Trauma's van de hongerwinter
Oorlogskinderen vechten 60 jaar later voor erkenning
tij
weekendbijlage
van
Leidsch
Dagblad
Interview
Schrijnend beeld uit de hongerwinter van 1944: kinderen storten zich op zoek naar voedselresten op de lege gamellen van de centrale keukens van Den Haag. Archieffoto: ANP
Op 17 september 1944 had met de operatie
Market Garden de bevrijding van Nederland
moeten beginnen. De nederlaag van de
geallieerden bij Arnhem leidde juist tot de
zwaarste periode van de oorlog: de
hongerwinter. Zestig jaar later betalen
honderdduizenden kinderen die het
overleefden, als volwassenen de tol. Ze
hebben trauma's en zijn ziek. Een klein
aantal is officieel erkend als
burgerslachtoffer, de rest krijgt geen gehoor.
„Het is pure apartheidspolitiek."
door Dick Hofland
In het donker, onder het zeil van een vrachtwagen, is
de negenjarige Dick van Reenen op weg naar Dren
te. Met tientallen andere kinderen is hij uitgekozen om
een tijdje bij boeren in het noorden te gaan wonen. Daar
is nog eten, terwijl in een groot deel van het land om de
haverklap kinderen flauw vallen omdat ze ondervoed
zijn. Het is november 1944.
Onderweg wordt het konvooi vanuit de lucht beschoten
door Duitse vliegtuigen. Niemand raakt gewond en tril
lend van de schrik worden Dick en zijn broertje van ze
ven opgevangen door een hartelijke familie. De twee
hebben het goed, daar in Druinen.
Op een dag staat Dick in de wei als er uit het niets vlieg
tuigen opduiken. De kogels vliegen hem om de oren. Als
de beschieting is afgelopen, liggen er dode dieren om
hem heen. Zelfheeft hij geen schrammetje.
Ruim veertig jaar later schrikt hij middenin de nacht
wakker als er een vliegtuig overkomt. Hij zit te gillen in
zijn bed, verkrampt, trilt over zijn hele lijf en het zweet
breekt hem uit. Op zijn werk krijgt hij een paar keer een
black-out. Zijn werkgever wil hem wel behouden, maar
dan moet hij zich laten omscholen. Uit een beroepskeu
ze-onderzoek komt naar voren dat hij met een oorlogs
trauma rondloopt.
De bedrijfsarts meldt hem ziek en na twee jaar wordt
Dick'van Reenen erkend als oorlogsslachtoffer. „Ik was
53 jaar en mijn hele wereld stortte in", zegt hij nu, in een
rustiek gelegen flat. Zijn vrouw houdt zich afzijdig in de
keuken. „Zij heeft ook een oorlogstrauma en kan er niet
goed tegen als we het over de hongerwinter hebben."
Gaaikeuken
Als hij vertelt hoe hij zelf als jochie in de rij voor de gaar
keuken stond, wordt het hem even te machtig. Lange tijd
is Van Reenen voorzitter geweest van de vereniging voor
burgerslachtoffers (Vebo). Nu behartigt hij de belangen
van deze mensen als voorzitter buiten dienst en leidt de
vereniging een sluimerend bestaan.
Hij ergert zich aan opeenvolgende kabinetten die deze
groep Nederlanders maar niet wil erkennen. „Velen heb
ben het beroerder gehad dan ik en die zijn niet erkend,
daar kan ik niet tegen. Een aantal, zoals ik, kan zich goed
redden en heeft geen aanvulling op het pensioen nodig,
maar een grote groep zit rond de armoedegrens. Als sa
menleving zijn we verplicht die te helpen."
Het gaat volgens hem om mensen die het nu slecht heb
ben, ziek zijn, getraumatiseerd of niet meer kunnen
functioneren, omdat ze als kind hebben gezien hoe hun
vader werd weggevoerd met een geweer in zijn rug en
nooit meer terug kwam. Of omdat ze razzia's hebben ge
zien, luchtaanvallen hebben meegemaakt. Kinderen die
hebben geleefd in een tijd zonder gas, licht en eten.
Kinderen die zonder vader of moeder zijn opgegroeid,
zonder broer of zus. Kinderen van wie de ouders getrau
matiseerd zijn door de oorlog en die daar een forse tik
van mee hebben gekregen. „Het is vaak een opeenstape
ling van problemen, die zich op een bepaald moment uit
in ernstige klachten. Alsof je regelmatig een speldenprik
krijgt waarvan het effect uiteindelijk een dodelijke dolk
steek is. Voor deze groep is de oorlog nog niet afgelo
pen."
Spoorwegstaking
Op 17 september 1944 starten de geallieerden de opera
tie Market Garden, de aanval vanaf België (Albertkanaal)
via Eindhoven, Nijmegen en Arnhem. In één klap moe
ten de bruggen over de grote rivieren veroverd worden
en daarmee Nederland bevrijd. De opmars mislukt door
fel verzet van de Duitsers bij Arnhem. Door de nederlaag
bij Arnhem blijven Noord- en West Nederland bezet.
Vanuit Londen roept minister-president Gerbrandy op
tot een algehele staking van het spoorwegpersoneel om
zo Duitse aanvoerlijnen te blokkeren en de geallieerde
troepen te helpen. De spoorwegstaking duurt evenwel
voort. Het Parool schrijft dan al dat er een catastrofe
dreigt als de staking niet snel afloopt. De illegale krant
heeft een vooruitziende blik.
Zonder treinen kan er geen voedsel voor de bevolking
worden vervoerd. Wat was begonnen als een daad van
verzet, keert zich tegen de eigen bevolking. Als kort daar
op een zeer strenge winter invalt en ook de vaarwegen
onbegaanbaar worden, komt een groot deel van Neder
land zonder eten te zittèn.
De hongerwinter kost 72.000 Nederlanders het leven en
velen die het wel redden, zoals kinderen, ondervinden
daar decennia later alsnog de gevolgen van. Een onder
zoek van de Universiteit van Amsterdam onder duizend
oorlogskinderen toonde enkele jaren geleden aan, dat
wie in de hongerwinter is geboren op latere leeftijd meer
kans heeft op gezondheidsproblemen dan de na-oorlog-
se generatie.
Ernstige ondervoeding tijdens de zwangerschap kan lei
den tot hart- en vaatziekten, overgewicht, diabetes of
een uitgeput gevoel. Daarnaast hebben veel oorlogskin
deren angsten overgehouden aan de oorlog die zich later
hebben gemanifesteerd in onder meer paniekaanvallen
of andere fobieën, waardoor ze niet of nauwelijks meer
kunnen functioneren.
Zorgenkinderen
Van Reenen: „Het zijn de zorgenkinderen van de zorg
sector van vandaag en dat moeten we als samenleving
erkennen." Hij legt de grens bij mensen die 18 jaar wa
ren tot een jaar na de bevrijding. Dat is de generatie, die
na de oorlog het leven heeft opgepakt en de mouwen
heeft opgestroopt. „Niet zeuren, aanpakken."
Zoals wijlen prof. Bastiaanse, die in zijn kliniek in Oegst-
geest oorlogsslachtoffers met LSD behandelde, altijd zei:
'Na de oorlog houden ze zich goed, willen ze sterk zijn.
Rond hun vijftigste komt dan alsnog de klap'.
Volgens dat scenario is het leven van zo'n 470.000 Ne
derlanders gelopen, schat Van Reenen. Dat zijn er zo
veel, dat ze nooit allemaal een beroep kunnen doen op
een aanvullend pensioen, de zogeheten Wubo-uitkering.
De meesten beginnen er daarom maar niet eens aan en
van de ongeveer 35.000 die het wel hebben geprobeerd,
kregen bijna twee op de drie een afwijzing.
Van Reenen vindt dat de Nederlandse regering destijds
voor een belangrijk deel schuld is aan die ellende, omdat
de staking niet werd afgeblazen. „Het was een slag in het
gelaat van het Nederlandse volk." Daarom behoren vol
gens hem ook hedendaagse kabinetten de slachtoffers te
erkennen en in voorkomende gevallen tevens financieel
te helpen.
De politiek denkt daar anders over. Staatssecretaris Ross
van volksgezondheid heeft het beleid overgenomen van
haar voorganger op dit punt, minister Borst: 'Het kabi
net wil het aantal doelgroepen niet uitbouwen'.
Proefproces
Begin dit jaar heeft de Hilversummer J.W. nog een proef
proces gevoerd om te zien of de regels wat soepeler kun
nen worden gehanteerd. De man voerde aan dat hij
voornamelijk lichamelijk, maar ook geestelijk letsel heeft
opgelopen als gevolg van armoede en ondervoeding van
het gezin waarvan hij deel uitmaakte tijdens de honger
winter. Deze schade is volgens hem ontstaan door de
spoorwegstaking.
De centrale raad van beroep van de Pensioen- en Uitke-
ringsraad oordeelde echter dat de gevolgen voor zijn ge
zondheid veel te indirect zijn en wees het verzoek af.
Vooralsnog wordt iemand alleen als slachtoffer erkend
als bewezen is dat hij of zij betrokken is geweest bij oor
logshandelingen. Tevens moet dan medisch worden
aangetoond dat er een verband bestaat tussen die han
delingen en het trauma.
Van Reenen: „Bij mij is dat wel gelukt, maar in de mees
te gevallen is dat erg moeilijk, vaak zelfs onmogelijk. Jij
moet hard kunnen maken dat de oorlog en in dit geval
specifiek de hongerwinter de oorzaak is van je ellende.
Probeer dat zoveel jaren later maar eens voor elkaar te
krijgen. Hoe langer de oorlog geleden is, hoe moeilijker
het wordt. Daarmee doe je enorm veel mensen geen
recht. Sterker nog, ik vind het pure apartheidspolitiek."
Gesprekken
Op verzoek van de PvdA heeft staatssecretaris Ross zich
bereid verklaard een aantal gesprekken te voeren met al
le betrokken partijen. Nog dit jaar zal ze daarover verslag
doen aan de Tweede Kamer. „Dan zal duidelijk moeten
worden hoe we verder moeten met deze bijzonder ge
voelige kwestie", zegt PvdA-woordvoerder Gerdi Ver
beet.
„Het is na zestig jaar steeds moeilijker te bewijzen dat je
slachtoffer bent, maar tegelijk hebben deze mensen een
heel diep gewortelde drang tot erkenning. Daar moet je
zorgvuldig mee omgaan. Diverse regeringen hebben wel
toegegeven dat deze oorlogskinderen het moeilijk heb
ben, maar alles bij elkaar is het toch te weinig en te laat.
Het is heel schoorvoetend, heel moeizaam gegaan en
daar word je niet vrolijk van."
Van Reenen hoopt van harte dat de staatsecretaris bin
nenkort tot mildere gedachten komt. „Dan voelen men
sen zich tenminste serieus genomen, terwijl ze nu nau
welijks nog een gevoel van eigenwaarde hebben. De Ne
derlandse overheid moet zijn verantwoordelijkheid ne
men en niet zo hard zijn: Geef deze mensen een zakdoek
om hun tranen te drogen."
Roel van Duijn:
van Provo tot
liefdesdokter
Reenen met een dossier van burgeroorlogsslachtoffers.
PD/Cees Zorn
Van natuurkundig
laboratorium tot
rechtenfaculteit
Voedseltocht tijdens de hongerwinter. Archieffoto: ANP