9
SPORT 5
Harde klappen, snel thuis?
Poortugaal
Veldrenner
)k op foto
iet Figo
maandag 5 juli 2004
ui
I-
ui
ui
Oi
De finale van Wimbledon, gister
middag. Derde set, tie-break. Boem.
Boem. Boem. Boem. De eerste zes
punten is er twee keer een bal te
ruggekomen over het net. Andy
Roddick heeft de finale bereikt
vooral door zijn kogelharde opslag.
Als hij even in de problemen komt,
slaat hij een paar aces - desnoods
met zijn tweede service. Sjeng
Schalken stond in de kwartfinale
geweldig goed te tennissen tegen
de Amerikaan, maar diens opslag
sleepte hem erdoorheen. Is de servi
ce te belangrijk geworden? Moeten
we het maar weer eens gaan heb
ben over grotere, zwaardere ballen
en het afschaffen van de tweede
opslag? Of is dat allemaal overdre
ven?
Marco van Trigt (34), tennisser
uit Hillegom die begin dit jaar in
Australië meedeed aan het Au
stralian Open voor amateurs en
acht jaar geleden 880ste stond op
de wereldranglijst:
„De service is belangrijk, maar vol
gens mij niet té belangrijk. Juist
omdat de topspelers sneller zijn
geworden met hun handen, is de
opslag nu weer onderdeel gewor
den van het spel. De anticipatie is
beter geworden. Daarnaast hangt
het ook van de baan af hoe domi
nant iemand als Roddick met zijn
service kan zijn. Op gravel zie je de
Spanjaarden en Argentijnen heel
ver komen, die hebben allemaal
geen superservice. Een paar jaar
geleden was die discussie over het
groter en zwaarder maken van de
ballen. Van mij mogen ze lekker
klein zijn, ik hou zelf namelijk niet
echt van lange rally's. Ik ben niet
zo'n loopwonder. Dus de opslag
mag best een hoofdrol spelen,
vind ik. Daarnaast moet je nu ex
tra bewondering hebben voor
Sjeng Schalken. Die weet precies
wat hij kan en wat hij niet kan. Hij
heeft een matige opslag, maar
komt door zijn talent en loopver
mogen nog heel ver op een echte
service-ondergrond. Heel erg
knap."
Irfan Ai tug, coach van Dekker
Tennis uit Warmond, dat dit jaar
degradeerde uit de eredivisie:
„Het is niet zo zwart-wit dat je met
een keiharde opslag alle wedstrij
den wint. Je moet kijken naar het
hele plaatje. In de Sampras-Ed-
bergperiode werd heel veel serve
volley gespeeld. Dat zie je tegen
woordig veel minder. Zelfs op
Wimbledon heb ik het nu zelden
gezien. Dat komt doordat de re
turns beter zijn geworden. Als je
nu gaat serve-volleyen, dan krijg je
'm aan alle kanten om je oren. Die
discussie over grotere ballen of
weer met houten rackets spelen
vond ik indertijd voorbarig. Ik zei
toen al: de spelers passen zich wel
aan. En dat blijkt; de return is nu
veel beter. De Wimbledonfinale is
ook gewonnen door de beste re-
tourneerder. Die slag is meer
doorslaggevend dan de opslag."
Pieter Visser, 23 jaar, 2.03 meter
lang, servicekanon uit Hillegom:
„De opslag hoort erbij. Ik moet het
er zelf ook een beetje van hebben,
ben niet de snelste op de baan.
Dat komt mede door mijn lengte.
De service is gewoon een slag die
in het spel zit. Als je die kunt per
fectioneren, dan moet je dat voor
al doen. Coria heeft fantastische
slagen in huis voor langzame gra-
velbanen, Roddick heeft een prima
slag voor snelle banen. Er zit ook
wel een nadeel aan een harde ser
vice, trouwens. Als je, zoals Rod
dick, gruwelijk hard serveert, dan
krijg je die bal ook net zo hard
weer terug. Er wordt veel minder
service-volley gespeeld tegen
woordig, omdat je nog niet eens
bij de servicelijn bent voordat de
return alweer op je enkels ligt. Ik
heb geen idee hoe hard mijn eigen
opslag is. Dit voorjaar speelde ik
de universiteitscompetitie in de
Verenigde Staten, maar daar ston
den geen snelheidsmeters langs de
baan."
Jos Koemans, tennistrainer uit
Voorschoten:
„Ik vind niet dat de opslag te be
langrijk is geworden. Jaren gele
den leek het wel die kant op te
gaan met jongens als Becker, Iva
nisevic, Edberg en Sampras. Maar
de retoumeerders hebben een
antwoord gevonden. Zij hebben
juist de overhand gekregen. Je ziet
op Wimbledon daarom ook be
trekkelijk veel lange rally's. Spelers
met een goede service komen over
het algemeen wel iets verder op
Wimbledon, dat zie je aan een ten
nisser als Karlovic. Maar dat toer
nooi is niet de maat. Er wordt
maar vier weken per jaar op gras
getennist."
UIT
GESPROKEN
élan Ullrich in
Trouw:
„In Duitsland heb
ben veel mensen
problemen; werkz
loosheid, ziekte, noem maar op.
Ik heb laten zien dat ze moeten
vechten. Ik ben misschien een
voorbeeld. Mensen, geef het niet
op"
Jan Ullrich in de Volkskrant:
.Armstrong wil van mij win
nen, ik niet van hem. Ik moti
veer hem, hij mij niet. Ik wil
mezelf iets bewijzen. Ik heb res
pect voor wat hij heeft gepres
teerd, maar zoals hij wil ik niet
zijn.
Voormalig FC Zwolle-speler
Arjan Bosschaart hekelt in
Voetbal International de be
leidsmakers die coach Peter
Boeve aanstelden:
„Voordat ze Boeve aantrokken,
hebben ze nauwelijks navraag
gedaan. Ja, alleen bij Be Quick
'28. Daar liepen ze met hem
weg alleen omdat hij elke week
de Chinees betaalde...
Zeilster Carolijn Brouwer in
Elle:
„Ik zie mijn vriend bijna nooit."
Ik moet zeggen: eerst de liefde
voor het bootje, dan de liefde,
voor elkaar. Anders gaat die
gouden plak straks nog aan
mijn neus voorbij.
Basketbalcoach Ton Boot in
Esquire:
,Als coach van Ajax zou ik ook
kampioen kunnen worden. Zo
ingewikkeld is voetbal niet.
Opnieuw Ton Boot:
„In Nederland hebben we niet.
de goede mentaliteit voor top
sport. Maar we halen tijdens de
Spelen wel de achtste plaats of)
de medaillespiegel. Dus mis
schien is de beleving in andere
landen nóg slechter.
Richard Krajicek over zijn (ge
wonnen) Wimbledon-finale in
1996, in VARA TV Magazine:
„Ineens kwam - omdat de winst
zo dichtbij was - dat gevoel weer
voorbij: dit mdg ik niet uit han
den geven. En dat beangstigde
en beklemde heel erg. Op zulke
momenten wil je eigenlijk al
leen maar dat het voorbij is.
Rabobank-ploegleider Erik
Breukink in Studio:
„Niemand kun je met ge
schreeuw of getier een berg op
duwen, het is de ambitie die je
zélf moet hebben.
Wielrenner Karsten Kroon in
Sportweek:
„Ik weet niet wat de datum is
vandaag ik weet alleen wat
mijn volgende koers is."
De vader van judoka Mark
Huizinga in Plus Magazine:
„Die jongen kreeg steeds vrese
lijk op zijn donder. Na de trai
ning leek het wel alsof er een
vrachtwagen over hem heen
was gegaan, zo zag hij eruit Ik
had echt met hem te doen, maar
Mark wilde n iet opgeven.
Zico Tumba (ex-De Graaf
schap en NEC) in Voetbal In
ternational:
„In Nederland zijn mensen ego
ïstisch en materialistisch. Som
mige mensen lijken wel geboren
om je leven te verpesten.
Judoka Edith Bosch bereidt
zich voor op de Olympische
Spelen en heeft geen tijd voor
leuke dingen. In Elle:
„Een reep chocola? Absoluut
verboden. De diploma-uitrei*
king van mijn zussen? Ik was er
niet bij. Het 60-jarig huwelijk
van mijn opa en oma? Edith zat
thuis. Stappen? Mooi niet. Mep-,
sen begrijpen er niets van.
De vader van mountainbiker
Bart Brentjens in Plus Magazi
ne:
„Ze moeten met die fietsen soms
hellingen af waar ik niet eens
van af durf te lopen. Ik wil lie
ver niet weten welke risico's Bart
op zulke momenten moet ne
men."
Voormalig voetballer Frans
van Rooy (PSV, Antwerp FC,
Standard Luik, PAOK Saloniki,
Westerlo) in Voetbal Interna
tional:
„Ik ben op mfo 31ste abrupt ge
stopt omdat Standard Luik het
me onmogelijk maakte voor een
andere club te gaan spelen. Zé
hebben geprobeerd me kapot te.
maken. Dat is ze niet gelukt. Ik
heb wel bijna negen jaar thuis
gezeten, maar ik heb me geen
moment verveeld. Ik heb een
groot huis en een grote tuin
waarin ik lekker bezig kon zijn.
Voetballer Mateja Kezman in
Voetbal International:
„Erik Gerets is de eerste coach
met wie ik ruzie heb gehad. Ik
ben een speler die het niet nodig
heeft om uren met een coach
over van alles en
nog wat te praten,
terwijl Gerets dat
juist wel graag
doet."
Theo van der Veek voetbalde bij
Sportclub Lisse, maar stapte op
zijn 23ste over naar de atletiek.
De Lissenaar kwam jarenlang
voor De Spartaan uit op het on
derdeel steeple-chase. Hij werd
daarnaast Nederlands kampioen
bij de veteranen op het onder
deel vier keer 15 kilometer. Van
der Veek (53) is kwaliteitsmana
ger in de bloemenbranche.
Ik heb jarenlang gevoetbald bij
Sportclub Lisse, ik zat in de se
lectie, heb ook driekwart sei
zoen in het eerste elftal ge
speeld. Maar meestal kwam ik
uit voor het tweede. Ik stond
rechtsback, en ik had toen al
een aardig loopvermogen. Maar
lang in een tweede elftal voet
ballen is niet ideaal.
Aad van der Lans heeft me toen
overgehaald om te gaan lopen.
Je begint recreatief, en dat is
steeds prestatiegerichter gewor
den. Je probeert je eigen gren
zen te verleggen, je wordt
steeds enthousiaster, je gaat
steeds beter presteren. Mijn
eerste halve marathon ging in
één uur en 28 minuten, daar
heb ik toch zestien minuten
vanaf gehaald. Ik heb halve ma
rathons gelopen en ook mara
thons. Op de baan kwam ik uit
op de steeple-chase. In dat
nummer ben ik toevallig te
recht gekomen. Ze hadden er
niemand voor, je loopt een keer
en als je er eenmaal staat ben je
er ook niet snel weg. Mijn beste
tijd ooit op dit nummer was 10
minuten en 3 seconden.
Het atletiek doe ik intussen
puur recreatief. Ik loop drie
keer in de week een uur. Zelfs
op vakantie probeer ik dat vol
te houden, puur om de conditie
op peil te houden. Maar ik kom
niet meer uit in wedstrijden.
SPORT IN BEELD
Finale Wimbledon, Maria Sjarapova - Serena Williams. Londen, juli 2004.
Foto's: Reuters/EPA
LINKS
BUITEN
i
i
haag - En ineens vloog
r tijdens de EK-finale een
1 in het doel van de Grie-
Lachend liet hij zich af-
nren door de stewards,
endelen welhaast. Zijn
ïtwas gelukt.
Figo was zijn doel, niet
:er het net. Dat was slechts
eindbestemming. De zot,
daar vijf minuten voor het
%e van Portugal - Grieken-
1 het veld oprende, is een
1 stochtelijk fan van Barce-
De vlag die hij Figo toe-
p was er een van Barga.
laten de Portugees in Bar-
n ina sinds zijn overstap in
naar vijand Real Madrid,
die tijd aanbad hij Figo,
t wel opzijn site
Jy.jimmyjump.com. In de
poseen
ïamelijk met hem op de
Ook met de vrouw van
ortugese vedette trou-
ïs. En met Cruijff, met Van
1, met Romario... Niets is
my Jump' te gek om in de
5tiitvan zijn Barcèlöna-hel-
te komen.
nfende hij ook eens het veld
8 Camp Nou op, het stadi-
"van Barcelona. Met het
ert dat zijn idool Abelardo in
7 droeg tijdens de gewon-
Cup-finale tegen Pa-
Saint Germain in Rotter-
iF.
acties zijn er puur en al-
!]h op gericht om bekend te
rden, schrijft de langharige
[Injaard. Jimmy afficheert
Jjü ook als een fashionmo-
camerageil dus. Zijn
(jm laat hij echter niet ach-
^op zijn site. Maar die ken-
ze bij de Portugese politie
piddels wel...
'arme kleuren vullen het Estddio José Al-
valade. Rood, overwegend rood (en groen),
r toch ook veel oranje,
kracht van het Nederlandse voetbal is zijn
ir, zei Johan Cruijff. Wat oranje uitstraalt is
lentegevoel. Oranje is optimisme.
1 word er zelf ook vrolijk van, zei Johan.
f overzie het door de Oranje-armada in bezit
deel van het stadion en stel vast dat 'de
ranjesupporter' geen stadsmens is.
Spandoeken verraden zijn herkomst. Cadier
r, Hintham, Lichtenvoorde, Noordwijk of
irtugaal.
Ut laatste verzin ik niet. Wie weet de uitdrager
If wél Poortugaal, er zijn slechter grappen -
het een grap is.)
niet één spandoek staat
er Hup Holland Hup. Wel zie
I 'Nothing beats the lion!'
'krimpt hiervan toch ineen.
it als er een appèl wordt ge
in op ons nationale senti-
•nt, slaan wij aan het inter-
'ionaliseren en nemen een
>r een marketingbureau be-
ihte en op onze spelersbus
jraffiteerde' slogan (pardon,
ijdkreet) over en doen dat tot
rmaat van ramp nog ver-
'rd ook. 'Niemand temt (ta
les) de leeuw', stond op de bus.
tat is er tegen op 'Laat de
vuwniet in zijn hempie
Ochtends in de ontbijtzaal hoor ik een mij be-
nnd voorkomende stem. Dat wil zeggen: ik ver-
de stem, niet zijn woorden,
it is Alan Hansen", vertrouwt een BBC-colle-
mij toe. „Of wat er van hem over is, you
<w!" De BBC-collega lacht. Ik lach terug,
igeland is al verslagen, maar de BBC verslaat
,xpor. Zeker honderd BBC-medewerkers zijn nog
1 het hotel -er is er altijd wel één waarmee je
1 tafel delen moet.)
Hansen is de Schotse analyticus van de En-
*'~i publieke omroep. Ik hoor Alan Hansen
ig> al versta ik zelden wat hij zegt.
ijnbaar is het de avond ervoor nogal laat ge-
>rden. De Rampen Identificatie Dienst zou
'te moeite hebben in deze Alan Hansen Alan
nsen te identificeren.
Ik zeg tegen mijn Britse tafelgenoot dat ik geen
door Alan Hansen gesproken woord versta en
deze onthult mij dat ddt zijn kracht is. „Hij
spreekt een Schots dialect. Niemand verstaat
hem, zelfs de Schotten niet. Daarom wordt hij zo
goedgevonden. Net als Ruud Gullit. Die werd in
zijn tijd bij ons ook door niemand doorgrond.
Wij weten nóg niet wat sexy voetbal is. Hansen
wel. Die heeft het vaak uitgelegd, maar geen
mens die het verstond, laat staan begreep.
In de metro op weg van station Oriente naar
eindbestemming Campo Grande hoor ik een
groep Nederlandse supporters met Twentse tong
val een liedje zingen over Luis Figo.
Fii-gooMthrfckr!"
(En een lol dat ze hebben - nu nog wel.)
Groot spandoek in het Oranje-vak.
,Am 8. TagschufGottden 1. FC
Köln".
(Steun uit onverwachte hoek. Zou
den 'wij' dat ook gedaan hebben?
Na onze uitschakeling onze buren
een warm hart toedragen?)
Oranje betreedt het veld, gehuld in
het wit. Ik vraag me af of onze na
tionale pleitbezorger van Oranje in
het oranje het hier mee eens is.
En Johan heeft nog een punt ook.
Het staat Oranje niet, wit!
Voor mij zit Sir Bobby Robson,
naast mij Youri Mulder. Bobby kijkt
ons aan met een blik van, die ken ik
ergens van.
Maar Robson kent mij helemaal
niet. In zijn PSV-jaren heb ik mij elke keer op
nieuw aan hem voorgesteld (ik schat in totaal 23
keer), nooit hielp het - al noemde hij mij elke
keer weer zijn vriend, als hij zich omdraaide
was ik uit zijn geheugen gewist.
Je kunt van Figo vinden wat je vindt (zie boven),
maar vanavond is hij weer-ga-loos. Helaas
stond zijn wieg in Portugal, niet in Poortugaal.
Seedorf blijft erin. Advocaat laat Bosvelt warm
lopen. Van Hooijdonk zit dan nog op de bant
Robson schudt zijn hoofd. Draait zich naar mij
om. Noemt mij weer 'my friend' en zegt dat het
een verloren zaak voor Nederland is. „Hij kent
je!", zegt Youri verbaasd. „Nee", antiuoord it
„Dat niet. Maar gelijt heeft hij wel.
Frank Snoeks
UIT HET OOG
Theo van der Veek landt in de waterbak tijdens een steeple-chase. Foto: Archief Leidsch Dagblad
Intussen ben ik al zeven jaar
looptrainer bij FC Lisse. Ik had
al eens aan de toenmalige loop
trainer, Willem van Gerwen, ge
vraagd of die functie niets voor
mij zou zijn. Toen Willem er
mee op wilde houden, hebben
we het eerst een jaar samen ge
daan. Nu doe ik het al een paar
jaar en ik heb er ontzettend veel
plezier in. Je krijgt veel waarde
ring voor je werk. Ik verzorg
niet alleen de looptrainingen,
maar ook hersteltrainingen. In
samenwerking met de fystio-
therapeuten proberen we spe
lers na hun blessure zo snel
mogelijk weer aan het voetbal
len te krijgen.
In totaal ben ik drie tot vier keer
in de week bij FC Lisse bezig.
Maandag is er een uitlooptrai
ning, dinsdag verzorg ik een
conditietraining van ongeveer
een half uur, circuitjes en inter-
valtraining. Op donderdag werk
ik weer aan het herstel van de
spelers met een blessure. Dat
wordt gewaardeerd, want an
ders moeten die jongens alleen
aan de gang. Op zaterdag ben ik
ook aanwezig bij de wedstrij
den van het eerste van FC Lisse.
Ondanks het feit dat ik jaren
aan atletiek heb gedaan, voel ik
me meer een teamsporter.
Maar de atletiek heeft me een
hoop plezier gebracht. En dat
brengt het me nog."