Voor straf naar Olympia
Oudheidkenner Harry Pleket ziet nog veel 'antieke resten' in de hedendaagse sport
Grieken zijn dol op sport. Dat bleek wel
na de verrassende verovering van de
Europese voetbaltitel, waarop het volk
uitzinnig van vreugde reageerde. De
sportieve wortels van de Grieken gaan
dan ook al een kleine drieduizend jaar
terug. De verre voorvaderen van de
Griekse voetballers bedreven al sport in
wedstrijdverband. Harry Pleket uit
Oegstgeest, een vutgerechtigde
oudheidkundige, verdiepte zich
tientallen jaren beroepsmatig in de sport
in de Oudheid. Omdat de 73-jarige
voormalige hoogleraar aan de Leidse
universiteit ook met beide benen in de
21ste eeuw staat, kan hij aan de
vooravond van de Olympische Spelen in
Athene de sport van toen en nu met
elkaar vergelijken.
door Tim Brouwer de Koning
Toen Amsterdam even het centrum van de wereld was: de Olympische Spelen van 1928. Foto: CPD
De geschiedenis blijft zich herhalen.
In augustus keert de sport terug
naar zijn bakermat, Griekenland.
Hoofdstad Athene, ook in 1896 al eens gast
heer van de (eerste) moderne Olympische
Spelen, is ruim twee weken het centrum van
de wereld. Onwillekeurig borrelt de vraag op
naar de herkomst van de olympische sport,
die dateert uit de Griekse Oudheid. Pleket
schreef boeken vol over sport in de Oudheid.
In zijn werkkamer vergelijkt de 73-jarige ge
leerde uit Oegstgeest de sport van toen met
die van nu.
„Wat vertel je me nou? Gaan ze kogelstoten
in Olympia?" Het gebeurt niet vaak dat Har
ry Pleket een nieuwtje mist op zijn terrein.
Want Olympia is zijn terrein, al tientallen ja
ren. Meteen slaat de Oegstgeestenaar terug.
„Eigenlijk klopt het niet, want in de Oudheid
bestond het onderdeel kogelstoten nog niet.
Toen had je discuswerpen en speerwerpen,
die deel uitmaakten van de vijfkamp."
De nog altijd actieve wetenschapper gaat er
eens goed voor zitten. Op zijn terrein, sport
in de antieke Oudheid, gold en geldt hij als
een autoriteit. Het toonaangevende boek
over sport in de oudheid dat hij in 1976 met
de Amerikaanse autoriteit Finley schreef,
verschijnt deze zomer ook in het Neder
lands. Daarnaast boeit moderne sport de
Oegstgeestenaar meer dan gemiddeld. Dus
moet hij weten dat de aanstaande Olympi
sche Spelen zich niet alleen in Athene afspe
len, maar ook in Olympia. Daar begon het
destijds allemaal, ook al deden de antieke
Grieken in 776 voor Christus helemaal niets
aan kogelstoten.
Wel zijn er parallellen tussen toen en nu, do
ceert Pleket. „De Olympische Spelen begin
nen half augustus. Ook vroeger was augus
tus de maand. Onbegrijpelijk eigenlijk, want
in Griekenland is het dan heet, stoffig en het
barst er van de vliegen. Anekdote uit de
Oudheid: een baas die zijn slaaf strafte,
stuurde hem in augustus naar de Olympi
sche Spelen. Dat zegt genoeg."
Dat zegt vooral genoeg voor wie zich, zoals
Pleket, een beeld kan vormen van de antieke
Olympische Spelen. „Ik ben in Olympia ge
weest, maar veel meer dan een overigens
mooi leeg gebied is het niet. Voor Griekse
begrippen is het er wel groen. Voorzieningen
had je er destijds, afgezien van een tempel
complex, nauwelijks. De dichtstbijzijnde
stad, Elis, lag zo'n 50 kilometer verderop. De
honderden deelnemers aan de Spelen, die
eerst in processie van Elis naar Olympia lie
pen, en de duizenden toeschouwers moes
ten er kamperen. Alleen de bobo's hadden
het beter voor elkaar. Uitsluitend voor hen
was er een hotel ter plekke beschikbaar."
De geleerde raakt op dreef. Hij schudt de
overeenkomsten en verschillen tussen de
olympische sporters van toen en nu achte-
ti nderdelen van de Olympische Spelen
Oudheid, vanaf 776 voor Christus:
5
6 He' atletiek: 200 meter (afgerond), 400 meter en de lan-
2 land (tussen 3 en 5 kilometer).
re' atletiek: boksen, worstelen, pankration (combinatie
en orstelen, boksen en kickboksen, waarbij zo'n beetje al-
'b is toegestaan behalve bijten en de ogen uitrukken).
116 jfkamp (voor allrounders): 200 meter, discuswerpen,
Werpen, verspringen (met halters en vanuit stand),
ns elen.
cls enrennen met paarden (voor het eerst in 680 voor
0.
Oegstgeestenaar Harry Pleket: „Mijn werk, het ontcijferen van inscripties, smolt prachtig
samen met mijn hobby: sport." Foto: Henk Bouwman
loos uit zijn mouw. „Ook toen al waren de
Spelen eens in de vier jaar. Deelnemers kon
den in de tussentijd hun olympische roem
elders te gelde maken, want wedstrijden wa
ren er in het uitgebreide Griekse rijk te kust
en te keur. Maar uit de bronnen blijkt dat de
Spelen in Olympia het hoogst in aanzien
stonden, ook al kreeg de winnaar er niets, af
gezien van een lauwerkrans en een medail
le."
Rijkelui
De deelnemers, rijkelui volgens Pleket,
moesten het zelfs weken zonder inkomsten
stellen. „De atleten, boksers en worstelaars
en later ook ruiters, moesten zich al een
maand voor de wedstrijd melden en hun fit
heid aan een jury tonen. Wie tekortkwam,
viel af. Want op 'losers' zaten de Grieken niet
te wachten. Alleen winnaars genoten aan
zien. Tweede plaatsen telden niet. Verliezen
was een schande. Van een deelnemer die in
Olympia had gefaald wordt bericht dat hij 's
nachts, ongezien en met de staart tussen zijn
benen, naar huis terugkeerde."
Dat ziet Pleket vandaag de dag niet zo gauw
meer gebeuren. Toch speurt de historicus
naai" 'antieke resten' in de hedendaagse
sport. Zijn studeerkamer („Ik ben een uit
knipper") ligt bezaaid met krantenknipsels.
Pleket vist er een uitspraak uit van de Griek
se Ajax-spits Anastasiou, overigens niet aan
wezig op het Europees kampioenschap voet
bal in Portugal: „Grieken vinden verliezen
een belediging." Met twinkeloogjes: „Zie je:
dat gold toen al en dat zegt een Griekse voet
baller van nu."
Nog meer plezier beleeft Pleket aan een one
liner van de hedendaagse wielrenner Kar-
sten Kroon. „Hier, uit de NRC: 'Afzien is ge
luk'. Griekser kan het niet. Ook de oude
Grieken beschouwden 'afzien' als een deugd
en hadden liefde voor de inspanning. Zij
trainden voor de overwinning of voor de
dood. Wij kennen toch ook zo'n sportuit
drukking: dood of de gladiolen? Net zo raak
is de typering van de hordenloper Robin
Korving, die de Olympische Spelen iets hei
ligs noemt. Dat waren de Oude Spelen zeker,
want die maakten deel uit van de offerfees
ten ter ere van de Griekse oppergod Zeus.
Zijn altaar gold als eindpunt van de hard
loopwedstrijden. Verder was er in Olympia
rond de Spelen een grote markt, dus volop
handel en prostitutie."
Tijd voor een anekdote, want Pleket beseft
dat hij zijn publiek niet met stoffige feiten
moet vermoeien, maar met smeuïge verha
len moet boeien. „Een strijd op leven en
dood tussen twee vechtersbazen op het on
derdeel pankration (een antieke vechtsport
waarbij bijna alles was toegestaan) eindigde
bizar. De verliezende deelnemer stikte bijna,
maar slaagde er in doodsnood toch nog in
om de teen van zijn tegenstander te breken.
Die gaf als door een adder gebeten meteen
op door de ander op zijn schouder te tikken,
maar de winnaar had toen al de geest gege
ven. Zijn trainer had hem aangespoord om
voor de olympische krans te blijven strijden.
Het leverde de winnaar in elk geval een
mooie begrafenis op."
De eerste fan
Pleket ontleent zijn olympische wijsheid niet
alleen aan boeken uit de Oudheid, maar ook
aan inscripties waarvan hij er in zijn werkza
me leven honderden heeft ontcijferd. „Zo is
het ook gekomen. Mijn werk, het ontcijferen
van inscripties, smolt prachtig samen met
mijn hobby: sport. Steeds kwam ik op stenen
verwijzingen naar de sport tegen. Omdat ik
affiniteit heb met sport - als jongen heb ik
een blauwe maandag gebokst en ik tennis
nog steeds - ben ik me erin gaan verdiepen.
Dan ontdek je leuke dingen. Neem nu het
grafschrift van een antieke bakker uit Noord-
Griekenland, op wiens steen staat dat hij
twaalf keer de Olympische Spelen bijwoon
de, als toeschouwer. Die periode beslaat bij
na een halve eeuw. Bij mijn weten is hij de
allereerste sportfan. Tegenwoordig pak je
het vliegtuig, maar deze bakker - een 'midd
le class' beroep - moest er 600 kilometer
voor lopen en varen. Wat een prestatie. Van
daar ook dat zijn bezoeken aan Olympia op
de grafsteen vermeld staan."
Ook sporters kregen na hun dood eervolle
vermeldingen, zoals Theogenes van Thasos
die in 22 jaar 1.300 overwinningen vierde,
inclusief vijf zeges in Olympia. „In mijn ogen
is hij de succesvolste sporter uit de Oudheid.
Hieruit kun je afleiden dat beroepssport be
stond. Theogenes was van huis uit vermo
gend en kreeg daarnaast geld voor zijn over
winningen en vrijstelling van bepaalde bur
gerplichten.
Tegenwoordig zie je ook dat de sportkoepel
NOCNSF sporters beloont voor olympische
successen. Dat is volstrekt antiek. In de Oud
heid verzilverde het stadsbestuur de krans.
Het amateurisme in de sport is volgens mij
een negentiende-eeuwse uitvinding van me
neer De Coubertin. Antieke sporters konden
van de prijzen en soms levenslange voor
rechten als gratis maaltijden op het stadhuis,
belastingvrijdom en de rijkdom van huis uit
een aardig leventje leiden. Wel moesten ze
veel reizen, want de plaatsen waar wedstrij
den waren lagen tot ver in het huidige Tur
kije."
Trucs
Een ander 'modernisme' uit de sport, fair-
play, komt Pleket ook niet tegen in zijn an
tieke bronnen. „Dat zullen de Engelsen later
wel hebben uitgevonden. Bij de Grieken was
veel geoorloofd, want zij waren dol op trucs.
Natuurlijk waren er ook regels, want zonder
spelregels is er per definitie geen sprake van
sport. Maar bij hardloopwedstrijden en bij
de later ingevoerde wagenrennen met paar
den was het bij het keerpunt een gedrang
van jewelste. Het publiek, soms tienduizen
den mensen, vond het prachtig."
Wedstrijdsport was in de Oudheid een man
nenzaak. Volgens de overlevering namen at
leten in hun blootje deel aan de wedstrijden.
„In het gunstigste geval droegen zij een len
dendoekje. Maar ook dan kostte het bij een
vechtsport weinig moeite om een tegenstan
der bij zijn ballen te pakken, zoals uit een
oude Egyptische papyrustekst blijkt."
Naakt sporten is er tegenwoordig niet meer
bij, ook niet nu de Olympische Spelen weer
in het hete Griekenland worden gehouden.
Niet alles is bij het oude gebleven. Volgens
Pleket zijn ook quasi-antieke olympische
tradities zoals de olympische vlam en de
marathon iets van deze tijd. „Ik weet niet
precies wie dat olympisch vuur heeft be
dacht, maar in de Oudheid bestond het ze
ker niet. Wel liepen er atleten met fakkels
naar een altaar, maar niet in Olympia." En
wat de marathon betreft: die is gebaseerd op
de beroemde anekdote dat een gezant van
het plaatsje Marathon naar Athene rende
met nieuws over de oorlog en vervolgens
dood neerviel. „Een moordend nummer.
Een parallel van dat verhaal is de ren van
een gezant uit Athene naar Sparta, die hulp
kwam inroepen tegen de Perzen en zijn in
spanning ook met de dood moest bekopen."
Ondanks zijn kennis van de antieke sport en
de 'permanente Griekse sportmentaliteit'
heeft Pleket geen ogenblik overwogen om
een kaartje voor de Olympische Spelen te
bemachtigen. Als op 13 augustus de Spelen
in Athene voor geopend worden verklaard,
zit hij thuis op zijn studeerkamer en af en
toe bij de buis. „Ik ben niet speciaal een
olympische fan. Bovendien begint juist in
dat weekeinde de Nederlandse voetbalcom
petitie weer. Ik kijk eerst naar wat Ajax en
Feyenoord en mijn favoriete club Sparta
hebben gedaan. Daama schakel ik pas over
naar bepaalde onderdelen van de Olympi
sche Spelen. Op de televisie, ja. Want ik ga in
augustus voor geen goud naar Griekenland.
Het is er dan op zijn heetst, op zijn volst en
op zijn duurst."
Pleket ziet veel parallellen tussen de oude en de 'moderne' Spelen. Wedstrijd- en zelfs profsport bestond al in de
Griekse Oudheid. De oude Spelen waren iets heiligs, maar er was ook al een grote markt omheen. Foto: GPD