WETENSCHAP
Oud-NIOZ-directeur: Waddenzee voorspelt klimaat
Groene chemie
heeft de toekomst
Goede sportvoeding is goud waard
Op zoek naar onzichtbare materie
Meer geweld-
bij jeugdige
antisocialen
Atlantis
Chemicaliënuitstoot door bomen
Faillissement onmisbaar
Bamboe in gevarenzone
DINSDAG 27 JULI 2004
Jt
is Bert de Jong
r
0 suwe visitekaartjes zijn ge-
de laatste verhuisdozen
akt. Jan de Leeuw (60) is nu
directeur meer van het Ko-
jk Nederlands Instituut
)nderzoek der Zee (NIOZ)
xel. De Leeuw pakt zijn
ian als wetenschapper
[op. Bij het NIOZ, en als
Ime hoogleraar geo-weten-
ipen en biologie aan de
■rsiteit van Utrecht. Ocea-
ifisch klimaatonderzoek,
s hij een kei in.
ift|NIOZ- directeur Jan de
over zijn passie: „In het
ient (de bodem) van de
ligt veel informatie opge-
over het klimaat zoals
[oeger op aarde heerste,
jdie informatie uit het se-
it te peuteren kun je het
it van vroeger reconstrue-
loopt als het ware door
heen, gaat een paar dui-
tt Ijaar terug. Als we meer
over vroeger kunnen toe-
ige klimaatveranderingen
leuriger worden voor-
aat verandert Daar-
leerst wereldwijd be-
ieid. Hoe bijzonder zijn
jranderingen? In het verle-
jijn er vaker klimaat-
elingen geweest. De
jtir sloeg uit van tropisch
Mjstijd.
:uw: „Dat waren natuur-
rcli, niet beïnvloed door
lijk handelen." Met de
je klimaatveranderingen
:t anders. De onderzoeker:
Jjn sterke aanwijzingen dat
eïpns, voor het eerst, wél bij-
aan veranderingen van
aat."
leuw heeft nog geen hel-
itwoord op de vraag welk
de huidige klimaatver-
gen natuurlijk zijn, en
leel het gevolg is van
lelijk handelen. „Die on-
ïjkheid maakt het doen
itrouwbare klimaatvoor-
igen erg lastig. In het ene
stijgt de zeespiegel de
|nde eeuw acht centime-
het andere 80 centimeter,
iten nog te weinig over de
janismen die klimaatver-
iaejingen aansturen
ieuw is trots op het NIOZ.
op het gebied van ocea-
Isch onderzoek een Eu-
Js topinstituut. „Onze on-
iksprestaties zijn enkele
jgeleden door de Neder-
Organisatie voor Weten-
Een kokkelvisser op de Waddenzee. Archieffoto: ANP
schappelijk Onderzoek (NWO)
als 'very good to excellent' be
oordeeld. Een paar weken gele
den heeft NlOZ-onderzoeker
Jaap Sinnighe Damsté de Spi-
nozaprijs gekregen, de hoogste
Nederlandse wetenschapsprijs,
1,5 miljoen euro."
Tijdens zijn directeurschap
heeft het NIOZ tussen de ande
re oceanische instituten in Eu
ropa een eigen smoel ontwik
keld. „Ons sterkste punt is zo
geheten multidisciplinair on
derzoek. We kijken niet alleen
naar wat er leeft in zee, het bio
logische aspect. We kijken ook
naar chemische kant van het
verhaal."
„Hoe neemt de zee bijvoor
beeld een stof als C02 op? Ook
bestuderen we fysische aspec
ten. Welke invloed hebben za
ken als watertemperatuur en
stromingspatronen? Verder is
er het uitpluizen van sediment
als belangrijke informatiedra
ger. Door al die aspecten te
combineren in je onderzoek
ontstaat een totaalbeeld van de
ecologie van de zee.
Die is zeer complex. De Leeuw
geeft een voorbeeld uit de Wad
denzee. Uit langjarige metingen
(ook een sterk punt van het NI
OZ) blijkt dat de watertempera
tuur door de klimaatverande
ring stil aan stijgt. Voor de
schelpdieren op het wad hëeft
dat grote gevolgen. Het broed
valt eerder. Op een moment dat
het voornaamste voedsel, al
gen, nog niet in grote hoeveel
heden aanwezig is.
De algen reageren namelijk niet
op de vroeger in het jaar stij
gende watertemperaturen. Ze
nemen pas sterk in aantal toe
bij het lengen der dagen. Lan
ger licht, meer algen. Gevolg:
massa's larven van schelpdie
ren verhongeren. Terwijl ze
kwijnen, hebben ze meer last
van natuurlijke vijanden zoals
krabbetjes. Omdat die weer wél
reageren op de vroege opwar-
ming van de zee, door ook eer
der actief te worden.
De Leeuw: „De schelpdieren
hebben het dus zonder visserij-
druk al heel moeilijk. Als je dat
beseft, is de volgende vraag wat
te doen met de schelpdiervisse
rij. Een conclusie van ons mul
tidisciplinair onderzoek is dat
de effecten van de visserij op
onder andere kokkels en mos
selen wellicht nog ernstiger zijn
al werd gedacht. Het is een op
telsom. De klimaatverandering
zet door, de visserij kun je stop
pen."
Tevreden is De Leeuw over de
steeds nauwere samenwerking
van de oceanografische institu
ten in Europa. Vooral de sa
menwerking met onderzoeksin
stituten in Duitsland is erg
goed. Maar een verenigd (gefu
seerd) instituut in een verenigd
Europa? „Fusie is een groot
woord. Misschien iets voor de
toekomst. Samen met de Fran
sen, de Engelsen en de Duitsers
één krachtig noordwest Euro
pees oceanografisch instituut
vormen."
Belangrijkste financier van het
NIOZ is het NWO. Dat stemt De
Leeuw gelukkig: „We zijn vol
strekt onafhankelijk, hangen
niet aan een ministerie. We
hebben alle ruimte voor funda
menteel onderzoek. Een afne
mend goed in ons land."
Zijn periode als directeur is niet
de rustigste geweest in de in
middels 128-jarige geschiedenis
van het NIOZ. Geldproblemen
leidden tot een ingrijpende re
organisatie die tientallen banen
kostte. De rust is weergekeerd.
Er kon nieuwbouw gepleegd
worden, de plannen voor reno
vatie van de oudbouw zijn
rond, de vloot van het NIOZ is
deels opgeknapt, deels ver
nieuwd.
De Leeuw noemt de huidige si
tuatie 'stabiel'. Dat komt de
werksfeer en daarmee de pres
taties van de onderzoeken ten
goede. „De mensen lopen flui
tend door de gangen. Er is ge
loof in de toekomst."
door Peter de Jaeger
Planten kunnen beter worden
benut. Behalve voedsel leveren
ze biobrandstof en veel verbin
dingen die tot nu uit fossiele
grondstoffen komen. Op die
manier worden bijproducten
als stro, loof en bietenpulp een
extra bron van inkomsten voor
de boer.
„Door een groeiende welvaart
en de toenemende wereldbe
volking is de energiebehoefte in
2050 drie keer zo hoog als het
huidige verbruik. Aardoliereser
ves zijn evenwel over vijftig jaar
uitgeput. Dit maakt het zoeken
naar alternatieve energie en
duurzame grondstoffen tot een
groot maatschappelijk belang",
zegt Johan Sanders, pas be
noemd tot hoogleraar Valorisa
tie van Plantaardige Productie
ketens aan Wageningen Uni
versiteit.
Energie wordt verre van opti
maal benut. Neem een gasboi-
ler. Die verwarmt het kraan- en
douchewater in huis door ver
branding van aardgas. Volgens
de leveranciers van de verwar
mingsketel gebeurt dat met een
rendement van 95 procent.
„Dan hebben ze het slechts
over het thermische rende
ment. Het eigenlijke rendement
is slechts zeven procent. Want
met dezelfde hoeveelheid gas
zou je eerst een grote hoeveel
heid elektriciteit kunnen maken
waarbij je een hoop restwarmte
overhoudt waarmee je diezelfde
boiler ook kunt verwarmen."
Sanders wijst erop dat de che
mische industrie een kleine
twintig procent van de jaarlijkse
energiegrondstoffen verbruikt
om te kunnen draaien. „Dat is
meer dan nodig is voor trans
port en evenveel als voor de op
wekking van elektriciteit", zegt
hij. De industrie gebruikt fos
siele energie voor het kraken
van aardolie tot halfproducten
voor verdere verwerking. Daar
na worden er vaak zuurstof of
stikstof aan de koolstofketens
toegevoegd.
„Deze processen, die veel ener
gie kosten, kunnen worden ver
meden als dezelfde of vergelijk
bare verbindingen worden ge
maakt door planten", zegt San
ders. Het voordeel is dat daar
door veel energiegrondstoffen
bespaard blijven en dure inves
teringen voor warmteover
dracht worden vermeden.
Hij noemt plastic uit melkzuur
als voorbeeld. „Die verbinding
is te maken uit glucose uit aard
appel of suikerbiet. Bij dat pro
ces gaat nauwelijks energie ver
loren." Zo bestaat de buiten
kant van de laatste MP3 speler
van Sony volledig uit bioplas-
tics op basis van melkzuur.
Het Amerikaanse bedrijf Du-
pont heeft samen met Genecor
onlangs in de staat Illinois een
fabriek neergezet voor de pro
ductie van 1,3-propaandiol,
verkregen via fermentatie (gis
ting) van suiker uit maïs. Hier
kun je onder meer PET-flessen
mee maken. Tot nu gebeurt dat
met propyleenoxide, gemaakt
uit aardolie.
Koolstof met stikstof eraan (on
der meer basis voor nylon) kun
je halen uit vlinderbloemigen,
zoals peulvruchten en luzerne.
Dat zijn planten die stikstof
kunnen binden uit de lucht.
,,Als dat op grote schaal wordt
benut, is een kunstmestfabriek
als DSM minder urgent
Daar wordt aardgas gestookt
om stikstof uit de lucht che
misch te binden. In ons land
gaat het om ruim één procent
van de totale energiebehoefte.
Op wereldniveau is dat percen
tage veel hoger, omdat arme
landen relatief veel kunstmest
gebruiken."
Ook de voedselproductie zelf
biedt ruimte voor verbetering,
meent Sanders. Zo wordt er
vijftien keer zoveel energie ge
stopt in elke door de mens ge
consumeerde calorie. „Het is
hoogtijd dat we onze voedsel
voorziening beter inrichten."
Dat geldt ook voor de veevoer-
wereld. Een koe benut slechts
een zesde deel van de eiwitten
in gras. De rest belandt in de
mest en is verloren energie. Te
vens wordt het milieu hierdoor
belast met ammoniak en ni
traat. Het gras zelf kan in waar
de stijgen door de eiwitten eruit
te halen via bioraffinage en die
aan varkens te geven. „Uit
proeven blijkt dat de voedings
waarde van graseiwitten hoger
is dan die van soja, en de dieren
vinden het minstens zo lekker."
De productie van bulkchemica-
liën uit gangbare gewassen
staat voorop. De restproducten
van aardappelen, maïs, bieten
en tarwe kunnen dan dienen
als biobrandstof. Dat is mooi
meegenomen, maar is econo
misch op dit moment niet ren
dabel zonder hulp van de rege
ring. „Toch wordt het steeds in
teressanter nu de olieprijs zo
hoog is", zegt Sanders.
'eter de Jaeger
ief trainen is niet genoeg
[en topsporter. Hij moet
ted eten. De Nederlandse
sz|>ische atleten worden voor
:rst bijgestaan door diëtis-
de prestaties te verbete-
oterhammen met pinda-
lt ken en je wint later de Elf-
atktocht. Die kwinkslag ken-
Sre van de reclame. Voe-
™|s echter wel degelijk be
dijk voor een topsporter.
s tderlandse equipe voor de
jpische Spelen in Athene
voor het eerst begeleid
'eVijf sportdiëtisten. „Voe-
^®tn diëtetiek is daarmee
Mympisch vak geworden",
HRobert-Jan Brummer,
5 leraar diëtetiek aan de
5®jrsiteit van Limburg,
wjjaar lang zijn de tweehon-
n(blympische atleten inten-
"%geleid door diëtisten. „Bij
|ort gaat het om hele klei-
arges tussen goud en uit-
"SJakeld zijn. Elke verfijning
'°Hoorbereiding en prestatie
:e", weet Brummer.
s hem wordt er teveel
gelegd op het moment
le wedstrijd. De trainin-
Ijn belangrijker, meent hij.
taal effect van een trai-
Jeibehaal je alleen als je opti-
"^herstelt. Daar valt meer
^®te behalen dan rond de
u%ijd zelf. Vergeet niet dat
'"sorters twee tot drie keer
s%g trainen. Een snel her-
stean de energievoorraad in
^n en lever is te halen via
*Hste voeding direct na de
^jieve training. Anders is
Robert-Jan Brummer. Foto: GPD/Frits Widdershoven
bij de volgende training de ben
zine op."
Hij siddert nog na van een do
cumentaire over zwemster Inge
de Bruijn, die maandenlang
traint in Amerika. „We zien
daarin dat ze na een training
een pizzeria binnenstapt en iets
afhaalt zonder te weten wat
daarin zit. Dat is niet erg pro
fessioneel. De behaalde winst
van de vorige training gaat
daarmee goeddeels verloren."
De sportdiëtist benadrukt het
lange termijneffect van een
goed uitgebalanceerd dieet. Hij
gaat uit van een voedingspira
mide. De brede basis bestaat
uit gewone voeding die ieder
een eet, en bestaat uit de be
kende schijf van vijf. De beno
digde energie halen sporters
vooral uit koolhydraten in
brood en pasta. De basis moet
goed zijn. Daarboven zit een
tweede laag met sportdrankjes
en dieetproducten om tekorten
aan te vullen. Brummer: „Het
mag ook niet zo zijn dat de be
nodigde energie uit mierzoete
drankjes wordt verkregen. Dan
mis je een aantal essentiële
voedingstoffen." In de top van
de piramide zitten voedings
supplementen zoals herstelbe-
vorderende creatine, een stik
stofhoudend afbraakproduct
van vlees- en melkeiwitten.
De adviezen van de diëtisten
verschillen per type sport.
Duursporters, zoals hardlopers
en wielrenners, moeten vooral
letten op de energiebalans.
„Het effect van voeding is het
grootst voor duursporters", al
dus Brummer. Bij krachtsport
als judo telt het lichaamsge
wicht mee. Dat is te manipule
ren door een voedingsstrategie
waarin de vetvrije spiermassa
wordt vergroot. Bij spelsporten
is belangrijk dat de hersenen
goed blijven werken om geen
inschattingsfouten te maken.
Verder is de timing van voeding
erg belangrijk. Als je speciaal
ergens voor gemaakte voeding
op een verkeerd moment ge
bruikt kan dat een tegengesteld
effect hebben. Brummer, die
een marathon binnen de drie
uur loopt, weet dat uit eigen er
varing.
Een halfuur voor de wedstrijd
nam hij per ongeluk een ener
giedrank, die je normaal pas
achteraf neemt. Vertering van
de sportdrank verlaagt de
bloedsuikerspiegel.
„Dat kun je niet gebruiken op
het moment dat je moet preste
ren. Het ging compleet mis. Ik
droogde uit, werd misselijk en
moest na de finish bijna aan
het infuus."
Het warme klimaat in Athene
dwingt de vochtbalans extra in
de gaten te houden. De atieten
moeten goed drinken.
„Zodra je anderhalf tot twee
procent van je lichaamsgewicht
verliest aan vocht heb je een
meetbare prestatiedaling. Uit
droging heeft ook effect op de
hersenfuncties.
De concentratie gaat achteruit.
Dat moment moet je zien te
voorkomen door genoeg te
drinken, ook tijdens de wed
strijden."
Jongvolwassenen die voor hun
12de al antisociaal gedrag ver
toonden, plegen later meer ge
welddadige delicten dan jong
volwassenen die op latere leef
tijd het verkeerde pad opgaan.
Deze late starters houden het
meestal bij diefstal of belasting
fraude. Dit concludeert Andrea
Donker uit haar onderzoek
naar de voorbodes en het vóór
komen van delinquent gedrag
bij jongvolwassenen. Delin
quenten die al in de kindertijd
(jonger dan 12 jaar) antisociaal
gedrag vertoonden, de vroege
starters, plegen geweldsdelicten
als ze jongvolwassen zijn (18 tot
25 jaar). Delinquenten die in de
adolescentie (12 tot 18 jaar) cri
mineel actief worden, de zoge
naamde late starters, plegen als
jongvolwassenen doorgaans
geen geweldsdelicten, conclu
deert Donker.
De mythische stad Atlantis be
staat echt, satellietbeelden laten
de verloren stad zien ten zuiden
van de kust van Spanje. Dit
schrijven onderzoekers in het
archeologische tijdschrift Anti
quity. Op de beelden zijn ruïnes
te zien die precies overeenko
men met de beschrijving van de
Griekse filosoof Plato. Hij was
ervan overtuigd dat het land
heeft bestaan, omdat de over
grootvader van Plato hierover
verhalen had gehoord van So
lon, die het weer van een Egyp
tische priester had gehoord.
Hoe het land eruit zag, is door
Plato in detail beschreven.
door Ben Apeldoorn
Er is oneindig veel te zien in het heelal. Er is ech
ter nog veel meer zoek. Volgens een grove schat
ting moet er zelfs tien keer zoveel materie be
staan als wat er nu wordt gezien. Maar waar is
dat allemaal?
Sterrenkundigen breken zich daar al tientallen
jaren het hoofd over. De enige zinnige verklaring
hiervoor is dat er enorme hoeveelheden donkere
materie ('dark matter') in de diepten van het
heelal schuil moeten gaan. Rijst vraag twee:
waaruit zou die dark matter moeten bestaan?
Zou het kunnen bestaan uit enorme hoeveelhe
den zwarte gaten?
Die kunnen we per definitie immers ook niet
zien. We weten dat zwarte gaten een dermate in
tens zwaartekrachtveld om zich heen hebben,
dat ze hun omgeving tot op grote afstand beïn
vloeden. Daar is wel een aantal gevallen van be
kend, maar bij lange na niet voldoende.
„De volgende vraag die men zich al een jaar of
vijftien geleden stelde", legt Michael Werner uit,
verbonden aan het Amerikaanse Jet Propulsion
Laboratory, „is of er niet een zeker soort donke
re, zware hemellichamen bestond die noch ster
noch planeet zijn. Meer mislukte sterren, zoge
heten bruine dwergen. Ze bezitten duizenden
malen meer massa dan de aarde maar stralen
grotendeels in het infrarood. Met een telescoop,
die bij infrarode golflengten kijkt, zijn ze bij wijze
van spreken net zo helder als een ster in zicht
baar licht. Ze werden verondersteld voornamelijk
schuil te gaan in de grote bolvormige ruimte, de
halo, rond ons platte melkwegstelsel. Daaraan
ontleenden ze hun naam: Macho's, dat wil zeg
gen: MAssive Compact Halo Objects."
Probleem is alleen dat onze dampkring infrarode
straling absorbeert en je dus een voor het infra
rood gevoelige telescoop met een raket ver van
de aarde moet brengen. Zo'n satelliettelescoop is
de op 24 augustus 2003 gelanceerde Spitzer.
„In 1992 vond men welgeteld zeventien kandi
daat-Macho's", zegt Werner. „Ze werden gevon
den door het licht van meer dan twee en een half
miljoen achtergrondsterren continu te volgen.
Als zo'n Macho precies voor een ster langs trok,
zorgde zijn zwaartekracht voor een tijdelijke
lichtfluctuatie in het licht van de achtergrond-
ster. Dat is dus een zeldzaam toeval, en het feit
dat toch sprake was van zeventien 'events', wijst
op een zeer groot aantal Macho's."
een hittegolf wordt mogelijk dertig pro-
1 de hoeveelheid ozon in de lucht veroor-
iifcjdoor de chemicaliënuitstoot van bomen,
ie^ellen onderzoekers van York University in
enand. Het effect was al bekend uit streken
jajen warmer klimaat, zoals Californië en het
^errane gebied. Tot nu te was het er in West-
ajjia zelden warm genoeg voor, maar dankzij
Upjoeikaseffect lijkt het aantal hittegolven toe
hen. De Engelsen hebben vorig jaar zomer
Igen gedaan in de buurt van Chelmsford,
bordoosten van Londen. Ze ontdekten dat
de hoeveelheid isopreen, die wordt uitgeschei
den door loofbomen, exponentieel toeneemt
naarmate de temperatuur stijgt. Bij 25 graden
Celsius is de hoeveelheid nog vrij gering, bij 30
graden begint het serieus te worden en boven de
35 graden ligt de emissie al een factor tien hoger
dan normaal. Isopreen katalyseert de afbraak van
stikstofoxiden uit uitlaatgassen. Daarbij ontstaat
ozon. Naaldbomen produceren terpenen, die
ongeveer hetzelfde effect hebben als isopreen.
Ook deze emissie is sterk temperatuurafhanke-
lijk.
Faillissement heeft een sterk
negatieve lading vanwege de in
grijpende gevolgen voor zowel
de ondernemer als voor alle an
dere bij de onderneming be
trokkenen partijen zoals werk
nemers en leveranciers. Arnold
van Amsterdam toont in zijn
proefschrift echter aan dat fail-
lisementen onmisbaar zijn voor
de economie. Niet-levensvatba-
re bedrijven financieel steunen
is zinloos, het is beter deze be
drijven uit het economisch le
ven te 'verwijderen'. Gesteunde
niet-levensvatbare bedrijven
zitten goedlopende bedrijven
alleen maar in de weg. Neem
bijvoorbeeld Nederlandse boe
ren die door de landbouwsub
sidies hun veel goedkoper pro
ducerende concurrenten in de
derde wereld uit de markt druk
ken.
Volgens onderzoekers is er onmiddellijk actie nodig om een van 's werelds oudste levensvormen te red
den. Uit nieuwe studies blijkt dat meer dan de helft van alle 1200 bamboesoorten dreigt te verdwijnen.
Met de bamboe verdwijnen ook de dieren die van de plant afhankelijk zijn. De bamboesoorten worden
bedreigd door de steeds maar toenemende ontbossing. Niet alleen de reuzenpanda, maar ook de berggo-
rilla en de lemur, een halfaap, hebben bamboe nodig om te kunnen overleven. Daarnaast zijn er nog
honderden kleine soorten die leven van de plant. Miljoenen mensen over de hele wereld gebruiken bam
boe eveneens als voedsel of als werktuig. De internationale handel in de plant, meestal gekweekte bam
boe, levert jaarlijks meer dan twee miljard euro op. Foto: AP