Bernhard 1911-2004 'Juliana, we doen het samen' Bernhard al in 1952 fysiek afgeschreven Levensgenieter Bernhard wilde meer doen dan alleen paardrijden Hij berekende eens minstens drie jaar van zijn leven in een hospitaal te hebben doorgebracht.Jk heb ge probeerd het aantal operaties te tel len, maar het bleef bij een voorlopi ge schatting. Mijn buik is een slag veld. Dat ik het precieze aantal niet meer weet, komt me goed uit: ik ver geet die onaangename dingen graag. Overlevingsstrategie heet dat," zei Bernhard in 1995. Bemhard had een verklaring voor zijn levenslust. „Er is bij mij een sterke wil te overleven. Dat maakt denk ik veel uit" Dokters hebben daar een uideg bij: altijd de beste artsen, de beste medicijnen en geen wachtlijsten, een direct gevolg van zijn afkomst en status. De lijst met aandoeningen en operaties leest als een medische encyclopedie. Naast de problemen met de lucht wegen, die hem een leven lang par ten speelden, gaat het onder meer om een gebroken nek, een schedel- basisfractuur, tot tweemaal toe darmkanker, galstenen, hartproble men, twee oogoperaties wegens staar, ingreep aan de urineblaas, be handeling van de prostaat, een her nia-operatie, ernstige longaandoe ningen - inclusief de longkanker van de afgelopen weken en een borst- tumor. Daarnaast werd tot twee keer toe vocht tussen zijn schedel en de hersenen verwijderd en vocht uit de borstholte. Toen bleek ook dat er kwaadaardige uitzaaiingen en een longtumor waren. Eigenlijk zijn de afgelopen veertig jaar van de prins een medisch won der. Artsen van het Amerikaanse marineziekenhuis Walter Reid in Washington verklaarden in 1952 dat Bemhard nog hooguit acht jaar te gaan had. Zijn lichamelijke gesteld heid was door tal van ziekten en on gelukken dermate ondergraven dat hem geen langer leven kon worden gegarandeerd. „Diep in me zit een mannetje dat zegt: mij krijgen ze niet," meende de prins die de som bere voorspelling van de geleerden logenstrafte. Kort na zijn huwelijk met prinses Ju liana in 1937 reed de priris zich bij Amsterdam bijna te pletter tegen een zandauto. Hij liep een schedel- basisfractuur, een hersenschudding, een hoofdwond, en een paar ge kneusde ribben op. Aan het ongeval hield de prins de rest van zijn leven rugklachten over. Een val van het paard tijdens een concours hippi- que zorgde voor een blijvende ver groeiing van zijn nekwervel. Grote problemen kwamen pas weer op hoge leeftijd. Zo kreeg de prins in 1994 na een zware darmoperatie een dubbelzijdige longontsteking en la ter een zogenoemde shocklong. Op dat moment werd voor zijn leven gevreesd. In mei 2000 werd opnieuw groot alarm geslagen na 'neurologi sche complicaties' die volgden op een nieuwe darmoperatie. Uit nader onderzoek bleek dat een afgebroken stukje kunstgebit in de luchtpijp was terechtgekomen. Een jaar later kreeg de prins, die op weg was naar Zuid- Afrika, andermaal last van zijn luchtwegen. De prins, die het Universitair Me disch Centrum in Utrecht 'mijn stamkroeg' noemde, bleef stoïcijns. „Eén keer zal het toch gebeuren. Doodgaan heb je maar te accepte ren." DONDERDAG 2 DECEMBER 2004 HDC281 had toegebracht aan uiteenlopende toe stellen als een Spitfire, een Lockheed 12A, een Hurricane en een Dakota. „Een heerlij ke tijd", noemde hij die periode. Bij de brokstukken van de Lockheed-affaire paste echter geen luchthartigheid. De prins, die royaal en loyaal aan het onder zoek had meegewerkt, trok de consequen ties en legde zijn functies als inspecteur-ge neraal en als 'reizend ambassadeur' voor regering en bedrijfsleven neer. Pas in 1991 werd het de prins weer officieel toegestaan een uniform aan te trekken wanneer hij maar wilde, maar hij maakte er maar wei nig gebruik van. Wél zette hij op 5 mei 2004 demonstratief zijn groene baret op bij het jaarlijkse défilé in Wageningen, uit solidari teit met de commando's. Uiterlijk bleef hij onder de steekpenningen affaire onverstoorbaar. Innerlijk echter was hij diep geraakt, vooral doordat hij plots klaps in de steek werd gelaten door de in ternationale vriendenkring die zich tot dan toe begerig had gekoesterd in de glans van zijn gouden status. In kringen van oud strijders, en vooral onder degenen die hem in de oorlog persoonlijk hadden meege maakt, bleef de prins echter ondanks alles een ongekreukt imago houden. En met het klimmen der jaren, terwijl de herinnering aan Lockheed vervaagde, groeide de prins langzaam uit tot mythische figuur. Het is ontegenzeglijk waar dat Bemhard tij dens de oorlog verdienstelijk is geweest voor Nederland. Hij coördineerde vanuit Londen een belangrijk deel van het verzet in Nederland, wist tegen het einde van de oorlog miljoenen guldens te vergaren voor wapens en uitrusting van de door hem op gerichte Prinses Irene Brigade, organiseer de voedseldroppings tijdens de hongerwin ter en deed in het voorjaar van 1945 zijn ui terste best om in het kielzog van de gealli eerde troepen enige orde te scheppen in de bevrijde steden en dorpen. De laatste jaren wist de prins als geen ander zijn rol te ba gatelliseren. „Wat heb ik nou helemaal meegemaakt? Niks toch?", zei de prins in 2001. Na de bevrijding kwam voor Bernhard de grote ontnuchtering toen de nieuwe Ne derlandse regering hem weer in het consti- Bernhard was verzot op vliegen. Fi tutionele gareel probeerde te krijgen. „Ik had natuurlijk mijn ideeën van wat ik na de oorlog allemaal voor Nederland zou kun nen doen", erkende hij jaren later. „Maar weet je wat het enige was wat de mi nisters goed vonden? Ik mocht een beetje leren paardrijden, dat vonden ze allemaal goed. Daarna kreeg ik van een Raad van Wijze Mannen het advies om me geheel in mijn vroegere leventje terug te trekken. Ze vonden me levensgevaarlijk voor de staat en het koningshuis, zeiden ze, omdat ik me met van alles bemoeide. Ik moest maar rustig gaan paardrijden en van tijd tot tijd een fint doorknippen. Wat ik toen zei? Dat ze voor mijn part konden doodvallen. Vanaf de jaren vijftig begon prins Bernhard met verve en voortvarendheid vorm te ge ven aan wat hij voor Nederland wilde bete kenen. De sluimerende president-directeur van een multinational in hem werd klaar wakker. De natie zwoegde aan haar weder opbouw en hij kon daar, met zijn netwerk van relaties over de hele wereld, als vlie gende ambassadeur van het bedrijfsleven de nodige stenen aan bijdragen. Iets wat hij dan ook met verve deed. Met een grapje hier, een kwinkslag daar en soms (zoals in Argentinië) het nodige smeergeld, pakte Bemhard menig interna tionaal gezelschap in. Vele groten der aarde maakte hij tot zijn intimi, daarbij dankbaar gebruik makend van zijn hoge functies bij het mede door hemzelf in 1961 opgerichte World Wildlife Fund en de aan zijn initia tief ontsproten Bilderbergconferenties van zakenlieden en politici. Gaandeweg zijn steeds meer groeven Bem- hards onbekommerd ogende gelaat gaan doorploegen. Vooral de Greet Hofmans-af- faire, die in 1948 begon en zich tot 1956 voort zou slepen, heeft sporen getrokken. Juliana eiste dat hij zijn koffers zou pakken. De prins weigerde. Maar stormen luwen en de winst van de daaropvolgende Lockheed-affaire is vol gens velen geweest dat het Juliana en Bem hard zelfs weer dichter tot elkaar heeft ge bracht. Al was het de buitenwereld inmid dels wel duidelijk dat beide echtelieden, die ieder een eigen vleugel van Soestdijk be woonden, een verstandshuwelijk hadden :o: United Photos De Boer en een eigen leven leidden. Naast zijn werk voor het World Wildlife Fund bekleedde de prins na de Lockheed- affaire nauwelijks meer officiële functies. In elk geval kon hij nog wel tot zijn 83ste zijn grote passie - het vliegen - blijven uitleven. Hij maakte gedurende zijn hele leven ruim 13.000 vlieguren in zo'n 150 verschillende typen vliegtuigen. In 1997 besloot Bernhard dat het tijd was geworden om het wat rustiger aan te gaan doen. Hij schreef de talloze sportbonden en andere instellingen waarvan hij be schermheer was aan met het verzoek om hem 'met oog op mijn vergevorderde leef tijd' geen post of uitnodigingen voor bij eenkomsten meer te sturen. Voor organisa ties van oorlogs- en verzetsveteranen en de natuurbescherming wenste de prins zich echter nog wel te blijven inspannen. Het kabinet beloonde die tomeloze inzet met de instelling van een Veteranendag op de verjaardag van de prins (29 juni). Ondanks zijn hoge leeftijd en diverse ou derdomskwalen maakte Bernhard de laat ste jaren nog altijd een levenslustige in druk. Hij reisde geregeld ai kocht halver wege de jaren negentig zhfs nog een luxe jacht om zijn vakanties in Italië op door te brengen, meestal in het gezelschap van meerdere kleinkinderen. De prins toonde zich daarbij een ware 'pater familias' - vol gens kleindochter Margarita zou hij achter de schermen in de familie ook echt aan de touwtjes trekken - die ook op hoogtijdagen, zoals de huwelijken van zijn kleinkinderen, een centrale rol innam. Maar ook anderszins toonde Bemhard tot het laatst nog bij de pinken te zijn. Het Amerikaanse blad Forbes kreeg een tele foontje omdat op de jaarlijkse lijst van 's werelds rijksten het familiefortuin van de Oranjes enkele miljarden te hoog zou zijn ingeschat. En in De Volkskrant verscheen in januari 2004 een paginagrote open brief waarin de prins omstandig weerwoord gaf aan vol gens hem onjuiste verhalen over hem en zijn familie. Aan het einde van zijn leven wilde de prins schoon schip maken en de feiten presenteren, althans zoals hij ze zag. >r Dick van Rietschoten vliegbrevet dat prins Bernhard op 9 mei B 1 na een gedegen opleiding bij de Royal Force kreeg uitgereikt, was getooid met lantekening 'uitmuntend'. Maar er stond iets anders bij. De rubriek 'opmerkingen' atte de zin: 'Dient in het oog gehouden yorden wegens een overmaat aan zelf- rouwen.' Kernachtiger dan in dat Britse yet kan het stramien van Bernhards leven worden samengevat. I intelligente avonturier Bemhard, prins 'rLippe-Biesterfeld, liet al vanaf de zomer 11936, toen hij prinses Juliana nader de kennen, een frisse wind door het lis van Oranje waaien. Hij, de flitsende ïvan de wereld, vond 'Lula' - zijn koos- 1 voor haar - veel te geremd. „Juliana", chreef hij eens, „was de bewoonster jieen glazen huis waar iedereen naar nen kon kijken, maar waarin de bewo- 5 zelf geen zicht op de buitenwereld den". ■wilde „Juliana onderwijzen, haar vor- 1 en haar geest en gevoelens van hun mdheid bevrijden". Hij stelde zich ten l„de tralies van haar kooi te breken", j'bravoure van Bernhard liet de nog door hn enkele wol geverfde prinses niet on- serd. Waarnemers uit die dagen wisten lelden dat Juliana reeds in haar verlo stijd (tussen 8 september 1936 en 7 ja- 1937) opvallende veranderingen on- ig- ird slanker, kleedde zich modieuzer, zich vlotter kappen en begon zowaar te en, hoewel ze wist dat haar moeder, helmina, daar een gruwelijke hekel aan Zonder de overmaat aan zelfvertrou- 1 van haar man zou Juliana vrijwel zeker lit tot de ontplooiing zijn gekomen die r latere koningschap zo markant vorm ft gegeven. Bernhard heeft op dat punt tekend werk verricht, esprekken met intimi heeft Bemhard fgelopen decennia meermalen gezegd: ik niet met een kroonprinses was ge- ïwd, zou ik waarschijnlijk president-di- eur van een multinational zijn gewor- Inderdaad zette zijn verloving een ep onder wat een bliksemcarrière bij grote Duitse chemieconcern I.G. Far- beloofde te wordenr oopbaan van de ambitieuze prins uit onaanzienlijke vorstendom Lippe nam .936 abrupt een andere koers. Hij moest 1 land gaan dienen in plaats van een be- f. De man die door het personeel op het m lerlijk landgoed Reckenwalde (bij het ^dige Poolse Woynowo) achter zijn mg d aangeduid als 'de Pasja', kreeg van gin Wilhelmina bij zijn huwelijk met ia de waarschuwing: „Vanaf nu heb je ie schoonmoeders: mij en dat lastige Ierland." jaren later zou Bemhard tegen prins ip, toen die met de latere Britse konin- Elizabeth trouwde, zeggen: „Ik wens je I olifantenhuid toe, want die heb je no- voor dit baantje." Tegelijkertijd keek hij iter zo relativerend tegen dat 'baantje' ■Él, dat hij in de jaren vijftig bij wijze van tfip samen met Philip 'de Ideinste vak- jiid ter wereld' oprichtte: die van prin- H»-gemaal. de serene oase die paleis Soestdijk na de ïkere oorlogsjaren werd, ontwikkelde mhard zich vooral tot de spil van het ge sleven. In die hoedanigheid was hij ook lor£ene die aan het eind van de jaren veer de gebedsgenezeres Greet Hofmans op paleis introduceerde, niet vermoedend veel schade dit uiteindelijk aan zijn ge- zijn huwelijk en de monarchie zou toe- igen. ihard verveelde zich vaak danig. Hij weliswaar 'allerlei klusjes' om handen, het maken van internationale zaken- in namens de Nederlandse regering, doorknippen van finten en het metse- van eerste stenen, maar die leverden II beslist geen fulltime job op. Evenmin d dat voor de 'bijbaan' die zijn grote tswas: de functie van inspecteur-gene- van de verschillende krijgsmachton- lelen, die hij tot 1976 bekleedde. Prins Bernhard. Foto: ANP Zijn militaire functie raakte hij kwijt als ge volg van de Lockheed-affaire, die hem in 1976 van zijn voetstuk deed vallen. Hoezeer de bom van deze affaire ook bij de konink lijke familie insloeg, blijkt uit het feit dat koningin Juliana destijds 36 uur heeft ge wacht voordat zij de moed kon opbrengen om (toen nog) prinses Beatrix in te lichten over de inhoud van het rapport-Donner. Dit rapport was het resultaat van het on derzoek van een commissie van drie 'wijze mannen' naar aanleiding van berichten dat de prins tot tweemaal toe steekpenningen zou hebben aangenomen van de Ameri kaanse vliegtuigfabrikant Lockheed. Het rapport was vernietigend voor Bemhard. Zijn overmaat aan zelfvertrouwen was de prins uiteindelijk noodlottig geworden. De uitmuntende piloot werd een brokkenpi loot. Deze vaststelling was weliswaar al enkele malen eerder van toepassing geweest, maar dan in letterlijke zin, en wonderbaarlijk ge noeg zonder desastreuze gevolgen. De prins kon er bij gelegenheid smakelijk over uitweiden hoe hij gedurende zijn vlie- gersloopbaan ooit een Tiger Moth volledig had gekraakt en bovendien flinke schade in van de laatste keren dat Juliana en Bernhard samen in het openbaar verschijnen. Ze leggen in mei 1997 tijdens de jaarlijkse ïdenherdenking een krans bij het Amalia-monument in hun woongemeente Baarn. Archieffoto: Ton Kastermans X

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 19