In strips levert de held bovennatuurlijke prestaties en wijst de mensheid de weg naar rechtvaardigheid. In het oude Griekenland waren het halve goden, die net als modernere oorlogshelden stierven voor een hoger doel. In het hedendaagse Nederland zijn het voetballers, een vermoorde politicus en een volkszanger die zich dood drinkt. „In Nederland geldt: Hoe platter hoe beter." door Oick Hofland Dit jaar nam Nederland af scheid van een held: André Hazes. De Amsterdam Are na zat vol, de kist met het stoffelijk overschot stond op de middenstip en stoere binken liepen de tranen over de wangen. „Hazes is een heel absurde held. De goede man heeft zich doodgedron- ken en daar is helemaal niets held haftigs aan. Terwijl held, daar zit iets in van moed, van risico's lopen. Of je een held bent, wordt vaak bepaald of je sneuvelt voor de goede zaak. Wil lem van Oranje, Van Speyk. Fortuyn ook wel, maar Karremans weer niet." Thomas von der Dunk, cultuurhisto ricus en publicist, zegt het zonder enige ironie. Als types als Hazes on ze helden zijn, dan duidt dat op een ZATERDAG 18 DECEMBER wSm 2004 ;i André Hazes. Foto: ANP Theo van Oogh. Foto: EPA Borgman: „Bij de dood van prins Bernhard zag je dat weer heel duide lijk: Mensen hebben het idee dat er iets belangrijks is gebeurd en willen daar deel van uit maken. Zo zeggen ze het ook, letterlijk." Von der Dunk: „Bij Hazes zag je, dat ook als je niks presteert, je toch je five minutes of fame (vijf minuten roem, red.) kunt hebben door er bij te zijn. Het is de hoop op status waar iedereen recht op meent te hebben." Omdat de eigen levens emotioneel leeg zijn, gaan mensen bij dit soort gebeurtenissen uit hun dak, vult Von der Dunk aan. „Ineens hebben heel veel mensen een persoonlijke relatie met Fortuyn, met Van Gogh. Heel veel mensen hebben het ineens over Pim en Theo. Dat heeft iets van: Ik was intiem, ik stond nabij de troon. Dat is de neiging jezelf belangrijk te maken door je vast te klampen: Ik kende een groot figuur. Dat hele ge doe rond Hazes, maar ook al na de moord op Fortuyn, heeft niets met inhoud te maken, maar veel meer met de verhyping van de samenle ving waardoor een sterke nadruk op personen, op het gevoel is komen te liggen. Held Daardoor kan iemand als Hazes een held worden. Een held van het volk, een 'working class hero', zoals Borg man hem noemt. „Het type held dat op handen wordt gedragen, terwijl hij tegelijk heel dichtbij je staat. Hij heeft tegenslagen gehad zoals ieder mens in het leven ontmoet, hij heeft die toch maar mooi overwonnen en hij heeft ook nog iets bereikt. In ze kere zin is Hazes een held tegen de eenzaamheid. Een van de basale ge voelens van de moderne mens is dat hij zich op beslissende momenten eenzaam voelt. Hazes laat zien dat je niet de enige bent, hij is het symbool van een gedeeld lot." Het Nederlandse type held heeft vooral te maken met onze samenle ving en onze cultuur, zegt Borgman. „Daarin is held zijn namelijk een probleem. Amerikanen bijvoorbeeld zijn daar veel eenvoudiger in, die kunnen iemand enorm vereren, op een voetstuk plaatsen, maar Neder landers willen toch liever gewone, aanraakbare mensen." Volgens Von der Dunk zijn wij inder daad geen volk van ware helden. Daarvoor hebben we te veel schuld gevoelens, over de Tweede Wereld oorlog bijvoorbeeld. Daarom is Anne Frank een held, een icoon gewor den. Het is een vorm van compensa tie, omdat we het zelf niet waren. „Voetballers heten godenzonen, ter wijl hun aantrekkingskracht juist is dat ze heel gewoon zijn. Ze geven ons de illusie dat we het eigenlijk zelf ook hadden kunnen zijn. Als voet ballers geen hamburgers aten, maar alleen copieuze diners met veel kavi aar naar binnen sloegen, zouden ze het ook niet zijn, maar. Hazes met zijn ontelbare biertjes en knakworst jes, ja, dat vinden we geweldig, daar kunnen we ons in herkennen." De hedendaagse Nederlandse held is vooral de man of vrouw die bij rijn begrafenis mensenmassa's op de been en voor de buis krijgt. Dat is nimmer een groot denker, schrijver of kunstenaar, geen zuster Theresa, enorme onzekerheid in dit land, op een ongrijpbaar onbehagen. „Ne derland", zegt hij, „stond model voor de wereld, we dachten dat heel Europa een soort Nederland zou worden, maar het blijkt een combi natie van België, Duitsland en Italië. We vragen ons af: Wat is Nederland eigenlijk? Wie zijn wij en wie is de ander? We weten het niet meer, we lijken het spoor bijster. Nu de ang sten naar boven komen, blijken we geen kosmopolieten, geen baken van verlichting voor de wereld." Hij citeert zijn vader, ook historicus: Als Fortuyn inderdaad onze aller grootste held zou zijn, dan rijn wij een volk van debielen, zei professor Von der Dunk. „Wij zijn enorme na velstaarders geworden. In zo'n toe stand van angst en onzekerheid wil len we ons graag identificeren met iets of iemand die wij nog als typisch Nederlands beschouwen. Nou, Ha zes is absoluut héél Nederlands, en Fortuyn ook: Grote bek." Hoe anders is dat met Superman. Als de wereld ten einde raad is, ver schijnt hij als enig mogelijke redder. Niets gewoon, wij mensen kunnen in de verste verte niet wat hij kan. Zoals het een echte held betaamt, rekent hij af met boeven en wijst ons de weg naar rechtvaardigheid. Door de eeuwen heen heeft de mens grote behoefte gehad aan zulke hel den. Voor een deel, omdat het leven dat we leiden niet is zoals we vinden dat het zou moeten zijn. Dat tekort willen we goed maken en helden la ten zien dat het kan, dat er iets an ders mogelijk is. Die wens is nooit veranderd, het type held wel. Menig socioloog, psycholoog en his toricus viel het op, dat vanaf eind ja ren negentig meer en meer topvoet- ballers en topmanagers op de om slag van de ene na de andere glossy verschenen. Ze zagen dat bij deze moderne helden het persoonlijke belangrijker is geworden; ze passen in de feestcultuur, zijn extravert, stralen een zeker hedonisme uit en vieren vaak het eigen lichaam. In de verste verte lijken ze niet meer op de oude, klassieke helden. Zeker niet in Nederland. „Nee, daar hoefje hier niet mee aan te komen", con stateert Von der Dunk. „In Neder land geldt: Hoe platter hoe beter. Wij hebben liever Hazes dan Hirsi Ali." Harry Mulisch is geen held, Rem Koolhaas ook niet. Die hebben al leen faam bij een kleine groep, die niet zo aan heldendom hecht. „Er rijn nu eenmaal hel den voor verschillen de groepen", zegt filo soof/theoloog Erik Borgman. Hij is direc teur van het Heyendaal Instituut in Nijmegen, een onder zoeksinstituut voor wetenschap, the ologie en cultuur. „Het idee dat er één volk zou be staan, is onzin. Het is wel zo, dat een andere groep mensen de dienst uit maakt dan pakweg twintig jaar gele den. De commerciële televisie wordt bijvoorbeeld niet geleid door men sen met culturele pretenties. Nu is het een fatsoenlijk idee: wij laten zien wat mensen willen. Dat is in de plaats gekomen voor religie, kerk en maatschappèlijke organisaties, die je veel meer het gevoel gaven dat je er gens bij hoorde, dat je iets goeds deed voor de samenleving en dat het daardoor misschien nog wel goed kwam met de wereld. Die klassieke manier, bij een beweging horen, is verdwenen. Tegenwoordig denken mensen veel minder dat ze iets aan hun eigen leven en de samenleving kunnen veranderen. Superman. Foto: CPD Gevoel Het gaat momenteel vooral om het gevoel. Dus als je nu nog onderdeel van de geschiedenis wilt rijn, en dat willen heel veel mensen, constateren Borgman èn Von der Dunk, kan dat niet meer via een beweging, maar moet je er bij rijn als er voor jouw gevoel iets belangrijks is gebeurd. De tv bepaalt voor een groot deel of iets belangrijk is. Fortuynaanhangers tijdens een bezinningstocht door Rotterdam. Foto: GPD maar iemand die zegt wat-ie denkt of zingt wat-ie voelt. Von der Dunk: „In Nederland heerst een taboe op elite, op opleiding. Wij willen helden uit het gewone volk. Voetballers, Hazes, Fortuyn. Wij moeten het idee hebben, dat we het zelf ook hadden kunnen zijn. „Bij de Tokkies, de nieuwe zotheid, zie je het ook weer: Gewone mensen die toch iets bijzonders rijn. Het lijkt of dat is begonnen bij de moord op Fortuyn, maar je zag het al bij Big Brother. Dat ging helemaal nergens over, maar voor de massa waren het helden die we allemaal een beetje zijn of hadden willen zijn." Als er iets is, dat dit zichtbaar heeft gemaakt, dan is het wel de verkie zing van De Grootste Nederlander, stelt Erik Borgman. „Klassieke hel den zijn geen aansprekende perso nen meer in deze tijd. Willem van Oranje, die uit het niets een land heeft geschapen, verliest het van Fortuyn. Nederland is nu meer een dramademocratie. „Er moet meteen iets veranderen, iets worden opgelost, het mag niet te lang duren. Fortuyn straalde die moge lijkheid tot snelle verandering uit en scoorde daarmee enorm onder wat we dan het gewone volk noemen. Hij is overi gens wel veel meer een oorspronkelijke held dan Theo van Gogh, want die is door de media tot held gemaakt. Hij is tot held van het vrije woord uitgeroepen, maar dat is een con structie achteraf." Helden weerspiege len het probleem van onze samenleving. Dan komt Borgman r mrv tot de volgende com- A*aan Hlrsl A|L Fot0: CPD binaties: Hazes-een- zaamheid, Fortuyn-wens tot snelle verandering, Van Gogh-idee van vrij heid, Hirsi Ali-bovenmenselijke in spanningen voor een betere wereld. Borgman: „Hirsi Ali doet iets wat mensen van belang vinden op een bijna bovenmenselijk niveau. Ze heeft inhoud, ze heeft een visie en bovendien kunnen mensen zich met haar identificeren door de manier waarop ze moeilijke omstandighe den weerstaat." Zij is de ware, klassieke held. „Zij be lichaamt iets dat in Nederland al ge schiedenis is: identificatie met een strijd die Nederlanders hebben moe ten voeren, of hun ouders. Daarmee is zij een postmoderne held. Hirsi Ali belichaamt echt wat ze wil." „Om in Nederland een held te zijn, moet je in elk geval belichamen wat je wilt rijn. Op rijn manier beli chaamde Hazes het menselijk lot, het menselijk tekort en zijn liedjes belichamen dat ook. Hij is wel een held in de zin van dat hij iets heeft doorstaan, maar geen held zoals Hirsi Ali, die persoonlijke opofferin gen brengt voor een hoger doel." Verslaafde aan drugs wapent zich tegen duivelse verleidingen heeft zijn derde filmhoofdrol al achter de rug

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 1