Het is weer wij en zij
IK ZWIJG JG
Moslims moeten zelf schoon schip maken
'Ze voelen zich een
verrader als ze
elkaar aangeven'
ZATERDAG
6 NOVEMBER
2004
Ineens is het weer wij en zij, ook
bij Nederlanders die dachten dat
ze tolerant waren. Woede,
angst, schaamte en wanhoop
vechten om voorrang. Het
wordt tijd dat de Marokkanen
zelf schoon schip maken, klinkt
het. Hoé moet dat als ouders de
grip op hun kinderen volledig
zijn kwijtgeraakt? De
Nederlander: „Vinden ze het
gek dat we racisten worden?"
De Marokkaan: „Ik ken die
extremisten ook niet."
door Mayke Calis
en Marloes de Koning
Bang is ze maar even geweest, toen
ze hoorde van de rituele slachting
van Theo van Gogh in Amster
dam. Gerda woont al haar hele leven in
de inmiddels zwarte wijk Delfshaven in
Rotterdam. „Je moet boven die gasten
blijven staan."
Wat ze nu voelt is vooral woede. .Alle
maal weg. Dan moeten de goeden maar
onder de kwaden lijden." Haar zoon: „In
een container en afzinken." Af en toe
droomt Gerda stiekem even van een dag
waarop Rotterdam alleen van de blanken
is. „Dan is het stil op straat, hoor."
Dit soort reacties maken veel Marokka
nen bang en boos. Alle wijzende vingers
gaan hun kant op. Televisiemaakster Sa-
mira Abbos: „Mensen kunnen op straat
tegen mij zeggen: Jullie hebben Van Gogh
vermoord, maar ik weet niet wat ik daar
mee moet." Veel moslims zijn radeloos,
zegt ze. Wie is de volgende moordenaar?,
vragen zij zich af. Uit welke hoek komt
die?
Ahmed, een 22-jarige hbo-student die
niet met zijn echte naam in de krant wil,
hoort leeftijdgenoten al praten hoe ze
groepen moeten vormen om zich te ver
dedigen tegen agressieve Nederlanders.
„Er zijn in het verleden al moskeeën in de
fik gestoken. Alleen nog nooit met men
sen erin."
Een dag na de moord. In het smalle gang
pad tussen de zitplaatsen in de trein
wringen allochtoon en autochtoon zich
naar een plekje. Een enkeling tuurt strak
naar de voorpagina van de Metro die met
de kop Brute moord' het verlies van haar
columnist in woorden probeert te van
gen. De emotie van het eerste moment
lijkt vervangen door stilte. Wat opborrelt
is niet geschikt voor een gesprek.
Iets knaagt. Het gevoel dat een poging tot
dialoog niet eeuwig kan duren. Dat de
andere kant ook eens aan zet is. Dat iets
kapot is gegaan dat moeilijk te repareren
is. Zelfs mensen die dachten dat ze tole
rant en links waren, horen zichzelf tot
hun schrik opeens kut-Marokkanen roe
pen.
Verwijdering
Sar dik Harchaoui, directeur van multicul
tureel instituut Forum, doet aan perma
nent crisismanagement. Hij heeft het
over groeiende groepstegenstellingen en
over een proces van verwijdering, dat
door 11 september 2001 en de moord op
Pim Fortuyn in een stroomversnelling is
geraakt. Hij benadrukt dat moslims ook
mensen zijn die zich 's avonds op straat
soms onveilig voelen.
Hij stelt dat iedereen het erover eens is
Op de Dam in Amsterdam luisteren dinsdagavond verontruste inwoners geëmotioneerd naar de woorden van burgemeester Cohen. Woede, angst, schaam
te en wanhoop vechten om voorrang. Foto's: GPD/Phil Nijhuis
dat op extremisme het krachtigste repres
sieve antwoord moet volgen. „Die strijd
moeten we voeren, of je het nu hebt over
moslimextremisme of dierenactivisten."
Anderen zeggen dat niet alleen Marokka
nen stelling moeten nemen, ook Neder
landers.
In zijn werkkamer aan de universiteit Lei
den schudt rechtsgeleerde Afshin Ellian,
gevlucht voor het islamitische Iraanse re
gime, vermoeid zijn hoofd. „Die algeme
ne terminologie, dat er omheen draaien:
dat stoort me. Waarom niet ronduit zeg
gen waar het op staat? Dat dit jihadistisch
geweld is. Dat het hier gaat om een religi
euze overtuiging die wij kunnen verbin
den met internationaal terrorisme."
„Dit was een terroristische aanslag, en
sorry hoor, maar het was niet een jood of
een christen. Het is het probleem van de
moslimgemeenschap. Die man heeft ook
een imam gehad. Het komt uit de mos
keeën. Wie zijn dat daar? Ze moeten zich
aan de zijde van de staat scharen en dit
soort types aangeven bij de AIVD."
De roep om zelfreinigend vermogen bin
nen de Nederlandse moslimgemeen
schap is Harchaoui te makkelijk. „We le
ven gelukkig in een samenleving waarin
eigen verantwoordelijkheid voor daden
centraal staat. Je mag mensen oproepen
en aansporen om iets te doen, maar je
mag mensen nooit verantwoordelijk ma
ken voor iets waar ze niets aan kunnen
doen."
Samira Abbos: „Ik zie niet hoe ik als deel
van die Marokkaanse gemeenschap een
moord als deze had kunnen voorkomen.
Ik heb nog nooit iemand ontmoet die van
plan was een moord of aanslag te plegen.
Al zou ik een extremist kennen, moet ik
daar dan op af stappen? Ze zien me aan
komen."
Dit is niet wat veel Nederlanders
nu willen ho
ren. De oudere
vrouw op Schie
dam Centraal
gaat iets zachter
praten. „Ik ben
bang dat we door
de islam overgeno
men worden en dat
alles met geweld
wordt opgelost." Haar
echtgenoot recht zijn
rug en zegt op luide
toon: „Sommige men
sen moeten ze gewoon
het land uitgooien. Zo'n
imam bijvoorbeeld, die
zegt dat homo's varkens
zijn."
Hij heeft er weinig ver
trouwen in dat de Neder
landse regering nu van
koers verandert. „We
doen een plas en alles
blijft weer zoals het
was, zeg ik altijd. We
hebben onze hoop ge
vestigd op de aller
kleinsten." Zijn hand
zweeft een meter bo
ven de stationsvloer.
„Misschien dat die
generatie ook zegt:
dit soort dingen to
lereren we niet in
ons land."
De moord roept
- gevoelens op van
angst tot onver
holen racisme. De gematigden voelen
hoe redelijke antwoorden hen door de
moord uit handen zijn geslagen. Twee
jongens uit Oss vertellen na de kabaaima
nifestatie op de Dam in Amsterdam, op
de avond na de moord, hoe hun vrien
denkring steeds blanker wordt.
Vroeger was die gemengd, speelde je sa
men. We worden steeds meer bij elkaar
gedreven. Je hoeft maar door een stads
wijk te lopen en je vraagt je af in welk
land je leeft. Dat gaat een keer verkeerd.
Vinden ze het gek dat we racisten wor
den?"
De oplossing moet uit de moslims en Ma
rokkanen zelf komen, klinkt het van ver
schillende kanten, maar die zijn juist ho
peloos verdeeld. Misschien nog veront
rustender is dat de kloof tussen genera
ties zo mogelijk nog groter lijkt dan die
tussen autochtone Nederlanders en Ma
rokkanen. De eerste en tweede generatie
spreken een totaal andere taal dan de
derde: de jongeren die voor veel overlast
zorgen en de groep waaruit de terroristen
worden gerecruteerd.
Buurtvader Abderrahim Arrihani vindt
dat in Amsterdam-West al heel veel wordt
gedaan om jongeren op het rechte pad te
houden. Op de vraag of er niet meer dis
cussie binnen de groep moet komen om
het extremisme een halt toe te roepen,
reageert hij ontkennend: „Zulke jongens
wonen niet in Slotervaart."
Dat Mohammed B. en Samir A wel uit
die buurt komen, doet daar niets aan af.
„Samir is uit de buurt vertrokken omdat
hij hier onvoldoende ruimte kreeg", aldus
de buurtvader. Blijkbaar had hij geen
zicht op beide jongemannen.
Voor het aanpakken van de extremisten
zien veel moslims een taak weggelegd
voor de overheid. Het pleidooi voor
strenge straffen en betere inlichtingen
diensten klinkt hier net zo hard als bij de
autochtonen. Volgens Zeki Arslan, voor
zitter van de samenwerkende Turkse or
ganisaties, kan de aanpak van moslimra-
dicalisme niet worden overgelaten aan
mensen uit de gemeenschap van de da
der. „Individuen die hun nek uitsteken,
zijn kwetsbaar voor dreigementen uit de
eigen groep."
Forum-directeur Harchaoui is bang dat
Nederlanders het vermogen van de Ma
rokkaanse gemeenschap overschatten
om het probleem in eigen huis op te los
sen. „Ook deze gemeenschappen zijn ge-
individualiseerd en gefragmenteerd. Zo'n
jongen van 26 die Van Gogh vermoord
heeft, heeft geen band met z'n ouders."
Niettemin doet ook hij in moskeeën de
oproep aan mensen om op te staan en
het heft in eigen hand te nemen. „Die op
roep kan alleen slagen als ze hulp krijgen
van de ontvangende samenleving. Anders
krijgen die mensen van twee kanten klap
pen."
Subsidievreters
Driss el Boujoufi van de moskeeorganisa
tie Ummon denkt dat het extremisme een
halt toegeroepen kan worden wanneer
imams en ouders islamitisch fundamen
talisme beter kunnen herkennen bij hun
kinderen. Nu gaat er geen belletje rinke
len bij kritische vragen van de jeugd aan
de imam.
Hbo-student Ahmed, ook uit Amsterdam-
West, wordt woedend als hij al die brave
mannen van Marokkaanse organisaties
hoort verklaren hoe afschuwelijk ze de
moord vinden en hoezeer ze de daad af
keuren. Subsidievreters, noemt hij ze. „Zij
vertegenwoordigen ons niet. Zij zijn de
eerste generatie, zij hangen de traditione
le islam aan. Wat weten zij van ónze bele
ving van de islam? Onze generatie kent
zijn rechten, verdiept zich tenminste in
de islam en leest Nederlandse Koranver
talingen."
Ahmed zag de moord wél aankomen.
Theo van Gogh heeft mensen heel diep
gekwetst, vindt hij „Wat hij zei over de
profeet kon echt niet De profeet is nog
geliefder dan onze ouders. De haat te
gen Van Gogh en Hirsi Ali groeide beetje
bij beetje. „Van Gogh schold ons keer op
keer uit voor geitenneukers en beledigde
ons steeds opnieuw. Dan slaan op een
gegeven moment de stoppen door."
„Op een geven moment zeiden ze: Die
Theo moet dood, man. Ik begrijp dat wel.
Zelf vind ik dat hij beter een flinJc pak
slaag had kunnen krijgen. Iemand ver
moorden vind ik niet kunnen, maar ik
ken meerdere mensen die tot een moord
in staat zijn. Ik denk dat de groep die zo
radicaal denkt, ook steeds groter wordt en
machtiger."
Rechtsgeleerde Ashfin Ellian vreest dat
het niet lukt de kloof tussen de groepen
binnen de Marokkaanse gemeenschap te
overbruggen: „Ze voelen zich een verra
der als ze elkaar aangeven. Het is ook niet
het uitleveren aan een verwante groep,
maar aan westerlingen." Daar komt vol
gens de rechtsgeleerde nog eens bij dat
islam en kritiek niet goed samengaan.
Volgens arabist Maurice Blessing staat de
cultuur van taboe en schaamte onder
moslims nog steeds hoger dan die van
het vrije woord. „Voor de meeste mos
lims is het onverdraaglijk dat iemand over
hun profeet zegt dat hij kleine meisjes
mee de
woestijn in
nam. In hun
ogen kun je
dat niet zeg
gen en dat is
de kem van
het pro
bleem."
Het huidige debat is een loopgravenoor
log, constateert hij. Sprekers als Ayaan
Hirsi Ali en Afshin Ellian worden niet ge
hoord door gematigde moslims, omdat
zij het geloof de rug toe hebben gekeerd.
Hij hoopt dat de discussie nu wel op gang
komt en genuanceerde denkers uit de
moslimgemeenschap opstaan. „Ik zou
wel eens willen weten waarom er geen is
lamitische versie van Life of Brian kan be
staan."
Ellian zelf hoopt ook op een intellectueel
debat over de islam binnen de Neder
landse moslimwereld. „Het probleem is
dat we hier niet de meest intellectuele
Marokkanen hebben gekregen, alleen tra
ditionele arbeiders. Het is gewoon een
beetje het proletariaat van die landen."