Oranje, de jeugd
en de toekomst
'Het is eerst lullen en dan rijden'
Ducrot won als prof slechts eenmaal, maar wel in de Tour
ZATERDAG 3 JULI 2004
SPORT
Wesley Sneijder: 'Ik heb me op de bank echt moeten inhouden'
r Marcel van der Kraan
jpelers van het Nederlands elftal
ten donderdagmiddag in Zuid-Por-
al hun koffers. Sommigen deden
ivoor de laatste keer in hun inter-
ïcarrière. De omwenteling bij
Inje is begonnen. De nieuwe gene
is kan niet wachten om het roer
;rte nemen. Een lichting vol onge
il en enthousiasme, die zich op het
ran 2004 gemuilkorfd en gekooid
Ide. Van de vier nieuwe gezichten
Iranje kon er slechts één zijn ei
jt. Al was de afsluiting van Arjen
iben op het hoogste podium niet
tover naar huis te schrijven. Arjen
(ben, Wesley Sneijder, John Heitin-
in Rafael van der Vaart moeten
Nederlands elftal gaan dragen, le-
heeft zijn eigen visie.
sley Sneijder (20 jaar, 11 inter
es):
heb geen fijn EK gehad. Aan de
kant is het een toernooi om te
iteren, aan de andere kant ver-
ik het nu. Over vijf jaar zal ik
n dat het positief was om mee
laken, maar nu overheerst een
teleurstelling. De coach maakt
keuze, maar voor mij is dat heel
iilijk te verkroppen. Ik ben echt
ivreden. Van die befaamde wed-
in november tegen Schotland
ee dagen voor het duel met
was ik dé man. En ineens
niet meer mee. Daaraan houd
•n dubbel rotgevoel over."
niet boos, wel erg teleurge-
L Omdat ik niet weet waarom de
Iscoach me op een helftje tegen
ltsland na niet meer nodig had. Ik
vaak overwogen het aan te kaar
maar op een toernooi is dat toch
ïilijk. Ik ben niet alleen de jong-
het elftal, ook de tijd ont-
gewoon. Als de ene wedstrijd
:n, wacht de volgende
sr. Misschien moet ik me nu een
ftje inhouden, ja. Het valt niet
Maar ik ga niet uithalen. De
sfeer in de groep was enorm, echt
fantastisch. Die kan ik niet versto
ren."
Tegen Portugal in de halve finale
heb ik me zitten opvreten. Je ziet dat
het elftal iets mist, en die schakel wil
je zijn. Word eens wakker, dacht ik.
Goh, ik heb me op de bank echt
moeten inhouden. Als we bij de rust
met 5-0 of 6-0 hadden achter ge
staan, had niemand iets kunnen zeg
gen. We hebben niet gebracht wat
van ons mocht worden verwacht.
Nee, ik houd me niet bezig met een
volgende bondscoach die me ziet
zitten. Maar misschien moet Ronald
Koeman het wel gaan doen..."
Rafael van der Vaart (21 jaar, 21 in
terlands):
„Ik weet dat ik niet goed heb ge
speeld in de eerste wedstrijd. Maar
dat ik er dan in één keer word uitge
haald voor de rest van het toernooi,
dat had ik ook niet verwacht. Ik kon
er voor mijn gevoel niets meer aan
veranderen, ik kon het niet bijsturen.
Ik kijk maar naar de toekomst, want
terugblikken op dit EK stemt me niet
bepaald vrolijk. Het was pas mijn
eerste toernooi, dus hoop ik maar
dat er nog andere, mooie EK's en
WK's volgen."
„Toch blijf ik het moeilijk vinden om
het te verwerken. Ik kwam vol ver
trouwen naar het EK. We waren we
ken bezig met een elftal dat voetbal
de met een ruit op het middenveld.
Ik was de nummer tien van het elf
tal. Toen ging opeens het roer om.
Tegen Duitsland mocht ik nog even
meedoen, maar daarna was de hele
nummer tien verdwenen! Tja, als je
positie al niet meer bestaat, hoe lom
je dan nog terugvechten?"
„Ik heb mijn hoop weer gevestigd op
mijn club, op Ajax. Ik heb het goed
naar mijn zin. Als ik een fantastisch
EK had gespeeld, had ik misschien
een heel mooie club kunnen vinden.
Maar een transfer interesseert me
niet meer zo. Sterker, ik heb nog he
lemaal geen zin om weg te gaan bij
Ajax."
„Ik moet het bij Ajax weer oppakken.
Ik wil er ook geen drama van maken.
Bij het Nederlands elftal moet de
nieuwe lichting internationals, waar
van ik er een ben, de boel nu over
nemen. Ik hoop en denk dat we er
klaar voor zijn. De jonge jongens
moeten het gaan doen. Met de hui
dige lichting, inclusief de ervaren
spelers, hebben we op dit EK ook
maar één wedstrijd gewonnen. Eén
wedstrijd. Dat is wel een beetje jam
mer."
John Heitinga (20 jaar, 10 inter
lands):
„Ik ben pas twintig jaar, maar dit
toernooi pakt niemand me meer af.
Het was niet allemaal fantastisch.
Mijn rode kaart tegen Tsjechië is een
verschrikkelijke domper voor me ge
weest. Maar ik voel me toch bevoor
recht dat ik dit heb meegemaakt. Ik
ben mentaal veel en veel sterker ge
worden."
„Het groepsproces - alles wat er zich
in de selectie afspeelde en de dingen
die er rond de bondscoach gebeur
den - heeft me gefascineerd. Het is
een van de belangrijkste ontwikke
lingen die ik meeneem in mijn rug
tas. Voor mij is de lat een stuk hoger
komen te liggen."
„Daardoor ga ik bij Ajax een mooie
tijd tegemoet. Ik vind dat niet erg.
Hoe hoger de lat, hoe meer mensen
van mij mogen verwachten. Waar
het om gaat is dat ik ga profiteren
van mijn eerste ervaring. Ik heb best
veel gespeeld, vind ik zelf. Meer dan
ik had verwacht. Dat geeft me straks
in het Nederlands elftal een voor
sprong op andere spelers van mijn
leeftijd."
„Ik ga wel-teleurgesteld naar huis.
Andere jongens hebben het vaker
meegemaakt, een uitschakeling in de
halve finale is moeilijk te verteren.
Voor mij was het de eerste keer, er
komen nog nieuwe kansen in de toe
komst. Ik realiseer me wel dat deze
ploeg, met de ervaring van bepaalde
jongens die nu stoppen, goed was.
Niet alleen binnen het veld, maar
ook erbuiten. Er stond een collectief.
Iedereen stond open voor elkaar.
Dat moet zo blijven als we resultaten
willen boeken op weg naar het WK
in Duitsland."
„Of we met dezelfde coach naar
Rafael van der Vaart, John Heitinga en Wesley Sneijder (van links naar rechts) met fysiotherapeut Rob Ouderland. Foto: Hans van Weel
Duitsland gaan? Als het aan mij ligt
wel. Advocaat is in mijn ogen een
prima bondscoach geweest en ik
blijf vinden dat hij een mooie reeks
heeft neergezet op dit EK. Ik zie ook
helemaal geen reden om hem te la
ten gaan. We hebben toch de laatste
vier bereikt?"
Arjen Robben (20 jaar, 9 inter
lands):
„De jonge jongens die nu hebben
gedebuteerd op een EK zijn heel
jong. We hebben er nu allemaal aan
geroken. Ik denk dat die nog veel
meer willen spelen. Het is alleen
maar goed dat we dit al hebben
meegepakt."
„Als ik naar mijzelf kijk, dan ben ik
wel tevreden. Ik ben twintig jaar. Er
zit nog zo veel rek in en ik weet voor
mijzelf dat ik nog zo veel beter ga
worden. Echt, nog veel beter. Ik
denk dat ik pas op tachtig procent
zit. Die laatste vijftien of twintig pro
cent geven je de extra klasse."
„De trainer van Portugal heeft in de
voorbereiding op de halve finale in
de pers een heleboel aandacht aan
mij besteed. Dat heb ik best een
mooi compliment gevonden. Het
betekent dat ik op dit toernooi een
goede indruk heb achtergelaten. Wat
me dwars zit, is dat ik het geen ver
volg heb kunnen geven in de halve
finale. Ik ga niet de schuld afschui
ven op de scheidsrechter, maar van
af de eerste tot de laatste minuut
botste ik met Frisk. Op een gegeven
moment was ik zo kwaad op hem! Ik
heb een paar dingen tegen hem ge
zegd. Misschien werkte het wel ave
rechts. Maar hij nam zulke gekke be
slissingen. Ja, natuurlijk zocht ik zelf
ook de grenzen op. Maar daarvoor
speel je op het allerhoogste niveau.
Frisk wilde van niks weten. Toen ik
in de tweede helft vol op mijn enkels
werd geschopt, dacht ik: hè, nu
treedt hij eindelijk op. Kwam hij met
een gele kaart. Kreeg ik hem zelf!"
„Misschien dat ik in de toekomst de
videoband van die halve finale nog
eens ga terugzien. Het was een
prachtige wedstrijd met al die bui
tenspelers. Figo, Ronaldo, Overmars,
ikzelf. Maar voorlopig kan ik het nog
niet zien. Ik heb een bepaalde nijd
en teleurstelling over die halve fina
le. Ik heb nu vakantie nodig. Ik pak
het vliegtuig en ga een paar weken
weg om mijn hoofd leeg te maken.
Daarna meld ik me op 19 juli bij
Chelsea."
doorMaarten van Helvoirt
Twee data zijn allesbepalend geweest
voor de wielercarrière van Maarten
Ducrot. In een monoloog blikt de
Zaltbommelaar terug én geeft hij zijn
visie op het hedendaagse wielrennen.
Maarten Ducrot gooide op nieuw
jaarsdag 1979 zijn laatste pakje siga
retten in het water. Vanaf toen ging
hij zich helemaal toeleggen op het
wielrennen. Omdat-ie zo geilde op
het materiaal. Op 20 september 1978
was zijn eerste fiets, zelf gebouwd,
klaar.
„Die avond had ik hem af. Het was de
laatste dag van de zomertijd, 's
Avonds heb ik toen een ritje gemaakt
van Utrecht, waar ik als 20-jarige psy
chologie studeerde, naar Woerden.
Gewoon in spijkerbroek en op gym
pen."
„De zomer van dat jaar was ik voor
het eerst de Tour gaan volgen. Joop
Zoetemelk dreigde namelijk te gaan
winnen. Uiteindelijk greep Bernard
Hinault zijn eerste Tourzege. Ik was
op dat moment aan het touren door
Frankrijk, op fietsvakantie met mijn
vriendin, nu mijn vrouw. Fransen die
de etappes op tv wilden volgen, de
den dat veelal in het café. Dus overal
zag ik fietsen staan. Ik werd gegrepen
door het materiaal."
„Van de centjes die ik had gespaard
van mijn bijbaantje bij frisdrankfa
briek Raak, kocht ik mijn eerste race
fiets. De wielen waren echt supertop,
Shimano Dura-Ace. Je-van-het! Het
frame was ook erg goed. Plombe-
vainqueur: 'pisbakkenstaal' zeggen de
kenners. De rest van het materiaal
was de onderkant van het segment. Ik
droomde van een schakelapparaat
van Campagnolo, maar dat kon ik
niet betalen. Dat kwam twee jaar later
pas. M'n nieuwe fiets liet ik drie da
gen in de huiskamer staan. Uren kon
ik er naar kijken."
„Heel lang ben ik de enige renner in
het peloton geweest die zijn fiets tot
het laatste kogellagertje uit elkaar kon
halen. Een fiets is voor mij als een
horloge. Er mag geen zandkorreltje
inzitten. Ik ben totaal geobsedeerd
door het materiaal, wil het beste van
het beste. En vervolgens rag ik het he
lemaal af. 'Had ie maar geen fiets
moeten worden', denk ik dan."
„Het jaar erna reed ik in maart een
veredelde clubkoers. Tot mijn verba
zing werd ik gelijk tweede. Op Konin
ginnedag schreef ik me vervolgens in
voor de Ronde van Kanaleneiland, in
Utrecht. In de laatste ronde was ik er
vandoor gegaan. Ik voelde me zeker
van de zege, maar toen ik nog even
omkeek, sprintte iemand me voorbij.
Twee keer tweede in je eerste twee
wedstrijden, lijkt me niet echt slecht."
„Het eerste jaar reed ik nog bij de lief
hebbers, het jaar erop - in 1980 -
koerste ik bij de amateurs. Het jaar
daarna lag mijn ontwikkeling groten
deels stil, want mijn lichaam groeide
uit zijn verband. Vier jaar nadat ik
mijn eerste fiets had afgebouwd, in
1982 dus, behoorde ik echter tot het
viertal dat in het Engelse Goodwood
Nederland vertegenwoordigde bij het
WK ploegentijdrit, een WK puur en
alleen voor amateurs. We moesten
het opnemen tegen de schier onklop-
bare Oost-Duitsers en de'Russen.
Maar wij wonnen wel; wereldkampi
oen dus."
„Mijn talent was onmiskenbaar die
eerste jaren. Maar ik was ook een
groentje. En dan word je volgens de
heersende hiërarchie in het peloton
afgezeken. Ik veroorzaakte ook veel
valpartijen. Als we en groupe door de
bocht gingen, schrok ik er soms zo
van dat de sturen zo dicht bij elkaar
kwamen, dat ik rechtdoor ging. En
dan nam ik zo tien man mee tegen
het asfalt. Daardoor zeken ze me niet
meer zozeer af als nieuweling, maar
zeiden ze 'tjee, wat een mongool'."
Stroomversnelling
„Na die wereldtitel kwam alles in een
stroomversnelling. Mijn eerste ploeg
leider, Henk Stevens van de Driessen
Stoffenploeg, nam me mee naar aller
lei buitenlanden. Daar kon ik groeien.
Het vlakke Nederland leende zich niet
voor mijn ontwikkeling."
„Ik was altijd being om te vallen en
daarom fietste ik ook nooit midden in
het peloton. Ik bleef altijd een beetje
aan de zijkant. Ik was daarentegen
wel een hele goeie daler."
„Met de valpartijen is het door de ja
ren heen alleen maar erger geworden.
Ten eerste omdat er steeds meer ob
stakels op het parcours staan. Maar
ook, ten tweede, omdat de druk van
het moeten winnen veel en veel gro
ter is geworden."
„Neem de eerste etappe van de Tour
van vorig jaar. Die erge valpartij in de
finale, waarbij de Rabobank-ploeg
Leipheimer en Lotz verloor, was geen
valpartij maar een ordinair ongeluk.
In de sprint kwam er eentje buiten
om, waar dat helemaal niet mogelijk
was."
„Ten derde wordt tegenwoordig de
taal van het peloton gesproken. Ieder
een blijft maar in de grote groep han
gen. Dan nemen de risico's ook toe
als het spannend wordt of als er een
tje niet op zit te letten. Sowieso hou
den meer renners het vol tot in de fi
nale. Omdat ze in de winter allemaal
een uitgekiend trainingskamp hebben
belegd."
7 juli 1985. In de Touretappe van
Straatsburg naar Epinal is Maarten
Ducrot gevlucht uit een groepje van
vijf met onder anderen Theo de Rooij.
Het wordt zijn enige zege bij de profs.
„Een typische Ducrot-zege. Jan Raas,
mijn ploegleider bij Kwantum toen,
drong erop aan dat ik ging demarre
ren. Maar dat wist ik ook wel. Ik moet
wegrijden, anders win ik sowieso niet.
In het moderne wielrennen blijft ie
dereen echter maar zitten. Zo lang
mogelijk. Om te zien hoe hard het
gaat, moet je tegenwoordig kijken wie
er van achteren afwaaien. Iedere ren
ner rijdt nu met zo'n koptelefoontje
in zijn oor. Het is eerst lullen met de
ploegleider en dan pas rijden. Maar
wachtende renners winnen niet."
Geregisseerd
„De wedstrijden zijn zó zwaar gere
gisseerd. De hele sport is tegenwoor
dig gefixeerd op controle en beheer
sing. Terwijl wielrennen juist bij uit
stek een sport is zonder regels. Maar
dat is weg, het is allemaal te gedwee.
Zoals ik al zei wordt tegenwoordig de
taal van het peloton gesproken. Ik
vind echt dat de wielersport aan het
ploeteren is. Er stromen te weinig
jongeren door en als er geen nieuw
talent komt, stagneert de sport. Van
de jeugd wordt verlangd dat ze pro
fessioneel bezig zijn, maar zodra ze
bij de grote jongens komen, worden
ze afgezeken. Eerst worden ze afge
brand en vervolgens afgestompt. We
zijn niet zuinig op de jeugd."
„Toen ik in 1991 stopte met wielren
nen ben ik twee jaar later met Hans
van Breukelen, de ex-keeper, in Den
Bosch het bureau Top Support be
gonnen. Daar leerden we sporters
hun eigen beslissingen nemen. Dan
ben je namelijk niet meer afhankelijk
van wat je ploegleider in je oortje ver
telt. In een contract moesten die top
sporters vastleggen wat hun doelen
waren en hoe ze die wilden bereiken.
Wij betaalden dan alles voor ze. Maar
NÓCNSF heeft daar op een gegeven
moment een stokje voor gestoken.
Omdat we daardoor onze doelen niet
meer konden realiseren, zijn we er na
vierenhalf jaar mee gestopt."
„Nu ben ik organisatiepsycholoog. In
mijn vak gaat het erom 'hoe krijg je
mensen binnen een organisatie in be
weging'. De ene keer ben ik adviseur,
dan weer trainer, dan weer interim
manager, dan weer persoonlijke
coach en soms ook onderzoeker. Veel
van wat ik nu toepas, heb ik geleerd
bij het wielrennen."
„Op het moment dal jt als coureur
zelf de tactiek gaat bepalen, komt de
ploegleider namelijk naast je rijden
om te zeggen wat je moet doen. Wiel
rennen is een sport van knechten. Ik
dank overigens God op mijn blote
knieën dat ik geen voetballer ben ge
worden. Dan was ik allang geslachtof
ferd door zo'n trainer die alles be
paalt. Wat een gajes is dat!"
„Eigenlijk heb ik alles te danken aan
mijn sport. Ik heb gevoeld hoe het is
om gekoeioneerd te worden, om ge
kleineerd te worden. Nu ik voor de
NOS dit voorjaar een paar klassiekers
heb becommentarieerd, is de cirkel
rond. Mijn terugkeer in het wereldje
voelde als een warm bad. Ik kende er
nog velen. Ik heb het wielrennen ken
nelijk gemist, zonder het zelf te besef
fen."
Maarten Ducrot: „Eigenlijk heb ik alles te danken aan mijn sport." Foto: GPD
F*
ilife;