Voeden maar ook opvoeden
VS nummer i
Voedingsindustrie zorgt (goed) voor dikke mensen
Dikke mensen krijgen steun uit onverwachte
hoek. Uitgerekend de voedingsindustrie en
- permarkten schieten hen te hulp. Weg met die
grote light-rookworst. Leve de kleine portie.
door Wilma de Cort
IgiJ eeft u iets gezonds?' Posters
met krullerige salades en plak-
I jes kip hangen als slanke aan
beveling achter de glazen pui van een Mc-
Donald's-restaurant. McDonald's wil af van
haar ongezonde imago en verkoopt sinds
kort, naast hamburgers en Franse frietjes,
ook caloriearme salades, fruit en fruityog-
hurt. Nu overgewicht epidemische vormen
aanneemt en de wereldgezondheidsorgani
satie WHO bestrijding van deze volksziekte
tot speerpunt heeft verheven, wil de voedsel
industrie niet achterblijven.
In Amerika, waar producenten bang zijn
voor rechtszaken zoals eerder tegen de ta
baksindustrie, heeft gigant Kraft Plans (bij
ons bekend van Milka, Cöte d'Or en To-
blerone) besloten de omvang van porties te
beperken.
Maar wat er in Amerika gebeurt, weegt vol
gens Jaap Seidell, hoogleraar voeding en ge
zondheid, niet op tegen de aanpak van over
gewicht in West-Europa. In de VS is de
macht en politieke beïnvloeding van de sui
ker- en frisdrankindustrie veel groter dan
hier. Seidell: „Bovendien is Europa meer ge
brand op gezondheid en voedselveiligheid".
Druk
Onder druk van het Nederlandse ministerie
van volksgezondheid, hebben de voedings
industrie en supermarkten hulp beloofd bij
het bestrijden van vetzucht.
De supermarkten willen duidelijkere etiket
ten, waarop staat hoeveel calorieën er in een
product of portie zitten. Gezond voedsel
gaat vaker in de reclame en komt op opval
lendere plaatsen in de winkel te liggen. De
voedingsindustrie legt zichzelf beperkingen
op met reclames voor vet- en suikerrijk
voedsel rond kinderprogramma's en gaat
voorlichten over 'verantwoorde voeding'.
Ook wordt geprobeerd de samenstelling van
voedsel te veranderen, bijvoorbeeld door ca
loriearme vetvervangers.
„We leven in een maatschappij vol verleidin
gen", zegt Jan Droogh van de VAI, een koe
pelorganisatie voor de Nederlandse voe
dingsindustrie. „Zojuist liet een collega die
een gast had, eten uit de bedrijfskantine ko
men. Daar lagen twee kroketten bij. Hij
hoefde ze niet en zette ze op de secretaresse
kamer. De secretaresse had net geluncht,
maar ja, met die kroket voor haar neus, at ze
Foto: GPD/Harmen de Jong
hem toch maar op. Als consument moet je
steeds vaker bewust een keuze maken of je
iets wel of niet eet."
In hoeverre is de voedingsindustrie mede
verantwoordelijk voor zoveel overgewicht?
„Is de auto-industrie verantwoordelijk voor
de files?", is de wedervraag van Marlijn Ka-
tan, hoogleraar voeding en gezondheid bij
het Food and Science Center in Wagenin-
gen. „Ze hebben de auto's gemaakt en zo
begeerlijk mogelijk voorgespiegeld, maar is
het daardoor de schuld van de industrie dat
we massaal auto's kopen?"
Voor zijn collega Seidell is het antwoord een
simpel 'ja'. „Natuurlijk is de voedingsindu
strie medeverantwoordelijk door de beschik
baarheid en marketing van ongezond voed
sel. Maar het is altijd een wisselwerking: een
disbalans tussen voeding en beweging."
Onze voedingsgewoontes zijn sterk veran
derd. „We zijn erg afhankelijk geworden van
gemaksvoeding, zoals kant-en-klare sauzen.
Wie neemt er nog de moeite een nachtje
peulvruchten te weken? Kinderen zijn meer
gaan snacken en zoete dranken drinken. Die
frisdrankautomaten op de basisscholen
stonden er tien jaar geleden nog niet.
Steeds meer Nederlandse kinderen, zelfs
peuters, zijn te zwaar. De afgelopen twintig
jaar verdubbelde het aantal kinderen met
overgewicht, stelt de Sint Maartenskliniek in
Nijmegen die binnenkort begint met het be
geleiden van te dikke kinderen.
Auto
„Het begint er al mee dat kinderen overal
met de auto naartoe worden gereden", zegt
Seidell. En Jan Droogh van de VAI: „Het is
eigenlijk heel simpel. Je moet zorgen datje
evenveel energie binnenkrijgt als je ver
bruikt. Maar kinderen zitten de meeste tijd
achter de tv of computer. En hoeveel beroe
pen zijn er nog waarbij hard wordt gewerkt?
Hoeveel mensen nemen de trap als er ook
een lift is? In de jaren vijftig kr eeg je op een
verjaardagsfeestje een drankje en misschien
een nootje. Tegenwoordig ben je een slechte
gastheer of gastvrouw als de bitterballen,
kroketten en vlammetjes niet ruimschoots
aanwezig zijn. De schuld mag niet eenzijdig
bij de voedingsindustrie worden gelegd."
Communicatiewetenschappers hebben ge
analyseerd dat Westerse producenten van
frisdrank, snacks en snoep tweeduizend keer
meer geld uitgeven aan reclame dan de
overheid aan waarschuwingen voor onge
zond eten besteedt. „Bij kindertelevisie",
zegt Seidell, „gaan verreweg de meeste recla
mes over levensmiddelen en daarvan gaat
weer tachtig tot negentig procent over sui
ker- en vetrijke producten."
Het aanbod aan energierijk voedsel speciaal
voor kinderen is enorm. Cereals, ontbijtgra
nen, worden in Engeland ook wel cereal kil
lers ('seriemoordenaars') genoemd vanwege
hun hoge suikergehalte. Van alle pops, nug
gets en flakes bevat 85 procent te veel suiker
en veertig procent te veel zout, zo blijkt uit
Brits onderzoek.
Opvallend is het toegenomen frisdrankge-
bruik bij de jeugd. In Nederland dronken in
1987/88 meisjes (13-18 jaar) gemiddeld 212
gram per dag. In 1998 lag het gemiddelde
gebruik al op 281 gram. Bij de jongens steeg
de frisdrankconsumptie in die periode van
317 naar 476 gram per dag.
Vrijblijvend
Martijn Katan van het Food and Science
Center vindt de voornemens van de voe
dingsindustrie erg vrijblijvend.Als ze zou
den afspreken: 'de frisdrankautomaten gaan
weg uit de scholen en wie zich er niet aan
houdt betaalt 10.000 euro boete', dan heb je
tenminste iets. Wie gaat er op toezien dat
rond kinderprogramma's niet langer door
idolen reclame wordt gemaakt voor snoep,
zoals nu is beloofd? De reclamecodecom
missie? Dat is vaak een tandeloze tijger die
eerst een klacht moet krijgen."
Dat degene die ons voedt tegelijkertijd onze
afslankgoeroe wordt, ligt volgens Katan niet
voor de hand. „Dat doet de voedingsindu
strie alleen als ze er winst in ziet of omdat ze
bang is dat anders de overheid ingrijpt en er
bijvoorbeeld stickers op frisdranken moeten
met de tekst: dit product is ongezond."
De komst van dergelijke stickers is niet on
denkbaar. Ook het idee van extra accijnzen
op vet of suikerrijk voedsel is al geopperd.
Als het zover komt, moeten er ook een fat-
tax (vettoeslag) op de roltrap komen", meent
echter Droogh van de VAI.
Patricia Schutte van het Voedingscentrum:
„Nu staat het fabrikanten vrij of ze de voe
dingswaarde melden. Alleen als ze claimen
dat er in iets minder vet of suiker zit, zijn ze
het verplicht. Maar ze zouden het altijd
moeten aangeven. Niet per honderd gram,
maar per portie. Want als een roomijsje 120
gram weegt, hebben de meeste mensen geen
idee dat ze er nog 20 procent bij moeten tel
len. Ook moet vermeld staan in welke ver
houding het aantal calorieën tot de dagelijk
se behoefte staat. Unilever heeft nu bijvoor
beeld een Magnum-light op de markt ge
bracht. Maar dat ijsje bevat nog altijd 170 ca-
De Verenigde Staten staan met stip op
nummer i als het gaat om aantallen te
dikke inwoners, maar West-Europa gaat
het continent hard achterna. Met daar
bij de Britten in de voorste linies. In ons
land heeft ruim veertig procent van de
volwassenen een te hoog lichaamsge
wicht. Obesitas, ernstig overgewicht,
komt bij tien procent van de volwasse
nen voor. Bij dertien tot veertien pro
cent van de kinderen is sprake van over
gewicht. Overgewicht kan op jonge leef
tijd leiden tot ernstige gezondheids
klachten en wie op jonge leeftijd te dik
is, is dat vaak als volwassene ook. 'Ou-
derdomssuiker' komt bij steeds meer
jongeren voor.
ZATERDAG
10 JULI
2004
Foto: United Photos De Boer/Rob Hendriks
lorieën, een half ontbijt."
Light-producten zijn sowieso vaak bedrieg
lijk, meent Schutte. „Light wil zeggen dat er
van een bepaalde stof, bijvoorbeeld vet, een
derde minder in zit. Maar dikwijls zitten er
dan extra koolhydraten in. Zo heeft bijvoor
beeld light-chips nauwelijks minder calorie-
en dan gewone chips."
Voedingsdeskundige Seidell: „Van sommige
producten worden alleen nog light-varian-
ten gemaakt. Maar veel mensen gaan juist
door de lightproducten meer eten. Ze ne
men het flink van een light-rookworst omdat
ze denken dat het geen kwaad kan. Dikwijls
krijgen ze ook meer binnen omdat light-pro
ducten in grotere porties worden aangebo
den. Ze kunnen toch net zo goed de gewone
rookworst minder vet maken."
Volgens het Wereld Kankeronderzoek
Fonds (WCRF) houdt de groei van porties
gelijke tred met de toename van overge
wicht. Patricia Schutte: „Marsen, snic
kers, ze zijn groter gewor
den. Wil je iets kleiners,
ben je aangewezen op
mini's, maar die
zijn weer per vijf
tien stuks ver-
pakt. Eerst
dronken we
frisdrank
uit glazen ribbelflesje van 200 milliliter. Toen
kwam het blikje van 300 milliliter en nu
koopt schooljeugd halve liters. Ik denk niet
dat veel mensen daar stil bij staan."
Hoogleraar Katan: „De voedingsindustrie is
erg heterogeen. Voor Albert Heijn, die mikt
op een hoger opgeleid publiek, kan het aar
dig zijn aandacht aan overgewicht te schen
ken. De supermarkt loopt daarin voorop. Sa
men met een bedrijf als Unilever dat wel
winst ziet in een imago van gezondheid en
vitaliteit. Maar de snackbar
op de hoek die een pa
tatje oorlog verkoopt,
is een heel ander ver
haal. En daar komt
de doelgroep."