Design-encyclopedie van een kluizenaar Klein geluk in de polder De verschroeiende kant van de verbeelding 'Bob den OjT door Russische ogen De 'dolkstoten' uit vijftig jaar betaald voetbal TOP-10 Tim Krabbé en drie slechte schaatsers Vissenkoppen naslagwerk recensie Rob Schoonen The Design Encyclopedia' door Mei Byars. Uitgeverij Thoth. Prijs 59,90 Euro. Geen idee hoe Mei Byars eruit ziet, maar hij moet iets hebben van een kluizenaar. Hoe anders krijg je het voor elkaar om The design encyclo pedia samen te stellen? Het vuistdik ke boek (830 bladzijden) is beslist een serieus naslagwerk dat daarom een plek verdient in de boekenkast van eenieder die design of vormge ving een warm hart toedraagt. Byars, kortom, verdient een pluim op zijn kluizenaarshoed. Deze uitgave van de encyclopedie (de eerste editie verscheen in 1994) is een veel dikkere en uitvoeriger uit gave. De nieuwste publicatie is ruim tweehonderd bladzijden dikker en de honderd (zwart-wit) foto's van weleer hebben plaatsgemaakt voor zevenhonderd kleurenfoto's. De vormgeving is sober en efficiënt, zo als het hoort bij een dergelijk naslag werk. Teveel toeters en bellen ver storen het snel opzoeken van het een en ander en dat heeft Byars (me de verantwoordelijk voor de vorm geving) goed begrepen. Het boek biedt een overzicht van de geschiedenis van de vormgeving van 1870 tot heden. De kunsthistoricus Byars heeft - samen met diverse des kundigen uit verschillende landen - zo'n 3.500 onderwerpen samenge bracht. Daarnaast wordt ook aan dacht geschonken aan de belangrijk ste stromingen, stijlen en materialen in de wereld van het design. Belang rijk is dat Byars werkelijk veel moeite heeft gedaan om een zo compleet mogelijk biografie van elke ontwer per in het boek op te nemen; een klus die het beeld van de kluizenaar alleen maar versterkt. Er is een overduidelijke link met het Museum of Modern Art in New York. Onder meer het beeldmateri aal is goeddeels afkomstig uit dat museum. Nu is daar helemaal niets op tegen - het museum heeft ten slotte een naam op te houden als het gaat om haar verzameling design - maar het duidt tegelijkertijd ook de richting van deze encyclopedie. Een beetje veel Amerikaanse ontwerpers derhalve en dat gaat weer ten koste van de Europese collega's. Ofschoon: de Nederlandse ontwer pers komen er zeker niet bekaaid vanaf. Een jonge ontwerper als Piet Hein Eek schittert nog door afwezig heid, maar een Jurgen Bey is al wel opgenomen in dit naslagwerk. Ook Ook werk van de Nederlandse ontwerper Jurgen Bey, van wiens hand deze boombank stamt, is in de encyclopedie opgenomen. Foto: GPD het werk van de belangwekkende glasontwerper Andries Copier wordt afdoende beschreven. Zelfs het rela tief onbekende collectief De Genne- per Molen -actief in het begin van de negentiende eeuw - wordt genoemd. Rob Eckhart daarentegen zoek je te vergeefs in dit boek, terwijl er weer opvallend veel regels worden gewijd aan de meubelontwerper Willem Gispen. Ook de in Bergeijk woon achtige Martin Visser (ontwerper en jarenlang conservator bij Museum Boijmans Van Beuningen in Rotter dam) is terecht opgenomen in deze design-bijbel. Waarom de Gentenaar Maarten van Severen (onder meer vormgever van het Van Abbemuse- um) dan weer niet is opgenomen, blijft een vraag. literatuur recensie Peter van Druten 'Het Nederland van Bob den Ojl' door Joeri Nagibin. Uitg.: Douane. Prijs: io. Bob den Uyl heeft natuurlijk veel te weinig ge publiceerd. Of precies genoeg. Alles wat van hem is uitgekomen, is de moeite waard, ook de verspreide verhalen. Enkele maanden gele den verscheen de bloemlezing Het reizen ver eist sterke zenuwen. En daarmee wordt de droevige constatering dat zijn werk nauwelijks meer verkrijgbaar is een klein beetje gecom penseerd. Misschien dat de biografie van Den Uyl, waaraan Nico Keuning werkt, bij verschij ning in 2007 de belangstelling weer aanwak kert. Een nobele poging van de VPRO heeft vooralsnog weinig resultaat opgeleverd. Ondertussen is er voor de fans weer een kleine troost: de Rotterdamse uitgeverij Douane heeft Het Nederland van Bob den Ojl op de markt gebracht dat in 2000 als relatiegeschenk van Bureau Obelon verscheen. Geen werkje van de schrijver zelf maar van een Russische collega óver hem. Het is een lezenswaardige herinnering van Sovjetschrijver Joeri Nagibin aan zijn toevallige kennismaking met het werk en later de persoon Bob den Uyl. Het verslag van Nagibin onderstreept dat de verhalen van Den Uyl kennelijk voor de fijn proevers zijn. Hij ontdekt het verhaal Krabben in blik in een nummer van het tijdschrift 'Bui tenlandse literatuur' uit 1975. En ondanks zijn bijna Den Uyliaanse argwaan jegens nieuwe ontdekkingen op literair vlak is hij na lezing verkocht. Nagibin: „Ik ben geen alleseter op leesgebied, niet iemand die zich op elke tijdschriftpubli catie stort, op elke nieuwe naam, als een wesp op de jam. Mijn eerste reactie is er een van af weer, van verdediging tegen onvoorbereide, terloopse indrukken die meestal tijd en ziels kracht opslokken, zonder dat het iets oplevert. En van geen van beide heb ik veel meer. In mijn voorbije leven zijn er heel wat boeken opgetast die steeds opnieuw gelezen willen worden." Nagibin twijfelt of hij aan het ver haal zal beginnen, maar zijn 'schuldgevoel' te genover de Nederlandse literatuur besliste het pleit: „Ik begon aan Bob den Ojl en het bleek voortreffelijke literatuur." Ook twee andere verhalen intrigeren hem en zijn nieuwsgierigheid naar de persoon achter het werk wordt gewekt. Hij neemt zich voor Den Uyl op te zoeken als hij ooit in Nederland is. Die kans krijgt hij als hij voor de première van de film Dersu Uzala, waarvoor hij het sce nario schreef, Film International in Rotterdam bezoekt. Hij weet Den Uyl op te sporen en wordt warm onthaald. Den Uyl stelt hem voor aan 'het hoofd van de poëziestaf, de organisa tor van de internationale toogdagen van ver zenmakers, een onbaatzuchtige enthousiaste ling, die onvermoeibaar voor de publieke zaak werkt 'omwille van de grootse zaak van de toenadering der mensen'. Wie kan dat anders zijn geweest dan Martin Mooij? En deze orga niseert zelfs een literaire avond ter ere van de Russische gast. Het Nederland van Bob den Ojl is uit het Rus sisch vertaald door Arie van der Ent, die on langs voor dezelfde uitgeverij Sprookjes voor idioten vertaalde. Daarmee zijn bij de jonge uitgeverij Douane momenteel vijf literaire pa reltjes verkrijgbaar, waaraan opvallend is dat de prozawerkjes kleiner van omvang zijn dan de dichtbundels. E BI haarlem - Vissen haten het om op de foto te worden gezet. Dat beweert al thans David Doubilet, de samensteller van het vissenportrettenboek 'FishFace' (Phaidon, 19,95). En hij kan het weten. Deze vissenfotograaf heeft aan den lij ve ervaren hoe het is om deze prachtige, maar vaak volstrekt uitdrukkingsloze dieren, op de gevoelige plaat vast te leggen. 'Als onderwater-fotograaf voel je sport recensie Dolf Schellekens "Verdwenen maar niet vergeten' door Martijn Schwillens. Uitgeverij: Arko Sports Media. Prijs €34.50. Wie het boek Verdwenen maar niet vergeten tegenkomt, moet eerst ge woon eens lekker gaan bladeren. Ge nieten van geweldige foto's uit een zwart-wit verleden. Sla open dit boek op bladzijde 49 en kijk in het stralende gezicht van een jonge Pele. De Braziliaanse voetbalster, net we reldkampioen geworden, deelt in 1959 handtekeningen uit aan En- schedese jochies, casquette op het hoofd. Pele bezoekt Oost-Nederland voor een oefenwedstrijd met Santos tegen Sportclub Enschede. Vier bladzijden verder staat een Neder landse held prachtig op de plaat. Abe Lenstra bejubelt een doelpunt op een manier die alle moderne dansjes, salto's, treintjes en andere bedenksels van deze tijd in het niet doet vallen. Een spontane juich kreet, gevolgd door twee armen die de lucht ingaan en een parmantig hupje. Waarover gaat het boek dan eigen lijk? Over -treurige zaken vooral. Dit seizoen bestaat het betaald voetbal in Nederland vijftig jaar en daarop zijn heel wat glaasjes gedronken. Maar in die periode ging er ook veel mis. Verdwenen maar niet vergeten, gaat over de clubs die in die halve eeuw uit het profvoetbal verdwenen. Ze gingen terug naar de amateurs, fuseerden of verdwenen zelfs hele maal. Dat levert aardige verhalen op. Over het diepterecord van EBOH bijvoor beeld. In zijn laatste seizoen in het betaalde voetbal haalde de club uit Dordrecht (volgens het huidige sys teem) 6 punten uit 34 wedstrijden. Of wat te denken van de verzonnen ontvoering bij BVC Amsterdam, be dacht door Dé Stoop. Maar direct betrokkenen zullen bij het lezen van het hoofdstuk over u Ta Verdwenen maar niet vergeten hun cluppie toch vooral woede voe len. Wat dat betreft vat Hans van Rhoon, oud-bestuurslid van FC Wa- geningen, het op de achterkaft van het boek goed samen. „Elke zomer, wanneer al die noodlijdende clubs een licentie van de KNVB krijgen, dan lijkt het alsof ze weer een dolk in mijn rug steken." Het hoofdstuk over FC Wageningen is het meest in drukwekkend. Schrijver dezes kan door zijn groen-witte hart allerminst objectief oordelen, maar uit de tien bladzijden over de in 1992 failliet verklaarde club spreekt de meeste pijn. Logisch ook, want FC Wagenin gen heeft van alle besproken clubs verreweg het langst betaald voetbal gespeeld. En waar de verdwijning van nummer twee op die lijst - SC Amersfoort, halverwege seizoen '82- '83 - door de stad 'voor kennisgeving wordt aangenomen', gaat het twee hoofdstukken verder over 'diepe wonden'. Het is een scheiding die verder ook door het boek loopt. Bij sommige clubs krijg je het idee dat maar wei nigen huilden om hun verdwijning. Speeltjes waren het, van een paar rij ke meneren. Maar soms zit de pijn heel diep. Voor clubmensen die geen zin heb ben zichzelf weer te kwellen is er een eenvoudige oplossing: bekijk alleen de plaatjes. 1. (i) Dan Brown, De Da Vinci code Luitingh-Sijthoff, 19,95 2. (2) Dan Brown, Het Juvenalis dilemma Luitingh-Sijthoff, 19,95 3. (4) Dan Brown, Het Bernini mysterie Luitingh-Sijthoff, 19,95 4. (8) Dan Brown, De Da Vinci code. Geïllustrr de editie Luitingh-Sijthoff, 29,95 5. (7) Fokke Sukke, Het afzien van 2004 Harmonie, 8,60 I 6. (9) Geert Mak, n Europa Atlas, 39,90 7. (5) Youp van 't Hek, Hartjeuk zieleczeem Thomas Rap, 7,50 8. (io) Saskia Noort, 1 De eetclub Anthos, 18,95 9. (-) Simon Cox, De geheimen van de Da code Forum, 12,50 10. (3) Pieter Broertjes Trdmp, De prins spreekt I Balans, 9,50 Bron: CPNB/De Bestseller 6i Vier keer Dan Brown op de vier plaatsen van de Boeke1 tien. Nooit eerder bezette 1 teur de top vier van deze lijs best verkochte boeken, die is seerd op de verkoopresultatei meer dan 300 boekwinkels. Ei der profiteert ook publicist S1 Cox van de populariteit van Brown met zijn boek 'De gehe van De Da Vinei Code', waar de cultuur- en kunsthistorisch ten uit de roman verklaart. vertelling recensie Nico de Boer 'Drie slechte schaatsers' door Tim Krabbé. Uitgeverij Prometheus. Prijs 7,50 Tim Krabbé (1943) vestigde zijn re putatie met De renner (1978), De grot (1997) en vooral Het gouden ei, dat twee keer werd verfilmd door George Sluizer als respectievelijk Spoorloos en The vanishing. En stel de vervolgens ernstig teleur met de roman Kathy's dochter (2002). In de vertelling Drie slechte schaatsers neemt hij nu revanche. De vertelling gaat over een geschei den man en vrouw, en hun 10-jarig kind. De twee waren eens verliefd, trouwden, er kwam een kind en toen was het over. „Waarom was het ei genlijk uit? Misschien omdat ze had den gedacht dat dat er nu eenmaal bij hoorde. Je ontmoette elkaar, je werd verliefd op elkaar, je was een tijd bij elkaar, en dan ging je weer uit elkaar." Dat overdenkt de verteller, die mijmert over zijn leven, zijn zoon en zijn vrouw Elleke, 'een vrouw naar wie je moest kijken'. Hij zou het liefst ook zo weer bij vrouw en kind willen intrekken. Ze gaan tenslotte zo innig met elkaar om dat het voor buitenstaanders soms lijkt alsof ze nog getrouwd zijn. Maar te gelijkertijd krijgt hij van haar geen hoogte en vraagt hij zich af of ze een minnaar heeft. Op kunstijs trekken de 'drie slechte schaatsers' tenslotte hun baantjes, en lijkt alles even zoals het was en altijd zou blijven. En zo verglijdt dit verhaal, dat op zichzelf niet bijzonder is. De perso nages zijn dat evenmin, en ook de ontknoping is nauwelijks verrassend te noemen, zoals het thrillerachtige Het gouden ei dat was. Dat het ver haal toch pakt, heeft te maken met de sobere, heldere en dwingende stijl. Krabbé heeft weinig woorden nodig om veel te zeggen. En veel te suggereren. Met schaatsen als een metafoor voor het bestaan: we bege ven ons elke dag opnieuw op glad ijs en trekken ons spoor, niet bedacht op wakken of onbetrouwbare plek ken. In een tijd waarin boeken in een schreeuw om aandacht steeds dikker lijken te moeten worden, zou je zo'n kleinood als Drie slechte schaatsers gemakkelijk over het hoofd zien. En dat is jammer. Want zo kan het dus ook: in een tijdsbestek van nog geen vijftig bladzijden een verhaal vertel len waarvoor minder begaafde au teurs de ruimte van een lijvige ro man nodig hebben, en dat na afloop enige tijd in het hoofd blijft hangen. Drie slechte schaatsers is een oer- Hollandse idylle over winst en ver lies in de liefde, en over het kleine geluk in de polder. Je zou soms bijna vergeten dat het nog bestaat. roman recensie Wim Vogel '24/7' door Willem Melchior. Uitgeverij Atlas. Prijs 17.50 In het titelverhaal van Willem Melchiors debuut, De roeping van het vlees (1992), meldt de hoofd persoon, een Hollandse jongeman, zich ergens in New York aan bij een daarin gespecialiseerd kan toor om zich te laten vermoorden. Met een mes dient dat te gebeuren en de moordenaar dient, duidelijk zichtbaar voor het slachtoffer, ervan te genieten als dat mes diep in het vlees van de an der binnen dringt. Ook Kasper Valentijn (1996), Melchiors eerste roman, draait om de dwingende wens afstand te nemen van het eigen lichaam ten bate van de lust van de ander. In 2417, de nieuwe roman van Melchior, staat die zelfvernietigende lust al evenzeer centraal. En, het lijkt misschien vreemd, maar ook deze roman neigt in zijn intensivering van die vleselijke lust en in zijn afzweren van alles wat die drang tegen houdt, naar zijn tegenpool: naar de vergeestelijk te. hermetische literatuur van middeleeuwse mys tici. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week wil deze nieuwe Narcissus eigendom, slaaf zijn van een meester. Vraag hem niet dat verlan gen te rationaliseren. Van jongs af aan vervult dat verlangen hem, zonder dat hij daarom heeft ge vraagd en zo lang als hij zich zichzelf herinnert lag de wellust 'al geheel gerijpt in (hem) klaar om ge plukt te worden.' Nachtenlang surft hij op het in ternet, op zoek naar sites die zijn masochistische drift wakker kussen. Is dat het geval, en veel moei te kost het vinden van dergelijke sites niet, dan zweept zijn verbeelding de lusten op en ligt het genot voor de hand, eventueel gestimuleerd door wat tepelklemmen, pluggen, handboeien en wat de perverse handel nog meer te bieden heeft. Opgesloten in zijn sadomasochisme, van de da gen nachten makend, zijn lusten aanwakkerend door zijn driften, verschrompelt zijn buitenwereld en wordt zijn verlangen om zich voorgoed als slaaf te onderwerp aan een meester groter en gro ter. Die wens zichzelf onvoorwaardelijk en onher roepelijk weg te schenken, blijkt werkelijkheid te kunnen worden. Via het internet komt hij in con tact met een Trainingscentrum voor Meesters en Slaven, ergens in de provincie Utrecht, dat tegen inlevering en overgave van al je bezittingen bereid is je voorgoed als slaaf op te nemen. Dat Melchior in zijn verbeelding ver gaat, is dui delijk. Dat zijn hoofdpersoon uiteindelijk terug schrikt voor de definitieve stap, mag slap lijken, in feite onderstreept dat alleen maar dat de werke lijkheid nooit opgewassen is tegen de verschroei ende kant van de verbeelding, zeker waar het de lusten betreft. Met zijn seksuele verlangen zich door mannen te laten onderwerpen, pijnigen en vernederen, is ook deze hoofdpersoon begiftigd zonder daar zelf om te hebben gevraagd. Dat ver langen levend houden, dat is Melchiors drijfveer en dat kan alleen als de verlangens nooit helemaal worden verwezenlijkt. Verlangen is ook hier hefti ger dan hebben. Natuurlijk is 24/7 een verontrustend boek. Het neemt je mee naar de geheime en uiterst intieme kamers van een sadomasochist. Het attendeert je op sites en op geneugten waar je zelf niet zo snel op zou komen. Maar buiten kijf voor mij staat dat 24/7 allereerst een boek is waarin, in een gedreven en gepassioneerde stijl, een hoofdpersoon anno nu zijn meest intieme verlangens en driften bloot legt zonder dat dat, wat mij betreft, smerig wordt. En dat laatste wordt literatuur, als ze oprecht is, nooit! Hier is een man aan het woord die, als een mid deleeuwse mysticus, zijn geheime verlangens uit, die aan zijn verbeelding geen grenzen stelt en die er in laatste instantie voor terugschrikt die lustvol le verbeelding in te ruilen voor een teleurstellende zelfvernietiging. Wim Vogel je vaak een absolute imbeciel', zo heeft Doubilet eens opgemerkt. Om de moed erin te houden is hij alle vreemdsoortige schepsels die zijn camera passeerden als karikaturen van mensen gaan beschouwen. En ineens ziet hij in zo'n drij vende cartoon Margaret Thatcher., zijn oom Sam of zelfs Elvis. Wie op deze wij ze door dit prachtige fotoboek bladert verveelt zich beslist geen seconde. Maar Illustraties uit besproken boek. ook zonder zo'n spelletje blijven de foto's van Doubilet meer dan de moeite waard. Al was het alleen maar omdat alle gefotografeerde vissen in de camera kijken. En dat is al een prestatie op zich.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2005 | | pagina 8