n Duijn schrijft vijf huwelijken van zich af 3 IJ 'Kabouters zijn de schakel tussen natuur en cultuur' inen leven vaak moest ^ende emoties ™en> ZATERDAG 11 SEPTEMBER 2004 Naakt Ik had op Hemelvaartdag met een stel vriendjes gevoetbald en geroe pen: Waarom gaan we niet naakt voetballen? Ik zei dat het geen ver schil maakt of je in je blote neus of je blote piemel liep, dat vond ik toen een ijzeren logica. Die andere jon gens zeiden dat ik dat toch niet durfde en wilden wedden om een dubbeltje. Dus ik trek mijn kleren uit, loop twee rondjes in m'n nakie om het veld en win een dubbeltje. Een paar dagen later loop ik van school naar huis, komt mijn moeder op de fiets aangereden, sleurt me mee en zegt helemaal niets. Onder weg komen we een vriendje tegen, zegt ze: Dat is tenminste een nor maal kind. Ik werd drie dagen opge sloten in mijn kamer zonder dat mijn moeder ook maar een woord tegen me zei. Ik begreep er niets van, ze was altijd een engel voor me. Na drie dagen zwijgen kwam de aap uit de mouw. Het verhaal deed de ronde dat Roeltje voor een dubbeltje aan z'n piemel liet trekken. Mijn moeder vond dat zó erg dat ze het zelfs niet tegen mij durfde te zeggen. Pas vijftien jaar later heb ik er een keer met haar over gesproken. Dat was mijn eerste verlating en verla ting is de essentie van liefdesver driet. Als je ludduvuddu hebt, moet je dus nadenken over de eerste keer dat je je verlaten hebt gevoeld. Door mijn liefdesverdriet om Zwaantje heb ik dat gedaan en gaandeweg is alle verdriet in mijn leven bij elkaar gekomen tot één grote liefdespijn. Het buitenste is naar binnen geklapt. Nu ik die bin nenwereld heb leren kennen, moet ik zeggen dat ik die erg mooi vind. Ik merk dat ik ook niet meer bang ben voor een nieuwe scheiding. Liefde is nu eenmaal een avontuur, het is altijd een waagstuk, er is moed voor nodig. Juist omdat ik dit vreselijke liefdesverdriet heb verwerkt, voel ik me sterker en weet ik dat ik er altijd bovenop kom." 1 'a n Provo tot dekt dat mijn eerste gevoel van ver lating dateert uit de tijd dat ik een jochie van acht was en ik het gevoel had dat mijn moeder mij had ver stoten. altijd een bepaalde verblinding op. Met alle vijf vrouwen ben ik intens gelukkig geweest, maar van de scheidingen heb ik niet altijd lief desverdriet gehad. Ik heb het soms zelf uitgemaakt en in die gevallen is het verdriet lang niet zo intens als wanneer de ander dat doet. Hoe die relaties ook zijn beëindigd, ik ben met alle vrouwen goed bevriend ge bleven. Eén van die vrouwen is helaas over leden en dat heeft een heel ander verdriet veroorzaakt. Bij haar was het beginstadium van baarmoeder halskanker geconstateerd. Met een operatie zou dat in die fase nog heel goed te genezen zijn geweest, maar dat wilde ze niet. Ze was bang dat ze haar baarmoeder zou verliezen en dat vond ze vreselijk. Ze heeft zich toen laten ompraten door een macrobioot, die haar heeft wijsgemaakt dat de kanker zou te rugkeren als ze zich liet opereren, dat het zelfs erger zou worden en dat ze kon genezen door het eten van rijst. Ik heb tegen haar gezegd: Als je niets laat doen, moet onze dochter straks zonder moeder op groeien. Ik ben niet alleen kwaad geweest op die macrobioot, maar ook op mijn vrouw. Ik voelde me compleet machteloos. Ik ben er nog altijd niet klaar mee, je bent nooit ergens klaar mee, maar het kwelt me niet meer. Het was een heel pijnlijk proces en het is een deel van mijn levenserva ring. Soms verbaas ik me erover dat ik niet met haar samenwoon, maar met mijn dochter van veertien. God heeft mij willen testen of ik dat ook kon. Het gaat me redelijk af. De vrouw die daarna in mijn leven is gekomen, is de aanleiding voor het boek over liefdesverdriet gewor den. Ik noem haar Zwaantje, haar echte naam gaat niemand iets aan. De scheiding met haar heeft een on gelooflijke pijn, een vreselijk verdriet bij mij veroorzaakt. Ik was volledig geobsedeerd door het verlies van Zwaantje, ik kon ner gens anders meer aan denken, ik had er een dagtaak aan. Degene van wie ik het meeste hield, wees mij af. Iets ergers bestaat niet. Bovendien had ik zelf de eerste stap gezet. Ik had tegen haar gezegd dat het misschien beter was als ze een paar maanden ergens anders ging wo nen. Ik wist niet goed wat ik op dat moment zei, ik voelde niet wat ik voelde. Na enige tijd kwam het ware gevoel boven en toen dacht ik: wat heb ik in godsnaam gedaan!? Het was al te laat, het is nooit meer goed gekomen. Omdat ik er zelf de veroorzaker van was, heb ik daar enorme wroeging van gehad. Ik maakte mezelf enorme verwijten. Ik had de dolk in mijn eigen hart ge stoken. Ik ben vrienden en kennissen gaan bellen, heb hele lange, diepgaande gesprekken gevoerd over hoe zij het hadden verwerkt. Daaruit is het idee voor het boek ontstaan. De aanlei ding was dus geenszins altruïstisch, maar puur voor mijzelf, om mijn ei gen verdriet te verwerken. Ik ben op zoek gegaan naar verlos sing en verbondenheid door ge sprekken en daarna door een boek te schrijven en door een website (www.liefdesverdriet.nu) bij te hou den. Ik heb vijftig mensen geïnter viewd, maar in een aantal gevallen moest dat met nabestaanden, om dat de persoon in kwestie aan een tak in het bos had gebungeld. Dat heeft bij mij niet gespeeld, al heb ik wel af en toe de dood een beetje voor ogen zien schijnen. Na afloop van al die gesprekken be schouwde ik mezelf als deskundige. Ik kan nu anderen helpen, ik ben een soort liefdesdokter. Bijna iedereen lijdt aan liefdesver driet. Ik heb daar een medicijn te gen, een middel voor de verlossing uit de eenzaamheid. Er is niets een- zamers dan te worden afgewezen door degene van wie je het meest houdt. Het belangrijkste is dat je het ver driet ontrafelt. Ik heb daardoor ont De man die met bomen praatte, Provo en Kabouter oprichtte, is nu liefdesdokter. Roel van Duijn (6i) schreef een boek over ludduvuddu nadat zijn vijfde vrouw hem had verlaten. Eerder overleed de moeder van zijn dochter aan kanker, omdat ze bang was voor een operatie. „Alle verdriet in mijn leven is bij elkaar gekomen tot één grote liefdespijn." door Dick Hofland Ik heb het gevoel dat ik heel erg serieus word ge- nomen. Waarom niet? J Waren Provo en Kabouter dan geen prachtige bewe gingen? Ik heb bijgedragen aan een ingrijpende verandering van onze samenleving, Nederland is er een vrijer, vriendelijker en milieubewus ter land door geworden. Mijn hele leven heb ik geprobeerd niet alleen voor mezelf te leven en dat wil ik blijven doen. Ik ben nu 61 jaar, maar ik wil me niet stilletjes te rugtrekken, niet de hele dag boeken lezen of piano spelen. Zulke dingen mag je een jaar doen, maar je moet er niet in blijven steken. Je moet ook iets aan de wereld geven, iets voor anderen betekenen. Daarom kan ik niet goed tegen de gedachte dat ik gepensioneerd zou zijn. Je moet actief blijven. Als je ziek bent of arbeidsongeschikt, dan moet er natuurlijk een goede regeling zijn, maar in alle andere gevallen moet je niet met pensioen en dus ook niet met pre-pensioen. In plaats daarvan krijg je eens in de zeven jaar een jaar vrij, een sabbati cal. Om een reis te maken, een cur sus te volgen, noem maar op. Dat jaar is nodig om jezelf te vernieu wen. Je leeft om jezelf geleidelijk te veran deren en te ontdekken, het leven is een ontwikkelingsproces. Zo heb ik gaandeweg ontdekt waarom ik heel lang geobsedeerd ben geweest door de prestatie die ik in de maatschap pij moest leveren. Ik had het gevoel dat ik de taak van mijn HL over- voor de buitenwereld zorgen. In mijn ge val was dat actie tegen de atoom bom voeren, politiek bedrijven. Na de dood van mijn moeder, vijf tien jaar geleden, ben ik steeds ge voeliger geworden, ben ik meer naar binnen gericht geraakt. Zij vertegen woordigde voor mij de binnenwe reld: de zorg voor anderen, voor je kinderen, de aandacht voor je ge voelsleven. Gezellig Mannen leven vaak in geleende emoties. Ze leven naast iemand met een rijke gevoelservaring en dan vra gen ze: Is het gezellig? Dan zegt die ander: Ja, het is gezellig. Nou, dan is het dus gezellig. Als die ander weg is, moet je zelf gaan voelen of het gezel lig is. Je móet iets gaan voelen. Ik heb zo'n vertraagd gevoelsleven gehad, ik was voornamelijk bezig met politiek. Dat was volgens mij de manier om je te manifesteren. Om dat ik zo naar buiten gekeerd was, heb ik jarenlang nauwelijks gerouwd om de dood van mijn ouders. Pas ja ren na de dood van mijn vader, toen ik al enige tijd van Den Haag naar Amsterdam was verhuisd, kwam ik alsnog middenin die rouwverwer king te zitten. Ik voelde me doodziek, ik dacht dat ik kanker had. Van de dokter kreeg ik van alles, maar ik werd steeds slech ter. Na drie maanden onderzocht hij me weer intensief en zei: Je bent he lemaal niet ziek, kom je bed uit en ga iets heel anders doen, bijvoorbeeld op een boerderij werken. Ik was inderdaad niet ziek, maar in de rouw om mijn vaders dood had ik me volledig met hem geïdentifi ceerd. Die dokter had dat goed ge zien en ik ben op een boerderij gaan werken, de eerste biologisch-dyna- mische boerderij van Nederland. Die boer wilde me wel hebben, maar dan moest ik mijn baard afscheren, want hij hield niet van provo's. Er ging een wereld voor me open, ik wilde alles weten van de biologische landbouw. Na twee maanden staan we op het land, zijn de buren bezig met zo'n aardappel-loofkapper. Ik vroeg: Gaan wij dat ook doen?. Zei die boer: Ja, maar hoor je wat een enorm lawaai dat ding maakt? Dan veijaag je de kabouters en daar moe ten we het juist van hebben bij de groei van het graan. Ik wist het meteen: Kabouters! Die zijn de schakel tussen cultuur en na tuur. Ik heb direct een manifest ge schreven, waarna de kabouterbewe ging is ontstaan. Zo ben ik: er boven op gekomen, dat was mijn eerste rouwproces. Mijn ouders waren theosofen, aan hangers van de stroming die uitgaat van karma en reïncarnatie. Je komt steeds terug op aaide om te leren wat je in je vorige leven fout hebt ge daan. Dat vond ik wel interessant, maar ik wilde ook op aarde werken aan de verbetering van de wereld. Ik heb me zelfs een tijdje aangeslo ten bij anarchistische schrijvers. Het huis schudde op zijn grondvesten, mijn ouders hebben me een tijd niet meer aangekeken. Mijn vader was accountant. Daar vond hij weinig bevrediging in. Hij vond het veel leu ker om Oosterse kunst te verzame len. Het huis stond zo vol, dat ik me op een gegeven moment een muse umdirecteur voelde. Kunstgeschie denis vond ik ook wel leuk en ik ben toen begonnen aan de carrière die mijn vader eigenlijk had willen heb ben. Tot ik op een gegeven moment weer eens met potscherven uit de Tro jaanse Oorlog in m'n handen stond en merkte dat er verborgen weer standen in me omhoog kwamen. Ik dacht: hoe kan ik dit nou doen, deze leuke hobby voor een paar rijke mensen, terwijl er zulke enorme problemen in de wereld zijn? Ik wilde me meer met de praktijk van deze maatschappij bezig hou den en daar ligt het begin van Provo. Ik wil niet zeggen dat ik een wild le ven heb geleid, meer een modern le ven. Ik heb vijf vrouwen gehad en die jelaties hebben tussen de vijf en dertien jaar geduurd. Een aantal langdurige relaties, serië le monogamie, is het gewone pa troon geworden in onze samenle ving, ik ben geen uitzondering. Die vorm is in de plaats gekomen van één keer trouwen en altijd bij elkaar blijven. Je kunt daar wel naar streven, maar je mag nooit doen alsof, dat leidt onherroepelijk tot een bittere val. Vroeger werden mensen meer door de buitenwereld gedwongen bij el kaar te blijven, nu komt het meer op de mensen zelf aan en nemen ze ook andere beslissingen. Verblinding Dat neemt niet weg dat degene van wie je houdt op dat moment de eni ge ware is. Of beter: tijdelijk de enige ware is. Ik ben voorstander gewor den van ziende liefde, niet meer van blinde liefde. Je moet zien wie de ander is en wie je zelf bent. Je moet ook weten waar je mee be zig bent. Anders komt het te vaak voor dat je verdwaalt, diep valt of voor een ongeluk komt te staan. Dat is best lastig, want verliefdheid roept

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 5