an der Wiel heeft
doelen genoeg
Winnen en verliezen (2)
Rebecca Loos (10)
Haar vrijage met de Ne
derlandse televisie maakte
weinig los, die met David
Beckham des te meer. Voor
1.2 miljoen pondde de diplo-
matendochter haar onthul
lingen uit. Onze landgenote
tackelde behalve David Beck
ham zélf, ook het imago van
zijn sprookjeshuwelijk én
verrijkte de taal met een
nieuw woord. Uit de school
klappen voor héél véél geld
heet sinds Rebecca Loos uit-
ponden.
Diederik Simon (9)
Twee medailles tijdens één
Spelen is voor weinigen weg
gelegd. Als matroos van de
Holland Acht won Diederik
Simon zilver. In een taxi op
weg naar een restaurant liet
hij het kleinood liggen. Ge
lukkig kon hij de politie een
nauwkeurig signalement ver
schaffen van de taxi: „Een ge
le". Hiervan heeft Athene er
15000. Maar de speld in de
hooiberg werd gevonden.
Pierre van Hooijdonk (8)
„Laat ik eens gek doen",
dacht Marco van Basten en
stelde Pierre van Hooijdonk
op. De gok betaalde zich te
gen de in het veld superieure
maar op het scorebord kans
loze Tsjechen met 2 doelpun
ten uit. Held in Istanbul was
hij al. Met 23 goals leidde hij
Fenerbahce naar de 15de
landstitel. Zijn medespelers
(de meesten moslims) hielden
het op een watertje, speciaal
voor Pierre sjouwde voorzit
ter Yildirim een kratje bier de
kleedkamer binnen - plus een
nieuw contract.
Erik Dekker (7)
Ze zijn niet meer bij te lezen,
de Nederlandse sportbiogra
fieën. Alle wielerwetten tar
tend was Erik Dekker in ok
tober baas boven baas in Pa
rijs-Tours. Opzijn vélocipède
schreef de Drent een epos dat
gauw een hoofdstuk of vier
waard zou zijn in zijn nog
uit te geven biografie, was de
ze niet dezelfde week al ver
schenen. Waarmee Dekker de
onzin van te vroeg gepubli
ceerde levensverhalen onder
schreef.
Harvey Esajas (6)
Sprookjes bestaan. Ooit sloeg
de (gewezen) Feyenoorder een
Helderse amateur-voetballer
K.O. De affaire ging de doof
pot in, Esajas zelf ook.
Twaalfambachten en 13 on
gelukken later vond deze als
nog zijn bestemming. Circus
knecht. Dat is hij nog steeds,
zij het in 'Circus AC Milan
Tegen Palermo mocht Harvey
warmlopen, wat ons bevat
tingsvermogen ook zonder
invalbeurt al te boven gaat.
Cor van der Geest (5)
„Voor jou", schreeuwde zoon
Dennis naar vader Cor van
der Geest, nadat een Iraanse
kolos omvergeworpen was.
Een dag eerder had de jong
ste zoon Elco wel van de we
reldkampioen, maar geen
medaille gewonnen. Ook de
oudste zoon beet in het stof,
na een mammoetpartij.
Daarmee lag de olympische
droom van senior in scher
ven. Want Dennis had geen
lust meer in de herkansingen
om brons. Doe het voor
mij", vroeg de vader toen. De
zoon deed het.
Ton Boot (4)
Geen carnavalstype. Na zijn
veertiende landstitel, ditmaal
behaald als coach van de Ca
pitals, stelde de basketbalgoe
roe zichzelf en zijn spelers
welliefst 1 hele feestdag in het
vooruitzicht.
John de Mol (3)
Mediatycoon die zijn naam
eer aan deed door de bodem
onder erfgenaam van Sport
in Beeld te ondergraven. Op
jonge leeftijd werd De Mol
door een daartoe bevoegde
functionaris van Studio
Sport niet goed genoeg be
vonden als beeldbandredac
teur, jammer, met meer ge
duld had hij het vak mis
schien toch in de vingers ge
kregen en'het naar weder
zijdse tevredenheid tot zijn
pensioen uitgeoefend.
Tijs Venvest (2)
Misschien rinkelt er niet met
een een belletje, toch lagen in
augustus op vrijdag de der
tiende 2 miljard sportliefheb
bers aan zijn voeten. Dimitris
Papaiouannou kreeg via via
een dvd-tje in hand*jp. De ei
genaar van de moemjke
naam was choreograaf van
de openingsceremonie van de
Olympische Spelen, het
schijfje de registratie van een
concert van een 35-jarige
Bredanaar die in 2002 verko
zen was tot beste dj van de
wereld. Zo kwam het dat DJ
Tiësto Athene 1 dag in trance
bracht.
Sjeng Schalken (1)
In mei in Rome boekte Sjeng
Schalken de grootst denkbare
overwinning van zijn leven.
Hij en zijn vrouw Ricky za
gen op de zevende etage van
Hotel Parco dei Principi de
dood in de ogen. Het hotel
stond in brand, maar de
Schal kens ontsnapten via het
balkon naar het dak. Schal
ken overleefde 'de moeder al
ler matchpoints tegen', wat
hem maakt tot dé winnaar
van 2004.
Frank Snoeks
zaterdag 8 januari 2005
SPORT
wil het recordaantal NK-deelnames scherper stellen'
Exact de hele wereld afreisde, zocht ik
een woning in de buurt. Daar moest wat
voor de familie tegenover staan en zo
zijn we in Alphen en bij AZC terechtge
komen. Mijn zoons poloën en mijn
dochter doet aan synchroonzwemmen.
Dan zit je bij AZC goed. Op de dag dat
we in Alphen arriveerden, werden we al
gebeld. We stonden de verhuisdozen
nog uit te pakken."
Heeft U altijd al dingen voor de club
gedaan?
,,Op mijn 17de was ik voorzitter van po
locommissie in Deventer en in Zutphen
ben ik twee jaar verenigingsvoorzitter
geweest. Ik ben een ondernemer in hart
en nieren - dat zat er al vroeg in - en wil
graag wat te zeggen hebben. Een vereni
ging moet je met elkaar runnen. Als er
niet een paar drijvende krachten zijn,
wordt het los zand. Er zijn er genoeg die
alleen contributie betalen. Bij AZC pro
beren we de jeugd al vroeg overal bij te
betrekken. Je kunt mensen nooit ver
plichten, maar er is redelijk druk gezet
op de aspiranten A om een scheidsrech-
terscursus te volgen. Dan kunnen ze la
ter iets terugdoen voor de club. We heb
ben de jeugd ook een budget gegeven
om een oliebollentoernooi voor de
schoolkinderen te organiseren."
Bent U bij AZC ook meteen bij allerlei
zaken betrokken geraakt?
„Ik had niet veel tijd vanwege mijn werk.
Door rugproblemen ben ik ook met polo
gestopt. Later, toen ik zelfstandig IT-ad-
viseur werd, ben ik meer ondersteunen
de dingen gaan doen."
Voor Mekaar is een serie over vrijwilligers in de
sport. Kandidaten kunt u mailen naar sportre-
clactie.ld@hdc.nl, of schriftelijk aanmelden bij
postbus 54, 2300 AB Leiden.
door Robbert Minkhorst
De carrière van schaker John van der Wiel
leek in de versukkeling geraakt, op weg
naar de vergetelheid. Plots was daar, op
de valreep, na (weer) een mager jaar, bij
na de toernooizege. En de vastberaden
heid en gedrevenheid zijn nog even groot
als in zijn gloriejaren, verzekert Van der
Wiel. „In mijn jeugd droomde ik van we
reldtitels. Dat zal niet meer gebeuren,
maar als je mijn tegenstander bent, zou ik
toch maar uitkijken. Ik heb nog mooie
dingen voor de boeg."
Het is 25 jaar geleden dat Van der Wiel
werd uitgeroepen tot de Leidse Sport
man van het Jaar. In dat jaar (1979) werd
hij ook Europees jeugdkampioen. Zijn
definitieve doorbraak als grootmeester
volgde in de jaren erop. Ergens halver
wege de jaren 80 bereikte hij zijn hoog
ste positie op de wereldranglijst. Vijf
tiende, een plek waar hij vandaag de dag
van mag dromen. Op zijn naam staat het
recordaantal deelnames aan een Neder
lands Kampioenschap (26). Misschien is
hij zelfs recordhouder van het aantal
tweede plaatsen op een NK - negen.
Twee keer behaalde hij de Nederlandse
titel.
In 1998 won Van der Wiel zijn laatste
toernooi. „Dat wil zeggen: een toernooi
van enige betekenis. Het was in Elgoibar
in Baskenland in Spanje, en nog met een
hele mooie score ook. Volgens mij haal
de ik 7,5 punt uit negen partijen." Dat
was meer dan een grootmeesterresultaat
- en dus een topprestatie. Een groot
meesterresultaat is een hoge score die is
berekend op basis van de sterkte van de
toernooibezetting.
Zijn successen dateren dus alweer van
enige tijd geleden. Er is een uitzonde
ring: op de valreep kreeg een matig jaar
nog glans, en begon een nieuwjaar met
hoop voor Van der Wiel. In het goed
aangeschreven eindejaarstoernooi van
Groningen eindigde hij met drie ande
ren op de gedeelde eerste plaats. Hij
boekte bovendien een grootmeesterre
sultaat.
Alleen voor het enig overgebleven toer
nooi in Nederland met ware allure - het
Corus toernooi - kreeg Van der Wiel,
evenals Timman trouwens, geen uitno
diging. De organisatie vindt Van der
Wiel na 25 deelnames niet goed genoeg
meer. De schaker mag op het toernooi,
dat op 14 januari begint, voor het pu
bliek enkele partijen van toppers be
commentariëren en analyseren. „Ik heb
een goede band met de organisatie. Die
zorgt er altijd wel voor dat ik wat te doen
Rob Zwart,
ftijd: 45 jaar.
C, de waterpoloafdeling.
ng bent U al lid van AZC?
ik in Alphen aan den Rijn ben
nen, een jaar of acht dus. Ik
Deventer, waar ik vanaf mijn
De IJssel heb gespeeld. Toen ik
uw leerde kennen, ben ik in
bij de IJsselmeeuwen lid ge-
Zij doet aan synchroonzwem-
begon daar als trainster een
deling. Omdat ik in Delft werkte
lid van de hoofddirectie van
VOOR MEKAAR
heb, zodat ik er financieel ook nog wat
aan overhoud."
„Chaos is goed", zegt Van der Wiel, als
hij voor de foto poseert. Voor hem staat
een ratjetoe aan schaakstukken lukraak
geposteerd. Zijn agressieve, attractieve,
bij vlagen onberekenbare stijl is zijn
handelsmerk. Zijn voorkomen daarente
gen is bedachtzaam. Gedecideerd, maar
ontspannen en vriendelijk. Hij laat zich
niet gauw van zijn stuk brengen.
Frusterend, zo lang zo weinig aanspre
kende successen? Lang geleden, die laat
ste Nederlandse titel? Doet het pijn, om
jonkies als Daniël Stellwagen of Jan
Smeets te zien voorbijscheuren? „Ik zou
nog maar even wachten met me af te
schrijven. In Groningen kreeg ik het ge
voel, of meer nog de bevestiging dat ik
van iedereen kan winnen als ik in vorm
ben. Ik heb daar laten zien dat ik nog al
tijd een goed resultaat kan neerzetten en
dat ik een scherpe partij kan spelen."
Wat voor hem pleit, is dat schakers
doorgaans 'lang meekunnen'. De eeuwi
ge jeugd hebben ze niet, vindt Van der
Wiel. „Dat lijkt me toch niet. Schaken is
wel een sport die je tot op hoge leeftijd
op een hoog niveau kunt bedrijven. Je
moet dus oppassen voor je iemand af
schrijft. Bij Kortsnoj is dat heel vaak ge
beurd, ten onrechte. Hij was tot zijn
70ste met schaken bezig, én op een aar
dig niveau. Dat neemt niet weg dat je
psyche je in de weg kan gaan zitten. Dat
je jezelf, al dan niet bewust, duidelijk be
gint te maken: joh, je bent over de top.
Alleen als je steeds zo gedreven en mo
nomaan bezig kunt blijven, houd je het
vol.".
Van der Wiel is een schaakfanaat, maar
naar eigen zeggen 'niet zo monomaan
als Timman'. „Ik heb een goede wed-
strijdmentaliteit en ik heb nog streefdoe
len. Ik wil het recordaantal deelnames
aan een NK scherper stellen. Ik wil het
aantal tweede plaatsen op tien brengen
- hoewel ik een titel ook niet uit de weg
zal gaan. Ik wil nog wat toemooiover-
winningen bijschrijven. En ik zou nog
een keer een ELO-rating van 2600 willen
halen. Tegenwoordig zit je dan niet
meer bij de beste honderd van de we
reld, maar voor mij is het toch een magi
sche grens. Toen ik vijftiende van de we
reld was, had ik een rating van 2590."
Van der Wiel heeft van schaken zijn
broodwinning gemaakt. Daar valt van te
leven, verzekert hij, ook in mindere tij
den. Bovendien werkt zijn vriendin.
Sinds een goed jaar wonen zij en hun
twee kinderen in Voorschoten, om de
hoek van station De Vink. Daarvoor
heeft Van der Wiel altijd in Leiden ge
woond - op een vier jaar durend uitstap
je naar Bergen op Zoom na dan. Hij was
toen getrouwd met een Zeeuwse. „Ber
kers zijn ook vaak in het bezit van enor
me ego's." En: „Schakers zijn van nature
individualisten. De sociale vaardigheden
zijn niet bij iedereen altijd even goed
ontwikkeld."
„Voor mij blijven de toernooien het
meest interessant. Vooral vanwege de
spanning. Er is een hoop dat een speler
niet kwijt kan op zo'n toernooi. De
speelruimtes zijn afgesloten en in princi
pe moet het stil zijn. Toernooien spelen
zijn daarom ook erg zwaar en zeer ver
moeiend. Ik vind die spanning tegelijk
weer verslavend. Toernooien zijn het
echte leven voor een schaker. Ik leef al
tijd wat meer dan wanneer ik thuis wat
aankeutel."
„Moeite met motivatie heb ik niet. die
komt vaak vanzelf. Ik kan mijn hersenen
niet op een kwartslag minder zetten. Als
je gaat zitten: kom, we gaan een leuk
potje schaken, dan zit het definitief fout.
Als ik speel, ga ik voluit. Soms denk je:
vandaag is remise ook goed. Alleen is het
dan toernooistrategie. Heilig vuur is
misschien wat overdreven, maar er
brandt voortdurend nog wat. Ik denk dat
die gedrevenheid bij mij een karakter
trek is. Heb je dat niet, dan ben je niet
geschikt voor topschaken."
gen op Zoom was een soort compro
mis." Als herinnering aan die tijd hangt
in de woonkamer een prent van een
stadsbeeld. Aan de schouw het enige
schaakbord in zicht, een demonstratie
bord in miniatuur.
„Ik doe van alles rond het schaken. Ik
geef trainingen. Dan zijn er de simul
taanseances - niet vaak, wel lucratief. Ik
speel in Nederland en in Duitsland com
petitie. Ik schrijf veel over schaken. En ik
ben hoofdredacteur van Schaaknieuws."
Hij relativeert: „Dat is slechts een papie
ren titel. Het blad hoopte met een groot
meester meer zieltjes te winnen."
Als het woord doping valt, windt Van der
Wiel zich ineens op. „We hebben het ja
renlang kunnen tegenhouden, maar
sinds kort telt voor ons ook dat interna
tionale dopingreglement. Op die lijst
staan de meest voorkomende stoffen -
dus er gaan straks nog gekke dingen ge
beuren. Een schaker krijgt niet echt be
geleiding. Die weet amper wat wel en
niet mag. Daar komt bij dat we aan de
meeste hulpmiddelen helemaal niets
hebben. Echt, als ze er waren, hadden
wij ze allang ontdekt en omarmd. Nie
mand weet wanneer je beter gaat scha
ken. Voor ons is het grote onzin."
De schaker glimlacht. Ach ja, de mythe,
de mystiek van het schaken. „In de
schaakhistorie hebben heel vreemde fi
guren geleefd. Zo'n gegeven draagt bij
aan de mythe", verklaart Van der Wiel.
„Dat begon al in de 19e eeuw, toen de
Amerikaan Paul Morphy naar Europa
kwam, zag en overwon. Op een storm-
rachtige manier wierp hij de gevestigde
orde omver. Een paar jaar later zat hij in
een gesticht. In de tijd van Max Euwe
had je Aljechin, die waarschijnlijk zelf
moord pleegde. En laten we Bobby Fi
scher natuurlijk niet vergeten. Die blijft
de mensheid verbazen."
En de sport heeft vreemde kenmerken.
Waarom worden partijen tot in de eeu
wigheid nagespeeld? En waarom zijn er
altijd zoveel Russen zo goed? Wat betreft
dat laatste: Van der Wiels broodwinning
lijdt daar nog wel eens onder.Als ik
duizend euro startgeld vraag, zegt de or
ganisator: voor dat geld kan ik vijf Rus
sen krijgen en die zijn minstens zo goed
als jij." Let wel, Russen staan in dit geval
voor alle grootmeesters uit vroegere Sov
jetstaten, maakt de schaker duidelijk.
Het rijke talent uit het oosten beschouwt
Van der Wiel als een deel van het com
munistisch erfgoed. Toppers werden ge
dwongen talent op te leiden. Die basis
staat nog altijd. Schaken was altijd al een
grote nationale sport in Rusland. In Van
der Wiels glorietijd begreep hijzelf gauw
genoeg waarom: toen hij hoorde wat het
inkomen van een chirurg in Moskou
was, en dat van een schaker.
En voor wat betreft het eerste: „Echt
goede, mooie partijen hebben eeuwig
heidswaarde. Dat is de kracht van het
schaken. Van bepaalde partijen kun je
twintig jaar later nog steeds genieten.
Schaken is scheppende kunst."
Typisch is ook dat schakers altijd wel
eens ruzie met elkaar krijgen. Van Wely-
Timman, Van Wely - Sokolov; Karpov -
Kasparov, Van der Wiel - Tiviakov. „Dat
wat ik met hem heb, hoeft van mij niet
zo te zijn. Ik hanteer conflictmodel. Hij
houdt er alleen erg aan vast. Ik denk wel
te weten waarom, maar ik zeg het maar
niet - dat zou voor hem een beetje lullig
zijn."
„Het is ook een vrij klein wereldje en we
komen elkaar tegen in gespannen situa
ties. Tijdens zo'n toernooi, meer dan
eens in the middle of nowhere, ben je
ook op elkaar aangewezen, zit je op el-
kaars lip. Moet je elkaar ook maar zien te
vermaken. Die conflicten komen groten
deels voort uit bijna niets. Echt, het is
vaak heel kinderachtig waardoor ze het
met elkaar aan de stok krijgen. Topscha-
John van der Wiel: „Heilig vuur is misschien wat overdreven, maar er brandt voortdurend nog wat." Foto: Henk Bouwman