D Leidse filosoof Ad Verbrugge hekelt de cultuur van succes, geld, aanzien en macht EU is een staat zonder volk ZATERDAC J 21 AUGUSTUS 2004 ropese Unie is een 'voortdenderende machi- eeds meer Europeanen hebben het gevoel worden meegesleurd naar een onbekend en pekkend noodlot. De Leidse filosoof Ad Ver- e (37) rekent in zijn essaybundel 'Tijd van On- en' af met de 'schijnstaat' die de EU is ge in en die niet wortelt in de nationale cultu- Natuurlijk ligt de toekomst van Nederland in l, maar niet in de Europese Unie zoals die nu ingericht." rilfred Simons e ergernis in Nederland liep hoog op na het laatste Eurovisie Songfestival in Is tanbul. Met het gevoelige liedje 'Without You' behaalde het vlotte jongensduo Re union op zaterdag 15 mei slechts een eerloze negentiende plaats, terwijl de Oekraïense babe Ruslana het festival won. Een zeer on terechte uitslag, vonden de lezers van het Leidsch Dagblad desgevraagd. Niet de kwali teit van het liedje staat kennelijk meer voor op, maar de vraag wie de beste buren en de meeste vrienden in Europa hebben. Uit een internetenquête bleek dat 84 procent van de lezers vindt dat Nederland uit het songfesti val moet stappen en een eigen nationaal fes tival moet organiseren, zoals Italië dat doet in San Remo. „O ja?" j springt de Leidse filosoof Ad Ver brugge op uit zijn stoel. „Is Italië er helemaal uitgestapt?" Hij kijkt even voor zich uit. „Dat geeft goed weer wat ik bedoel. Een evene ment dat bedoeld is om de cultuurgemeen schappen in Europa dichter bij elkaar te brengen, blijkt hen juist te verdelen. Ik be licht graag keerzijden." Wat zou ertegen zijn als Nederland besloot niet langer mee te doen aan het Eurovisie Songfestival? Zouden wij de hoon van ande re naties oogsten? Zou de Eurovisie-organi satie kunnen besluiten het evenement niet meer door te geven aan de NOS? De discus sie liep in het voorjaar even hoog op, om heel snel daarna te verstommen. Het is ta boe, zegt Verbrugge. Nu lijkt niemand echt bevreesd voor represailles als Nederland uit het Eurovisie Songfestival stapt, maar de angst daarvoor bestaat wél als Nederland zou besluiten de Europese Unie te verlaten. „Er bestaat een angst voor het ongewisse buiten de bestaande orde, het risico van uit stoting en verderf, de onvoorspelbare wraak van de leden van de groep. Dit maakt dat onze deelname in hoge mate een negatief karakter heeft, waarbij wij ons maar tot de Unie bekennen, omdat we anders de aan sluiting zullen missen." Verbrugge noemt dat onzin. „Het idee van Europa als een economisch machtsblok - te genover Amerika, Azië, en Rusland - stamt uit de tijd vóór de globalisering van de afge lopen twintig jaar. Juist bestuurlijk kleine, autonome eenheden kunnen in die wereld snel en flexibel inspelen op veranderingen. Neem Zwitserland, een zeer welvarend land dat het goed doet. Waarom kunnen wij geen Zwitserland zijn? Het is niet bespreekbaar, zoals de multiculturele samenleving enkele jaren geleden niet bespreekbaar was. Wie daarvan de negatieve kanten aan de orde wilde stellen, kreeg het verwijt een brand stichter te zijn, iemand die de maatschappe lijke verhoudingen op scherp wilde stellen. Toch, de discussie over de toekomst van de Europese Unie en de vraag of we erin willen blijven, zal komen. Niemand zit er nu met plezier in." Dusk De filosoof Verbrugge houdt van een kleine- wereld. Oorspronkelijk komt hij uit Terneu- zen in Zeeuws-Vlaanderen, een stad en een streek van oorsprong waarop hij nog altijd trots is. Toch is hij sinds zijn studietijd Lei- denaar. Zijn hart heeft hij verpand aan de Tuinstadwijk, zijn.sigaretten koopt hij bij voorkeur op de Herenstraat. Hij is de lead zanger en tekstschrijver van de Leidse rock band Dusk, waarmee hij regelmatig te be luisteren is in de Leidse cafés. Dusk maakt een aanstekelijke mix van sixties- en seven- ties-rock. Het liefst was hij aan de Universiteit Leiden gebleven, zodat hij naar zijn werk kan wan delen en in een café kan filosoferen met vrienden en studenten. Maar 'het lot', zoals hij dat dan maar noemt, besliste anders. Sinds een jaar is hij universitair hoofddocent sociaal-culturele wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en volgend jaar de beoogd hoogleraar op dit gebied. In Lei den had hij een halve baan als docent ethiek zonder perspectief op de lange termijn, zelfs niet nadat hij in 2002 de onderwijsprijs van de Leidse Studentenraad won. Zonder ie mand te willen beschuldigen, voelde hij bin nen zijn faculteit der wijsbegeerte een zekere onwelwillendheid, die hij ook wel weer kan begrijpen. „Niet iedereen vond het makkelijk om een voormalige student als volwaardige collega te zien", zegt hij. Op de achtergrond speelde meer mee. Hij was waarschijnlijk ook een pion in een tita nenstrijd tussen de 'continentale' en de 'An gelsaksische' wijsbegeerte. Tot de 'continen talen' behoren Duitse filosofen als Kant, He- gel, Heidegger en Nietzsche. Zij houden zich bezig met de Grote Levensvragen en bezin nen zich op de aard van de eigen tijd. Angel saksische filofosen zijn analytisch ingesteld en denken na over begrippen, procedures en Ad Verbrugge: „De meeste Europeanen voelen zich geen 'Europees burger'. Zij spreken alleen hun eigen taal en kijken naar nationale televisiezenders. In het buitenland zijn zij toeristen en geen Europeanen." Foto's: Henk Bouwman taalgebruik. Hun werkterrein is vooral logi ca, kennisleer en wetenschapsfilosofie. Con flicten tussen de scholen kunnen hoog oplo pen: de Angelsaksische filosofen vinden hun continentale collega's onwetenschappelijk, andersom klinkt het verwijt van 'schijnexact- heid', oppervlakkigheid en maatschappelijke irrelevantie. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de Angel saksen in de westerse filosofie en ook in Ne derland de dominante stroming geworden. Maar onder een nieuwe generatie studenten taant de belangstelling voor hun werk. Steeds meer jonge filosofen vinden aanslui ting bij de continentale traditie. Zij zoeken antwoorden op vr agen waar de samenleving mee worstelt, zoals misdaad en geweld, de rechtvaardigheid van oorlog, de rol van techniek in de hedendaagse wereld, de rela tie tussen religie en cultuur, de vraag naar wat een samenleving bijeen houdt. Ook Ver brugge voelt zich daartoe geroepen. In Leiden kreeg het verschil tussen de Angel saksische en de continentale filosofen de af gelopen jaren steeds meer het karakter van een generatiekloof. De Angelsaksische tradi tie overheerste tot voor kort in Leiden, met Herman Philipse als belangrijkste vertegen woordiger. Tegelijkertijd toonden steeds meer studenten een sterke voorkeur voor continentale filosofie. In Amsterdam heeft Verbrugge geen last van deze strijd. Hij is blij met de kansen en de vrijheid die hij daar krijgt. Maar het forensen 'is wel wennen' en filosoferen in de kroeg met collega's, vrien den en studenten is bij de Vrije Universiteit bijna onmogelijk. „Ben je wel eens aan de Boelelaan geweest? Het is daar één beton- woestijn." Fortuyn In april dit jaar publiceerde Verbrugge zeven essays onder de titel Tijd van Onbehagen. Fi losofische essays over een cultuur op drift. Het was meteen een bestseller en eind juni moest uitgeverij Sun al een tweede druk uit brengen. De oorzaak van het succes is niet moeilijk te verklaren. Verbrugge schrijft voor een breed publiek over de opkomst en on dergang van Pim Fortuyn, over het failliet van de multiculturele samenleving, over de oorlog in Irak, over terrorisme, de toename van misdaad en geweld, de onvrede met Eu ropa. Verbrugge vindt dat hij er niet aan ont komt. „Dat is de actualiteit, ik zit niet in een ivoren toren. Ik schrijf vanuit mijn filosofi sche expertise over zaken die alle Nederlan ders bezighouden." Steeds draait het in Tijd van Onbehagen om cultuur. Voor Verbrugge staat een culturele crisis aan de basis van veel maatschappelijk onbehagen in Nederland. Cultuur begint bij de 'zeden en gewoonten van een gemeen schap, waar mensen zich lid van weten'. Cultuur is een 'gedeelde levenswijze'. „De mensen die een cultuur delen, zijn in een positieve zin betrokken op elkaar", zegt Ver brugge. „Zij herkennen zich in de wereld om zich heen, hebben daarbinnen hun eigen plaats en voelen zich daarin thuis. Zij wor den, op hun beurt, in hun bestaan erkend en bevestigd doordat zij leven met andere men sen die een band met hen hebben en met wie zij een levenswijze delen. Tussen de le den van een gemeenschap die een cultuur delen, heerst vertrouwdheid en vertrouwe lijkheid. Mensen handelen niet volgens ze den en normen omdat dat moet, nee, zij doen dat graag omdat zij juist daardoor zichzelf zijn." Verbrugge noemt zeden en gewoonten 'objectief. „Ze blijven bestaan als nieuwe generaties de plaats van de vorige innemen." Een gedeelde cultuur maakt mensen vrij. „Vrijheid is een vorm van binding", zegt Verbrugge. „Vrij ben je nooit in je eentje. 'Vrijheid' is verwant aan het woord 'vriend'. Iedereen die wel eens op een feestje is ge weest waar hij of zij niemand kende, weet wat ik bedoel. Dat geeft een gevoel van be klemming, van vervreemding ('Wat doe ik hier eigenlijk?', 'Wat heb ik hier te zoeken?') en van onvrijheid. Je kunt niets, want je kent niemand." Culturen zijn er in soorten en maten. Er zijn gezins-, bedrijfs- en standsculturen. Neder land heeft lang 'zuilen' gehad met eigen cul turen, al bestond daar overheen een gedeel de Nederlandse cultuur. Er zijn 'randen van vijandigheid' waar culturen elkaar raken. Daar botsen 'wij' en 'zij'- in het verzuilde Nederland waren de vechtpartijen tussen katholieke of protestantse schooljongens daar een voorbeeld van. Meer dan ooit zijn er in Nederland en in het hele Westen krachten actief die culturen on dermijnen. Verbrugge geeft er in Tijd van Onbehagen een overzicht van. Steeds gaat het erom dat de wereld steeds zakelijker en rationeler wordt. Daardoor worden de ver houdingen tussen mensen abstract. Een eenvoudig voorbeeld is de relatie tussen uit keringsgerechtigde en sociale dienst. „Wie een uitkering ontvangt, beseft niet dat hij zijn geld in feite van de buurman krijgt", zegt Verbrugge. „Hij heeft contact met een anonieme, abstracte organisatie en niet met echte mensen. Dat neemt ook de drempel om te frauderen weg." Het gevolg daarvan is dat gemeenschapszin 'erodeert'. De verhoudingen tussen mensen worden wisselvallig en anoniem. Succes, geld, aanzien en macht voeren steeds vaker de boventoon. Het duidelijkst is dat de afge lopen jaren zichtbaar geworden in de mana gerscultuur. Door voortdurend te reorgani seren vernietigen manager bedrijfsculturen, maar bevestigen daarmee wel hun macht. De opkomst van de neoliberale consumptie maatschappij maakt mensen afhankelijk van goederen en diensten die de markt kan leve ren. Van jongs af aan wordt ze geleerd dat zij zich 'goed voelen' door te consumeren: goe deren, maar ook radio, televisie, internet. Daardoor worden de eigen gebruiken en tra dities ondermijnd. Diensten die de markt niet kan leveren, zoals onderling hulpbe toon, saamhorigheid, vriendschap en liefde zijn in de neoliberale, kapitalistische samen leving niets waard. Democratie Ook de multiculturele samenleving - voor zover die bestaat uit het idee dat in één land verschillende culturen naast elkaar kunnen bestaan zonder dat zij contact met elkaar hebben - ziet Verbrugge als een aantasting van de Nederlandse cultuurgemeenschap. „Het gaat erom dat we samen dingen doen en daarin gemeenschappelijke vormen vin den, zodat je op elkaar betrokken bent in plaats van elkaar uitsluit." Als we daar niet in slagen, voorziet Verburgge blijvende con flicten. „Of we het nu leuk vinden of niet: autochtone Nederlanders zullen het niet blijvend accepteren dat zij het onderwijs, de uitkeringen en de huisvesting betalen van mensen die zich blijvend richten op het land van herkomst en soms zelfs de ontvangende cultuur willen ondermijnen - zie het mos- De verhoudingen tussen mensen wordenabstract, vindt Verbrugge. „Een eenvoudig voorbeeld is de relatie tussen uitkeringsgerechtigde en sociale dienst. Wie een uitkering ontvangt, beseft niet dat hij zijn geld in feite van de buurman krijgt." limfundamen talisme. Als belangrijke bedreiging van de Neder landse cultuur ziet Verbrugge ook de Euro pese Unie. Vooral de Europese Commissie ziet hij als een negatieve, ondemocratische kracht. „De Commissie is geheel onafhanke lijk, heeft veel bevoegdheden en is slechts verantwoording schuldig aan het Europese Parlement." Dat laatste schiet niet op, want door zijn 'aard en omvang' ziet Verbrugge het parlement niet 'als een instituut waarvan politiek veel te verwachten is'. De Europese Staten hebben een Europese Unie helemaal niet nodig, meent Verbrugge. Het oorspronkelijke doel van Europa, vrede door economische samenwerking, is met de voltooiing van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) al in de jaren '60 bereikt. De bureaucratische instellingen die er het gevolg van waren, hebben echter hun eigen dynamiek opgeroepen. Zij streefden, als elke organisatie, naar maximale machts uitbreiding. De tienduizenden ambtenaren die de Europese Unie inmiddels heeft, be schouwen 'Europa' als een realiteit. Zij wer ken erin, verdienen er hun brood. Maar de meeste Europeanen, betoogt Verbrugge, voelen zich niet 'Europees burger'. Zij spre ken alleen hun eigen taal en kijken naar na tionale televisiezenders. In het buitenland zijn zij toeristen en geen Europeanen. Zonder duidelijk doel (vorming van één Eu ropese natie?, verdere economische integra tie?) heeft de EU inmiddels de gestalte aan genomen van een machtige schijnstaat zon der volk. De EU stelt 'talloze wetten en regels op en vernietigt nationale gebruiken door naar uniformering te streven'. Het leven van de Europeanen verandert daardoor ingrij pend, maar niemand weet eigenlijk waarom dat moet. Er is geen 'volkswil', want, zo be toogt Verbrugge, er is geen Europees volk. Daarmee is Europa ook geen democratie. Er is immers geen Europees demos' (Grieks: volk). Er is alleen een 'cratie' (Grieks: be stuur). De Europese Unie lijkt volgens Verbrugge op de Sovjetstaat. Ook dat was een bureaucra tisch instituut zonder werkelijke worteling in de Russische bevolking. Er waren abstracte 'sovjetburgers', uit naam waarvan de com munistische bureaucratie ingrijpende be sluiten nam. De Sovjetstaat werd niet door de burgers 'gedragen' en moest daarom wel te gronde gaan. Zo kan het de Europese Unie ook vergaan, zelfs met geweld. „De Eu ropese Unie moet veel kleiner en veel be scheidener worden. Zij moet geen quasi- staat zijn die wil wedijveren met de groot machten van de aarde, maar de culturele di versiteit van Europa tot zijn recht laten ko men. Niet uitbreiding, maar halvering van het budget is een goed begin." Maar Nederland, hoe moet Nederland ver der als het niet kan schuilen onder de Euro pese papaplu? Verbrugge vindt dat Neder land niet zo bescheiden moet zijn en moet vertrouwen op eigen kracht. „In een gemon- dialiseerde wereld zijn kleine staten flexibe ler en wendbaarder", weet hij. „Door unifor mering van het Europese vestigingsbeleid is Nederland voor Amerikaanse en Aziatische bedrijven minder aantrekkelijk geworden. Als wij niet in de Unie zaten, konden we on ze soevereiniteit gebruiken om gunstiger vestigingsvoorwaarden te formuleren dan in andere landen. De Europese Unie zit ons in de weg."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 3