Tijd voor een
|tel in Rijnsburg
g
ig Aandewiel bij derby gewoon voor Rijnsburgse Boys
Barry's droomtheater
'Mocht hij maar
één minuutje
meedoen,
dagdroomde
Barry nadat hij
was uitgenodigd
door Marco
van Basten'
ZATERDAG 20 NOVEMBER 2004
SPORT
istf
door Robbert Minkhorst
Op zijn naam staat de 'transfer van de
eeuw' in de Bollenstreek. De lieveling van
Quick Boys stapte ooit over naar de groot
ste concurrent in die tijd, Rijnsburgse
Boys. Er gingen verhalen dat de transactie
hem een huis in Rijnsburg opleverde. Het
was nieuws dat De Telegraaf haalde. Ge
mengde gevoelens heeft hij vandaag niet
wanneer Rijnsburgse Boys en Quick Boys
elkaar ontmoeten. Huug Aandewiel is 'ge
woon voor Rijnsburgse Boys'.
imi
Van alle hoofdklassers in de Bollenstreek
vai is Rijnsburgse Boys het langst geen kam-
e si pioen meer geweest, zegt Huug Aande-
lp; wiel, broer van de huidige trainer van
i h Quick Boys, Gert Aandewiel. „Je hoopt
Pt tt eigenlijk al jaren dat je kampioen wordt,
tijd We hebben er het team voor. Het wordt
t al tijd voor een titel."
el, s
ge Prachtigdat is toch het mooiste dat er
)ch is, die rivaliteit tussen die twee dorpen.
iur Dat moet ook altijd zo blijven. Er zijn
:mii ook verkeerde dingen gebeurd, dat weet
gel ik ook wel. Er is gevochten, er zijn dingen
idii vernield, maar over het algemeen kan ik
ia'fan een Quick Boys - Rijnsburgse Boys
p; ^nieten.(Gerard van Zuylen, de vroe-
l nil gere secretaris van Rijnsburgse Boys, in
iet Leidsch Dagblad van 1 april 1990).
ratf
tandewiel: „Ik denk dat voor Quick
Joys tegenwoordig meer de wedstrijden
lat egen Katwijk tellen. Die derby's hebben
od Ie laatste jaren de meeste uitstraling ge
ve legen. Voor een Rijnsburger is dit nog
on iteeds de wedstrijd van het seizoen. Mis-
chien dat het voor Quick Boys nu ook
ia«neer beladen is vanwege de stand op de
Li ui anglijst."
Jeide clubs draaien dit jaar bovenin
ii nee. Terwijl Rijnsburgse Boys dit sei-
t. O »en een vliegende start kende, komt de
ring iloeg uit Katwijk pas de laatste weken
*p gang. „Het is al best lang geleden dat
lijnsburg heeft gewonnen. Vorig sei-
oen werd het een keer 6-4, dat was
ipektakel."
e vi
t is )oit was hij het grootste talent op sport -
is-ii iark Nieuw Zuid. Met 17 jaar in het eer-
te elftal, dan moet je wat kunnen. Aan
dewiel viel ook bij clubs uit het profvoet-
«hal op. Hij was 19 toen hij een contract
.11 »j DS'79 uit Dordrecht tekende. Het was
1>est een sterk elftal, een combinatie van
I outine en talent, maar het liep niet. „Al
ronnen we wel van Ajax in de kwartfi-
r lale van de beker", weet Aandewiel nog.
Maar de club kwam afspraken niet na.
„Er zou voor een baan worden gezorgd,
maar daar kwam niets van terecht. Zat ik
de hele dag te wachten om einde van de
middag te trainen. Ik had geen rijbewijs
dus ik moest met de trein. Speelden we
zaterdagavond bij Veendam uit, dan
moest ik zaterdagochtend weg. En om
dat er 's nachts geen treinen reden, was
ik pas zondag weer thuis." Na een jaar
had hij het wel gezien in Dordrecht. Hij
sprak nog met Willem II en FC Den
Haag, maar koos voor een terugkeer
naar Quick Boys. Een jaar later volgde de
'beruchte' transfer.
Intussen woont Aandewiel al meer dan
twintig jaar in Rijnsburg. Sinds een paar
jaar wonen hij, zijn vrouw en drie kinde
ren - twee zoons, een dochter - achter
de tennisvereniging, waar Aandewiel af
en toe nog een balletje slaat. Zijn versle
ten rechterknie staat regelmatig sporten
niet meer toe. De geschakelde villa van
het gezin staat op grond waar vroeger
het zwembad Waterbos nog lag. Ach, dat
huis. Zouden veel mensen in Katwijk
nog denken dat Aandewiels eerste wo
ning in Rijnsburg voor hem is betaald?
„Hij was de lieveling van Quick Boys,
maar hij had een Rijnsburgs meisje,
werkte op Rijnsburg en moest een huis
hebben. In Katwijk zeggen ze nog altijd
dat hij het huis heeft gekregen, maar ik
denk dat hij het heeft betaald." (oud
voorzitter Piet van Egmond van Rijns
burgse Boys in het Leidsch Dagblad, op
9 mei 1999.)
„Ik zou een huis hebben gekregen. Wat
een onzin. Ik heb het huis gewoon moe
ten betalen", zegt Aandewiel. „Ik kreeg
alleen voorrang bij de koop." Herinne
ringen ophalen aan de derby's vindt de
Rijnsburger best. De geschiedenis rond
zijn overgang oprakelen? Daar heeft hij
minder zin in. „Rond mijn overstap zijn
zaken heel erg opgeblazen. Er was zo
veel ophef. Toentertijd heeft het zelfs De
Telegraaf gehaald."
Of er nog oud zeer bestaat? „Mijn broer
voetbalde in de Cl van Quick Boys toen
ik wegging. Hij heeft het toen wel moei
lijk gekregen. Toen ik vertrok, kwam dat
hard aan. Maar ik was van de week nog
bij de club, tegen Oranje-onder-20. Ik
kom er altijd graag. En mijn vader vond
het uiteindelijk heus leuk, hij is ook wel
wezen kijken. En op mijn eerste titel was
hij toch trots."
In de tijd van dat kampioenschap was
Rijnsburgse Boys niet erg populair bij
andere verenigingen. Rijnsburgs was een
van de eerste clubs, die spelers betaalde.
Aandewiel nuanceert: „We speelden met
Johan de Kroon, Wim Driebergen, Arie
van Dijk, Henk van Voorbergen, Henk
Huug Aandewiel: „Rijnsburg liep altijd voor. De mensen hier zijn vooruitstrevend, het zijn harde werkers." Foto: Dick Hogewoning
Merbus. Dat waren allemaal eigen jon
gens. Zij vormden een hele goede mix
met de jongens die gehaald werden.
Martin Toet, en de broers Paul en Mar
cel van der Blom van UVS, en ik dus. We
waren ook allemaal vrienden."
Onder trainer Arie Lagendijk (nu bij Ter
Leede) werd de groep in Aandewiels eer
ste seizoen ('83-'84) direct kampioen, en
Aandewiel werd gekroond tot beste
amateurvoetballer van Nederland. Hij
maakte de glorie van Rijnsburgse Boys
volop mee. De club zette daarna nog ja
ren de toon in de top van het amateur
voetbal, al werd Aandewiel nog maar
één keer kampioen. Dat was in een van
zijn laatste seizoenen, waarvan hij door
blessureleed al een deel had moeten
missen. Het kampioenschap van 1990
dankt de club uitgerekend aan Quick
Boys, is Aandewiels herinnering. „We
hebben hele goede jaren gehad. We zijn
geloof ik wel vier keer tweede in de com
petitie geworden. Het kampioenschap in
1990 is heel verrassend geweest. We
stonden achter op Quick Boys. Die liet
het in het paasweekeinde ineens lig
gen."
Quick Boys bedankt, Quick Boys be
dankt. Tot zondag vroeg klonk het uit de
kelen. Schor, ondanks het vele smeren.
(Uit het Leidsch Dagblad van 7 mei
1990).
In de beker stuntte Rijnsburgse Boys in
die jaren tegen Willem II en Cambuur.
Op het eigen sportpark Middelmors was
de ploeg vrijwel niet te verslaan. „Willem
II speelden we echt zoek", weet Aande
wiel nog.
In '90 kwam zelfs het Nederlands elftal,
op weg naar de WK in Italië, nog 'goed
weg" met een gelijkspelletje in Rijnsburg
1-1. „Rijnsburg uit, altijd lastig", zei
bondscoach Leo Beenhakker toen. (Uit
het LD van 28 april 1995).
Het beste was er toen bij Aandewiel wel
af. Een reeks blessures en operaties
(knie, kaak, enkel) wierpen hem terug.
„Ik heb nog tot 1992 gevoetbald, maar ik
heb nooit meer het gevoel gehad dat ik
had van voor 1990. Toen ging het auto
matisch. Je werd 's ochtends wakker met
het gevoel: met hoeveel ga je vandaag
winnen? Zo sterk voelde ik me."
Aan de derby's met Quick Boys bewaart
Aandewiel aparte herinneringen. „We
moesten wel eens tussen de politiepaar-
den het veld op." Een groep vervelende
supporters uit die tijd van Quick Boys
maakte de aanwezigheid van politie
noodzakelijk. En de met 1-0 gewonnen
wedstrijd op Nieuw-Zuid tijdens een
zware storm. „We konden niet eens een
achterbal stilleggen."
Een van de mooiste wedstrijden in Aan
dewiels herinnering eindigde in 3-3. Het
was halverwege de jaren '80. „Het jaar
weet ik niet meer precies. Er was heel
veel publiek en een scoreverloop was
spectaculair. Ik denk dat het onze beste
wedstrijd van het jaar was."
Gek genoeg scoorde Aandewiel nooit te
gen zijn oude club. Terwijl hij toch - ze
ker in de periode als vooruitgeschoven
middenvelder - aan de lopende band
scoorde. Als voetballer was hij uiteinde
lijk toch vooral de klassieke '10', meer
een Platini dan een Van der Vaart.
Na Aandewiels vroegtijdige pensioen
maakte Rijnsburgse Boys magere jaren
door. Het dieptepunt beleefde de club in
1995, toen de ploeg van het hoogste ni
veau, toen de eerste klasse, degradeerde
naar de tweede.
„Ik mis Rijnsburgse Boys al jaren. Voor
de opmars van Katwijk was Quick Boys-
Rijnsburgse Boys toch de wedstrijd van
het seizoen. Dat was de derby. Voor mij
had de wedstrijd een extra lading als
mijn broer Huug bij de tegenstander
meedeed." (Speler, thans trainer, Gert
Aandewiel in het LD van 31 mei 1996).
Een jaar later keerde de club weer terug
in de hoogste klasse. Intussen plaveit
Rijnsburgse Boys de weg naar boven. De
tribune waar menig eerstedivisionist ja
loers op is, staat er al. Typisch Rijnsburg
overigens, blijkt uit Aandewiels woor
den. „Rijnsburg liep altijd al voor. De
mensen hier zijn vooruitstrevend en het
zijn harde werkers. Ze durven en dat la
ten ze graag zien. In Katwijk zit ook veel
geld, maar je ziet het minder. Katwijk is
behoudender."
Dat verklaart voor Aandewiel veel van de
onderlinge rivaliteit. Want Rijnsburg wil
zo graag, maar moest toch te vaak opkij
ken tegen Katwijk. Misschien dat het
vandaag tot gedrevenheid in het veld
leidt bij Rijnsburgse Boys, hoopt Aande
wiel. „Een paar weken geleden was
Rijnsburg favoriet, nu is Quick Boys dat.
Dat maakt nu een goede periode door.
Maar de teams zijn aan elkaar gewaagd.
De vorm van de dag zal een belangrijke
factor zijn. Ja, dit zijn toch de mooie
wedstrijden."
A chteloos bracht Barry van
21 Galen de bal aan het rollen.
Je kunt niet zeggen dat hij de
bal door een trap in beweging
bracht. Een aai was het eerder.
Een liefkozing.
Barry van Galen liefkoosde met
zijn noppenzooi de bal, zodat
deze zich verplaatste. Naar
Ruud van Nistelrooij.
Zelf had ik de bal liever naar
Johan Cruijff gespeeld, maar
dit zal met mijn leeftijd te ma
ken hebben en bovendien gaat
dit stukje niet over mezelf
maar over Barry van Galen;
naar Ruud van Nistelrooij dus,
met die bal.
Hierboven beschreef ik niet een
in al zijn eenvoud tevens su
bliem rollertje van de maestro,
dat vanuit het niets Van Nistel
rooij oog in oog zette met doel
man Koldo van Andorra, maar
een voor Barry nog veel belang
rijker balcontact. De aftrap.
Door de bal op woensdag
avond half negen in het Mini
Estadi van Barcelona onder
zijn voet door aan het rollen te
brengen, was Barry van Galen
definitief, onomkeerbaar en
voor altijd international ge
worden.
Al mocht hij maar één minuut
je meedoen, dagdroomde Barry
nadat hij was uitgenodigd
door Marco van Basten om
zich vrij te maken voor Andor
ra - Nederland.
Wie heeft ze niet, die dromen.
Ik zie mij daar nog zó staan in
het verblindende licht van het
Olympisch Stadion, met naast
mij Johan Cruijff. Klaar voor
de aftrap. Ik was denk ik 14
jaar, 15 hooguit en zou de
jongste debutant aller tijden
van het Nederlands elftal wor
den. Maar een wolkbreuk voor
kwam mijn debuut. Kletsnat
van de koorts werd ik wakker,
zonder zelfs maar te weten of
het Engeland of Brazilië was,
waartegen ik bijna mijn eerste
interland had gevoetbald. An
dorra was het in elk geval niet:
dis ik in een droom verstrikt
raak, dan droom ik ook groots.
Gelukkig voor Barry was het in
zijn droom beter weer, de wed
strijd was echt begonnen.
Barry droeg het shirt met num
mer 10, wat ik ook gedaan zou
hebben als ik het in mijn
droom voor het zeggen had ge
had en natuurlijk had ik er
dan ook nog een paar droom-
doelpunten bij gedroomd.
Wat Barry wel goed geregeld
had, was dat hij een televisie
station bereid vond zijn droom
uit te zenden. Het was allemaal
net echt. In mijn tijd bestonden
er helaas nog geen kinderzen
ders die jongensdromen in ver
vulling lieten gaan. Ook Marco
van Basten werkte mee. Net
alsof het een serieuze interland
was. sprak hij vooraf met een
verslaggever.
„Wegaan deAndorranen met
een hoog baltempo stuk spe
len", zei de bondscoach tegen
de televisiekijkers. Had hij ddt
maar tegen de spelers gezegd,
zeg ik achteraf, want die wisten
mooi van niets.
Dat konden ze ook niet weten
natuurlijk. Hun droom was het
niet, tegen Andorra te spelen.
Cruijff heeft ook nooit enig be
nul gehad van die keer dat hij
samen met mij bijna de aftrap
verrichtte, het was maar een -
onvoltooide - droom, waarvan
de regie niet in zijn handen
lag.
Ergens in Barry's droomtheater
was ook nog een rolletje wegge
legd voor Co Adriaanse, die Co
Adriaanse imiteerde: „Barry
komt te weinig aan de bal. Die
is zoekende. Dus daar heb je
niet veel aan.
In zoverre had Co een beetje ge
lijk, dat je aan Barry zijn hele
houding kon merken dat hij
zijn mooiste aller dromen niet
wilde verpesten door een vroeg
tijdig ontwaken. Barry beging
maar één overtreding een
minpuntje in het scenario. De
droom dreef hierdoor iets te
veel weg van de realite^Maar
Co had ook ongelijk. IW34-ja
rige debutant kwam niks te
veel ofte weinig aan de bal Hij
kwam tot 34 balcontacten.
(Voor wie er oog voor heeft een
magnifiek staaltje door de re
gisseur aan zijn gedroomde
wedstrijd toegevoegde symbo
liek).
Eerder dan de wedstrijd hield
de droom op.
Na 68 minuten werd Barry
wakker, wreef de slaap uit zijn
ogen en zag alsof er niets ge
beurd was Pierre van Hooy-
donk lopen, op zijn plaats.
Jammer dat de droom niet
voortduurde, al werd hierdoor
wel voorkomen dat Barry in de
verleiding kwam zijn bewijs
materiaal te ruilen i>oor een
Andorraans tricootje - dat zou
pas écht jammer zijn geweest.
Frank Snoeks
VOOR MEKAAR
e vo
pia
ttev
diei
g,d
nel)
ame
VUT. Ik had geen zin om de hele dag thuis te zitten.
Dus ben ik toch weer bezig, met het onderhoud van de
velden. Dat doen we met zijn vieren, elke maandag. De
gaten vullen, alle velden even nalopen. Er zitten hier
dikwijls twaalf man, want er moet ook schoongemaakt
worden. Ik ben een van de jongsten. Dan weet je 't
wel."
Steken de jongeren dan nooit de handen uit de mou
wen?
„Ach, toen ik werkte had ik ook minder tijd om dit
soort dingen te doen. Tegen de tijd dat zij allemaal met
VUT gaan, komen ze wel. Ik ben altijd bang dat het
aantal vrijwilligers terugloopt, maar dat is nooit ge
beurd."
Hoe veel tijd bent u aan de club kwijt?
„Ongeveer vijfden uur per week. Ik draai ook nog bar
Gé van Vliet.
Ji*64.
tbalvereniging Teylingen in Sassenheim.
bent u al lid?
I jn twaalfde. Ik heb gevoetbald tot mijn ze-
Toen werd ik jeugdleider en ik kwam in de
missie terecht, als wedstrijdsecretaris. Ik
niet veel van. Ik vond het veel leuker om
g n is te begeleiden. Dat heb ik dik zesentwintig
in. Toen vond ik het wel even genoeg. Ik ben
yen tijdje helemaal weggeweest, ik floot alleen
toe een wedstrijd. Ik had drie kinderen en
rken voor de kost, de kinderen opvoeden.
•ning wzei ook: blijf eens een keertje thuis."
igbli
toch weer druk bezig met de club.
ren de kinderen de deur uit en ik ging met de
diensten. Vooral op zaterdagochtend is dat leuk, dan
zit het hier vol ouders, opa's en oma's die bij de jeugd
komen kijken. Gaan er 250 koppen koffie doorheen."
Heeft u thuis dan niks te doen?
„Als mijn vrouw besluit om niet meer te koken of de
was te doen, dan zal ik aan de bak moeten. Zij doet dat
allemaal, terwijl ik bijna de hele dag weg ben. 's Mor
gens naar Teylingen, 's middags deed ik voor de Stich
ting Welzijn Ouderen tuintjes van oudere mensen die
dat zelf niet meer kunnen. Daar ben ik nu even mee
gestopt. Het werd me wat veel allemaal. Maar voorlo
pig ben ik nog wel van plan om bij Teylingen door te
gaan. Het is een mooie club, nu Laurens Mouter terug
is als trainer - als jong ventje is hij hier begonnen met
voetbal - gaat het met het eerste elftal ook geweldig. Ik
hoop dat we nog eens tegen SJC en Foreholte spelen.
WSB is nu wat te hoog, vrees ik."