Pieter Boskma
bespeelt
alle registers
Tsjechov: alleen voor
wie humor heeft
Jï
Nieuwe Harrison verplettert wederom
Gedichten in 'Puur' ademen Nijhoff
Keizer met pauwenveer
als een geheim wapen
ik nog jong en mooi was en als zoveel gevoe-
pelen dacht te moeten dichten, ging ik naar
hrijversvakschool in de ijdele hoop het vak te
en leren en had daar les van onder anderen
r Boskma. Het was een zeer gemengd genoe-
Terwijl wij onze gewrochten aan hem voor
in schreef hij In de naam, met een aantal ge
en dat nu al klassiek is. Puur, de nieuwe bun-
jn Boskma is zo mogelijk nog beter. Het is
maar waar voor iedereen met literaire ambi-
io moet het. Bijna al deze gedichten kunnen
mrij in.
poëzie recensie
Gijsbert Kruithof
door Pieter Boskma. Uitgeverij Prometheus. Prijs 15.
ma werd eind jaren tachtig bekend als één
Je Maximalen. De Maximalen ageerden te-
liet hermetisme in de poëzie: gedichten in
ant van 'Het wit van het zwijgen dooradert
tot niet'. De navolgers van Kouwenaar en
tey lieten steeds meer woorden weg, plaats-
iteeds meer punten en gedachtestreepjes en
len uiteindelijk weinig meer dan een witte
tijde over. De Maximalen wilden het leven
terug in de poëzie. Ze durfden grote woor-
te gebruiken en grote gebaren te maken.
En leven in de brouwerij kwam er! In 1989 in
Vredenburg was er een gemeenschappelijk op
treden van de Maximalen en de Nieuwe Wilden.
De Nieuwe Wilden was een groep feministisch
georiënteerde vrouwen rond Elly de Waard, die
expressievere poëzie wilden. Het optreden die
avond was bijzonder chaotisch met veel mensen
tegelijk op het podium en veel kabaal. Ergens op
een verhoogd plateau in een enorme fauteuil zat
een man die met een stentorstem een gedicht
van Kloos de zaal in bulderde. Dat was Pieter
Boskma. Later die avond werd een van de maxi
male heren door een dame van de Nieuwe Wil
den met de microfoon op het hoofd getimmerd.
De Maximalen kregen een storm van kritiek over
zich heen, maar alles waar ze voor stonden heeft
zich glansrijk bewezen. Toegankelijke (podium)
poëzie zoals die van Ingmar Heytze en Ruben
van Gogh vindt gretig aftrek. Maar er verschijnt
ook poëzie waarin de woordrijkdom bijna verge
lijkbaar is met die van Marten Toonder's Mar
kies de Canteclaer.
Het goede van Boskma is dat hij niet in uitersten
vervalt, maar wel alle registers bespeelt. Hij
schrijft direct verstaanbare gedichten zoals Zand
Van grote woorden verstoken ritselt een mees
in de prunus. Hij is alleen, ik ben alleen - wat
zijn wij allen alleen.' Gedichten die ondanks hun
eenvoud ook na een paar keer lezen interessant
blijven. Hij schrijft vileine Villon-achtige gedich
ten, zoals liefdeswraak met zinnen als: 'ik zal het
merg vervangen door negus en rataffia en u met
mijn handen hard op beide oren slaan'.
Relatief nieuw in zijn werk zijn de politiek getin
thriller recensie
Arno Ruitenboek
'De Havana-kamer* door Colin Harrison. Uitgever De Boekerij.
Prijs 18,50
Eens in de ongeveer vier jaar krijgen veel schrijvers van
spannende boeken bijles van Colin Harrison. Titel van
de cursus is: 'Bloedstollend, bewonderenswaardig (mooi
geschreven) en bikkelhard'. De cursisten gaan naar huis
met een certificaat en Harrisons nieuwste verpletteraar,
De Havana-kamer.
Een misleidende titel. Helemaal als je de foto op de
voorkant ziet. Twee sigaren (logisch, want Havana) ro
kende mannen, type 'wij wachten rustig tot de baas zegt
dat we u een lesje moeten leren', aan een tafeltje met
een fles Jim Beam, glazen en asbak. Wie denkt dat hij in
een scène is terechtgekomen van een ouderwetse mis
daadroman, waarbij de kogels je om de oren vliegen,
heeft het - lekker -goed mis. Harrison liet in Nacht in
New York en Afgebrand al zien dat hij dat niveau ver ont
stegen is. In De Havana-kamer geeft hij bovendien zijn
literaire kwaliteiten ten beste.
De kamer waarvan sprake is, is gevestigd in de kelders
van een befaamd steakrestaurant in New York en slechts
te betreden op uitnodiging van de restaurantmanager,
de knappe Allison Parks. Hoofdpersoon Bill Wyeth fre
quenteert de eetgelegenheid, maar moet lang geduld
hebben voordat hem het (werkelijk waanzinnig knap be
dachte) geheim van de kamer wordt ontsluierd.
Nu heeft beste Bill zorgen van een heel andere categorie.
Hij was een dik betaalde advocaat, met een groot appar
tement op stand, een knappe vrouw en een zoontje. Tot
door zijn vermeende schuld een vriendje van het kind
overlijdt en de rouwende vader, geslepen bankdirecteur,
besluit Wyeth letterlijk en figuurlijk uit te kleden.
Wyeth blijft haanloos en alleen achter, in een achteraf
appartement in een niet al te beste buurt van NY. Der
halve zoekt hij zijn heil in het restaurant. Had hij dat nu
maar niet gedaan, was hij nu maar niet verliefd gewor
den op Allison en weggebleven uit die ruimte. Want
door, in de kamer, een vriend van Allison, te helpen met
een schimmige onroerend-goedtransactie (pleonasme!?)
raakt Bill nog dieper in de problemen.
Harrisons methode om de volledige en constante aan
dacht van de lezer te krijgen, is bijna uniek. Hij vertelt
een verhaal, in dit geval een beetje een melancholisch,
zielig verhaal, om snoeihard toe te slaan. Amechtig hij
gend vraag je je aan het eind af, waarom je het boek niet
even hebt weggelegd. Helaas, die momenten van genot
zijn dan definitief voorbij. Hooguit zul je nog een keer
dromen van die expliciete erotische passage, die knette
rende dialogen, die onverwachte wending. Nog maar
drie, driekwart jaar...
TOP TIEN
1. (3) Saskia Noort,
De eetclub
Anthos, 18,95
2. (2) Dan Brown,
De Da Vinci code
Luitingh-Sijthoff, 18,95
3. (1) Francine Fittes,
Scoebidoe pret
Forte, 6,95
4. (4) Pieter Winsemius,
Je gaat het pas zien als je het doorhebt
Balans, 14,95
5. (6) Geert Mak,
In Europa
Atlas, 39,90
6. (7) Bill Clinton,
Mijn leven
Balans, €27,50
7. (-) Yoarra,
Scoubidou vakantiepret
Cantecleer, 6,98
8. (5) Karin Fossum,
Kijk niet achterom
Anthos, 3,95
9. (8) Heieen van Royen,
Godin van de jacht
Vassallucci, 12,50
10. (10) Nicci French,
De bewoonde wereld
Flamingo Noire, 12,50
Bron: CPNB/De Bestseller 60
Scoebidoet u al? Ongetwijfeld. Het veredelde knoopwerk
met al die gekleurde plasuc draadjes is dè rage van deze
zomer, hetgeen onderstreept wordt door twee noterin
gen in deze Boeken Top Tien, die grossiert in het betere
werk voor de vrije vakantiedagen. Voor elk wat wils.
ZATERDAG
24 juli
2004
Pieter Boskma, toen hij nog jong en mooi was (en nog rijkelijk van haar was voorzien). Archieffoto Hapé Smeele.
te gedichten waarin Boskma fel uithaalt naar het
moslim fundamentalisme. Wat heel ontwape
nend is en ook vrij uniek in de Nederlandse poë
zie is de zelfreflectie en zelfspot in de gedichten.
Boskma citeert rustig zichzelf en zegt daarover
dan 'Ik voelde mij toen nog orakel aan de Mes
siaanse landrand, een lichtboei in donkere tij
den'
Gorter, Achterberg en Nijhoff zijn de grote inspi
rators van Boskma en het lijkt erop of met de ja
ren de echo's van Nijhoff sterker worden. Dit
blijkt bijvoorbeeld uit het openingsgedicht: 'wie
schrijft met een tak in de wind of met een
menselijke teen in het water dwars door het re
genboogoog van de olie, een plonsje, een golf
je, 't is alweer gewist'. Dit sluit naadloos aan bij
Het kind en ik: "En telkens als ik even knikte
dat ik het wist, liet hij het water beven en het
werd uitgewist.' Het blijkt ook uit Boskma's
voorkeur voor het langere gedicht in spreektaal,
zoals die waarin hij een vriend en een jeugdlief
de toespreekt. En wat mij betreft haalt hij in die
parlando gedichten het niveau van Nijhoff.
Is er dan niets aan te merken?
Ach ja, af en toe vergaloppeert hij zich.je
vochtigblonde voorhof van de tijdelijke dood' is
een nogal clichématige gelijkstelling van ge
slachtsverkeer met de dood en vochtigblond
wekt bij mij eerder onsmakelijke associaties aan
vastgeklit schaamhaar en kwijlende kinderen
dan aan iets anders, maar in hetzelfde gedicht
staat: 'een koe heft de voorpoot en zwijgt fana
tiek' en dat maakt alles weer goed. Als je dat
leest, lijkt het opeens of koeien nooit anders ge
daan hebben dan hun poot optillen, alsof ze iets
willen gaan zeggen, maar het dan toch lekker
niet doen. Het verandert je manier van kijken.
En elk gedicht bevat wel een paar van zulke su
bliem verwoorde observaties!
Veel gedichten in Puur bestaan uit één of twee
lange zinnen die met verschillende bijzinnen
doorlopen over meerdere coupletten. Dit geeft
een traag episch ritme dat klassiek aandoet. In
deze bundel is het nergens storend, maar er zit
in deze stijl ook het gevaar dat het een trucje
wordt.
Het zal interessant zijn om te zien hoe hij zich
verder ontwikkelt. De gedichten uit Puur zijn
moeilijk te overtreffen: 'Die middag schreed ik
als een leeuw van oud licht langs de gevels. Het
was herfst. Tinten geel en roze, scherp en ui
terst helder, en vreemd genoeg tegelijk in
omfloerst pastel, gloeiden uit het westen. Puur,
dacht ik, dit is de glans van puur weleer: ik ben.'
essays recensie
Nico de Boer
Tsjechov. De kunst van het lezen' door
Vladimir Nabokov. Vertaald uit het Engels en
van noten voorzien door Robbert-Jan Henkes
Erik Bindervoet Uitgeverij Hoogland Van
Klaveren. Prijs 19,50.
Deze maand is het honderd jaar ge
leden dat de grote Russische (toneel)
schrijver Anton Pavlovitsj Tsjechov
(1860-1904) overleed. Hij stierf op
44-jarige leeftijd aan tuberculose in
het Duitse kuuroord Badenweiler,
als een vreemdeling in een vreemde
stad, ver weg van familie en zijn pu
bliek. Tot voor kort wilde Badenwei
ler er niet van horen dat de Grote
Rus uitgerekend in deze heilzame
omgeving was overleden. Want in
een kuuroord stérf je niet. Daar kom
je alleen verkwikt en als herboren
vandaan.
Bij zijn dood was Tsjechov al een be
roemdheid. En niet alleen in Rus
land waar duizenden treurende
Moskovieten bij het station de kist
van de dode schrijver opwachtten
om hun grote zoon de laatste eer te
bewijzen. Tsjechovs roem had zich
toen al verbreid via Oost-Europa en
het duurde niet lang of zijn toneel
stukken werden ook in de rest van
het continent gespeeld. En ze zijn
nooit meer van het repertoire ge
weest.
Na Shakespeare is hij wereldwijd de
meest gespeelde en daardoor ver
moedelijk ook de meest geliefde to
neelschrijver. Ook bij ons volgen er
elk jaar nieuwe ensceneringen van
befaamde stukken als Oom Wanja,
De meeuw, Drie zusters en De ker
sentuin. Tsjechovs faam berust aller
eerst op zijn toneelwerk. Daarnaast
schreef hij schitterende verhalen als
De dame met het hondje, Zaal 9, Het
duel en De zwarte monnik. En voor
zowel zijn toneel als zijn proza geldt
dat Tsjechov veel erbarmen heeft
met zijn personages en hen tegelijk
alle hoop uit handen slaat.
Frappant is wel dat uitgerekend in
het honderdste sterfjaar van de
schrijver zijn stukken niet of nauwe
lijks in onze theaters zijn te zien. Een
doekje voor het bloeden is dat uitge
verij GA van Oorschot heeft aange
kondigd al zijn (ruim vijfhonderd)
verhalen opnieuw te laten vertalen.
Dat gebeurt in de monumentale
Russische Bibliotheek, waarvan de
oude vertaling van Charles B.Tim-
mers soms wat gedateerd aandoet.
Van Tsjechovs werk zijn trouwens
verschillende vertalingen voorradig,
die in kwaliteit soms sterk van elkaar
verschillen.
Toch verscheen er ter ere van Tsje
chovs honderdste sterfdag een waar
kleinood: Tsjechov. De kunst van het
lezen. Een mooi boekje over het le
ven en werk van de meester. Het
werd geschreven door een andere
Grote Rus, Vladimir Nabokov (1899-
1977). Diens stuk komt uit Lectures
on Russian literature, waarin hij be
halve het werk van Tsjechov dat van
Gogol, Dostojevski en Tolstoj voor
studenten en andere lezers probeert
te ontsluiten. Nabokov schreef zijn
essays tussen 1941 en 1958, toen hij
als Russische balling literatuur do
ceerde in Amerika.
Nabokov pluist in zijn boek op hel
dere en speelse wijze, zonder ijdel
vertoon van geleerdheid, het werk
van zijn grote voorbeeld uit. Volgens
hem schreef Tsjechov 'droevige boe
ken voor humoristische mensen, dat
wil zeggen: alleen een lezer met ge
voel voor humor zal hun droefheid
echt kunnen waarderen'.
Hij gaat uitvoerig in op De dame met
het hondje en In het geuldal, twee
van Tsjechovs beroemdste verhalen,
en op het toneelstuk De meeuw. Het
verbaast hem niet dat de critici - de
priesters van de middelmaat, zoals
Nabokov ze schamperend noemt -
aanvankelijk nauwelijks raad wisten
met Tsjechovs toneelwerk. Het ver
schilde immers radicaal met wat ge
woonlijk in de theaters was te zien.
kinderboek recensie
Jeroen de Valk
'Keizer en de knikkervis' door Koos
Meinderts/Annette Fienieg. Uitgeverij
Leopold. Prijs 11,95
Keizer is een dromerig, kwets
baar, wat eenzaam jochie van
acht. Het kereltje heet eigen
lijk Arie, maar op eigen ver
zoek gaat hij door het leven
als 'Keizer'. Hij staat namelijk
aan het hoofd van een keizer
rijk: een plekje in de duinen,
vlakbij zijn huis. Hij woont
met zijn vader aan de kust.
Ooit heeft hij dat plekje met
enige rituelen ingewijd. Zijn
leven is vol magie en zelfbe
dachte rituelen, waarmee hij
de onbegrijpelijke wereld om
hem heen probeert te bezwe
ren. Als hij zich weer eens
zorgen maakt over de onheb
belijke jongeren die zijn lieve
lingsplek willen afpakken, of
dreigt te gaan piekeren over
zijn moeder die ooit onder
onduidelijke omstandigheden
verdween, vindt hij troost in
de magie. Dan wordt een
pauwenveer die hij heeft ge
vonden, een geheim wapen
tegen alle kwaad. Dan deelt
hij een handkus uit, 's avonds
voor het geopende raam, aan
zijn vriendinnetje Roos dat zo
pel-prijs. Keizer En De Knik-
ken>is is een poëtisch, verstild
boekje vol kleine gebeurtenis
sen. Keizers vader wordt ziek
maar knapt weer op. Roos
komf afscheid nemen in de
klas. De Knikkervis uit de titel
is een rietvoorn die - zo hoopt
Keizer - zijn Geheime Knikker
heeft ingeslikt.
Kinderen die een eigentijds,
spannend verhaal verwach
ten, kunnen worden teleurge
steld. Keizer en zijn vader le
ven in een wereldje zonder
gameboy, compfcter en tv.
Het boekje bevat geen grote
dramatische opbouw, het is
in feite samengesteld uit een
serie korte, min of meer op
zichzelf staande hoofdstukjes.
Wie er voor openstaat, zal
echter betoverd raken door
deze milde, voor kinderen op
geschreven variant op
Werther Nieland. Die moet
even iets wegpinken als Roos
onverwacht terug is in de klas,
om afscheid te nemen. Ze
krijgt een boek dat de juf heeft
samengesteld, eerder die dag,
met bijdragen van alle kinde
ren. Tekeningen, versjes, ver
haaltjes. Roos mag voor de
klas komen, onder het school
bord, krijgt het boek en een
dikke zoen van de juf. „Keizer
ziet dat Roos bijna moet hui
len. Hij zou haar willen troos
ten. Maar hoe?"
De grote Russische schrijver Anton Tsjechov is deze maand precies honderd jaar
geleden overleden. Publiciteitsfoto
Bovendien had hij lak aan theater-
wetten. Nabokov bewondert Tsje
chov, maar niet blind, op details is
hij zelfs buitengewoon kritisch. Hij
vindt dat Tsjechov zich er soms met
een jantje-van-leiden vanaf maakt.
Stilistisch was hij ook allerminst een
meester zoals Gogol en Nabokov zelf
dat waren. Tsjechovs kracht en
meesterschap schuilen in het geheel,
in de manier waarop hij zijn perso
nages tot leven weet te wekken.
Het boekje is mooi vertaald door Er
ik Bindervoet (Oostzaan, 1962) en
Robbert-Jan Henkes (Eindhoven,
1962). Dit schrijvers- en vertalersduo
zette eerder op speelse wijze liedtek
sten van The Beatles om in het Ne
derlands, friste Shakespeares Hamlet
op en zette zijn tanden in het onver
taalbaar geachte Finnegans wake
van de Ierse schrijver James Joyce.
De twee vertaalden het essay over
Tsjechov in de geest van Nabokov.
En dat is geen sinecure. Want die
was een perfectionist, een Pietje pre
cies die 'geen slak te min vond om er
zout op te leggen'.
Koos Meinderts
Keizer en de
knikkervis
Leopold
plots verhuisde. Een Geheime
Zoen is dat. „Een zoen op je
eigen hand die je daarna weg
blaast. En de wind speelt dan
voor postbode. Die weet pre
cies waar de zoen naartoe
moet." Keizer staat op uit
bed. „Hij schuift het gordijn
opzij en blaast een geheime
zoen de avond in. Voor Roos,
waar ze ook is." Het jongetje
is de hoofdpersoon van het
kinderboek Keizer En De
Knikkervis, deel twee van de
Keizer-serie van het vermaar
de Utrechtse duo Koos Mein
derts (tekst) en Annette Fie
nieg (tekeningen). Vorig jaar
publiceerden ze Keizer En De
Verhalenvader, dat werd be
kroond met de Vlag en Wim-