erg vindt." VOOR MEKAAR ai m: Jan Groen Leeftijd: 67 jaar Donplaats: Leiden Club: De Zijl/LGB ?rtnt u bij de club betrokken geraakt? 0 kinderen kregen bij De Zijl zwemles. Later zijn vedstrijdzwemmen gegaan en waterpolo. Ik evraagd om official te worden bij wedstrijden en __et steeds verder gegaan. Inmiddels ben ik 35 jaar :lub betrokken." «ft u allemaal gedaan voor de club? 1 ook nog official geweest bij het waterpolo en de evenementencommissie gezeten. Verder heb ik teams begeleid. Belangrijk voor de club was de lotto en toto, daar draaiden we een hele mooie omzet mee, tien procent was voor de club. Ik heb ook ingezet voor de Grote Clubactie, dat leverde ook veel geld op. De advertenties voor het clubblad zijn weggevallen omdat alles nu digitaal gaat. Daarvoor in de plaats verkoop ik wedstrijdballen aan de voormalige adverteerders, dat loopt goed." Hoeveel tijd kost dat allemaal? „Er is een tijd geweest dat ik vijf dagen per week in het zwembad was. Dat was thuis nooit een probleem, nee. Mijn vrouw stond er achter, die is zelf actief geworden in de club, dat is ze nu ook al 31 jaar. We zijn de activi teiten wel aan het terugdringen. We passen een paar dagen op op onze kleinkinderen, de aandacht gaat nu meer naar andere zaken." Wat is er mooi aan de club? „Het leuke is dat jongens en meisjes als vijf-, zesjarige binnenstappen en dat ze sommigen tot een heel hoog niveau reiken, landelijk en soms wel eens Europees." Voor Mekaar is een serie over vrijwilligers in de sport. Kandida ten voor deze rubriek kunnen worden aangemela bij de sportre dactie van deze krant via Postbus 54, 2300 AB Leiden, of via e- mail: sportredactie.ld@hdc.nl. Dave Shaw vestigde eind oktober vorig jaar een we reld diepterecord duiken in het Boesmans Gat, een diep- watergrot in de Noordkaap. Shaw, een 50-jarige Austra liër, getrouwd, vader van twee kinderen en een ervaren piloot van Cathay Pacific, bevond zich in het Zuidafrikaanse water op 12 meter van de bo dem van deze onderwatergrot, toen hij een lugubere vondst deed. In het heldere water van de pikdonkere grot bescheen door stom toeval een licht bundel van zijn 'zaklantaarn' op een diepte van 271 meter de stoffelijke resten (een skelet met de duikbril nog op) van een vorige record jager. Dit is een waar gebeurd ver haal. (Waarom ik dit expliciet ver meld? Omdat ik het niet zo heb op waar gebeurde verha len. De werkelijkheid is soms stouter dan de grens van onze fantasie. Zo ook hier, waar de waarheid de waarschijnlijk heid voorbij gaat.) Theo van Eeden is inspecteur van politie in Kaapstad. Hij is zelf een gerenommeerd duiker en hoofd van het politie-duik- team. Het Boesmans Gat is voor duikers wat Wimbledon voor een tennisser is, heilige grond. Van Eeden kent (de ge varen van) het Gat als geen ander. In zijn carrière van 34 jaar als politieduiker heeft hij er 792 lichamen geborgen. Al leen een jonge Zuid-Afrikaan se duiker die in 1994 verdronk kwam nooit boven. Hij moest het zijn, op wie Shaw in de diepte was gestuit. Deon Dreyer was 20 toen hij zijn duik naar de bodem met de dood moest bekopen. Zijn vader Theo en moeder Mar}' hadden zich er al bij neerge legd hun zoon nooit de laatste rustplaats te kunnen geven die zij al die jaren (in gedachten) voor hem hadden gereser veerd. Shaw hoorde hiervan en beloofde de ouders dat hij hun zoon bij gelegenheid op zou halen. Twee weken geleden was het zover. Dagenlang was de onderne ming voorpaginanieuws in Zuid-Afrika. Voor een W-do cumentaire van de expeditie was op de helm van Shaw een camera bevestigd en camera man Gordon Hiles vergezelde Shaw tot een diepte van 100 meter. De zee (oppervlakte- temperatuur 18ÈC) voelde koud, maar was als mineraal water zo helder. De opnames zijn goed gelukt. Het team van Shaw bestond uit 30 man, inclusief medici. Daags voor zijn duik ver klaarde de Australiër niet op te zien tegen de naargeestige opdracht op zich, al zei hij zich bewust te zijn van de risi co's. „Op de bodem is de tijd je ergste vijand. Acht duikers doken om zes uur 's morgens in het kielzog van Shaw de diepte in. Zij vormden een ketting, waar langs de betreurde Dreyer zou worden opgehaald. Als praat palen langs de snelweg vorm den zuurstoftanks een route tiaar de bodem van het Gat om de duikers na hun berging in staat te stellen terug te ke ren, zonder aan decompressie ('caissonziekte' of in het Zuid- Afrikaans: borrelsiekte) ten prooi te vallen. Shaws afdaling duurde als ge pland 25 minuten. Zijn tank bevatte - op die diepte - voor vijf, hooguit zes minuten aan zuurstof. Uitgekiend was dat Shaw (langs genoemde 'praat palen') na elf uur en 50 minu ten weer op zou duiken. Maar op 220 meter wachtte zijn eer ste secondant Don Shirley (die voor Shaw als Robin voor Bat man was) vergeefs op zijn komst. Het lossnijden van diens dui kersuitrusting én het in een lijkzak bergen van de ver dronken duiker, bleek te zwaar voor één man. Shaw geraakte door zün zuurstof, kwam in aderrtfpod en raakte verstrikt in het snoer dat de lijkzak aan hem vasthield. Theo van Eeden, de politie-in- specteur, legde voor de Zuid- Afrikaanse w een korte verkla ring af. „Dis verskriklik. 'n Mens kan nie op so'n diepte werk nie. Hy is weg. Toch hield Dave Sliaw woord, de ouders zagen hun zoon te rug. Vier dagen na de mislukte missie doken de twee dode duikers aan de oppervlakte van de grot op: bij het ontbin den van Shaws lichaam moe ten gassen zijn vrijgekomen die het in de dood verenigde en door een snoer aan elkaar i'erbonden Weetal als een ra ket hebben gelanceerd. Deon Dreyer heeft van zijn ouders een watergraf gekre gen. De urn met daarin zijn as is in het Boesmans Gat tot zin ken gebracht. Ironisch of niet? Frank Snoeks

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 21