De pitbulls van de bemoeizorg J 'Wachten op de doodstraf is onmenselijk' 'Bijna alles is geoorloofd om met mensen in contact te komen' De feiten Tessa Rufle schrijft met Henry, al 28 jaar in de dodencel In VS ruim 3500 personen in dodencel In de bikkelharde samenleving van tegenwoordig draait niet iedereen fluitend mee. Steeds meer mensen vallen over de rand en blijven buiten bereik van de hulpverleners. De pitbulls van de bemoeizorg proberen ze weer aan boord te trekken. door René van der Lee a, erkent Michel, hij is een klui- I zenaar in het universum. Ooit komt de dag dat het universum zal uitdoven en de wereld op zal houden met draaien. Het besef drukt zwaar op hem, iedere dag weer, ,,maar nu schijnt de zon en ben ik gelukkig. Het lot van het leven is ge luk." In een buitenwijk van Den Bosch heeft Michel zijn huurwoning omge bouwd tot een universum in Madu- rodam-formaat. Aan de muren han gen manshoge kaarten van het heel al, de bank gaat schuil onder de plat tegronden van Manhattan en Berlijn en midden in de tjokvolle kamer prijkt een computer waarmee hij het ronddraaien van de verschillende planeten registreert, alsmede de stand van de maan en de zon. Michel is vermoedelijk één van de zachtaardigste personen die in het univer sum rondhup pelen. Er schuilt geen greintje kwaad in hem en ook van bekeringsdrift heeft hij geen last. ,,Ik ga niet de straat op om te vertellen wat ik allemaal weet. Ik be leef het allemaal in mijn eentje, heel intens, vooral 's nachts. Ik ben niet eenzaam, ik heb zes miljard mensen om me heen en ik voel ze allemaal". Elke donderdagmiddag krijgt Michel bezoek van Wendy Broeren, hulp verleenster van de GGZ in Den Bosch. Want Michel mag dan het ge lukkige middelpunt zijn van zijn zelfgeschapen universum, als hij niet op tijd zijn medicijnen slikt, loopt-ie het risico om in een peilloze psycho se te schieten. Michel lijdt aan schi zofrenie en leeft al ruim acht jaar in zijn eigen waanwereld. Uit overtuiging drinkt hij geen koffie en thee en weigert hij het eten van vlees. Zijn vader komt eens in de zo veel weken het sanitaire gedeelte van het universum schoonmaken en ver der ontmoet Michel iedere zondag een groepje volgelingen van de In diase goeroe Sai Baba. Sinds kort Wie de deur dichthoudt, mag niet aan zijn lot worden overgelaten In de bikkelharde samenleving vallen steeds meer mensen over de rand en blijven buiten bereik van hulpverleners. Foto: GPD/GGZ Den Bosch doet hij zelf de dagelijkse bood schappen. „Hij komt nu al wat meer onder de mensen, we hopen dat dat doorzet," zegt Wendy Broeren. „Het zou mooi zijn als we straks een dag vulling kunnen bedenken voor hem, want wat voor leven heeft zo iemand anders?" Broeren maakt deel uit van het team van bemoeizorgers dat dagelijks door Den Bosch trekt. Samen met haar collega's probeert ze hulp te bieden aan mensen die daar zelf niet om hebben gevraagd, maar het wel nodig hebben. Het sinds oktober 2002 operende bemoeizorgteam is een samenwerkingsverband van de GGZ, de verslavingszorg en de Stich ting Maatschappelijke en Vrouwen Opvang. Verkommeren Staatssecretaris Ross van Volksge zondheid sprak zich eerder dit jaar uit voor méér bemoeizorg. In deze tijden van individualisering dreigen steeds meer mensen tussen de wal en het schip te raken. Vaak gaat het om daklozen die buiten op straat verkommeren, maar in toenemende mate betreft het ook mensen die in hun eigen huis zitten te verpieteren, zonder dat iemand het in de gaten heeft. „Er is een kleine groep men sen in onze samenleving die niet voldoet aan de modernere norm van de zelfredzame mens", zei de staats secretaris. Daarbij rekende ze ook af met het uitgangspunt dat mensen gemotiveerd moeten zijn voordat ze hulp kunnen krijgen. Hulpverleners moeten eerder ingrijpen: méér drang, méér dwang. Wie de deur dicht houdt, mag niet aan zijn lot worden overgelaten. Bemoeizorg is een vorm van 'pitbull- zorg': een kwestie van geduld, van volhouden. Soms mag je pas bij het vijfde bezoek bij iemand binnen, soms moet je eerst dertig keer door de brievenbus schreeuwen voordat de deur überhaupt open gaat. Het gebeurt weinig dat iemand blijft vol harden in zijn weigering om de hulpverlener binnen te laten. In die zeldzame gevallen kan de bemoei- zorger - via de burgemeester - de rechter verzoeken om iemand met dwang te laten opnemen. „Bijna alles is geoorloofd om in con tact te komen met mensen," zegt Wendy Broeren. „De eerste keer gaan we altijd onaangekondigd, an ders verstoppen ze zich of gaan ze weg. Je probeert een vertrouwensba sis te leggen, het gaat vaak om men sen die al eerdere negatieve ervarin gen hebben met de hulpverlening. Ons doel is om mensen goede hulp aan te bieden. Zodra ze een goed en stevig contact hebben met een vaste hulpverlener, laten wij ze weer los." Drankprobleem 's Middags blijkt hoe moeilijk het kan zijn om als bemoeizorger voet aan de grond te krijgen. In een rij tjeswoning in Vught woont een 42- jarige alleenstaande vrouw, die on langs aan haar heup is geopereerd en dientengevolge niet meer naar boven kan (waar behalve haar bed ook.de wasmachine staat). De vrouw zou bovendien een drankprobleem hebben. Na twee keer bellen zet een bleke, magere vrouw de deur aarzelend op een kier. Vanachter een web van spinnenrag beaamt ze dat het op dit moment niet allemaal even makke lijk is, maar hulp slaat ze resoluut af: „Dat moet ik allemaal niet aan mijn lijf hebben. Laat de huisarts maar bellen." De deur gaat weer dicht. Soms zit het tegen, soms zit het ook mee. Bemoeizorger Eric Kool belt op goed geluk aan bij een tussenwo ning. Huurder Fred is een oude be kende van hem, een man die na een jarenlange alcohol- en drugsversla ving is afgekickt, maar nu weer terug dreigt te vallen. Kool heeft gehoord dat de man thuis aan het dealen is en weer meegezo gen wordt door zijn voormalige drugsvriendjes. Bovendien komt hij zijn afspraken met de psychiater en zijn woonbegeleider niet meer na. Fred nodigt Kool onmiddellijk uit om plaats te nemen in de huiska mer. „Ik heb het nu weer redelijk onder controle", zegt hij. „Het dea len is afgelopen. Ik gebruik af en toe nog wat coke, daar word ik rustig van." De man worstelt wel met financiële problemen. Hij heeft een schuldsa neringsregeling lopen en moet rond komen van 40 euro per week. „Ik heb twee onderverhuurders geno men, die zorgen er ook voor dat het huis schoon blijft. Ik heb ook mijn pc verkocht, daar heb ik nu veel spijt van." Kool belooft dat hij zijn best zal doen om via-via een tweedehands computer op de kop te tikken en wil ook kijken of hij uit een of ander potje wat geld kan krijgen voor het ontvlooien van de twee honden van Fred. „Het zijn maar kleine dinge tjes, maar in zijn situatie kunnen ze belangrijk zijn. Er hoeft maar iets te gebeuren of hij kiest weer voor de drugs," zegt Kool. Zwakbegaafd Aan de andere kant van Den Bosch wacht de 54-jarige Piet op het weke lijkse bezoek van Eric Kool. Piet is een magere, zwakbegaafde man, die in het huis van zijn broer woont. „Aaah jongen, bende daar weer!" begroet hij zijn bemoeizorger. Sinds de bemoeizorgers zich een halfjaar geleden over Piet ontferm den, krijgt hij drie uur per week ie mand van de thuiszorg over de vloer. Die zorgt er voor dat Piet er weer redelijk toonbaar uitziet, maar Kool erkent dat het volstrekt ontoe reikend is. Familieleden brengen regelmatig wat eten, maar het ingeval len gelaat van de man verraadt dat hij onvol doende eet. Terwijl de zwakbegaafde Bosschenaar zich ver liest in een stapel brie ven van zijn schuldei sers, troont Kool de ver slaggever mee naar bo ven. Voor we de half in gestorte badkamer be reiken, zien we de slaap kamer van Piet: een sta len ledikant, met een dun dekbedje, dat nu zwart van het vuil is, maar ooit wit is geweest. Onder en naast het bed liggen vele tientallen lege bierblikken: de bewoner heeft een alcoholpro bleem. „Eigenlijk kan het zo niet langer. Je bent aan het vermageren, aan het ver eenzamen ook. Boven dien is dit een oud, ver vallen huis. Je hebt hier geen douche, geen was machine en met die gei ser is het onveilig. Het is ook slecht voor je ge zondheid, je longcapaciteit is nog maar dertig procent, zegt de dokter. Je hebt hier geen enkele ventilatie, het wordt er zo niet beter op," Kool probeert de Bosschenaar voor zichtig te porren voor een logeerpar tijtje in een huis voor mensen met een lichte verstandelijke handicap. Piet zegt toe dat hij het wel een keer tje kan proberen, maar brengt on middellijk een nieuw probleem on der de aandacht: „Mijn geld is op, ik kan niet eens meer een paar vloeikes kopen. Hedde gij er nog een paar?" Terug in de auto zegt Kool dat de rechter nimmer toestemming zóu geven voor een gedwongen opname van deze man. „Hij moet zelf mee willen werken, dus het moet langs de weg van de geleidelijkheid." Om redenen van privacy zijn de namen van Michel, Fred en Piet gefingeerd. ZATERDAG 4 DECEMBER 2004 ER BI Volgens de Gezondheidsraad zijn er in Nederland 24.000 mensen met ernstige psychiatrische problemen die geen hulp krijgen. Daarnaast 1 er ook een onbekend aantal alcohol- of drugsverslaafden die medische hulp nodig hebben, maar daar niet om vragen. Op deze twee groepen richt zich de bemoeizorg, waarbij ii de regel de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) het voortouw nemen. 0 wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) maakt het mogelijk on mensen met een psychiatriscl stoornis tegen hun wil op te nemen in een instelling. Dat kan alleen als de betrokkene een gevaar is voor zichzelf of voor zijn omgeving Om de maatschappelijke problematiek van verloederinj en overlast terug te dringen, wil het kabinet het mogelijk maken dat de wet vaker kan worden toegepast. Ze hadden elkaar nog nooit eerder gezien. Toch sloot Tessa Ruffle haar Amerikaanse correspondentievriend Henry direct in de armen. Ze bezocht hem een kleine maand geleden met haar man in een gevangenis in de staat Florida. Hij zit al 28 jaar op death row, het voorportaal voor executie. „Onmenselijk", vindt de Uitgeestse die vanuit een gevoel van machteloosheid besloot om te schrijven. door Annemiek Jansen Tessa Ruffle-van Tol (63) correspondeert nu zo'n jaar of drie met hem. Henry is een van de 350 veroordeelden die in de Union Cor rectional Institution in Raiford in de doden cel zit. „Sommige mensen zijn zo eenzaam, krijgen helemaal geen bezoek. Deze mensen zijn uitgekotst door de maatschappij. Alleen al door te schrijven kan je zoveel betekenen, zodat diegene weet: Iemand denkt aan mij." Dat ze iets vreselijks gedaan hebben, beseft ze. Dat staat voor haar niet op de voorgrond. „Het gaat om de mens die erachter zit. Ik wil graag iets betekenen voor mensen die in een heel nare positie zitten, daarbij wil ik niet oordelen. Dat doet de rechter, hoewel je weet dat dit ook niet altijd goed gebeurt." Ruffle kwam in contact met de 57-jarige Henry - zijn achternaam wil ze om redenen van privacy niet kwijt - via de Stichting Insi- de-Outside in Amersfoort. Deze zoekt voor Amerikaanse gevangenen een correspon dentievriend in Nederland en België. Ze be middelen alleen voor gevangenen die ter dood veroordeeld zijn of die een levenslange straf hebben. „Een levenslange straf beschouwen wij als een uitgestelde doodstraf', schrijft de stich ting. „Wij vinden dat ieder mens, van welke misdaden hij ook beschuldigd wordt, recht heeft op contact met mensen buiten de ge vangenis. Wij zijn niet tegen straf, wij zijn wel tegen wrede, onmenselijke straf, inclu sief de doodstraf", stelt de stichting. De Uitgeestse kan zich daarin helemaal vin den: „Hebben wij recht om iemand terug te vermoorden? Ik vind van niet." De Amerikaan zit vast voor moord op een autodealer. „Hij heeft me verteld dat hij on schuldig is en dat hij dat ook vanaf het begin heeft gezegd. Er zijn ettelijke processen ge weest. Er is in ieder geval aangetoond dat het bloed dat op de plek van de moord is ge vonden, niet zijn bloed kan zijn." Kooi Intussen zit Henry al 28 jaar in de dodencel, in een ruimte die meer de naam kooi ver dient. Van privacy is geenszins sprake en bo vendien hangt er al die jaren het zwaard van Damocles boven zijn hoofd. „Er is nog steeds geen executiedatum. Hij zet door vanwege zijn twee kinderen en zijn kleinkinderen. Hij wil hen bewijzen dat hun vader annex grootvader geen moordenaar is. Hij heeft ze nooit meer gezien, hoorde van zijn zus enkele jaren geleden dat hij grootva der is geworden. Hij weet ook niet of hij nog steeds getrouwd is." Tessa Ruffle schrijft 'm om de paar weken over van alles; huiselijke dingen, maar ook als haar iets dwars zit. „Zodat we een gelijk waardige briefwisseling hebben. Ik help hem hiermee, maar krijg er zo ook iets voor terug. Ik stuur hem ook kaartjes, foto's en boekjes. Hij is heel geïnteresseerd in de wereld om hem heen en ik probeer de wereld een beet je naar hem toe te brengen." Tessa Ruffle: „Sommige mensen zijn zo eenzaam, krijgen helemaal geen bezoek. Deze mensen zijn uitgekotst door de maatschappij. Alleen al door te schrijven kan je zoveel betekenen, zodat diegene weet: Iemand denkt aan mij." Foto: GPD/Kees Blokker Twee dagen, zes uur elke dag, mocht het echtpaar Ruffle hem bezoeken. Het was het eerste bezoek voor Henry in drieënhalf jaar. „We liepen de bezoekersruimte in en ik her kende hem meteen van een pasfotootje." Ze was zo blij 'm te zien dat ze met uitgestrekte armen op hem afliep. „De eerste vijf minu ten was wel aftasten, maar daarna was het zo vertrouwd." Dieptepunt Het leven van Henry is nooit makkelijk ge weest, met het dieptepunt halverwege de ja ren zeventig. „Ze moesten een verdachte hebben. Hij had de pech dat zijn advocaten weinig gemotiveerd waren. Omdat hij geen geld had, kreeg hij van de staat een advocaat toegewezen. Nu heeft hij een advocaat die zich erg voor hem inzet." Henry zat meer dingen niet mee. Zo was hij destijds analfabeet en hij heeft zichzelf in de gevangenis lezen en schrijven geleerd. Hij was al eens veroordeeld voor een klein de lict. De nieuwe veroordeling was mede geba seerd op getuigenissen van mensen die al in de gevangenis zaten en strafvermindering in het vooruitzicht werd gesteld. Daarbij komt dat hij voor een kwart Indiaans bloed heeft. Voor Henry gloort er inmiddels weer wat licht aan het einde van de tunnel. „In 2000- 2001 is er een wet aangenomen waardoor langgestraften en terdoodveroordeelden recht hebben hun onschuld te bewijzen via een DNA-test. Acht maanden geleden heeft hij daartoe een verzoek ingediend. De DNA- test moet dan tot een nieuw proces leiden." Henry zet door, met de steun van Ruffle. Hij is er nog lang niet, want zelfs als in een nieuw proces zijn onschuld aangetoond wordt, is hij nog geen vrij man. „Nee, dan moet de gouverneur een verzoek tot gratie indienen. Wie is de gouverneur in Florida? Inderdaad, de broer van president Bush." „Voor mensen op death row is het ontzet tend triest dat Bush herkozen is. Hij is voor de doodstraf, hoewel er een lobby op gang is gekomen tegen de doodstraf, ook onder Re publikeinen. De hele gang van zaken geeft je een gevoel van machteloosheid. Nee, Ameri ka is geen beschaafd land en al helemaal niet het land van de onbegrensde mogelijk heden." In dodencellen in de Verenigde Staten zitten ongeveer 3500 mensen, hoofdzakelijk mannen. Zij wachten op een volgende fase in hun proces of op de vaststelling van hun executiedatum. Een doodstrafprocedure kan jaren duren, twintig jaar is geen uitzondering. De gevangenen mogen niet werken en mogen slechts twee keer in de week luchten. Vaak hebben familie en vrienden ze de rug toegekeerd. Dan kan correspondentie met iemand in de buitenwereld van levensbelang worden, stelt de stichting Inside-Outside op haar website. In 38 van de vijftig staten bestaat de doodstraf, in zes hiervan zijn sinds 1976 geen executies meer voltrokken. Koploper als het gaat om de doodstraf is Texas, de staat waar president George Bush gouverneur is geweest. Tijdens Bush' gouverneurschap zijn in Texas zo'n 140 veroordeelden geëxecuteerd. Nog altijd is een meerderheid van de Amerikanen, ongeveer 65 procent, vóór de doodstraf. Toch wordt de roep om afschaffing luider. Dat is vooral het gevolg van negatieve publiciteit rond de doodstraf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 6