KUNST CULTUUR
Frans de Wit: altijd de strijd met het materiaal aangegaan
We moeten de passie blijven
Een prachtig gelijkzwevend en alert orgeltje
Een opzienbarend cineast
MAANDAG 26 JULI 2004
ntoonstelling
in Athene
ine - In het Nationaal Ar-
logisch Museum in Athene
iflit moment de tentoon-
j 'Agon' te zien, van oude
tapen die hebben te ma-
féet de Olympische Spelen.
Kjs het Griekse woord voor
rijd. Te zien is onder meer
jrie standbeelden van ge-
p Amazones, gemaakt tus-
D en 350 v.Chr. De expo-
purt nog tot oktober.
nstenaar wil
|en werk slopen
k - De Bredase kunstenaar
iKoreman (nu 83) ont-
|p in 1955 een muurreliëf
wit beton voor de Mariak-
fechool in Breda. Dat pand
fefgelopen week gesloopt.
|l het kunstwerk is be-
p gebleven, tot ongenoe-
i de kunstenaar zelf. In
fêie vormde zijn creatie
heel met de architectuur.
moet alles samen 'ver-
d' worden, heeft Koreman
brief aan de gemeente
(laten weten, „Het reliëf
egala in
ouwburg
tDAM - Precies drie jaar
fanslagen in New York en
igton houdt de Amstei -
Stadsschouwburg op 11
iber het Groot Gala van
[rrorisme. Kunstenaars,
filmmakers en journa-
zullen debatteren over de
ten van terreur en de drei-
daarvan. Vooral de 'psy-
rlij ogische en dramatische as-
en en' van terreur komen aan
do aldus directeur van de
pi sschouwburg Melle Daa-
De avond zal niet werke-
e vorm hebben van een
ke „Er gaat niet gedanst wor-
of iets dergelijks, hooguit
eel eraf', aldus Daamen.Er
len verschillende activitei-
dti georganiseerd, maar details
over zijn nog niet bekend.
vervolg van voorpagina
door Jan Rijsdam
leiden - De Leidse beeldhouwer
Frans de Wit is niet meer. Maar
wie door Leiden loopt zal altijd
aan hem worden herinnerd.
Overal in de stad heeft De Wit
zijn sporen, beelden of plaquet
tes, achtergelaten. Wie kent niet
de vijf monumentale sculptu
ren bij museum Naturalis, de
bronzen hoekbeelden aan de
gevel van het Rijksmuseum van
Oudheden of de waterkubus bij
terrasboot De Waterlijn aan de
Prinsessekade.
Ook buiten de stad Leiden laat
De Wit zijn sporen na. Hij le
verde een belangrijke bijdrage
aan de Nederlandse land
schapskunst. Zijn bekendste
werk realiseerde hij in het re
creatiegebied Spaarnwoude, de
zogeheten 'Klimwand en Schijf
in Grofpuinheuvel', dat gerui
me tijd te zien was in de leader
van Van Kooten en De Bie's
Krasse Knarren. Het is het
grootste beeldhouwwerk van
Nederland.
Eigenlijk kent bijna iedereen in
Nederland dus het werk van
Frans de Wit, maar lang niet ie
dereen kent zijn naam. De be
baarde beeldhouwer met de
zachte stem was te bescheiden,
te druk met zijn werk, en er de
man niet naar om zich met zijn
naamsbekendheid bezig te
houden. Hij was een harde wer
ker die zich zijn leven lang is
blijven ontplooien. Een kunste
naar die altijd zijn eigen weg is
gegaan. J. Bolten, directeur van
Stedelijk Museum De Lakenhal,
typeert hem als 'een van de
beste beeldhouwers van Neder
land. Een gedreven vakman die
lang niet altijd de waardering
kreeg die hij verdient.'
Frans de Wit was een Leidenaar
in hart en nieren. Hij werd in
1942 geboren aan de Utrechtse
Veer als zoon van een meubel
maker. Na de Ambachtsschool
studeerde hij in 1965 cum laude
af aan de Koninklijke Academie
voor Beeldende Kunsten in De
Haag. „Ik heb een heel ouder
wetse opleiding tot beeldhou
wer gehad", zei hij eens in deze
krant. „Die ambachtelijke tech
nieken, daar hecht ik veel waar
de aan, maar ik verheerlijk het
niet. Er is meer nodig om goede
beelden te maken."
In het begin van zijn loopbaan
vatte De Wit grote bewondering
op voor de zakelijke, abstract-
geometrische sculptuur van
beeldhouwers als Richard Serra
en de Spanjaard Chillida. In
zijn vroege werk is hun invloed
wel te herkennen. Begin jaren
zestig behoorde Frans de Wit,
met kunstenaars als Kees Buur
man, Jan Maaskant, Pieter Ger-
aedts en Fer Hakkaart, tot de
Leidse voorhoede die zich keer
de tegen het conventionele
kunstenaarsmilieu. Het gewo
ne, alledaagse werd tot kunst
verheven. De beleving, niet de
esthetiek stond voorop. Het
moest allemaal zo min mogelijk
'kunst' zijn. Frans de Wit ver
werkte onder meer spruitjes,
die naast zijn woonboot groei
den, in zijn kunstwerken. Maar
in tegenstelling tot veel anderen
bleef hij grote waarde toeken
nen aan technisch vakman
schap.
Dat heeft geleid tot een zeer
succesvol oeuvre in en buiten
de stad Leiden. Wie zijn project
in Spaarnwoude aanschouwt,
wordt overrompeld door de im
posante betonmassa, boven op
een heuvel. Twee reusachtige
cirkels in het landschap, omge
ven door betonpuin, en er te
genover een even vreemdsoor-
Frans de Wit in zijn buiten-atelier: een werkman-kunstenaar wiens handen de sporen droegen van staal en s
Foto: United Photos De Boer/Cynthia van Dijke
tige betoneruptie. Met een
beetje fantasie waan je je in
Zuid-Amerika en zie je in de be
tonmassa een ruïne met een
Aztekentempel. Zo mogelijk
nog gigantischer is zijn project
'Vierkant eiland in plas', de gro
te kom in Rotterdam Alexan-
derpolder, die het historisch
laagste punt van Nederland
markeert.
Maar Frans de Wit heeft ook
bescheiden sporen, van huiska
merformaat, nagelaten. De
bronzen hoekbeelden aan de
gevel van het Rijksmuseum van
Oudheden, de bronzen Huizin-
ga-plaquette in de UB, de pla
quette voor het voormalig
Joods Weeshuis, de plaquette
aan de Hooglandse kerk, de
penning ter ere van de nieuw
bouw van de Tweede Kamer en
de Jan van Houtpenning van de
gemeente Leiden. Bekend zijn
ook zijn dakhuis aan de voet
van de Burchtheuvel (ontwor
pen met Wim Hofman) en zijn
waterkubus bij terrasboot De
Waterlijn aan de Prinsessekade.
Ook voor gemeenten in de om
geving van Leiden - Ter Aar,
Lisse, Oegstgeest - maakte
Frans de Wit talloze objecten.
'Doorgaande Beweging', het uit
zeven poorten van stalen bin
ten bestaande werk in Oegst
geest heeft voor veel opwinding
gezorgd en moest uiteindelijk
weg. Hij maakte ook tekenin
gen, branddrukken en kleine
objecten in brons of staal.
Zijn laatste grote werk in Leiden
zijn de vijf kolossen van ver
wrongen scheepsstaal in de
bocht van de Plesmanlaan. Als
wachters staan ze bij het muse
um Naturalis, de laagste vijf
meter, de hoogste 9,5 meter
hoog. Tweehonderd ton
scheepsstaal heeft De Wit voor
dit project verwerkt. Gezaagd,
gelast, vervoerd. „Doorzetten
en volhouden moet je bij zulke
projecten. Het is een strijd die
je met het materiaal aangaat",
zei hij in een interview met het
Leidsch Dagblad.
Frans de Wit was een werkman -
kunstenaar, een man wiens
handen de sporen droegen van
staal en steen. Een noeste wer
ker die er niet van hield de kun
stenaar uit te hangen en ande
ren het zware werk te laten
doen. Hij was er ook de man
niet naar om in intellectuele
termen te filosoferen over de
betekenis van zijn werk. De Wit
was altijd op zoek naar elemen
taire vormen, die voor zichzelf
spreken en die meteen over
rompelen.
Door de jaren heen voelde
Frans de Wit zich steeds vrijer,
werd zijn werk ondogmati
scher. Hij leek steeds beter zijn
draai te vinden. Hij werd een
vrije vogel, die, te vroeg, voor
goed is weggevlogen.
IN MEMORIAM
muziek recensie
Lidy van der Spek
Concert: Niels-Jan van der Hoek, orgel.
Gehoord: 24/7, Hooglandse kerk, Leiden.
Het kabinetorgel in de Hoog
landse kerk is onlangs geheel
gereviseerd door restaurateur
Gert van Buuren. Het is aan
Niels-Jan van der Hoek om het
in te wijden. Dat doet hij met
de Wiener Sonatine nr 6 in C,
een jeugdwerk van Mozart. Het
moet gezegd worden, het orgel
tje klinkt weer prachtig gelijk
zwevend en alert. Het eerste en
laatste deel van de sonate in
zakformaat krijgt een flitsende
registratie, terwijl het midden
gedeelte zacht omfloerst ge
houden wordt. Best mooi, maar
zo'n sonatinetje moet sneller
gespeeld worden, sprankelen-
der, niet bloedserieus genomen
worden, en dat mankeert er nu
juist aan.
Dat Van der Hoek dynamiek en
snelheid aankan is duidelijk te
horen in Mathias Weckmanns
Fantasia in D, die hij boven, op
het De Swart/Van Hagerbeeror-
gel speelt. Met pralende regi
straties, aanzwellende loopjes,
statige akkoorden is van de
strengheid van Weckmanns
leermeester Heinrich Scheide-
mann niet zo veel te bespeuren.
Veel vriendelijker, ingetogener
van karakter, klinkt de Fantasia
in d van Abraham van den
Kerckhoven, vanaf 1656 orga
nist van de koninklijke kapel in
Brussel. Erg spannend wil het
maar niet worden, ook niet in
Johann Krebs' 'Wïr glauben alle
an einen Gott'. Van der Hoek
speelt het koraal van deze 18e
eeuwer in gedekte, ingetogen
kiemen. Het kabbelt voort, be
rustend in het 'voldongen' feit
dat wij allen in één God gelo
ven.
De Triosonate in C van J.S.
Bach is voor 't laatst bewaard;
een driedelig werk met een fris
thema dat steeds de sierlijke
kop opsteekt. De melodie in de
linkerhand wordt transparant
'vertaald' naar de diskant. De
licht klokkende registratie in
het langzame deel contrasteert
fraai met de volle klank van het
laatste deel. Van der Hoek
speelt hier lichtvoetig en rede
lijk tempovast, met een goede
interactie tussen de afzonderlij
ke stemmen.
Van Dik Hout viert jubileum met sabbatical
Rebecca van Vuure
lERDAM - Voor wie het gemist
fa h Van Dik Hout heeft dit jaar zijn
ié decennium erop zitten. De popu-
nèderrockformatie viert dat met
litbrengen van de cd 'Een Handvol
cht, Van Dik Hout 1994-2004, Live'.
eed staan live-opnames van een
:rt in Paradisoj vier nieuwe num-
waaronder de succesvolle single
Handen', en een bonus-dvd waar
hun videoclips staan. „Het is ei-
ijk tien jaar Van Dik Hout in vogel-
it. Mensen die nu pas inschakelen
len met deze cd in handen zonder
lemen mee naar de volgende tien
and grijpt het jubileum aan om
sabbatsjaar in te lassen. Enkele
lieden zijn van plan een paar
iden te gaan reizen, zanger Mar-
uitenhuis gaat het jaar rust ge-
£n om nieuwe teksten te schrij-
„Ons tienjarig bestaan is natuur -
en mooie aanleiding om die plan-
au écht te gaan verwezenlijken,
plannen van dit soort dingen is
ogelijk zónder sabbatical. Optre-
biworden al heel lang van tevoren
;1J] lÊlegd en door de drukte van het
v0( a wordt het schrijven van nieuw
een soort bijzaak. En het is bijna
kd Pgelijk om wat langer op vakantie
id *n."
j 45 november is de band echt
If maanden lang nergens live te
riié Aan het einde van het jaar gaan
QOi studio in om een nieuwe plaat
Ie leggen. Martin: „Ik ben daar nu
lemaal op gefixeerd en kan er
h Verlangen om in alle rust aan
hei (f,materiaal te werken. Ik hoop
R ürndro (Assorgia, gitarist, pianist)
e( 'aar hele mooie nummers te gaan
'en. Daar ligt voor mij ook nog
(daging. Het uiteindelijke resul-
ih.de studio laat zien waar we
lin onze ontwikkeling als band."
n d 1 jaren negentig, toen de band be-
>3fl luisterde ze vooral naar groepen
7jTj iarl Jam, Soundgarden en Nirva-
nhet geluid, de 'sound' bij hun
5 tters te 'verzinnen'. „Als je net
eia it met het schrijven van eigen
s heb je houvast nodig. Hoe moet
edje klinken? Nu luister ik ook
rel naar muziek, maar vooral om
„Ik vond het gelijk erg leuke liedjes en bovendien hele aardige gasten", aldus 'ontdekker' Daan van Rijsbergen. Foto: GPD
ideeën op te doen. Voornamelijk klas
sieke pianomuziek, en ook nog steeds
wel rock. The Strokes en The White
Stripes, dat soort bands vind ik te gek.
Omdat ik zelf Nederlandstalig schrijf
en zing luister ik wel naar andere
bands in hetzelfde genre, maar uitein
delijk haal ik daar mijn inspiratie niet
vandaan."
'Ontdekker' Daan van Rijsbergen kijkt
met genoegen terug op (meer dan)
tien jaar Van Dik Hout. „Ik leerde ze
kennen toen ze in 1992 een ruimte
boekten voor hun eerste demo. Ze
hadden zich aangemeld als Neder
landstalig bandje a la De Dijk en ze
kwamen twee nummers opnemen. Ik
vond het gelijk erg leuke liedjes en bo
vendien hele aardige gasten", aldus
Van Rijsbergen. „Twee maanden later
hebben ze nog eens zes nummers op
genomen en daar zaten 'Stil in mij' en
'Meer dan een ander' al bij! Ik was er
zo van onder de indruk, dat ik de stu-
diokosten voor mijn rekening heb ge
nomen en met het plaatje bij de pla
tenmaatschappijen ben gaan leuren.
Maar niemand wilde het uitbrengen,
de muziekbusiness lag toen, net als nu
trouwens, op z'n gat en niemand durf
de te investeren in een nieuw en onbe
kend bandje."
Van Rijsbergen besloot in eigen beheer
een volledige cd uit te brengen en
werd als vanzelf ook manager van de
band. „Toen hebben we nog een aan
tal extra nummers opgenomen en echt
een cd met een hoes en alles er op en
er aan gemaakt. Op Koninginnedag '94
brachten we de single 'Stil in mij' uit
en Hebben we pluggers op pad ge
stuurd om het nummer op de radio
gedraaid te krijgen. Wekenlang ge
beurde er helemaal niets. Totdat Wim
Rigter twee maanden later in de zo
mervakantie Arbeidsvitaminen ging
presenteren. Hij kende de jongens en
was groot fan van de band. 'Stil in mij'
werd opeens een aantal keer per week
gedraaid. En toen Frits Spits daarover
heen ook nog eens enthousiast werd,
ging het echt goed lopen!"
De doorbraak naar het grote publiek
komt met het optreden op het hoofd
podium van Pinkpop in '95. De in ei
gen beheer uitgebrachte cd maakt dan
een doorstart, er wordt een live-single
van 'Stil in mij' uitgebracht en beide
worden goud. „Eindelijk stonden we
in de top 10, terwijl we al bijna een
jaar in de top 100 stonden!" Vanaf
toen kon de band zich de populairste
Nederrockband van Nederland noe
men en met een gerust hart aan een
tweede plaat gaan werken. De succes
volle manager Daan van Rijsbergen
wordt gevraagd om bij platenmaat
schappij Sony te komen werken en
Van Dik Hout verhuist mee. Tien jaar,
zeven platen en een nieuwe platen
maatschappij later is Van Dik Hout
nog steeds één van de populairste en
meest gedraaide Nederlandstalige
bands.
Gekoppeld aan het uitbrengen van de
nieuwe plaat in 2005 zal Van Dik Hout
weer gaan toeren. Al tien jaar zien ze
dezelfde clubs en veelal dezelfde festi
vals langskomen. Toch verveelt het
niet. Martin Buitenhuis: „Nee, je staat
toch met nieuwe numrpers op het po
dium, dat houdt het spannend. En we
hebben in die tien jaar bijvoorbeeld
maar één keer een theatertour gedaan.
Daar liggen nog nieuwe mogelijkhe
den voor ons. Bovendien staan we ie
der jaar weer op plekken waar we
voorheen nog nooit zijn geweest! Ne
derland is best groot hoor."
„Dat we al meer dan tien jaar in de
zelfde samenstelling spelen geeft ab
soluut ook extra inspiratie, omdat je
samen steeds verder komt en steeds
meer meemaakt. Dat maakt je samen
trots op wat je bereikt hebt en dat ver
klaart voor een deel ook ons succes. Je
weet wat je aan elkaar hebt. We blijven
met zijn vijven betrokken en kritisch
op wat we maken, waar we heen wil
len. We moeten het zelf te gek vinden
en de echte passie kunnen blijven voe
len. De lat ligt hoog, we sluiten op cre
atief gebied geen compromissen. Ik
zou dat op het podium ook niet kun
nen brengen, ik ben een slecht ac
teur."
Zijn meest geruchtmakende
werkstuk was de seksfilm Blue
Movie uit 1971 en zijn beste re
gieprestatie leverde Wim Ver
stappen zeven jaar later met
Pastorale 1943, maar het werke
lijke belang van de op 67-jarige
leeftijd overleden cineast stijgt
hoog uit bo
ven de kwali
teit van zijn
oeuvre. Tus
sen 1965 en
1990 is Ver
stappen een
cruciale factor
geweest in het
proces dat le
vensvatbaar
heid en conti
nuïteit creëer
de voor de Ne
derlandse ci
nema. Binnen
dit gebied is
hij betrokken
geweest bij
vrijwel elke
ontwikkeling
of gebeurtenis
van belang.
Wim Verstap
pen werd 15
april 1937 geboren in het
Noord-Brabantse Gemert, maar
amper een half jaar oud ver
huisden zijn ouders naar Cura
sao. Pas op 17-jarige leeftijd
zou hij in Nederland terugke
ren. Na het vervullen van zijn
dienstplicht schreef hij zich in
1961 in bij de kort tevoren op
gerichte Nederlandse Filmaca
demie in Amsterdam en maakte
daar kennis met onder meer
Nikolai van der Heyde, Gied
Jaspars en de uit Suriname af
komstige Pim de la Parra. Het
viertal begon een eigen krantje,
Skoop, dat het 25 jaar lang zou
volhouden als meest toonaan
gevend filmtijdschrift van ons
land. Skoop werd het platform
waar een nieuwe generatie Ne
derlandse filmers de strijd aan
bond met het versufte bestel en
ideeën ging formuleren over
films in de geest van de revolu
tionaire jaren zestig.
Met De la Parra sloot Verstap
pen vervolgens een wel heel bij
zonder bondgenootschap. In
maart 1965 richtten ze het be
drijf Scorpio Films op dat films
ging produceren met beurte
lings Pim en Wim (en soms an
deren) als regisseur. Binnen de
kortste keren werden Pim
Wim een begrip, niet alleen in
Nederland maar ook in de meer
hippe coterieën van de rest van
Europa. In 1966 maakte Wim
zijn eerste lange speelfilm: 'De
Minder gelukkige Terugkeer
van Jozef Katus Naar Het Land
Van Rembrandt', gedraaid voor
7000 gulden.
In de jaren zestig was elke nieu
we Nederlandse speelfilm een
incident. De hoofdgedachte
achter Scorpio was dat onze ci
nema voor alles continuïteit
moest krijgen en dat daarvoor
het productievolume drastisch
diende te worden opgevoerd. In
hoog tempo begonnen Pim
Wim korte en lange films te ma
ken met ongekend elan en altijd
Wim Verstappen
1937-2004
begeleid door verklaringen
waarin voor alles de cinefiele en
meer algemeen intellectuele
bagage van Verstappen te her
kennen was. Hij regisseerde zelf
'Festival der Liefde' (1967),
'Liefdesbekentenissen' (1967),
'Drop Out' (1969), waar de criti
ci zeer welwil
lend op rea
geerden maar
het grote pu
bliek nog niet
warm voor
liep.
Het omslag
punt kwam
met 'Blue
Movie' (1971),
de film waar
in Hugo Met
sers een ont
slagen bajes
klant speelde
die vreest dat
hij de seksueK*
le revolutie i»
misgelopen 7
en daarom a|s
een bezetene
probeert zijn!
schade in te ij
halen bij de
eenzame huisvrouwtjes in zijn»
galerijflat. Die film schreef alle*
eerst geschiedenis door de pro!r
vocerende close-ups bij de tal
rijke erotische scènes en vervol
gens door het ludieke pleidooi
waarmee Verstappen zijn film
in tweede instantie toch erdoor
wist te krijgen bij de Filmkeu
ring die hij intimideerde met ci
taten uit het door Simon Vest
dijk geschreven essay 'De Toe
komst der Religie'. Toen de film
alsnog in de bioscopen kwam,
volgde er een stormloop van
het publiek.
Korte tijd zijn De la Parra en
Verstappen toen miljonair ge
weest en konden het zich per
mitteren om eindelijk de veel
duurdere films te maken die ze
écht belangrijk vonden. Maar
Wim ging de mist in met 'Dako
ta' (1974), waar Monique van
de Ven en cameraman Jan de
Bont kwaad van de set waren
weggelopen.
Scorpio ging ter ziele, maar de
oprichters hadden het wel voor
elkaar gekregen dat het Neder
landse publiek in films uit eigen
land geïnteresseerd was ge
raakt, al was het vooral dat an
dere duo - Paul Vemoeven en
producent Rob Houwer - dat de
vruchten ging plukken. Pas
toen Verstappen in 1979 zelf
met Houwer in zee ging, voor
'Grijpstra De Gier', kreeg hij
weer een filmhit van enige be
tekenis.
Zijn beste prestatie leverde hij
evenwel (voor Frans Rasker) als
regisseur van 'Pastorale 1943',
naar de gelijknamige roman
van de door hem diep bewon
derde Vestdijk. In de golf van
oorlogsfilms die het bioscoop
publiek in die periode over zich
heen kreeg, sprong deze van
Wim Verstappen er uit door
zijn triviale, ironiserende visie
op verzetsheroïek.
Pieter van Lierop