4 LEZERS OVER PRINS BERNHARD Drie herinneringen aan de prins Wachten in Warmond Een geweldig bezoek dat :ven mis dreigde te lopen Geen speldje voor de prins Speciale doos voor Juliana en Bernhard I 'rins regelde nijn woning si >Aiien sigaartje Tan de prins 'Ik verbind u door met Zijne Koninklijke Hoogheid prins Bernhard' Bernhard was in het Legermuseum en dus mocht ik m'n eigen straat niet in 'Bernhard at slagroom na het toetje Bernhard blij met 'fooi' Janny Vollaard-van der Voet uit Leiderdorp stuurde deze foto van prins Bernhard en prinses Juliana, genomen in Warmond terwijl ze moesten wachten voor de gesloten spoorbomen. „Volgens overle vering is een van de toekijkende dames op de achtergrond Gré Ramp-van Waveren, de echtgenote van een nabij wonende bollen- kweker", schreef ze erbij. 1983 bestond Waddinxveen, iar ik woonde van 1973 tot 37,750 jaar. Ik maakte deel ivan de Stichting Waddinx- 750 jaar, een groep Wad- mers die de feestelijkhe- rondom de viering organi- le. Van april tot de zomer len diverse festiviteiten op irogramma, waaronder een enkingsbijeenkomst, een uitzending, een twee kilome- r lange historische optocht, n feestavond met onder an- r, ren Lee Towers en de Dolly its en op 25 juni een slotfes- naan en op de Gouwe. 10 het gebouw van de Rijks- 5'; unt in Utrecht werd als gele- 19 nheidsmunt een zilveren aider geslagen. Er werd ook n gouden munt geslagen die Uï as bestemd voor ZKH Prins tmhard. Deze munt is op 28 ii, een dag voor de 72ste ver- 7 irdag van de prins, op paleis lestdijk overhandigd aan de ins die sinds 1961 ereburger n Waddinxveen was. 1? delegatie bestond uit verte- jjfawoordigers van de gemeen- SjWaddinxveen en leden van "IStichting Waddinxveen 750 jaar waar ik deel van uitmaakte. De bloemen die ik op de foto aan prins Bernhard namens de gemeente Waddinxveen over handigde, waren bestemd voor prinses Juliana. Ik heb een goede herinnering aan het bezoek, hoewel het aan het begin van de paleispoort mis dreigde te gaan. Wij meld den ons bij de marechaussee om even voor 10.00 uur. Deze dacht dat wij voor 11.00 uur op het programma stonden. Net toen wij weer weg wilden gaan om ergens koffie te gaan drin ken, kwam de persoonlijke se cretaris van de prins naar bui ten. De prins had ons plotselin ge vertrek gezien en stuurde zijn secretaris om ons alsnog te ontvangen om 10.00 uur. Het tijdstip van 11.00 uur bleek op een misverstand van de mare chaussee te berusten. Wij werden ontvangen in de Leuvenzaal, koffie werd geser veerd en gedurende circa 45 minuten hebben wij onge dwongen met de prins gespro ken. Hij was bijzonder geïnte resseerd in alle festiviteiten rondom Waddinxveen 750 jaar. Prins Bernhard krijgt bloemen van de gemeente Waddinxveen. De ruiker was eigenlijk bestemd voor prinses Juliana. Ik heb een bijzondere herinne ring aan deze dag en vond het een geweldige belevenis aan de vooravond van de verjaardag van de prins. A.M. van den Akker-Admiraal, Noordwijk. Met prins Bernhard heb ik drie keer te ma ken gehad. De eerste keer was in 1953 in Fontainebleau, waar ik een nietig onder deeltje was van het Nederlandse detache ment bij de Navo. Prins Bernhard vroeg daar op een dag om per auto naar het ap partement van een vriend in Parijs te wor den gebracht. Later bleek het niet om een vriend maar om een vriendin te gaan. De chauffeur was een officier van de RAF. Bernhard wilde niet dat een adjudant uit zijn eigen militaire staf meeging, maar ho gerop vond men dat er toch een Nederlan der mee moest en dus werd aan mij, een arme Leidse jongen, geboren op de hoek van de Molensteeg en de Vliet, gevraagd om tijdelijk adjudant te zijn. In alle stilte werd de afstand tussen Fontainebleau en Parijs afgelegd. Bij de deur van het apparte ment zei de prins: 'Nou, dank je wel'. Ik sa lueerde, maar hij had zijn burgerpak aan en dus had ik dat niet moeten doen, werd mij later uitgelegd. De tweede keer was tijdens de Olympische Spelen in Mexico in 1968. Ik was inmiddels geëmigreerd naar Canada en Canadees lid van de Wereldzwembond, de Fina. Bij de polowedstrijd Nederland - Verenigde Sta ten was ik timekeeper. Prins Bernhard kwam kijken en wilde aan alle Nederlan ders worden voorgesteld. Ik werd erbij ge haald en dat liep niet zo gelukkig af. Van mijn officiële Canadees kostuum was de broek aan de krappe kant en bij het stap pen over een hekje op de officiële receptie spleet mijn broek van de rug tot het kruis. Een fotograaf van de Winnipeg Tribune legde het vast en op de foto op de voorpa gina zie je Bernhard op de achtergrond van dat tafereel staan! De derde keer was in de jaren zeventig. Als voorzitter van de Canadese Nationale Sport Federatie was ik bezig een sportloterij voor Canada te organiseren. Sinds de geboorte van Canada bestond daar een verbod op loterijen, maar met het oog op de Olympi sche Spelen van 1976 in Montreal was de Canadese regering bereid daar de hand mee te lichten. In Leiden had Joop van der Reijden, die ik nog goed kende van de Leid- sche Zwemclub, mij eens bij een bezoek meegenomen naar het bureau van de Leid se Voetbalbond, om mij de werking van de KNVB-Toto in die tijd te laten zien. Daar ging ik in Canada op voort. In Frans Cana da bestond al een loterij ten behoeve van de olympische accommodaties. Wat ik wil de was een Engelse loterij voor training van de sportlieden en dergelijke. Daar was men in Ottawa en Manitoba niet verrukt van. Hoe nu verder? Van een hooggeplaatste vriend op het Canadese ministerie van bui tenlandse zaken vernam ik dat Bernhard het plan had het nieuwe Fokker-toestel in Canada te tonen. Foreign Affairs in Ottawa hielp een handje door een uitnodiging aan de prins te sturen. Men vroeg ook of hij een toespraak wilde houden. Maar waarover, wilde men in Nederland weten. Mijn con nectie op Foreign Affairs heeft toen met het oog op de Spelen van Montreal gevraagd: laat de prins een verhaal vertellen hoe Ne derland de sport ondersteunt via de NSF en de Toto. De RVD vroeg aan Paul Lut, toen directeur van de Toto, om zo'n verhaal in concept te schrijven. Lut, die ik in Neder land had leren kennen zei: 'Schrijf jij dat maar, Gé'. Dat heb ik gedaan met al de nu ances die je in de Canadese politiek nodig hebt. De prins heeft die toespraak gehou den en iedereen onder zijn gehoor gerust gesteld dat zo'n toto acceptabel was. De media waren er vol van. Daarmee was het ijs nog niet gebroken. Maar de sportminis- ter, Desjardins, liet mij komen om eens te praten. Ik stelde hem voor naar Nederland te gaan en daar eens te kijken. Aan mijn vriend Joop van der Reijden vroeg ik of hij voor die man niet iets kon versieren op 3 oktober. We hebben nog foto's van de mi nister dat hij rauwe haring en hutspot moest eten. Een paar weken geleden sprak hij nog walgend over die haring. Ten slotte vroeg het ministerie mij de wet geving voor een sportloterij te begeleiden om door het parlement te loodsen, niet al leen in Manitoba maar in alle vier westelij ke provincies. Dat is gelukt, hoewel de pre mier van Manitoba er tot het laatst een hard hoofd in had. Ik heb 'tijdelijk' de lei ding van de loterij op mij genomen en ben daar tot vandaag blijven hangen. Gé Simonis, Vancouver, Canada. Het was in de jaren zestig dat koningin Juliana en prins Bern hard een werkbezoek zouden afleggen in de Leidse regio. Ik werkte destijds bij de Nefra, een Nederlands-Frans bedrijf dat, in opdracht van defensie, vol gens een Frans procédé van dieptrekken granaathulzen ver vaardigde. In het kader van een werkbe zoek zou prins Bernhard een kijkje komen nemen in de fa briek. Gedurende zijn rondgang werd de prins begeleid door de directeur van de Nefra. De directeur was een rijzige man, met borstels als wenk brauwen, die als luifels boven zijn ogen stonden. Hij deed denken aan een Engelse kolo nel. Maar hij was een aardige man, altijd vriendelijk en een echte heer. En hij reed Merce des, dat was duidelijk te zien aan een gouden Mercedes- speldje dat hij altijd op zijn re vers droeg. Tijdens de wandeling door de fabriek viel het oog van de prins op het speldje van de directeur en hij vroeg hem hoe hij daar aan gekomen was. De directeur vertelde de prins dat je zo'n speldje kon verkrijgen wanneer je zoveel duizend kilometer schadevrij had gereden. Daarop trok de prins een bedenkelijk gezicht, schudde zijn hoofd en bekende eerlijk: „Daar kom ik nooit voor in aanmerking." H.W.F. Goddijn, Leiden. Mijn vader zaliger was beslist in de pen geklommen om deze unieke anekdote op papier te zetten. Nu neem ik, zijn doch ter, deze taak over. Het betreft hier de eerste kennismaking met de prins in de zaak aan het Lange Voorhout 92 in Den Haag. Het is belangrijk te weten dat de Nieuwerkerken van oudsher goede contacten hadden met het koninklijk huis. Nu spreek ik wel over de tijd met prins Hendrik, koningin Emma, ko ningin Wilhelmina en prinses Juliana. Hun persoonlijke be zoeken aan de zaak werden zeer op prijs gesteld. Kort na de officiële verloving van de prins bracht het verloof de paar een onverwacht bezoek aan de zaak. En dat was specta culair. De prins kwam, met zijn verloofde, voorrijden in zijn witte sportwagen. Voor die tijd iets bijzonders. Mijn vader heette hen hartelijk welkom en begeleidde hen na^ binnen. Door tijdgebrek kon mijn vader geen passend geschenk aanbie den. Hij stelde dit wel in het vooruitzicht. Bij het wegrijden na hun be zoek nam hij het kenteken van de auto over. Liet op ware grootte een mooie doos maken. Vulde deze met hopjes, een grote oranje strik eromheen en Het dit geschenk bij het paleis afgeven. De reactie was enthou siast. Pas in de jaren zestig vernamen wij van koningin Juliana, tij dens een bezoek aan de Bollen streek, dat zij deze bijzondere doos vanwege de emotionele waarde bij haar vlucht naar Ca nada had meegenomen. En dat was in 1940! Helaas heeft mijn vader dit nooit meer kunnen vernemen. Th. Smoiders-Nieuwerkerk, Leiderdorp. |e itaire dienst, in Engeland, fit de prins de troepen en ormeerde bij vele soldaten iQ irhun ervaringen. Mijn urm an sprak, daartoe uitge- digd, de prins vrijmoedig aan IS zijn hart te luchten inzake standen ten aanzien van Ier andere voeding, (die was rinderdaad matig). Hij gf ak de veronderstelling uit, er wel veel gestolen zou rden. De prins waarschuwde n voor zulke grote woorden !tle gaf toen de man volhield zijn ^dant opdracht het uit te ken. Het resultaat was nog ndeizelfde middag bekend toen ;0R ek dat enkele in de keuken Ispn rkzame personen in arrest ise ren gesteld. mijn terugkeer uit Indië in 10 stelde ik alles in het werk huisvesting te krijgen, maar id telkens afgescheept met i verhaal over enorme f richtlijsten en 'u bent nog "18 ar pas ingeschreven'. De ns, die ons bij terugkeer had egd 'als jullie te veel bureau- tische problemen ondervin- i, kan op mij een beroep 5i rden gedaan', schreef ik toen dat er geen mogelijkheid om tijdens het verblijf in lië (drie jaar) even bij de 3ht agse huisvesting aan te klop- en dit als argument werd iruikt mij woongelegenheid inthouden. Binnen 14 dagen 5 er een reactie en een and later had ik een woon- ^S! gunning. C. van Schie, Oegstgeest. herinnering aan prins nhard heb ik niet persoon maar uit de verhalen van n vader van vroeger. n vader was tegelzetter (een - e goeie) en was gevraagd om zwembad op Paleis Soest- r bei k te betegelen. )tel< 'getuigt van de eenvoud van nhui is Bernhard dat hij een sten latje ging maken met de te- as zetters, onder wie mijn va- or De prins bood hem een si- lisse irtje aan. Dat heeft hij vaak leten vertellen, dat hij hem kun soonlijk had gesproken. A. Huntelman-Maghielse, Leiden. Door mijn functie als luchtvaartpromotor en uitgever van de jaar lijkse luchtvaartkalender ben ik in contact gekomen met prins Bernhard. Hij ontving jaarlijks mijn kalender en daar ontving ik een bedankbrief voor terug. Mijn eerste ontmoeting met hem was op 18 mei 1994. Die dag opende prins Bernhard de Traditiekamer Marineluchtvaartdienst op het Vliegkamp De Kooy bij Den Helder. Tijdens de lunch met de commandant en een aantal vrienden van de prins (zelf zat ik in de grote eetzaal te lunchen) kwam een bediende naar ons toe en vroeg wie er fotograaf was. Nadat ik bevestigend had beantwoord vroeg de bediende of ik naar prins Bernhard wilde komen om een aantal foto's te schieten. Op eerste kerstdag 1997 kwam ik met mijn gezin uit de kerk thuis, toen de telefoon ging. Mijn jongste zoon nam hem op en zei: 'Pap, telefoon voor u.' 'Ja, met Peter Korbee', zei ik, waarna aan de an dere kant klonk: 'Ik verbind u door met Zijne Koninklijke Hoog heid prins Bernhard'. 'Rennen, naar boven', kon ik nog net tegen mijn vrouw en kinderen zeggen, 'meeluisteren'. 'Goede morgen, met prins Bernhard. Ik bel u op om mijn dank uit te spreken voor de prachtige jubileum luchtvaartkalender, 85 jaar Koninklijke Luchtmacht, in 1998.' Tijdens ons gesprek testte de prins mijn kennis over de Nederlandse luchtvaart. Omdat ik op zijn vragen een goed antwoord wist, beloonde hij me met een 'ne gen min'. Het deed me goed om zo met hem te kunnen spreken. Bij toeval ontmoette ik drie maanden later de prins weer persoon lijk en bedankte hem voor het telefoongesprek. Traditioneel belt de prins op eerste kerstdag een aantal goede vrienden voor een kerstgroet. Ik was een van de gelukkigen. Peter Korbee, Rijnsburg. Mijn ouderlijk huis stond aan de Pesthuislaan. Vandaaruit hadden we een prima zicht op de ingang van het Legermuse um. Het was de tijd van Led Zeppelin, Yes en Deep Purple, 1971 of 1972. Na schooltijd fietste mijn vriend Jimmy Meij er met mij mee naar huis. We kwamen uit de richting van de Morssingel, het viaduct onder door, en we wilden vervolgens rechtsaf de Pesthuislaan in draaien. Toen werden we halt gehouden door een barse ma rechaussee, die ons te kennen gaf dat deze weg verboden toe gang was. U begrijpt mijn verontwaardi ging. Dit was het laantje dat naar mijn huis voerde. Mijn verweer dat ik naar huis wilde, mocht niet baten. De man ge loofde mij niet. Toen kwam ik op het idee om mijn schoolagenda aan de ambtenaar te tonen en daar mee begreep hij dat ik geen kwade bedoelingen had. Deze schooljongen woonde echt aan de Pesthuislaan en wilde naar huis. Na een langdurige aarze ling kreeg ik toestemming om door te fietsen. Maar Jimmy kreeg geen toegang. Hij werd als een eenzame fietser huis waarts gezonden. Thuisgekomen hoorde ik van mijn moeder dat Bernhard in het Legermuseum op bezoek was, naar wij aannamen om zijn Jeep te wassen. Na een kop thee was mijn verontwaardi ging gezakt. Natuurlijk stonden we naar buiten te kijken en op eens ging de grote deur open en daar kwam Bernhard met een grote smile naar buiten, stapte in zijn wagen en ver dween uit het zicht. De marechaussee die Jimmy zo bruut had weggezonden was inmiddels verdwenen, anders had ik hem nog naar de reden kunnen vragen. Misschien kwam het wel omdat Jimmy een Indonesisch uiterlijk had. Joop Wesselius, Roelofarendsveen. istü ginjaren zestig was ik als amemer geplaatst bij heli- 'tersquadron 8 van de Mari- Luchtvaart Dienst (MLD), geplaatst was op het Marine iegkamp Valkenburg en het ormalige vliegkampschip Ms. Karei Doorman, het squadron op Valken- 'g verbleef, gebeurde het wel Js dat er een verzoek kwam K opdracht) om prins Bem- td met een helikopter naar Ktdijk te vliegen. Standaard orschrift bij de MLD was dat uit veiligheidsoverwegingen, tdoor eventuele passagiers, i zwemvest gedragen moest in voor het geval er een anding op het water ge- tt moest worden. Voordat 'rins instapte en op de 'ts van de tweede vlieger plaatsnemen, stond er ie- id Waar om de prins te hei hij het aandoen van zijn Test. Maar de reactie van 'nnige prins was voor p routiniers even verrassend thutsend, want hij vroeg: Êgen wij dan over de Noordzee naar Soestdijk?" Hoe wij de prins ook probeerden te overtuigen van het MLD-ge- bruik, hij was niet te overreden en heeft het zwemvest niet ge dragen tijdens de vlucht. Toen de prins in 1988 vijftig jaar beschermheer van de Ne derlandse Ski Vereniging was, maakte ik deel uit van het hoofdbestuur van die vereni ging. De prins was uitgenodigd een bezoek te brengen aan het kantoor in Den Haag en hem werd een lunch aangeboden in een gerenommeerd restaurant te Scheveningen. Aan tafel zat ik naast de adjudant van de prins, die me het volgende ver telde. Omdat de prins moeite had met slikken, had hij met zijn adjudant ('een grote eter') de afspraak gemaakt dat de prins de laatste helft van het hoofdgerecht aan hem zou doorschuiven, in ruil voor zijn dessert waar de prins dol op was. Het nagerecht bestond uit een pallet van allerlei bijzonde re ijsjes en andere zoetigheden, maar er ontbrak slagroom en dat vond, aldus de adjudant, de prins het allerlekkerste van een toetje. Nu zou men zich kun nen voorstellen dat de adjudant of de gastheer aan de ober ge vraagd zou hebben wat slag room te brengen, maar dat ging tot ons aller verrassing anders, De prins stak namelijk zijn hand op en vroeg: 'Ober, kan ik wat slagroom krijgen?' Waar schijnlijk was er geen slagroom in huis, want het duurde een kwartier voordat het gevraagde in een zilveren schaal werd op gediend en het nagerecht in middels allang verorberd was. Wat de prins er echter niet van weerhield om zich alsnog aan die slagroom te goed te doen. Na de lunch gaf de prins te ken nen even naar de keuken te wil len gaan om de koks te compli menteren met het bereiden van de voortreffelijke lunch. Die geste werd niet alleen door de keukenbrigade, maar ook door de gastheren gewaardeerd. Kees van den Aardweg, Warmond. Begin jaren tachtig had op het Lugdunum-terrein in Leiden een voetbalwedstrijd plaats tus sen Leidse hoogleraren en am bassadeurs in Nederland. De opbrengst ging naar een goed doel: de redding van het prze- walskipaard. Op de foto over handigt ondergetekende (rechts) de prins 25 gulden voor 'gemaakte reiskosten'. De prins moest hard om deze geste la chen. Het geld ging in zijn zak. Prof. J. Spierdijk, Leiderdorp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 19