Antwerpen staat jaren op z'n kop Hein en Hermien wonen nu in Hippotopia 'Dit is de werf van de eeuw' 'Ik zou me bijna aan afvragen of Hollanders slimmer zijn dan Belgen' De werken aan de Antwerpse Ring vorderen sneller dan gepland. Met een beetje geluk is de eerste fase van de reconstructie van de 'Ri' al voor de streefdatum van 9 november klaar. Maar de rest van de stad blijft voorlopig één grote bouwput. ZATERDAG 21 AUGUSTUS 2004 Ludo van Campenhout leunt relaxed achterover. Antwerpen mag dan één grote bouwput zijn en de kosten van het nieuwe, futuristische justitiepaleis op 'Nieuw Zuid' mogen dan de pan uitrijzen, maar de wethouder van openbare werken en loco-burgemeester van de Scheldestad kan er niet mee zitten. „Pff, dat gebeurt nu een maal bij dergelijke grote projecten", zegt hij met een weg werpgebaar. Wie de voorbije weken in Ant werpen is ge weest, heeft het met eigen ogen kunnen zien. De stad staat op z'n kop. Er wordt aan de weg ge werkt op de Ant werpse ring. En ook de leien in het centrum van de stad zijn opengebroken. In 2005 moet de eerste fase van de heraanleg van deze be langrijke invalsweg klaar zijn. De tweede fase - waarin de ijzeren noodbrug ter hoogte van de Franklin Rooseveltplaats, die al dertig jaar dienst doet, wordt weggehaald en vervangen door een tunnel - begint in 2006 en moet in door Pascale Thewissen 2010 gereed zijn. Ook het Astridplein (voor het centraal sta tion) en het Damplein, waar de hogesnel heidstrein richting Nederland straks boven de grond komt, krijgen een facelift. De stad zelf wordt met je reinste spitstechnologie - diep onder de grond worden twee spoor wegtunnels aangelegd - klaargemaakt voor de komst van de hoge snelheidstrein. Van Campenhout: „Straks reis je van hartje Ant werpen binnen een uur naar Amsterdam en Parijs." Oké, naar de Franse hoofdstad doe je er iets langer over. „Maar zo klinkt het commercieel beter", zegt de liberale wet houder. In totaal, heeft hij becijferd, telt de stad 120 bouwplekken. In de Belgische media wordt over Antwerpen gesproken als 'de grootste bouwput ter wereld'. Van Campenhout heeft het liever over 'de werf van de eeuw'. In zijn kantoor, op de bovenste verdieping van een monumentaal pand op de Grote Markt, hangt een overzicht van de voornaamste werken. Misschien wel het meest opvallende project is het nieuwe justitiepaleis. Op de Bolivar- plaats verrijst een futuristisch bouwwerk van de vermaarde architect Richard Rogers, de man die ook het Centre Pompidou in Parijs en de Londense Millenium Dome ontwierp. Het nieuwe justitiepaleis en de tunnel onder de Amerikalei vormen een grote bouwplaats. Niet alle Antwerpenaren zijn even enthousiast over het dak van het justitiepaleis, dat in de volksmond al 'de omgekeerde friteszakken' heet. Foto's: GPD/Phil Nijhuis Nee, niet iedereen is even enthousiast. De een vindt het prachtig, de ander vindt de puntige daken - door Rogers zelf omschre ven als 'dramatic hyperbolic paraboloid roof forms' veel weg hebben van zes omgekeerde frietzakken. Het zijn dure frietzakken. Was het project begroot op honderd miljoen eu ro, inmiddels is de rekening opgelopen tot 162 miljoen. Ook de heraanleg van het Kievitplein (de achteruitgang van het centraal station) stuit op bezwaren. Aanvankelijk was iedereen en thousiast over de ideeën van het Nederlands architectenbureau MVDRV. Maar volgens critici is van dat oorspronkelijke plan weinig meer over en dreigt de buurt rond de beken de diamantwinkeltjes in de Pelikaanstraat een grijze, grauwe en volgens hen dus onvei lige kantoorbuurt te worden. Van Campenhout wuift alle kritiek weg. Ant werpen wordt straks prachtig, zegt hij tegen iedereen die het horen wil. Hij geeft toe dat het wat veel tegelijk is. „Maar als we alles ge faseerd doen, zitten we over twintig jaar nog in de rotzooi. En laten we eerlijk zijn: on danks alle gemor valt het met de overlast en de hinder reuze mee. Het is inherent aan grote bouwprojecten dat er op voorhand be zwaar wordt geuit. Laat ik als voorbeeld de noodbruggen op de Singel (op dit moment de belangrijkste invalsweg naar het centrum van Antwerpen, red.) nemen. Niet iedereen zag dat zitten. Maar die bruggen hebben hun nut bewezen, het verkeer verloopt vlot en niemand haalt het nog in zijn hoofd om er iets negatiefs over te zeggen." Behalve dan misschien Fifip Dewinter, de Antwerpse voorman van het Vlaams Blok. Op zijn website trekt de extreemrechtse poli ticus fel van leer tegen de puinhoop in de stad. Hij verwijt de Antwerpse politiek dat ze grote bouwwerken jarenlang op de lange baan heeft geschoven met als gevolg dat nu opeens alles tegelijk moet worden gedaan. „De gevolgen van dit gebrek aan coördinatie en overleg laat zich voelen: middenstanders gaan failliet, onoverzichtelijke verkeerssitua ties vooral voor fietsers en voetgangers, zwa re economische verliezen omwille van de fi les De werf van de eeuw is uitgedraaid op de verkeerschaos van het millennium", beweert Dewinter. Nee, de partij verzet zich niet tegen de wer ken, maar wel tegen de manier waarop die door de Vlaamse regering en het Antwerpse stadsbestuur zijn voorbereid. Extreemrechts hoopt dat de Antwerpenaren daar precies zo over denken en in oktober 2006, bij de ge meenteraadsverkiezingen, massaal op het Vlaams blok zullen stemmen. Filip Dewinter wil eindelijk de burgemeesterssjerp van de sinjorenstad omhangen. Van Campenhout haalt zijn schouders op. „Ik zal hem in 2006 aan zijn uitspraken her inneren", zegt hij. „Als we de grootste hin der achter de rug hebben, en Antwerpen een heel nieuw aanzien heeft gekregen, zal ik hem voor de voeten werpen dat als we naar hem hadden geluisterd, er nog steeds niets was gebeurd." Bovendien, zegt Van Cam penhout, valt het met die verkeershinder reuze mee. De ellenlange files als gevolg van de reconstructie van de Antwerpse ring zijn uitgebleven. De vele rampscenario's in de media hebben de Belgen echter de stuipen op het lijf ge jaagd. Ze blijven weg uit de stad. De toeris ten blijven wel komen. „Ondanks de werken telde de stad dit jaar al veertig procent meer bezoekers dan in 2003, waarvan 23 procent Nederlanders. „Jullie vinden de weg wel", grijnst de wethouder. „Ik zou me bijna gaan afvragen of Hollanders slimmer zijn dan Bel gen." c8 op dit moment Antwerpen zegt, het negen van de tien keer over ^werken' aan de Ring. Vermijden die stad, geen doorkomen aan, denken veel mensen. Je zou ichten dat de leiding van de Zoo intwerpen met de handen in het aar zit. Maar daar is geen sprake In de dierentuin zelf wordt ook flink verbouwd. ve door Raymond de Frel egfiingin Astridplein wordt grondig ge- te erd, maar tussen alle hekken en stof- e« den is er opvallend genoeg nog wel voor kermisattracties. De toegangs- aa£ van de Zoo van Antwerpen, op de ne10 het plein, zijn daardoor ongewild jw 'er verstopt dan voorheen, re5 zoölogisch directeur Roland van sgiele is het geen probleem. Het heeft (ui fect op het bezoekersaantal, zegt hij. pe 5 passeren ongeveer één miljoen de kassa's van de 161 jaar oude erentuin. „Met de trein is de tuin bereikbaar. We moeten eens af van he dat Antwerpen nu een onneem- .rs sting is. De invalswegen zijn heel ite dig te nemen. De bezoekers laten nu toe niet afschrikken door de (81 amheden. De bezoekersstroom is en n >oral afhankelijk van het weer. Als mi chtends regent, dan komen ze niet", ifan Bocxstaele. s de Antwerpse wethouder Jan Jaarlijks passeren ongeveer een miljoen mensen de kassa's van de Zoo van Antwerpen. Foto: GPD/Peter Nicolai Frans Loos die in 1840 tijdens een bezoek aan zijn broer in Amsterdam verliefd werd op Artis. Dat wil ik ook in Antwerpen, dacht hij, waarna hij de gemeenteraad wist te overtuigen van de noodzaak van zo'n stadsdierentuin. De Koninklijke Maat schappij voor Dierkunde in Antwerpen heeft sinds 1844 het park in beheer. De rijke historie is nog altijd zichtbaar, in grote en in kleine dingen. Zomaar een voorbeeld is een gekrulde stalen zitstok, waarop de papegaaien vroeger alle bewon dering tot zich namen. Hoewel de vogels daar al lang niet meer vertoeven, blijft het fraaie paaltje staan. Dit soort oude elementen geeft de tuin iets speciaals, iets eigens. Deze geschiedenis brengt echter ook nadelen met zich mee. Sommige dierenverblijven hebben een mo numentale status gekregen, wat verbou wingen uiterst gecompliceerd maakt. Van Bocxstaele: „Kleine zoogdieren zoals hertenzwijnen en woestijnvossen zitten bij voorbeeld in een monumentaal verblijf. Dat is voor hen qua omvang geen pro bleem, maar er zijn ook verouderde gebou wen die in het belang van het welzijn van de dieren moeten worden aangepast. Dat gebeurt allemaal in nauw overleg met de Vlaamse overheid." „Waar nu de hertenzwijnen zitten, huisden vroeger de kleine antilopen. Dat zou nu echt uitgesloten zijn. Kijk, de echte natuur kun je deze dieren in de dierentuin nooit geven, maar daar hebben ze ook geen be hoefte aan. De meeste dieren leggen in de natuur alleen lange afstanden af voor voed sel en als ze moeten vluchten voor vijan den. Dat hoeft hier niet, maar het moet na tuurlijk ook niet zo zijn dat ze geen bewe gingsruimte hebben." Tralies zijn passé. Mensen komen naar die rentuinen om bepaalde beesten te zien. Dat deden ze jarenlang door met open mond gedwee langs kooien te lopen, maar daar neemt de hedendaagse bezoeker geen genoegen meer mee. Van Bocxstaele: Het is de bedoeling om het publiek in de toe komst steeds meer van biotoop naar bio toop te laten lopen. Dus van savanne naar regenwoud en van rotskust naar moeras." De nijlpaarden Hein en Hermien huizen nu in het zogenaamde Hippotopia - de aanduiding voor de moerasbiotoop - met in hun nabijheid Maleisische tapirs en een voor publiek toegankelijke volière met al lerlei soorten moerasvogels. Het voormalige nijlpaardengebouw vol deed niet meer aan de eisen van deze tijd, dus kregen Hein en Hermien een roze villa, inclusief buitenterras en 'subtropisch zwemparadijs'. Hun nieuwe stulpje werkte kennelijk inspirerend, want het heeft er alle schijn van dat Hermien een kleintje bij zich draagt. Vemevelsystemen geven de poeltjes een mystiek karakter en educatieve zuilen wek ken de nieuwsgierigheid naar leuke moe rasweetjes. Benieuwd hoe de snuit van een mug werkt? Of waarom de kop van een bloedzuiger wel eens wordt vergeleken met een cirkelzaag? Even de zuil draaien of een klepje optillen en je weet het. De zeehonden moeten op termijn nog ver kassen naar elders in de tuin, want om Hippotopia compleet te maken wordt hun stek volgend jaar ingenomen door rode fla mingo's. „Het gaat bezoekers steeds meer om beleving", zegt Van Bocxstaele. „Men sen geven er niet om dat ze dieren moeten zoeken. Dat willen ze juist, ze willen dingen ontdekken." Als eerstvolgende grote project staat de vorming van een savanne op de rol. „We hebben daarvoor in de afgelopen jaren een aantal omliggende huizen aangekocht, zo dat de tuin een kleine hectare groter wordt. Dit jaar starten we met de aanleg. Dan komt er een regenwoudgedeelte, een rots kust en een gematigd woud. Wij willen pro beren alle leefbiotopen te fragmenteren. Mede daarom doen wij onderzoek in lan den als Brazilië en Kameroen." „Daar komt ook ons streven naar natuur behoud om de hoek kijken. Het tempo waarmee mensen de verschillende soorten rijkdommen verminderen, ligt enorm hoog. Ook om dat tegen te gaan zijn die rentuinen belangrijk. Neem Kameroen. Daar heeft de bevolking honger, dus heeft het geen zin om de bedreigde gorilla's en chimpansees met man en macht te be schermen." „Wij betrekken de lokale bevolking daarom bij onze plannen. Om ze duidelijk te maken dat ze op deze manier op lange termijn hun eigen voedsel vernietigen. We probe ren dus een wisselwerking te creëren: wij helpen hen, zij helpen ons. Daarnaast kun nen wij met onze kweekprogramma's buf fers opbouwen voor dieren die meUiitster- ven worden bedreigd." Ook in Kameroen draait het dus om be wustzijn, net als in de Zoo zelf. Plannen om bezoekers via fictieve grafstenen van uitge storven dieren en ziekenhuizen met be dreigde soorten naar een rehabilitatiecen trum te leiden, worden daarom verder uit gedokterd. Maar het gaat toch in de eerste plaats om het wel en wee van de dieren. De baby orang-oetang Binti was twee jaar geleden een publiekstrekker, maar het was voor het flessenkind beter om in de Apenheul in een groep te leven. Olifant Dumbo logeert in Diergaarde Blijdorp, omdat daar een man netje met smart op haar staat te wachten. Jammer voor het publiek, maar beter voor de dieren. De bruine beren zijn inmiddels verhuisd naar een berenbos in Frankrijk. Daar zijn ze beter op hun plaats. De ijsbeer is ver trokken naar Dierenpark Europa. Van Bocxstaele: „Wij hebben voor ijsberen geen ruimte meer."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 5