Vertederend beeld van het robuuste leven KUNST CULTUUR Concertgebouworkest gaat per cd de wereld rond Enthousiasme en toewijding op j Internationale Leidse Orgelconcouf souperbufc §ec De eigen, nooit gemakzuchtige weggegaan THEATERCONCERT maandag 6 SEPTEMBER =r= Liesbeth List met 'Van Shaffy tot PiafPubliciteitsfoto Shaffy en List samen op toneel Amsterdam - Liesbeth List en Ramses Shaffy zijn binnenkort weer samen op het toneel te zien. Shaffy verzorgt vier gast optredens in het programma "Van Shaffy tot Piaf waarmee List door Nederland en België toert. List brengt de show nog vier keer in Nederland en 27 keer in België. Shaffy treedt op tijdens de voorstellingen in Rot terdam (Oude Luxor) en de drie in Amsterdam (Nieuwe De la Mar). Liesbeth List brengt in haar show een ode aan Shaffy, waarmee ze sinds de jaren zes tig heeft samengewerkt. Thailand in Volkenkunde leiden - De eerste diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Thailand dateren uit 1604, precies 400 jaar geleden. Om dit te gedenken, vinden in het Rijksmuseum voor Volkenkun de binnenkort verschillende ac tiviteiten plaats. Een galerijten- toonstelling met zeldzame do cumenten uit unieke particulie re collecties. Daarnaast is er een foto-expositie, met een kleurrijke impressie van het boeddhisme in Thailand. Ten slotte is het Rijksmuseum voor Volkenkunde de locatie voor een driedaags symposium met verschillende internationale sprekers. Tom Waits naar Nederland Amsterdam - De Amerikaanse zanger Tom Waits doet na een afwezigheid van vijfjaar Neder land aan voor drie concerten. De optredens worden gegeven in het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam op 19, 20 en 21 november. De voorverkoop be gint zaterdag 2 oktober. Waits houdt een Europese tour naar aanleiding van de nieuwe cd 'Real Gone', die op 4 oktober uitkomt. Daniël Boissevain in 'Nachtrit' Amsterdam - Acteur Daniël Boissevain gaat de hoofdrol vertolken in de thriller 'Nacht rit', van regisseuse Dana Nechu- stan.De film gaat over de taxi oorlog die in 2000 in Amster dam woedde. Andere hoofdrol len zijn voor Fedja van Huèt en Peggy Jane de Schepper. De op names van de film beginnen half november. door Hans Visser Amsterdam - Met de komst van chef-dirigent Mariss Jansons naar Amsterdam, is het Konink lijk Concertgebouworkest (KCO) ook cd's gaan produce ren. Zaterdag, op de ochtend van zijn eerste concert in zijn nieuwe functie, werd de eerste uitgave van het eigen label Roy al Concertgebouw Orchestra-li ve (RCO-live) ten doop gehou den: een superaudio-opname van Antonin Dvoraks symfonie 'Uit de nieuwe wereld'. De registratie werd gemaakt op 6 juni van het afgelopen jaar tij dens een concert in Amster dam. Jansons was toen nog als dirigent te gast, maar te horen is wel waarom het orkest juist hem zo graag als opvolger van Riccardo Chailly zag komen. De symfonie klinkt rijk aan sferen en kleuren in deze onnavolgba re schilderingen van het Ameri ka zoals de componist dat ruim een eeuw geleden zag. In november verschijnt ook een dvd met daarop de AVRO-do- cumentaire over Jansons, die vrijdag werd uitgezonden, ge koppeld aan de televisieregi stratie van de symfonie 'Ein Heldenleben', zoals die zater dagavond werd uitgevoerd. Ko mend voorjaar volgt een cd met Tsjaikovski's zesde symfonie 'Pathétique', die Jansons deze maand met het orkest uitvoert. Ook worden er moderne wer ken opgenomen zoals het op- drachtwerk van Hans Wemer Henze die voor het komende seizoen op het programma staat. Verder wil het orkest op namen maken van concerten met vaste gastdirigenten, onder wie Nikolaus Harnoncourt. Uit eindelijk wil RCO-live drie tot vier cd's per jaar uitbrengen. Het orkest besloot in navolging van onder meer The Londen Symfonie Orchestra en The San Francisco Symphony Orches tra, zelf cd's te gaan produceren nadat chef-dirigent Chailly zijn vertrek had bekend gemaakt. De Italiaan staat onder contract bij platenmaatschappij Decca, dus betekende zijn vertrek uit Amsterdam ook het einde van het cd-maken met dat label, terwijl Jansons geen cd-con- tract meebracht. Prettig voor het publiek is dat de cd's wor den aangeboden tegen een 'middenprijs'. De komst van Jansons kan Ne derland intussen niet zijn ont gaan. In advertenties en op bill boards langs de weg en op sta tions meldt het orkest zijn komst trots met kreten als 'Li cence to thrill'. Zelf lijkt hij er ook zin in te hebben. Alleen al omdat hij met het KCO ook weer toe komt aan zijn grote oude liefde: de opera. In het volgende seizoen begeleidt hij met het orkest in het Muziek theater een nieuwe productie door De Nederlandse Opera van 'Lady Macbeth van Mt- sensk' van Sjostakovitsj. Daar naast staat er, als het in 2006 een eeuw geleden is dat Sjostakovitsj werd geboren, meer werk van deze componist op het programma, waaronder een symfonie en een wereld première van een naar Sjostak ovitsj verwijzend stuk, dat het orkest heeft: besteld bij Hans Wemer Henze. ISOv Ko 1 ity Dirigent Mariss Jansons neemt het applaus in ontvangst na zijn eerste optreden in Amsterdam. Foto: ANP/Marcel Antonisse Overzichtstentoonstelling Constant Permeke in Gemeentemuseum Den Haag door Roos van Put den haag - Constant Permeke (1886-1952) wordt gezien als één van de belangrijkste vertegen woordigers van het Vlaams ex pressionisme. Hij geldt als spil binnen diverse avant-gardebe- wegingen. Met gevoel voor inge togen drama legde hij het leven van de arbeidende klasse in Bel gië in een overwegend donker koloriet treffend vast. Het Ce- meentemuseum Den Haag wijdt nu een overzichtstentoonstelling aan Permeke waarin de veelzij digheid van deze kunstenaar aan bod komt. Blikvanger in de tuin van het voormalig woonhuis van Per meke te Jabbeke is het beeld 'Niobe', de van smart versteen de Griekse vorstin, die de toom van godin Latona over zich afriep en daardoor haar veer tien kinderen stuk voor stuk verloor. Midden in het grasveld lijkt zij in verkrampt, uitzicht loos verdriet ter aarde te storten en net voordat zij in deze wenende toestand de grond raakt, heeft de beeldhouwer haar houding voor de eeuwig heid vastgelegd in hardsteen. Het beeld 'Niobe' is helaas niet in Den Haag te zien, daarvoor zal men de reis naar Jabbeke moeten ondernemen, alwaar een aansluitend verblijf aan de Belgische kust helemaal geen straf is. Wel zijn enkele andere tot de verbeelding sprekende sculpturen in het Gemeente museum te zien; het zwaarte punt ligt echter bij de schilde rijen en tekeningen. Werk waar in de thematiek van de vissers en de zee, de boer en de aarde telkens terugkeert. Permeke wordt gezien als één van de belangrijkste vertegen woordigers van het Vlaams ex- 'Landschap met molen' van de Vlaamse schilder Permeke. Foto: GPD/Gemeentemuseum Den Haag pressionisme. Al vermaard tij dens zijn leven (met tentoon stellingen in Parijs, Madrid, Londen en de Verenigde Sta ten), nog meer roem na zijn dood, getuige de vele collecties waarin zijn werk zich bevindt. Talloze havengezichten, land schappen, portretten van boe ren, arbeiders, zeelui en mijn werkers, allen afgebeeld in hun specifieke omgeving, krijgen een plek in zijn oeuvre waarin hij een voorkeur aan de dag legt voor donkere, aardachtige kleu ren, en hij richt zich op het es sentiële. Typerend voor de kunst van Constant Permeke is dat zijn figuren zich kenmerken door een zekere vertederende robuustheid. Het kleurgebruik wordt in de talloze publicaties die over deze kunstenaar zijn verschenen wel eens vergeleken met dat van 'De Aardappel eters' van Vincent van Gogh. Constant Permeke wordt gebo ren in Antwerpen, brengt zijn jeugd in Oostende door, volgt een kunstopleiding in Brugge en Gent en sluit zich aan bij de kunstenaarskolonie van St. Martens Latem. Vervolgens wordt hij opgenomen in een groep die het Vlaams expressio nisme tot stand zou brengen, waarbij het er niet om draaide dat een landschap naar de rea liteit - bijvoorbeeld in groentin- ten - werd geschilderd, maar waarin vooral het gevoel preva leerde. Binnen die opvatting zou een grasveld dus gemakke lijk rood of oranje kunnen zijn. Het ging niet om objectiviteit maar om beleving, om verbeel ding, om de visie van de kun stenaar. Constant Permeke experimen teerde binnen verschillende kunsthistorische stromingen al vorens hij zijn eigen weg vond. Zo maakte hij werken die zijn te rubriceren onder het impres sionisme en pointillisme. Tij dens de Tweede Wereldoorlog, maakt hij bij gebrek aan materi aal, vooral grote naakten in houtskool. Vrouwen die hij por tretteert zijn verre van sensueel of verleidelijk, ze zitten, staan of liggen en lijken eerder te dienen als voorstudie dan als zelfstan dig kunstwerk. In deze schets matigheid wordt echter wel weer de essentie gevangen, net zoals in het beeldhouwwerk 'Niobe'. In dé laatste vijftien jaar van zijn leven ontdekt Constant Permeke zijn liefde voor de beeldhouwkunst. Bij de over zichtstentoonstelling in het Ge meentemuseum ligt de nadruk evenwel op schilderijen en te keningen, die overigens een uit stekend beeld van het oeuvre van deze kunstenaar geven. 'Constant Permeke'. Gemeentemu seum Den Haag, Stadhouderslaan 41, Den Haag, tot en met 5/12. Per- mekehuis, Gistelsesteenweg 341, Jabbeke (België). Open 10.00-12.30 uur en 13.30-17.30 uur. sch M1 muziek recenskt, 2 Erik Voermansiiel nei Concert: 'Welkom Mariss'-co het Koninklijk Concertgebo) o.l.v. Mariss Jansons. Wer( Honegger en Strauss. Gehö" Concertgebouw, Amsterdair. horen aldaar: vanavond jdh iet Als het langdurige en vfjk sterdam-Zuid-begrippdrai kend luidruchtige appl; 'Ein Heldenleben' een 1 mag zijn, heeft het Ams se publiek Mariss Jans< nieuwe chef van het Ko Concertgebouworkest, het hart gesloten. Zevei riepen de klappers en schallers de eenenzesi Let na het slotakkoord inaugurele concert tei podium. Jansons nam beloperde traptreden tL^ volle draf, wellicht om|ve geven dat men zich ov^e sieke conditie niet de g|e zorg meer hoeft te maLei kreeg in 1996 een zwarLj aanval en draagt sindsoeg pacemaker.) Jansons bi, g zowaar tot een toegift, Fte laatste wals uit 'Der Roj^ lier' ging iedereen dansap naar het feestelijke soi£|( feh st, Met de Derde symfonife gique' (1946) van Hona^ Jansons eerder een kraiei maar ietwat misleiden^cJ ningsstatement gegevq j ders dan zijn voorgang^ ly zal hij zich voornam^ richten op het romanti^ pertoire, en het valt af u, ten of hij in Amsterdam ooit nog één noot die iu, gecomponeerd zal diri^n (afgezien van zijn grot^ Sjostakovitsj natuurlijk; Honeggers 'Liturgique'n; overrompelend stuk w^g componist een oorlog^ a van zich af tracht te scf^ In het eerste deel, Die; woedt dood en verniel in het tweede, De proii c clamavi, weerklinkt dej hoop van het individu?r deel, Dona nobis pacefy, ons vrede), is vooral earc van hoop, maar afgaaikg ziedende tutti-fortissiiiL, voor de troostende en J0 nende coda, is dit hop^( beter weten in. 1st Met zijn volle harmoni dichte texturen blijft 'li t, que' een partituur die L lijks transparant te krijfy al helemaal niet in de akoestiek van de Grote^, Ook Jansons was dit n^ c ven. Maar wie kan het|n Wat betreft orkestratie^ verbleekte Honegger t%, het megalomane 'Ein ben' - vergeleken bij que' inhoudelijk een s{j niks, maar mijn god, die Strauss instrument^ Jansons dirigeerde hetaj hoofd en leidde de mii) zield en ogenschijnlijk^ loos langs alle klippen[ f len. De topuitvoering 1 extra cachet door de fc= bele soli van concertm Alex Kerr, die er in zijnj se chef een fan voor h( bij heeft. Jt Op televisie vorige week, in de serie Alle maal theater, keek Bram Vermeulen terug op de tijd dat hij, als student psychologie, met Freek de Jonge het cabaretduo Neer- lands Hoop vormde. Cameretten wonnen ze dat jaar niet, ze werden iets van zesde, maar ze hielden wel meer optredens aan het festival over dan de winnaar, Don Qui- shocking. Het begin van een baanbrekend duo in het Nederlandse cabaret, dat tot die tijd vrij braaf en burgerlijk was. Neerlands Hoop schudde de boel lekker op. Later zou Freek de Jonge beweren dat Bram en hij niet zozeer de tijdgeest becommentarieer den, maar hadden bepaald. Maar op een gegeven moment lag de ver houding tussen de teksten van Freek en de muziek van Bram tachtig-twintig, zo vertel de hij vorige week, en was de breuk onaf wendbaar. Dat was in 1979. De Jonge werd cabaretier en BN'er; Vermeulen een zanger, theaterman en liedjesschrijver die nog slechts mondjesmaat in de spotlights trad. Zaterdagochtend bleek hij in zijn slaap te zijn overleden, tijdens een vakantie in Toscane J3ram Vermeulen werd 57 jaar. Na de breuk met Freek de Jonge begon Bram Vermeulen Nederlandstalige pop te spélen. Met zijn band De Toekomst liep de geboren Hagenaar zelfs voor de muziek uit. Al in 1980 toonde hij met de single 'Poli tiek' aan dat een Nederlandse tekst met rockbegeleiding wel degelijk kon, iets waar tot die tijd sterk aan werd getwijfeld. Twee jaar later was het aan Doe Maar en Toontje Lager om de set-up van Vermeulen, ooit volleybalintematiqnal tenslotte, tot een winnend punt te smashen. Was hij toen al te oud om nog tussen die jonge Nederlandstalige honden te passen of was Bram Vermeulen er de man niet naar om voor plat, commercieel succes te gaan? Het laatste waarschijnlijk. Na Neer lands Hoop is hij ongrijpbaar gebleven. Zijn oeuvre bewoog zich in het grijze ge bied tussen kleinkunst, pop en cabaret, omdat door dat gebied nu eenmaal de ei- Foto: GPD/KIPPA Bram Vermeulen 1947-2004 gen, nooit gemakzuchtige weg liep die hij wilde gaan. Voor de albums 'Doe Het Niet' en 'Bram' ontving hij Edisons. Hij werkte met Boudewijn de Groot en Ernst Jansz (Doe Maar), die zijn platen produceerden. Hij won de Annie M.G. Schmidt-prijs voor het lied 'Een doodgewone jongen' en voor zijn programma 'Polonaise' de Schevenin- gen Cabaretprijs. Hij was er, maar nooit na drukkelijk, en zeker niet zo nadrukkelijk als Freek de Jonge. Kwam hij in bijvoorbeeld Kopspijkers optreden, dan dacht je: 'O ja, Bram, waar heeft hij gezeten?' Maar je dacht ook 'Wat een ongelooflijk mooie lied- jes.' In België, waar hij een grootheid was, had den ze wel oog voor de schoonheid en diepgang in Vermeulens werk, dat altijd een eigenzinnig commentaar op de tijd geest vormde. Neem een tekst als 'De beuk erin', van zijn verzameling 'Liederen van verandering' uit 1999. Daarin trekt hij fel van leer tegen onverschilligheid en het bla sé gevoel dat hij meende waar te nemen. In een tweetal parlando gedeeltes in dat aan grijpende lied vervat hij zijn credo: tegen geestelijke stilstand, tegen zelfgenoegzaam heid, tegen op niets gebaseerde voldaan heid, tegen gemakzucht. 'Ik meet alles wat ik zie aan wat ik eerder zag, zodat ik nooit iets anders denk dan wat ik al dacht. Zo gaat alles keurig net zoals ik had verwacht. Alles veilig en bekend, nooit is er meer iets onverwachts. Alles past, niets is te groot. Ik hoef niet eens te overle ven, want ik ben al dood.' En: 'En als ik niet meer vecht, als ik het strijden zie, de logica van het bestaan, hoe mensen in hun overleven automatisch ver der gaan. Het dodelijk geweld van geld trek ik mij niet meer aan. Als ik daartegen niet meer vecht, waarom zou ik dan nog be staan?' De tekst begon als gedicht voor de televi sieserie Vermeulen weet het beter', die hij maakte voor de RVU. Voor de omroep maakte hij ook 'Daar ben ik weer', een van de eerste interactieve programma's waarin radio, televisie en internet werden geïnte greerd. Veel cabaret- en liedprogramma's leverden boeken op. Hij schreef een roman en een kinderboek. Al in 1981 was hij als acteur te zien in de film 'Achter glas'. Vermeulen hield zich de laatste jaren bezig met het thema reïncarnatie. Flij geloofde dat hij in een vorig leven soldaat in de Eer ste Wereldoorlog was geweest. Hij maakte daarover het theaterprogramma 'Mannen maken oorlog' en een radio-vervolg op 'Daar ben ik weer'. Onder regie van zijn echtgenote, actrice Shireen Stroker. „En als ik doodga, huil maar niet", schreef Bram Vermeulen ooit. „Ik ben niet echt dood moet je weten, 't Is maar een lichaam dat ik achterliet. Dood ben ik pas als jij me bent vergeten." Theo Hakkert muziek recensie Lidy van der Spek Concert: Internationale Leidse Orgelconcours voor Conservatoriumstudenten. Gehoord: 4/9, Pieterskerk, Hartebrugkerk en Hooglandse Kerk, Leiden. Drie fraaie orgels van Leiden, het Hagerbeer, het Maarschal- kerweerd en het De Swart-Ha- gerbeerorgel uit respectievelijk de Pieterskerk, de Hartebrug- en de Hooglandse Kerk, hebben zich de afgelopen dagen weer fiks geweerd. Voor het 10e Leid se Orgelconcours hebben zich 15 conservatoriumstudenten gemeld uit Nederland, België en Duitsland. Vanaf 1 septem ber vertoonden zij hun kunsten in de categorieën Renaissance- Barok, Romantiek, 20e eeuw en in de vrije categorie. Drie da gen lang liep met de regelmaat van de idok de orgelrups dwars door het stadshart, van 't ene orgel naar 't ander. Enthousiast en vol toewijding is er gespeeld, én geluisterd door de vaste orgelfreak aangevuld met de gaande en komende man. In het bijzonder is er ge luisterd door de driekoppige jury, bestaande uit Leo van Doeselaar, organist van de Pie terskerk, pianist in het bekende duo met Wyneke Jordans, pro fessor aan de Universitat der Künste en huisorganist van het Concertgebouw, Theo Jellema, organist/docent in de regio Groningen (hij kreeg voor zijn verdiensten voor de Franse or gelcultuur de zilveren medaille Arts-Sciences-Lettres) en Jon Laukvik uit Noorwegen, orga nist, clavecinist, docent en sinds 2001 hoogleraar aan de Norges Musikhojskole in Oslo. Het is maar een greep uit hun bloemrijke cv's. Gaandeweg zijn er studenten afgevallen, een jury moet nu eenmaal na kritisch luisteren, wikken en wegen zo objectief mogelijk selecteren. Zaterdag is de dag des oordeels. Drie van de zes studenten zijn toegelaten tot de finale in de categorie Re naissance/Barok. Zij spelen, natuurlijk in de Pieterskerk, ie der op hun eigen wijs op het middentoonsorgel, en dat re sulteert in één uitblinker, David Boos die heel blij kan zijn met zijn beoordeling. Zijn spel is transparant, verrassend door bijzondere registraties en in het (verplichte) werk, 'Meine Seele erhebt den Herren', valt hij op door zijn heldere expositie van alle stemmen die laag, hoog en in het middenregister heel exact en maatvast te horen zijn. Dan kruipt de zonovergoten or gelrups naar de Hartebrugkerk, alwaar twee kandidaten de kans krijgen om met de hoogste eer te gaan strijken. In de verplich te werken van Saint-Saëns, Sig- frid Karg-Elert en als absoluut hoogtepunt het dramatische, superprogrammatische werk 'Theo en de grote beer, een me lodrama voor orgel', speciaal voor dit concours (in opdracht) gecomponeerd door Jan Hage. Boeiend, vaak humoristisch, voorzien van een strikte maat aanduiding, en gelardeerd met zinnetjes als 'Theo verzet zich in totale paniek', 'Theo betreurt het veel te vroege einde van zijn leven'., 'overmand door nostal gie' en 'zwanenzang'. Ook zijn er mededelingen 'vrij, niet rit misch, door assistent te spelen'. Jan Hage persoonlijk aanwezig bij de première zit zich achter in de kerk lichtelijk te verbijten, want het stuk dat in het juist aangehouden tempo ongeveer tien minuten in beslag neemt duurt bij de eerste kandidaat zo'n vijftien en bij de tweede maar liefst twintig minuten. Dat betekent dat de krachtig pulse rende hartslag van de jankend vechtende Theo veel te vroeg verslapt, waardoor zijn uitein delijke overgave aan de dood te lang op zich laat wachten. Maar toch, iedere luisteraar hoort ook nü al dat zich hier een (me- lo) drama afspeelt dat zijn weer ga nauwelijks kent. Na rijp beraad kent de jury toch aan Rien Donkersloot ste prijs toe. Zijn spel f( de twee eerste stukkeiie ker, stralender en in R 'Theo' wellicht ritmistr keuriger, duidelijk volt name in de hoogste re. Ook voor de vrije catej, ven we in de Hartebruu ge de keus van de te s|j stukken. Widor, FrancL Langlais, Vierne, Andit ook Shostakovitch latfL goed verstaan op het schalkerweerdorgel. 0t£ treden drie kandidatet voetlicht met afwissel* sfeervol spel. Maar intL opzienbarend, origine' niet. In ieder geval nie£ om een eerste prijs te Een gezamenlijke twek wordt met enig hange^ gen toegekend aan Bej( Hertog en Matthias Hja De eerste prijswinnaar gen 's avonds tijdens lijke slotmanifestatie G pendium van 1500 eu(~i zich verder te bekwaui orgelspel bij een zelf u, buitenlandse organist dien wordt de feestvai, kunstwerk aangebodi vaardigd door de Lei< stenaar Carel Bruens lende de Pieters-, de II brug- en de HooglancT Ook de tweede prijswi krijgen een Bruens, m stipendium bedraagt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 10