'Ik ben niet iemand die snel in paniek raakt'
TOUR DE FRANCE
Zelfs Merckx was onderhevig aan slijtage
kiest
an der Zee
>ven Beltman
c-wielrenner
ive Vermaut
verleden
Jan Ullrich heeft het gevoel dat hij de Tour nog altijd kan winnen
isseur krijgt bij
jchter geen gelijk
lis - Een rechtbank in Lille
ft gisteren het besluit van de
ïse wielerploeg Cofidis om
ric Vasseur niet voor de
r te selecteren gerechtvaar-
1. De coureur, die verdacht
dt van het gebruik van do-
werd uit de Tourploeg van
dis verwijderd nadat de or-
satie van de Ronde van
ïkrijk had aangekondigd dat
wielrenner die verwikkeld
een dopingzaak niet tot de
strijd wordt toegelaten.
5eur vond het besluit van
dis onterecht en stapte
de rechter. Daar kreeg hij
er geen steun. De advocaat
Franse wielrenner heeft al
jekondigd dat hij in hoger
iep gaat.
rden/anp - De Koninklijke
erlandse Wielren Unie
WU) heeft woensdag
uska van der Zee bij
^NSF voorgedragen voor de
ipische wegwedstrijd, naast
ïtien Zijlaard-Van Moorsel
rtirjam Melchers. De KNWU
met dat besluit gehoor aan
proep van Van Moorsel.
rationale kampioene dreig-
afgelopen weekeinde haar
ipische titel in Athene op
inderdeel niet te verdedigen
zij geen steun zou krijgen
haar ploeggenote Van der
Chantal Beltman was ook
leeld als derde lid van de
ïje wegploeg. Dinsdag had
en gesprek met topsportco-
nator Johan Lammerts en
Alberda, technisch direc-
vanhet NOCNSF.
.ELAEREANP - Oud-wielren-
Stive Vermaut is gistermor
in Roeselaere overleden. De
arige Belg was op 13 juni in
U ziekenhuis in Roeselaere
enomen met hersenbescha-
ngen na een hartstilstand,
de bewuste dag werd hij op
iets onwel. Ter plekke werd
naut gereanimeerd en over-
racht naar het ziekenhuis,
hij in een kunstmatige co-
werd gehouden,
voormalige prof had voor
hartklachten tijdens de Tro-
Laigueglia in februari 2002.
ens de daaropvolgende we-
bekerwedstrijd Milaan-San-
o kreeg hij opnieuw last van
ritmestoornissen. Uit uitge-
d onderzoek bleek toen dat
naut een aangeboren hart-
wijking had.
.otto-Adecco mocht hij niet
ir aan de slag. Palmans-
strop bood hem nog wel
contract aan. Tijdens de
Cup sloeg zijn hart even-
weer op hol. Vermaut stop
met profwielrennen waar-
hij in 1998 bij Vlaanderen
2 was begonnen. Begin dit
opende hij een fietsenzaak.
door Ad Pertijs
Jan Ullrich zegt het zelf. „Sinds
vorig jaar weet niet alleen ik dat
Lance Armstrong te kloppen is."
Ook mannen als Mayo en Hamil
ton zoeken nadrukkelijk het ge
vecht met de Amerikaan. De
man die gaat voor zijn record-
brekende zesde Tourtriomf ziet
echter maar één echte concur
rent: Jan Ullrich. Een impressie
uit twee totaal verschillende
kampen. Gisteren Armstrong,
vandaag Ullrich.
De dag nadat Lance Armstrong
een tikkie kreeg uitgedeeld op
de Mont Ventoux, schuift Jan
Ullrich in een sfeerloos zaaltje
van een Zwitsers snelweghotel
aan voor zijn verhaal van de ko
mende Tour. Het is de avond
voor de start van de Tour de
Suisse. Wat direct opvalt: Jan
Ullrich ziet er scherp uit. Afge
traind en zelfverzekerd.
Niets herinnert aan het beeld
dat is blijven hangen na de
Waalse Pijl, waar bleek dat zelfs
een Ardense klassieker nog te
zwaar was voor 'Dikke Jan'. „Ik
ben niet iemand die snel in pa
niek raakt", zegt de kopman
van T-Mobile terugkijkend op
die periode. Of hij dan op zijn
minst zijn twijfels heeft gehad
over de goede afloop? „Niet één
moment. Ik heb nooit twijfels.
Ach, ik ben nu eenmaal geen
renner die door het voorjaar
wandelt."
Bijna schouderophalend vertelt
de Duitser. Begin dit jaar was
hij even ziek en kon hij een
week niet trainen. „Dat was al
les. Buiten die twee of drie
koersen die ik daarvoor heb
moeten afzeggen, ben ik ge
zond gebleven. Toen in de
Waalse Pijl bleek dat ik nog niet
zo ver was als ik gedacht had,
ben ik er op tijd uitgestapt. Ik
weet inmiddels dat ik dan niet
moet blijven aanmodderen in
wedstrijden, maar gewoon door
middel van trainen aan mezelf
moet gaan werken."
Hij denkt dat het iets te maken
heeft met zijn Oost-Duitse
sportopvoeding: „Rechtlijnig
werken en je bij een tegenslag
niet van die lijn laten afbren
gen." Het heeft ook te maken
met zijn eigen ervaring:Als ik
twee ei drie weken goed kan
trainen, is alles weer oke. De vijf
weken die ik na de Waalse Pijl
heb getraind, hebben me goed
gedaan. Uit koers, dan ben je
ver weg van de stress en de ba
sis die ik in die tijd heb kunnen
leggen is goed."
Dat bleek wel in de Ronde van
Duitsland, waar hij al snel lei
der in het bergklassement
werd. „Niet slecht voor een
mens van honderd twintig kilo",
zegt Ullrich. Het cynisme
druipt ervan af.Als mensen bij
me aanbellen in Scherzingen,
zie je ze ook verbaasd kijken.
Die verwachten dat er iemand
open doet die niet meer door
de voordeur kan."
Humor als wapen tegen het
nooit aflatende cynisme van
zijn critici.Ach, als mijn vorm-
peil slecht is, heeft dat volgens
de buitenwereld altijd alles met
mijn gewicht te maken. Lance
Kenmerkend moment uit de Tour van vorig jaar. Jan Ullrich ontwijkt de vallende Lance Armstrong (links) en Iban Mayo. De Amerikaan in het geel zou niettemin de etappe winnen, terwijl Ullrich als derde finishte.
Foto: AP
Armstrong zal nu ook wel te
zwaar zijn zeker. Ik ben er aan
gewend geraakt dat men zo
over me denkt. Misschien ook
iets Oost-Duits: een olifanten
huid hebben."
Cynisme
De druk van buitenaf en dat
eeuwige cynisme ziet hij dan
ook niet als het zwaarste onder
deel van zijn vak. „Heel veel
dingen zijn zwaar in dit vak:
trainen, afzien, gemotiveerd
blijven. Maar het moeilijkste is
toch wel om gezond te blijven."
„Omgaan met verwachtingen
van anderen is juist weer niet
moeilijk", zegt de Tourwinnaar
van 1997. „Inmiddels is er sinds
1997 natuurlijk ook wel wat ver
anderd. Toen waren er in
Duitsland allemaal absolute
fans en geen kenners. Ze wilden
me elke wedstrijd zien winnen
en waren teleurgesteld als dat
niet het geval was. Inmiddels is
die situatie voor mij sterk ver
beterd. Men weet nu hoe het
werkt. Ze begrijpen nu waarom
ik in het begin van het seizoen
achteraan rijd. Ik word niet
meer uitgejouwd na elke wed
strijd die ik niet win. Dat maakt
het werken een stuk gemakke
lijker."
Ullrich heeft leren leven met
zijn leven. „Ik speel geen to
neel. Ik ben altijd wie ik ben.
Mensen die me willen verande
ren, zijn de mensen die zelf
nooit de Amstel Goldrace in
april hebben gewonnen en
daarna ook de Tour in juli. Ik
ben een mens met hoogten en
laagten. Mensen die me ken
nen, weten dat ik geen twee ge
zichten heb. De dieptepunten
horen erbij. Ik heb ook mijn ge
breken. Ik weet wat de belang
rijke mensen in mijn leven van
me denken, de rest doet er niet
toe."
Een van die vertrouwelingen is
Rudy Pevenage, de Belg die in
een hoogst ongemakkelijke si
tuatie verzeild is geraakt. An
derhalf jaar geleden stapte hij
volgens teambaas Walter Gode-
froot behoorlijk 'sneaky* uit de
ploeg om voor zichzelf te be
ginnen bij Team Coast. Dat
heeft hij de rossige Pevenage
nooit vergeven. Toen Ullrich te
rugkeerde naar Godefroot
moest Pevenage vanaf de zijlijn
gaan werken. Hij wordt getole
reerd als persoonlijk begeleider,
maar een functie of status bin
nen de ploeg krijgt hij niet.
Ullrich windt zich er niet over
op. „Voor mij is er een goede
oplossing gevonden. Ik zie Ru
dy elke avond op mijn hotelka
mer en dat is voor mij het be
langrijkste. Hij hoeft straks in
de Tour voor mij niet in de
ploegleiderswagen te zitten.
Ten eerste is het belangrijkste
werk dan al gedaan en ten
tweede heb ik in zo'n ronde
vooral behoefte aan iemand
met wie ik na afloop rustig de
dingen kan doornemen. Rudy
is een vriend die ik vertrouw.
Het zijn niet altijd diepgaande
gesprekken die we voeren.
Soms kletsen we zo maar wat of
kijken we samen naar de televi
sie."
Diezelfde Pevenage maakte
zich na de Waalse Pijl wel zor
gen. Ullrich bleef echter zijn ei
gen plan trekken. Hij is veran
derd sinds 2002, zijn horrorjaar,
waarin hij slechts in het nieuws
kwam met een onwillige knie,
een dronkemansrit in zijn Por
sche en - als absoluut diepte
punt - de onverwachte doping
controle de dag nadat hij in een
discotheek xtc-pillen had ge
slikt. De ironie van het verhaal
was dat dat rampseizoen uitge
rekend volgde op een winter
waarin Jan Ullrich voor een
keertje wel voorbeeldig had ge
leefd en getraind. Hij had zelfs
zo hard gewerkt dat de knie
overbelast raakte. Steeds als
Ullrich de training hervatte,
speelde de knie weer op. Het
gevolg: een torenhoge frustra
tie, die zijn uitweg vond in alco
hol en pillen.
Dat, moet Ullrich gedacht heb
ben, dus nooit weer. Sindsdien
vertrouwt hij kennelijk als van
ouds op zijn gebruikelijke 'wan
deling' door winter en voorjaar.
„Ik maak het mezelf steeds
zwaar", weet hij. Die opmer
king komt niet eens over als een
verwijt. Eerder als een succes
vol plan van aanpak.
Nachtmerrie
De nachtmerrie 2002 heeft hem
ook geestelijk sterker gemaakt.
Ullrich was daarvoor een ren
ner, van wie de passie voor de
sport niet bepaald afspatte. Nu
zegt hij: „Na de problemen met
mijn knie weet ik dat ik pas ge
lukkig ben als ik mag fietsen.
Als je het niet kunt, besef je pas
watje mist."
Desondanks heeft hij nog
steeds niet de uitstraling van
een door en door gediscipli
neerd levende en werkende
Duitser. „Vergis je niet: ik heb
discipline, maar niet 365 dagen
per jaar. Tussen de zes en acht
maanden houd ik het vol gedis
ciplineerd te werken en leven,
daama heb ik mijn ontspan
ning nodig. Na de finish in Pa
rijs ben ik even niet meer met
mijn gedachten bij het wielren
nen, maar bij mijn familie. Ga
ik met hen feesten. Je moet dat
ook niet te letterlijk nemen.
Feesten staat niet gelijk aan los
bandigheid. We leggen een
steak op de grill en drinken een
licht biertje. Niet beesten dus,
maar ontspannen. Zoals de
meeste ouderen dat doen."
De burgerlijkheid hangt om
hem heen. Die hang naar 'ge
wone' gezelligheid maakt hem
gelijktijdig kwetsbaar in de win
ter én populair bij zijn landge
noten. Manager Strohband zei
het na de verloren Tour van
1998 treffend: 'Jan wordt nu ge
zien als een mens. Niet langer
als een machine. Dat is een
enorme winst.' Misschien dat
Ullrich daarom in eigen land
populairder is dan de veelvou
dig wereldkampioen Formule 1,
Michael Schumacher. „Ik denk
dat veel gewone mensen in
Duitsland zich in mij herken
nen. Ook zij weten wat het is
om terug te moeten knokken na
een tegenslag.
Deze avond probeert hij zo
nuchter mogelijk te reageren op
de nederlaag van Armstrong de
dag ervoor op de Mont Ven
toux. „Dit zal niet zijn laatste
'woord' geweest zijn. Zulke da
gen kunnen ertussen zitten."
Maar toch, Jan ruikt bloed. „Ik
heb het gevoel dat ik de Tour
nog altijd kan winnen. De ron
de van vorig jaar heeft dat ver
trouwen gesterkt. We weten
sindsdien dat Lance wel dege
lijk te pakken is. Als je hem
druk oplegt, maakt hij fouten.
Toont hij zwakte."
De dag ema bezorgt Jan Ullrich
de Amerikaan die druk. Hij wint
- op indrukwekkende wijze - de
eerste etappe van de Ronde van
Zwitserland. Ogenschijnlijk uit
het niets. Het publiek is 'begeis-
tert'.
Ullrich leeft nog. Wordt het
toch weer een leuke Tour.
De Kannibaal ging knock-out door leverstoot van een toeschouwer
door Edward Swier
Nog niet eerder lukte het een
wielrenner de Ronde van Frank
rijk zes keer te winnen. Lance
Armstrong waagt vanaf zater
dag een poging. Jacques Anque-
til, Eddy Merckx, Bernard Hinault
en Miguel Indurain ontdekten
echter dat bij vijf zeges hun pla
fond lag. Om uiteenlopende re
denen. De archieven leren dat
Armstrong nog heel wat beren
op zijn weg kan tegenkomen. Of
vrieskou, of opstandige suppor
ters, of fysiek ongemak, of ster
kere tegenstanders... Een duik in
de geschiedenis, die mogelijk
meer kan vertellen over de toe
komst. Vandaag: Eddy Merckx.
Slijtage. Iedereen en alles is er
onderhevig aan. Of iets nu uit
de fabriek komt of van vlees en
bloed is, ooit komt er een dag
dat zich slijtplekken tonen. Be
perkt, of verantwoord gebruik,
is de enige remedie. Lance
Armstrong weet dat. Hij rijdt
nauwelijks of geen koersen. Ed
dy Merckx besefte het niet. De
man heette in zijn beste dagen
niet voor niets De Kannibaal.
Een veelvraat was hij. En juist
daarom bleef het bij een vijftal
Tourzeges. Al had hij ook een
paar keer domme pech.
In 1975 kwamen beide - tegen
slag en ouderdom - zelfs sa
men. De slijtage was al enige ja
ren onderweg. Ondanks e.en ge
weldig voorseizoen, met zeges
in Milaan-Sanremo, de Ronde
van Vlaanderen, Luik-Bastena
ken-Luik en de Amstel Goldra
ce, voelde Merckx zelf dat het
einde naderde. „De uitslagen
van het voorjaar waren goed,
wie dacht dat ik op de terugweg
was? Maar als ronderenner
moest ik een stap terug zetten.
Ik herstelde niet meer voldoen
de van zware inspanningen.
Recupereren ging moeizaam.
En ik begon mentaal af te glij
den. De inspanningen en de
concentratie begonnen hun tol
te eisen."
Lang had hij zichzelf, hoe bo
vennatuurlijk zijn krachten ook
leken, overschat. In 'Eddy
Merckx, de mens achter de kan
nibaal' gaf de kampioen dat grif
toe: „Ik begon, na een blessure,
vaak weer te snel. Dacht, het zal
wel loslopen. Er zijn geen gren
zen. Alles is met wilskracht op
te lossen. Achteraf bekeken is
dat verkeerd geweest."
Bovendien en (in relatie tot die
onvoltooide zesde zege) mis
schien zelfs wel bovenal had
Merckx in 1975 veel fysieke te
genslag. Na de klassiekers
openbaarde zich een zeer ern
stige keelontsteking. Abcessen
in zijn mond verhinderden hem
het slikken, het hield hem uit
Tourklasseringen
Eddy Merckx:
1969:1
1970:1
1971:1
1972:1
1973: niet gestart
1974:1
1975:2
1976: niet gestart
1977: 6
de Giro. Maar het was nog niet
gedaan. In de Tour kreeg
Merckx een leverstoot van een
toeschouwer en een kaakbeen-
breuk te verwerken. Dergelijk
ongemak zou zelfs een gezond
lichaam als dat van Armstrong,
hoe zuinig hij de laatste jaren
ook met zijn krachten om
sprong, niet kunnen verteren.
Boosdoener
Nello Breton heette de boos
doener. Een 55-jarige Frans
man, later voor het gerecht ver
oordeeld tot een symbolische
schadevergoeding van één
franc, deed in 1975 wat anderen
op sportieve gronden trachtten
te doen. Merckx had eerder die
Ronde al een keertje acht tellen
rust gekregen, maar de knock
out werd uitgedeeld door een
supporter. Enkele honderden
meters onder de top van de
Puy-de-Döme had Merckx al
zuurstofschuld. Maar de lever-
stoot van Breton ontnam hem
pas echt alle adem.
Voor de rechtbank van Cler
mont-Ferrand ontkende Nello
Breton later dat jaar de tik ex
pres uitgedeeld te hebben. Hij
zou een duw hebben gekregen.
Hoe dan ook, Merckx was
zwaar gedupeerd.
Die zwarte dag behield Merckx
de gele trui nog. Het zou echter
zijn allerlaatste maillot jaune
bfijken te zijn. Na een rustdag
wachtte de rit naar Pra-Loup.
Merckx viel aan op de col d'Al-
los, maar de eindklim was hem
te machtig. De benen waren
pap, pudding, leeg. Merckx
kende de reden. De medica
menten die hem na de lever-
stoot waren toegediend -
bloedverdunners had hij onder
meer gekregen - hadden zijn
gestel aangetast.
Alsof het nog niet erg genoeg
was, viel Merckx bovendien bij
de start van rit zeventien, die
naar Morzine-Avoriaz. Het
kaakbeen hield het niet, brak.
Merckx was definitief geknakt,
maar wilde niet uitstappen. Hij
haalde Parijs op zijn tandvlees:
tweede op 2.47 minuten van
Bernard Thévenet.
In 1976 kwam het niet tot een
revanche. Een gezwel aan het
zitvlak en een mononucleose,
een vermoeidheidsziekte,
maakten dat Merckx niet kon
starten. Nog een jaartje later
was Merckx feitelijk al te oud.
Hij wilde wel, sprak grote ambi
ties uit, maar wist in zijn ach
terhoofd dat een zesde Tourze
ge er waarschijnlijk niet in zou
zitten. Een voedselvergiftiging,
waar Merckx en enkele ploeg
maats in Freiburg het slachtof
fer van werden, maakte mede
dat hij niet verder kon komen
dan de zesde plaats.
Maar al jaren eerder was voor
hem het pleit beslecht. „Het
was in 1975 een helse Tour. Te
gen alle gezont^erstand in
bleef ik toen tott voort fietsen.
In die Tour heb ik mijn doods
brief getekend."
Instinct
Achteraf gezien had hij in 1973,
een van zijn topjaren, toch
maar moeten starten. Dat jaar
richtte hij al zijn pijlen op de
Giro en vooral de Vuelta, die hij
dan ook beide won. „Ik reed in
1973 mijn enige Ronde van
Spanje, die wilde ik winnen."
Dat het hem op termijn een re
cord zou onthouden, deed hem
niks. „Een evenaring van het
record van Jacques Anquetil zei
me niets. Ik reed altijd meer
volgens mijn instinct dan een
bepaald plan. Aan het drieluik
Vuelta, Giro en Tour in één en
hetzelfde jaar heb ik nooit ge
dacht. Ik had al wedstrijddagen
genoeg."
fcy Merckx solo in de Tour van 1969, op de dag dat hij alle reputaties zou verpletteren. Foto: GPD