SPORT Hippe bejaarde met groeistuipen ®eren op de toppers van toen iindelijk', zegt ;mke Dekker S2 Honderdjarige Australian Open is de Grand Slam van het volk Niveau zaalvoetbal is achteruit gehold zaterdag 15 januari 2005 geetachtige Straathof net op tijd door Marc Molenaars >bert Minkhorst gvan voorpagina 1 - Haar ogen stralen, blijk", zegt toproeister Fe- Dekker, „ben ik sport- [van Leiden." Niet dat ze |s dat de organisatie haar jeerder heeft uitgeroepen jte sportvrouw in de stad. I „Ik woon al mijn hele iin Leiden en ik heb in jarrière al veel Leidenaars en voorgaan. Het is een er om het nu zelf te zijn. fegetrouw worden de ^porters in de stad op de jaarsreceptie van de Leid- brtfederatie (LSF) in de en gezet. Bij deze editie tt dat in de kantine van jclub Roomburg. ;el erg blije' Dekker laat anije avond weten dat ze lat met roeien, in de 5 im op de volgende Olym- ce| Spelen, in 2008 in Pe- en medaille te halen. Op ""^discipline ze zich stort, I de komende paar jaar jen. „Ik ben nu bezig om ntej de komende drie jaar uit te stip pelen. Ik krijg van veel mensen respect. Ik ben nu een coach en sponsors aan het zoeken." Sportman en sporter van het jaar is Jeroen Straathof gewor den, De schaatser, die in 2004 zijn afscheid aankondigde, was de uitreiking aanvankelijk ver geten. Hij arriveerde nog ruim op tijd. „Het was helemaal door mijn hoofd geschoten. Ja, daar voel ik me gênant onder." Straathof, die al vijf keer op rij sportman van Zoeterwoude is geweest, is zeer verguld met de onderscheiding - wat voor in druk zijn vergeetachtigheid ook heeft mogen wekken. „Het is heel bijzonder om geëerd te worden om je prestaties en om wie je bent." Hij bekent er 'stil van te zijn'. „Zeker als allerlei mensen mooie dingen over je zeggen. Ik heb gewoon geprobeerd om mezelf te blijven. En deze prijs is voor mij zo'n beetje het eer ste teken dat ik Zoeterwoude- naar-af ben. Leiden is een lek kere stad om te wonen." naars Leidse sportprijs JCV De Spartaan (ge- 1986: richtheffen) 1987: Iwift (wielrennen) 1988: )e Zijl (zwemmen/polo) 1989: isopos (roeien) 1990: fora Bakker-Broxter- 1991: nan (tafeltennis) 1992: AV Holland (atletiek) Louk Sanders (tennis) 1993: wift (wielrennen) /Her- 1994 aan Filippo (gewicht- 1995: effen) 1996: lico Schroten (atletiek) 1997: 'arker Leiden (basket- 1998: al) )hn van der Wiel (scha- 1999: en) 2000: n 2 andra de Kruijff (tafel- 2001 jeu »nnis) J' HOK (rugby) 2002: tdj ahn van der Wiel uaöeZijl/LGB 2003: >hn van der Wiel 2004: !an Kulker (atletiek) Han Kulker Han Kulker Ronald Florijn (roeien) DIOK DIOK Jan Siemerink (tennis) Yvonne van Dorp (atle tiek) DIOK Irene Eijs (roeien) Irene Eijs Irene Eijs Kamiel Maase (atletiek) Erik van den Doel (scha ken) Kamiel Maase Eeke van Nes (roeien) Casper van de Burgh (triathlon) Tjerk Kramer (waterpo lo) LZ1886 (zwemmen) Jeroen Straathof (wiel rennen) Melbourne - Beginjaren tachtig was de Australian Open, de eer ste van de vier Grand Slams in het jaar, op sterven na dood. Veel internationale toppers hik ten aan tegen de verre reis en voelden er niet voor om de kerst dagen aan de andere kant van de wereld door te brengen. Mil joeneninvesteringen en gehaai de marketingconcepten bliezen het evenement nieuw leven in. Bij het honderdjarig bestaan is de Ozzie Open een hippe bejaar de met groeistuipen, vitaler dan ooit. Wimbledon gaat prat op zijn rijke historie, Roland Garros op zijn charme en elegantie. De US Open koestert een heel ander imago: jong en wild. Maar wat te doen met de Australian Open? Het toernooi in Melbourne staat te boek als het Grand Slam van het volk. De Austra lian Open is van iedereen, maar door zijn ondefinieerbare ka rakter tegelijkertijd van nie mand. Tenminste, zo was het door de jaren heen, maar een kentering lijkt aanstaande. Door fikse investeringen in de ultramoderne stadions (de Rod Laver Arena was het eerste ten- nisstadion met een schuifdak) en infrastructuur, een uitge kiende merchandising en een substantiële verhoging van het prijzengeld is Melbourne uitge groeid van een lelijke eend tot een kip met gouden eieren. Het valt niet te ontkennen, ook in het rijtje van de vier belang rijkste tennistoernooien van het jaar heeft Wimbledon nog altijd een status aparte, al stoelt die zaligverklaring toch vooral op melancholische motieven. Sportief gezien staat er nog al tijd geen maat op een titel op heilig gras, op tal van andere fronten is het oudste Grand Slam al lang achterhaald door zijn drie kleine broertjes. De Rod Laver Arena op Melbourne Park. Foto: GPD In de strijd om naam en faam is geld misschien niet zaligma kend, maar in termen van suc ces zijn geldbedragen vaak maatgevend. Toen Rod Laver (daar is ie weer) en Margaret Court bij de invoering van het professionele tennis, 35 jaar ge leden, de Australian Open won nen verdienden ze daarmee respectievelijk 5.000 en 2.000 lokale dollars. Bij het honderd jarig bestaan is de totale prij- zenpot gevuld met ruim negen tien miljoen Australische dol lars, waarvan zowel voor de winnaar bij de mannen als bij de vrouwen ruim 1,2 miljoen is gereserveerd. Kille cijfertjes, vaak nietszeg gend, maar in dit geval een pro baat middel om aan te geven dat de Australian Open de sprong naar volwassenheid in middels heeft gemaakt. Datzelf de geldt voor de bezoekersaan tallen. Op Melbourne Park pas seren de komende twee weken naar verwachting meer dan 500.000 toeschouwers de poor ten. In Parijs dromen ze van dat soort aantallen. Dat de Australian Open de laat ste decennia is uitgegroeid tot een volwaardig Grand Slam, is op zijn minst opmerkelijk. Het toernooi, dat in 1905 zijn eerste editie beleefde in Melbourne en vervolgens op toerbeurt langs zes verschillende steden reisde, had tot op hoge leeftijd te kam pen met groeistuipen. Zozeer zelfs, dat het toernooi aan het begin van de jaren tachtig zelfs ter ziele dreigde te gaan. Door de invoering van het professio nele tennis verloor uitgerekend de Australian Open veel van zijn luister, helemaal toen de organisatie in 1977 besloot het toernooi te verplaatsen naar de maand december. Topspelers lieten het massaal afweten. Omdat ze het (financieel) niet zagen zitten om 15.000 kilome ter of meer te reizen of omdat ze met kerst liever thuis wilden zijn. Organisatoren in Duits land en Japan stonden te sprin gen om de grand slam-status van Melbourne over te nemen. Zover kwam het uiteindelijk niet. De bouw van een heel nieuw tenniscentrum in het toenmalige Flinders Park (het complex in Kooyong was ver ouderd en te klein) en een uit gekiend marketingconcept brachten uitkomst. Hogere in komsten door grotere sponsor contracten en toenemende be zoekersaantallen, hogere op brengsten aan televisierechten en lucratieve merchandising maakten het mogelijk dat de Australian Open, sneller dan verwacht, weer kon aanhaken bij de Grote Drie. Ook op spor tief gebied. In de beginjaren waren de - toen nog - Australasian Tennis Championschips vooral een Angelsaksische aangelegenheid. Voor veel Europeanen was de trip naar Melbourne (42 keer organisator), Sydney (17), Ade laide (14), Brisbane (8), Perth (3) en Nieuw-Zeeland (2) een voudig te ver. De Franse musketier Jean Boro- tra, winnaar in 1928 was lang de enige niet-Engelstalige ten nisser die het toernooi op zijn naam wist te schrijven. Pas in 1978 kreeg hij in de Argentijnse tovenaar Guillermo Vilas een opvolger. Tot die tijd waren de Australiërs meestal baas in ei gen huis. De namen van illuste re tennissers als Rod Laver. Roy Emerson, Ken Rosewall en John Newcombe worden in Mel bourne nog altijd met goud ge schreven. Noodgedwongen ook, want net als Wimbledon (Perry, 1936) en Roland Garros (Noah, 1983) wachten ook de Australiërs al meer dan twintig jaar op een winnaar uit eigen land. Pat Cash was er twee keer dicht bij, in '87 en '88, maar hij verloor op de slotdag eerst van Edberg, daarna van Wilander. Twee keer in vijf sets. Cash won wel Wimbledon, zoals Patrick Rafter twee keer de beste was tijdens de US Open. In eigen land bezweek hij echter steeds onder al te hoge verwachtin gen. Australië vestigt nu zijn hoop op Lleyton Hewitt. De vechtjas uit Adelaide, met de ti tels van Wimbledon en New York reeds op zak, wordt op zichtig naar voren geschoven als de belangrijkste uitdager van Roger Federer, de schier onoverwinnelijke Zwitser. Nie mand die daar echt in gelooft, maar volgens Hewitt zijn de wonderen de wereld nog niet uit: „Want ik speel beter dan ooit en zou zo weer een titel kunnen pakken. Ik voel gewoon dat ik er heel dicht bij ben." Hewitt op de slotdag in de Rod Laver Arena, de Norman Brookes-trofee fier boven het hoofd: een mooier cadeau is niet denkbaar, zeker niet voor een honderdjarige die verder alles al heeft. ibert Minkhorst (handel, Glasbergen, In- yift Boys, Van der Plas, ONDi)onald's/Simeko: top- sl"toen. Want wat is er IST1lde afgeladen EN ^hallen, een volle jin Voorhout waar Bax Ie neergang in het zaal- ist jiof beter nog futsal, de eclfna'eterm - gaat ge" ej.j|)r. Niet alleen in de re- jje kwalificeerde zich i voor het WK. Wie of l het tij? L 69 inmiddels, mij- 1989 werd Bax Neder- jnpioen. „Wereldvoet- ad ik toen." Hennie - (no Faber, Hans van om er een paar te i „Ik was al een paar het bouwen aan een i gingen steeds een net |ger. Ik wist: als ik nu toet erbij haal, worden mvToen. Toen hij kwam toujaatje compleet. Hij en •ntahdewiel waren de bes- at otlk kon gerust mijn chrfoeder op de bank zet- fdvfach." I tijd die Bax naam en orgde. „Door dat team ve nog steeds overal igd. En, echt waar, als •chtli, is de tegenstander anisbpleet. Van Bax willen Beds niet verliezen." tjesjiwen en Faber haalden va|lands team, en de n Jvas te klein om alle Vers te herbergen, fekelijkse 600 tot 700 i0Ildliek zijn er zo'n 300 in de naamgever, op- l weer coachende ind):er keren de tijden terug. Aan het eind ren 90 kende de zaal- Jib al even een ople- net kampioenschap in divisie speelde Bax w menen op het hoogste an Leeuwen nam af- et 2?t een titel en coachte 3ninfiaar het team in de en tf met ont^er andere C P weggelokte broers ierman van Marwijk. moet het verblijf in ale top langer duren, Wim Bax: „Ik wil rustig kunnen bouwen aan een team. Met wat jon gens uit de regio, en steeds een stapje hoger." Archieffoto: Dick Hogewoning zegt Bax. „Volgend seizoen moet het gaan gebeuren", kon digt hij aan. „Na de promotie moeten we ons eerst handha ven en dan ga ik verder bou wen. We willen echt weer kam pioen van Nederland worden. Ik denk ook dat het kan." Sponsor van de club is Bax met zijn drukkerij zelf. Geld is daar mee niet zo'n probleem in Voorhout. En geld zaaien is - in het zaalvoetbal - al gauw succes oogsten. Zo kon West Stars uit Den Haag met het geld van de sponsor een aantal keren Ne derlands kampioen worden. Nu lijkt FCK De Hommel uit St. Mi chielsgestel op weg. In Brabant zijn toppers als Hennie Let- tinck, Marciano Bouwman en René Marichal bijeengebracht. Lettinck maakte bijvoorbeeld eerder met de in België spelen de Edwin Grünholz deel uit van het inmiddels gedoofde ster renteam uit Den Haag. Bax wil een blijver zijn, zegt hij, en gaat het daarom anders doen dan West Stars. „Ik wil rustig kunnen bouwen aan een team. Met wat jongens uit de regio, en steeds een stapje ho ger. Wij kunnen het ook, want we zijn een echte vereniging: met kader, een basis." De club heeft 300 leden, negentién teams en twee jeugdselecties. Bondsvertegenwoordiger Max Tjaden, in het district West II verantwoordelijk voor alle voet- baltechnische zaken bij futsal, juicht de Voorhoutse initiatie ven toe. Hij erkent dat het zaal voetbal mindere tijden mee maakt - zeker in Zuid-Holland. Tjaden speelt bij landskampi oen FC Marlène uit Heerhugo- waard en is international. Hij woont in Den Haag. „Een te loorgang wil ik het niet noe men, maar een eredivisieclub heeft West II bijvoorbeeld niet. En dat is erg jammer. In zijn al gemeenheid: de glorie is een beetje weg. Een paar jaar terug kon er bij Marlène bijna nie mand meer bij in de hal. Ik zie toch dat het minder wordt." En aan de prestaties van de club ligt het niet, vindt Tjaden. Wat wil je ook, als je in één seizoen de titel, de beker en de super cup wint. De bondsman vindt dat zijn sport aandacht tekort komt. SBS heeft de voetbalrechten ge kocht, maar zendt al een tijd niets meer uit. Ook clubs laten het afweten. „Ze laten het lo pen. Er zijn nog maar een paar clubs in Nederland die niveau hebben." De neergang in het futsal verklaart Tjaden ook voornamelijk door een wissel werking tussen die twee: clubs die afhaken, en de aandacht van buiten die verslapt. „Het niveau van het zaalvoetbal is achteruit gegaan. Dat klopt wel", erkent ook Bax. Oud-spe ler Mario Faber: „Ik volg het niet echt meer, dus ik weet niet precies hoe het nu is. Maar als ik weer eens op een wat lager niveau meedoe, kan ik heel ge makkelijk meekomen en ik denk dat al die oude knakkers dat hebben." Een veeg teken, vindt Faber. „Mijn gevoel zegt dus ook dat het minder is ge worden." „Ik denk dat het niveau hard achteruit gehold is", zegt zijn vroegere teamgenoot Hans van Leeuwen, trainer van zondag hoofdklasser UVS. „Zaalvoetbal is er altijd bijgedaan. Investe ringen - behalve in het halen van spelers - zijn achtergeble ven. Ook ons team van toen draaide op de betere veldspe- lers. De faciliteiten in de zaal waren er niet. Onze conditie hadden we te danken aan het veld." De verklaring voor de teloor- i' gang van het zaalvoetbal in de regio is te vinden in de Bollen streek, zegt Cees van Tongeren, voormalig topspeler van onder andere Bax (en Lugdunum). Wie op zaterdag speelt bij Quick Boys, Noordwijk of Rijns- burgse Boys, gaat de avond er voor niet naar de Leekster Eag les in Friesland, of naar Fermo- nia Boys in Limburg. „Ik speelde op zondag, en had dus altijd een dagje extra. Dan is het geen enkel probleem." Toch lukte het jongens als Aan- dewiel wel om veld en zaal te combineren. „Maar de eisen die aan spelers worden gesteld, zijn steeds hoger", zegt Van Tongeren. „Het spel wordt steeds sneller en professioneler. Als je in de top van het zaal voetbal wil spelen, moet je denk ik een keuze maken. Je kunt na een vrijdagavond niet een topwedstrijd voor 4.000 man goed spelen." Bondscoach Vic Hermans van het Neder lands futsalteam dwingt zijn in ternationals al een keuze te ma ken. Wie voor Oranje speelt, mag niet op het veld op een hoog niveau spelen. Het niveau en de macht van de Bollenstreekclubs spelen zeker een rol, beamen Van Leeuwen en Bax. Van Leeuwen geeft aan dat in het amateurvoetbal ge noeg wordt verdiend om een speler makkelijker te laten kie zen. „In het amateurvoetbal gaat tegenwoordig veel meer geld om. Een speler zal sneller zeggen: als je me dwingt te kie zen, kies ik voor het geld. Ik denk dus ook niet dat de hoog tij ooit nog terugkomt." Mede, aldus Van Leeuwen, om dat een uitzonderlijke lichting zaalvoetballers uit de regio toen de dienst uitmaakte. In Leiden, de Bollenstreek en op landelijk niveau. Hij, Faber en Van Ton geren herinneren de titanen duels die clubs in de Groenoordhallen uitvochten - met een duizendkoppig pu bliek. Waar Van Leeuwen stelt dat het de regio domweg ook aan talent ontbreekt om een nieuwe pe riode van glorie te krijgen, zegt Bax dat het talent er zeker is. Het voetbalt alleen niet in de zaal, maar op het veld. „Ik word door bijna alle clubs tegenge werkt. En ik snap echt niet waarom die jongens van hun club niet mogen. Ze zijn altijd Hans van Leeuwen, in 1994 als speler van Bax: „Onze conditie hadden we te danken aan het veld." Archieffoto: Dick Hogewoning bang dat ze geblesseerd raken. Onzin. Als ik een geblesseerde speler heb, komt dat door het veld." Alleen met zondagclub SJC uit Noordwijk werkt Bax samen. De twee verenigingen delen spelers. „De trainer daar, Ruud de Groot, redeneert dat zijn spelers er nog wat bijleren in de zaal", verklaart de Voorhouter. Bax zou graag jongens als Ray mond van Es en Joeri Onder- waater van UVS naar Voorhout halen, maar de Leidse club ver biedt dat, zegt de zaalvoetbal- coach. „Toen wij kampioen van Nederland werden, was Melbi Raboen trainer van UVS. Die zei: wat maakt het uit wat mijn spelers erbij doen. Als ze er zondag maar staan." Van Leeu wen ontkent de beschuldiging: „We kunnen het in principe niet verbieden. Alleen: vrijdag is een trainingsavond. Ze worden hier verwacht. Hun afwezigheid kan consequenties hebben voor de zondag." Tegelijk bekent de trainer dat hij een speler als Van Es 'eigenlijk niet kan mis sen'. Bax en Van Leeuwen weten nog een reden voor de tanende be langstelling en uitstraling van het futsal. Om naar te kijken is het zaalvoetbal te vaak oninte ressant. Te veel geschuif en ge- schaak. Van Leeuwen: „Top- zaalvoetbal mag van mij terug in Leiden, maar dan moet je de mensen wel wat te bieden heb ben. En het nadeel is dat als het niveau hoger wordt, het ook steeds tactischer wordt. Ploe gen schrortien niet om gewoon op 0-0 te spelen." Het hogeschoolvoetbal in de zaal benadert soms de perfectie - het gevolg, aldus Van Leeu wen: Wachten tot iemand een fout maakt. „Zo ging je spelen: je moest geen fout maken. Maar als je steeds sterker en be ter wordt, schiet het zaalvoetbal zijn doel voorbij. Op een klein veld spelen, vier tegen vier en twee keepers, met mooie acties en veel doelpunten. Daar draait het toch om. De echte tove naars zoals Grünholz hebben het ook steeds moeilijker. En de toeschouwer zegt dan: joh, wat gebeurt er nou? Ik ga niet meer." Bax moet helemaal niets van dat afwachtende geschaak heb ben. „Dan wordt het een saaie kijksport. Wat Marlène en Hoomse Veerhuys wel eens la ten zien, gek word je er van. Ik doe er niet aan mee. Met de introductie van de niet stuite rende (plof) bal en de wijziging van de spelregels hoopte de KNVB al meer spektakel te kun nen brengen. De opzet lijkt am per geslaagd, getuige het com mentaar van de ex-toppers. Tjaden zegt dat de bond dit jaar zijn voorlopig laatste troef heeft ingezet om het futsal op een hoger en aantrekkelijker niveau te brengen: de jeugd. In twee leeftijdklassen doen in totaal twaalf teams mee in West II. Bax levert twee teams.Als we met de jeugd beginnen, moet dat leiden tot een betere top." Moeizaam gaat het alleen wel, vindt de bondsman. „Het is heel lastig om verenigingen te mobiliseren iets te gaan doen met de jeugd. Nogal wat clubs hebben eigenlijk alleen maar een eerste, en soms nog een tweede. Het ontbreekt ze aan kader. Een gemiddelde futsal- vereniging is niet zo goed geor ganiseerd." Waar kan, biedt de KNVB ondersteuning aan clubs, zegt Tjaden, zeker als ze met jeugd aan de slag willen. Bij de jongens zelf is animo genoeg, stelt hij. „Kijk maar naar het pleintjesvoetbal." Van Leeuwen kent het jeugd- plan niet, maar laat blijken dat hij interesse heeft. UVS heeft een zaalvoetbalafdeling, alleen op een lager niveau en zonder jeugdspelers. „Maar als ze daar naast gewoon op het veld kun nen blijven spelen - ik moet er eens over denkeixVoor hun technische ont^Aceling zou het niet verkeerd zijn." Tjaden is niet somber over de toekomst van het (Zuid-Hol landse) zaalvoetbal. Een nieuwe periode van glorie kan aanbre ken, denkt hij, in Voorhout, of elders. „Bax is een gerenom meerde club. Verder hebben we NBHW Boys en Noordzee uit Den Haag en Westlandia in de eerste divisie. Op het een na hoogste niveau zijn we dus al aardig vertegenwoordigd. Het is een kwestie van tijd voor er eentje doorbreekt." De bondsman hoopt dat deze clubs niet alleen sterke spelers bijeenbrengen, 'maar ook wat structuur daaromheen neerzet ten'. In zijn ogen is dat een ga rantie op langere successen. „In het zaalvoetbal is het niet zo moeilijk om je portemonnee te trekken en een aantal goede spelers te halen. Zo kan je weer heel snel naar de top. Ik prefe reer toch de weg van de gelei delijkheid."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 23