SPORT
geldingsdrang van de Peruaanse PSV'er Jefferson Farfan
letbal als aangename bijzaak
Meester Vink is een snelle leerling
Aanvallend kan het bij Oase allemaal beter
S2
oorschoten 97 - ONA
Zondag, 14.00 uur
IV
HDC 982
ZATERDAG l8 DECEMBER 2004
k van den Heuvel
N - Toen hij nog niet speel-
»en nog maar trainde, raak-
it in Eindhoven al zwanger
wachtingen. Inmiddels is
n met ploeggenoot Alex,
ld tot de sensatie van de
dse competitie. Jefferson
'arfan Guadalupe, 20 jaar,
I id in de Peruaanse miljoe-
jma, wordt omarmd in
iting tegen Roda JC, van-
•t Philips Stadion, keert
:arfón terug naar Lima om
itdagen door te brengen,
st in zijn nog jonge le-
lang van huis. Hij zeurt
'iemand die iets wil berei-
offers brengen'), maar
it naar het weerzien met
vrienden. Met een blik op
lende mensen die de
trainingscomplex De
binnenwandelen: „Het
haal dat ik mijn moeder zal
Hoe koud het hier kan
slooflijk. Ik wist van de win-
i dacht dat ik in de gaten
ne te wachten stond, maar
echt nog nooit meege-
I katholiek opgevoed, het ge-
r It een belangrijke rol in zijn
iar kerst is voor hem niet al-
i eligieus feest. „Het worden
ndere dagen, denk ik, nu ik
tenland woon en speel. Ik
terug geweest voor wed-
net het nationaal elftal,
staat er niets op het pro-
TV :n zal alles ontspannen
:[_|J tis bij ons, net als hier, een
ist. Er is één groot verschil:
het warm. Je zit bij elkaar,
ypl maar alles gebeurt buiten.
Het is daar nu gemiddeld 35 gra
den..." Zijn gezicht straalt al bij de
gedachte alleen.
Hij was negentien toen hij in Eind
hoven arriveerde, maar had al meer
meegemaakt dan menig eredivisie
speler na een lange carrière. „Van
kinds af aan word je in Zuid-Ameri-
ka geleerd om de duels niet uit de
weg te gaan, je sterk te maken, de
bal goed af te schermen. Als je dat
niet doet, word je weggevaagd."
Het verklaart zijn fysieke en mentale
rijpheid bij PSV. Waar jonge talenten
zichzelf in het begin nog snel voorbij
hollen, oogt Farfén op het veld vol
wassen en slim. In alles wat hij zegt
en doet, klinkt een enorme geldings
drang door. Het duidt zijn opvoe
ding, waarin altijd al het recht van
de sterkste gold. Opgegroeid in een
voorwijk van Lima zag hij de armoe
de om zich heen, maar hij hield zijn
rug recht. Discipline won het van de
talrijke verlokkingen van de grote
stad. Want er was maar één ding be
langrijk. Voetballen. Dat was en is
zijn manier van leven.
Twee ooms van Farfan speelden als
prof, qua voetbalstijl lijkt hij volgens
de Peruaanse media veel op zijn va
der, die hij overigens nauwelijks
heeft gekend. Farfan is opgevoed
door zijn moeder. „Thuis werd altijd
over voetbal gesproken", lacht de
aanvaller. „Met mijn ooms was ik al
tijd met de bal bezig. In de familie
heerst de mentaliteit van een echte
winnaar. Die neem je onbewust
over. Ik heb sowieso geleerd om ver
antwoordelijkheid te nemen in het
leven, om ervoor te knokken. Mijn
moeder zei altijd: niets komt van
zelf."
Op achtjarige leeftijd meldde hij zich
aan bij Deportivo Municipal, de
amateurclub in de buurt. Zes jaar la
ter werd hij aangetrokken door het
populaire en grote Alianza, waar hij
onder meer getraind werd door Cé-
sar Cueto, die met de fameuze Teofi-
lio Cubillas het hart vormde van Pe
ru tijdens de WK's van '78 en '82.
Cueto is zijn voorbeeld van toen, nu
kijkt hij met bewondering naar Ro-
naldinho, de Braziliaanse vedette bij
Barcelona. „Wat een voetballer, wat
een stijl!"
Jefferson Farfén speelde bij Alianza
ook even samen met een van zijn
ooms, Roberto Farfén, aan wie hij
ook zijn bijnaam heeft te danken.
Zijn oom, spits, werd 'de zeehond'
genoemd vanwege zijn bijzondere
manier van klappen na een doel
punt. Toen de jonge Jefferson zich
aandiende, werd hij al snel omge
doopt tot 'het zeehondje'.
Eenmaal bij Alianza was Farfan niet
meer te stoppen. Op zijn zestiende
debuteerde hij al in de hoofdmacht.
Het waren, net als de transfer naar
PSV, stappen in de verwezenlijking
van een droom. Hij zegt: „Het zijn
telkens nieuwe dromen. Bij elke
nieuwe club begin je onder aan de
ladder en moet je je bewijzen. Ik ben
daar altijd heel rustig onder geble
ven, heb mezelf ingeprent: talent of
niet, maar met werklust en inzet kun
je al heel ver komen. Mijn eerste
droom was om naar een grote club
in Peru te gaan, dan hoop je op een
selectie voor het nationaal elftal, ver
volgens ga je denken aan het buiten
land. En telkens als ik iets bereik,
probeer ik er honderd procent van te
genieten."
Dat doet hij inmiddels ook bij PSV.
Het begin was moeizaam. Farfón
kwam half juli vrijwel rechtstreeks
uit het toernooi om de Copa Ameri
ca en was niet helemaal fit. Hij had
een aanloop nodig en kreeg die van
Hiddink. Inmiddels heeft hij twaalf
Jefferson Farfan: „Ongelooflijk, de winters in Nederland." Foto: GPD/René Manders
competitiewedstrijden achter zijn
naam, waarin hij vijf keer scoorde.
Niet slecht voor iemand die van
zichzelf zegt dat hij meer aangever is
dan doelpuntenmaker. „Je moet
pakken wat je pakken kan. Toch? Ik
heb zelfs al met het hoofd gescoord!
Toch niet mijn sterkste punt. De
mooiste goal voor mezelf was mijn
eerste. Dat schot tegen Heerenveen,
ja. Dat doelpunt zal me altijd bijblij
ven."
Zijn opmars op het veld heeft zijn
aanpassing in Eindhoven bespoe
digd. „Je stapt vrolijker uit je bed als
het sportief goed gaat."
«zoeker Shemiel Constancia wil naar een zaterdagclub
iert Minkhorst
de
ke
el.
■eDe
'alt h
)E
ing
foetbal is bijzaak. Be-
miel Constancia (21)
ïerd, voetballen is ont-
;uk, alleen: „Het is een
lie hobby heeft hem
ir bij Voorschoten '97
waar hij op zondag in
taat.
:ia woont nog thuis,
twee jaar de MBO-op-
ïformatie- en commu-
:hnologie, maar ont-
hij dan toch te veel
sportopleiding bij
hem stukken beter,
er bezoekt hij trance-
eesten. Zijn alter ego
,||eiitgaanssite voor jonge-
rownie. Het kind van
ïse ouders merkt dat
en voetballen op zon-
stal niet samengaan,
op die dag voetbalt,
daar op zaterdag wel
mee houden, vind ik.
an niet laat naar bed.
at het zaterdagvoetbal,
jong en ik kan dan
ivond lekker met
uit.'
:dr ia weet nog niet wat
iet einde van dit sei-
it. De club en het voet-
Voorschoten bevallen
una. Het elftal draait
hijzelf ook, vindt hij.
ogerop? De hoofdklas-
e hartstikke leuk, maar
niet in mijn hoofd. Ik
:t huilen als het zater-
ide klasse wordt. Het
at ik hier overal in de
zaterdag wel terecht
lewel hier blijven ook
hoeft. Hij ziet wel wat
en het voetbal hem
ene kant is het makke-
ger voetballen. Je krijgt
ruimte. Er wordt
gespeeld en je komt
je eigen spel toe. In
dasse stormt iedereen
af. Er zit niet echt een
achter. Op dat niveau
eteen happen, een sli-
zo. Ik word daardoor
sterker in mijn tech-
de bal. Wat hoger
n moeilijker maakt, is
nzicht; een situatie IB
S' lid is zijn sterke punt,
„En verder ook mijn
mijn schot en mijn
liek. Ik ben slechter in
'ernjHet lukt allemaal wel,
kan beter." De spits
stil als hij moet vertel-
i ^trainer Hein van Heek
denkt. „Ik denk dat hij
ik meer moet doen
de bal te komen. Ik
meer opeisen, mis-
>kwel meer lopen."
;in,iia doorliep de jeugd
bij Docos in Leiden. Na zijn
eerste jaar als A-junior maakte
hij de overstap naar Voorscho
ten. Een aantal spelers volgde
de toenmalige trainer naar Kat
wijk, waar ze op een hoger ni
veau konden spelen. Zo was
ook voor Constancia bij Docos
de lol eraf. Hij wilde ook hoger
op, maar had geen zin in het
heen-en-weergereis naar Kat
wijk. Voorschoten speelde
eveneens landelijk. „Daarom
zocht ik het uiteindelijk dichter
bij huis."
Met Voorschoten wil hij pro
moveren. „Zondag moeten we
gewoon die drie punten pak
ken, en dan lekker de winter
stop in. We zijn het aan onze
stand verplicht. Ons niveau is
aardig gegroeid. Met deze se
lectie zouden we al hoger moe
ten spelen."
„Ik heb er verder nooit bij na
gedacht wat ik als voetballer wil
bereiken. Ik zie voetbal meer als
iets voor mijn vrije tijd. Wat
komt, is mooi meegenomen",
zegt Constancia.Als je altijd in
de hogere jeugdelftallen hebt
gevoetbald, kun je ook bij de
senioren hoog voetballen.
Waarom niet? Het ging me al
tijd vrij makkelijk af."
School verliep minder vlekke
loos. Terwijl juist zijn opleiding
voor hem belangrijker is. „Ik
was net klaar met de middelba
re school en ik wist helemaal
niet waar ik aan toe was. Omdat
ik veel met computers deed,
ben ik ICT gaan doen. Ik heb
Shemiel Con
stancia ziet wel
wat het leven
en het voetbal
hem brengen.
Foto: Dick
Hogewoning
maar wat gedaan en daar baal
ik best van. Het is zonde dat ik
die paar jaar heb vergooid."
Na het CIOS wil de Leidenaar
nog verder studeren. „Ik wil
graag het sportmanagement in.
Op het CIOS leer je onwijs veel
als leraar en wat je nodig hebt
om voor een groep te staan,
maar dat is niet echt wat ik wil.
Na mijn diploma mag ik in het
tweede jaar van het HBO in
stromen." En ooit, als de tijd
rijp is, wordt het ook voor Con
stancia 'huisje, boompje, beest
je'. „Ik heb een vriendin. Ze
komt ook wel kijken."
Zijn ouders zijn er iedere week.
Ze volgen ook het voetbal van
zijn twee jongere broertjes Re-
my en Noë, die bij UVS spelen.
„Ik ben hier geboren, mijn ou
ders komen uit Curasao. Onze
familie is hecht en heel belang
rijk voor me. Daar kan niks te
gen op."
oud ade - Voor een gepromo
veerde ploeg begon handbal
vereniging Oase uit Oud Ade
sterk aan de zaalcompetitie. De
ploeg nestelde zich op een
tweede plek van de eerste klas
se G, maar is inmiddels drie
plaatsen gezakt. José van Seg-
gelen (22) is als linkerhoek
speelster voor een deel verant
woordelijk voor de productie
van doelpunten, maar daar
schort het de laatste tijd aan.
Ze is aan haar vierde seizoen
bij het eerste team bezig.
Jullie trainer zei afgelopen
zondag na het verloren duel
met HWC dat jullie te weinig
scoren. Deel je die kritiek?
„In de afronding gaat het ge
woon niet goed. Wij maken
fouten en de tegenpartij profi
teert daar dan van. Ik voel me
als linkerhoekspeelster ook
aangesproken. De laatste tijd
gaat het wel weer aardig, maar
daarvoor had ik een dipje. Ik
zat niet goed in mijn vel en dat
merkje op het veld."
Door die tweede nederlaag op
rij zijn jullie van de tweede
naar de vijfde plek gezakt.
Toch nog niet slecht voor een
gepromoveerde ploeg.
„Ik dacht vooraf dat we het
veel lastiger zouden krijgen.
Maar ik moet ook zeggen dat
we soms geluk hebben gehad.
Dan speelden we niet goed en
pakten toch de punten. We zijn
nu twee keer op de vingers ge
tikt. Verdedigend zit het team
goed in elkaar, aanvallend kan
het gewoon beter. Het scheelt
natuurlijk wel als je vier doel
punten mist en daardoor ver
liest."
Komende zondag krijgen jul
lie Stompwijk '92 op bezoek.
Wat weet je van de nummer
twee van de ranglijst?
„Niet veel, ik verdiep me nooit
zo in de tegenstander. De der
by leeft wel. Je merkt dat op de
trainingen. Er wordt harder ge
werkt, iedereen wil winnen.
Voor ons is dat belangrijk, an
ders zakken we verder weg."
Mag je Oase tegen Stompwijk
'92 een boerinnenderby noe
men?
„Jullie denken zeker al gauw
dat er bij ons een paar boerin
nen op het veld staan. Nou, we
zijn gewone meiden."
Wat wordt de uitslag?
„We winnen natuurlijk."
door Peter van der Hulst
noordwijkerhout - Een zon-
dagje languit op de bank liggen
is er voor Joost Vink niet bij.
Waar zijn profcollega's uit het
marathonpeloton hun rust pak
ken na de wedstrijd van de dag
ervoor, klimt de 22-jarige
schaatser uit Noordwijkerhout
op zijn fiets. Hij moet wel, want
voor een duurtraining van een
kleine vier uur heeft hij op an
dere dagen geen tijd. Vink staat
dan voor de klas. Hij loopt in
zijn laatste jaar van de pabo
stage bij basisschool De Acht
baan in Voorhout.
Vink kiest niet voor de makke
lijkste weg. Als aankomend
leerkracht ondervindt hij dat de
lesuren op school de nodige
voorbereidingen en vergaderin
gen vergen, terwijl hij als mara
thonschaatser ook nog volop in
een leerproces zit. De Noord-
wijkerhouter is aan zijn tweede
seizoen in het A-peloton bezig.
„Het is allemaal te doen, maar
het blijft een gigantisch druk
programma. Vooral in het win
terseizoen heb ik niet zo gek
veel nevenactiviteiten. In de zo
mer wil ik nog wel eens dingen
ondernemen, uitgaan. In de
winter concentreer ik me volle
dig op het schaatsen. Dan pak
ik noodgedwongen op zondag
de fiets om kracht op te doen
voor als er natuurijs ligt. Van de
profs hoor ik dan dat zij dat
doordeweeks kunnen doen."
Een periode waarin Vink zijn
ijstrainingen afwerkt. „Het is
gelukkig een groot voordeel dat
ik alles zelf kan plannen."
Vink wordt gezien als een na
tuurtalent. Zelf roept hij dat
niet, maar dat het hem tot nu
toe redelijk gemakkelijk is afge
gaan, ontkent hij evenmin.
„Het is snel gegaan. In mijn
eerste jaar bij de B-rijders pro
moveerde ik meteen naar net
A-peloton, terwijl ik toen niet
eens zo gek veel trainde. De
eerste wedstrijd was echt pittig,
want het verschil met de B-rij
ders is fors. De races zijn sowie
so harder en de ploegenbelan-
gen zijn groter. Ik kon dan ook
niet zo gek veel uitrichten. Je
moet wedstrijdhardheid en er
varing opdoen. Ik was al hart
stikke blij dat ik de races uit
reed. Vervolgens ging het beter
en slaagde ik er ook in om wat
puntjes te pakken voor het klas
sement. In Assen werd ik veer
tiende. Daar pakte ik mijn eer
ste rondje voorsprong, fantas
tisch. Ik was later ook in staat
om in het slot van de wedstrijd
ploegenwerk te doen: afstop
pen en een teamgenoot naar
voren rijden." Vink sloot zijn
eerste jaar om de KNSB Cup
met een 38ste plaats af.
Dat de Noordwijkerhouter zich
al snel tot een slim jongetje van
de klas ontpopte, dankt hij voor
een belangrijk deel aan zijn
ploeg. De Stichting Schaatspro-
motie West-Nederland legt er
eer in om jonge talenten op te
leiden en in zijn team Regio
Bank/MM Guide kreeg Vink
daar alle gelegenheid toe. „Dit
seizoen moet ik voor de ploeg
werken, maar vorig jaar kreeg ik
een vrije rol, waardoor ik zon
der druk kon schaatsen. Je
wordt door de stichting goed
beschermd. Zo hoefde ik maar
de drie races van de zesdaagse
te rijden en hoefde ik niet twee
honderd kilometer op de
Weissensee te schaatsen. Hon
derd was genoeg."
De rustige overwogen manier
waarmee Vink door zijn ploeg
werd 'gebracht', werpt dit jaar
al de eerste vruchten af. Hij
sloot de zesdaagse met een ze
ventiende plek af. „Ik ben daar
echt tevreden over. Vooraf was
ik namelijk benieuwd hoe ik de
laatste dagen zou doorkomen.
Ik was wel gewend om twee
wedstrijden in een weekeinde
af te werken, maar dat ik de
zesde dag het lekkerste reed,
vond ik wel heel mooi. Dat
geeft moed voor natuurijs in
Nederland, want dan breekt
een fase aan waarbij je elke dag
aan de bak moet." Geheel on
geschonden uit de strijd kwam
hij niet. Op de derde dag stond
hij spullen uit een auto te laden
en werd vlak voordat hij het ijs
op moest door een wagen ge
schampt. „Flink balen. Er is
meteen ijs op mijn voet gegaan,
waardoor ik toch nog kon
schaatsen."
De plannen van de KNSB om
een spannend wedstrijdverloop
van de zesdaagse te bevorderen
door extra punten toe te ken
nen aan de rijders die een ron
de voorsprong namen, viel in
duigen. Massasprints domi
neerden opnieuw het wed
strijdbeeld. „Veel schaatsers
waren het niet met die maatre
gel eens. Persoonlijk vond ik
het juist een goed initiatief om
het eens anders te doen." Een
opmerkelijke uitspraak van
Vink, omdat hij zelf ook als een
snelle aankomer te boek staat.
Twee jaar geleden legde hij de
500 meter in Nederland al eens
onder de veertig seconden af.
Veel marathonschaatsers, maar
ook enkele allrounders hebben
daar bovenmatige moeite mee.
Toch heeft Vink ondervonden
dat sprinten na een lange mara
thon heel wat anders is dan
wanneer je fris aan de start
staat. „Twintig ronden voor het
einde rijd je al maximaal om
naar voren te kunnen komen.
Dat moet wel, want als je met
nog vijf ronden te gaan op een
twintigste plek zit, eindig je
nooit bij de eerste tien."
Of hij zijn lessen op het NK, dat
op 2 januari in Alkmaar wordt
gehouden, in de praktijk kan
brengen, weet Vink uiteraard
niet. „Maar ik wil er dan wel
staan. Vanavond rijden we in
Groningen de laatste wedstrijd
van dit jaar. Voor de kerst heb
ben we dan rust. Ik heb dan tijd
om wat ritjes op de fiets te ma
ken. De jaarwisseling vier ik ook
wat minder uitbundig. Geen
champagne? Nou, één glaasje."
Marathonschaatser Joost Vink promoveerde in zijn eerste jaar bij de B-rijders meteen naar het A-peloton.
„Terwijl ik toen niet eens zo gek veel trainde." Foto: Dick Hogewoning