Armstrong ziet in Tour maar één concurrent: Ullrich TOUR DE FRANCE Anquetil wilde anderen doen verliezen Jaksche na val niet naar Tour Heras kopman Liberty Seguros Tankink langer bij Ouick Step Bettini weer leider van wereldranglijst kopenhagen - Jörg Jaksche zal zaterdag niet van start gaan in de Tour. De Duitse renner uit de CSC-ploeg van Bjarne Riis kwam gisteren bij een training ten val en brak zijn linker elle boog. Hij wordt vervangen door de Italiaan Andrea Peron. „Dit is ongelofelijke pech voor Jak sche", reageerde Riis. „Jaksche had een belangrijke rol in het team en zal worden gemist." parijs - De wielerploeg Liberty Seguros heeft gisteren de Tour- ploeg bekendgemaakt. Kopman Roberto Heras krijgt in zijn strijd om een podiumplek steun van de Spanjaarden. Igor Gonzalez de Galdeano, Isidro Nozal, Angel Vicioso en Marcos Serrano. De Australiër Allan Davis, de Tsjech Jan Hruska, Dariusz Baranowski uit Polen en de Amerikaan Christian Vandevelde completeren de ploeg. luik - Bram Tankink heeft zijn contract bij Quick Step met twee jaar verlengd. De renner fietst al sinds 2001 onder lei ding van Patrick Lefevere, des tijds nog bij Domo-Farm Frites. Tankink ontbrak tijdens de NK wielrennen vanwege een lichte blessure. Hij hoopt binnenkort zijn rentree te maken. aigle/anp - Paolo Bettini heeft Erik Zabel verdrongen van de eerste plaats op de wereldrang lijst van de profwielrenners. De Italiaan dankt zijn terugkeer op de koppositie aan zijn iets betere klassering in het natio naal kampioenschap afgelopen weekeinde. Bettini finishte als elfde in de Italiaanse titelstrijd, terwijl Zabel als zeventiende eindigde in het Duits kampi oenschap. Beste Nederlander blijft Mi chael Boogerd op de tiende plaats. Jan Ullrich steeg in de week voor aanvang van de Ron de van Frankrijk met stip van plaats vijftien naar negen. De Duitser verdiende veel punten met zijn zege in de Ronde van Zwitserland. De Kazak Alek- sandr Vinokoerov viel ver terug van de achtste naar de 29ste plek. Wereldranglijst: 1. Bettini (Ita) 2191 punten (2), 2. Petacchi (Ita) 2137 (3), 3. Zabel (Dui) 2114 (1), 4. Rebellin (Ita) 1980, 5. Valverde (Spa) 1893, 6. Cunego (Ita) 1675 (7), 7. Armstrong (VSt) 1592 (6), 8. Mayo (Spa) 1440 (9) 9. Ullrich (Dui) 1395 (15), 10. Boo gerd (Ned) 1364, 43. Van Heeswijk (58), 74. Dekker 540 (83), 84. Van Dijck 495 (90), 117. Löwik 413 (79), 137. Van Bon 354 (121), 138. Koerts 349(127). Teams: 1. Team CSC 4755 (2). 2. Sae- co 4613 (1), 3. Gerolsteiner 4398, 5. Rabobank 4037, 29. BankGiroLoterij 585. 0 door Ad Pertijs Jan Ullrich zegt het zelf. „Sinds vorig jaar weet niet alleen ik dat Lance Armstrong te kloppen is." Ook mannen als Mayo en Hamil ton zoeken nadrukkelijk het ge vecht met de Amerikaan. De man die gaat voor zijn record- brekende zesde Tourtriomf ziet 'echter maar één echte concur rent: Jan Ullrich. Een impressie uit twee totaal verschillende kampen. Morgen Ullrich, van daag Armstrong. De eigenaar van Hotel l'Esplan staat glimmend van trots bij de deur van zijn etablissement. Lance Armstrong en zijn US Postal-hofhouding zijn weer eens te gast bij hem in Saint- Paul-Trois-Chateaux, een leuk rustig dorpje vlak langs de drukke A7. Het is de avond voor de klimtijdrit naar de gevreesde Mont Ventoux, die dit jaar als scherprechter optreedt in de Dauphiné Libéré. Johan Bruyneel, de ploegleider van US Postal, is een druk baas je die avond. Een afspraak met hem loopt al gauw anderhalf uur uit. „En dan te bedenken dat ik nog geen minuut met de Ventoux bezig ben geweest", zegt hij rond de klok van negen uur. Bruyneel en Armstrong zijn maar met één ding echt bezig: de Tour de France. Alles moet dit jaar kloppen, tot in het kleinste detail. Sheryl Crow Bruyneel oogt zelfverzekerd. Zo praat hij ook. „Ik heb me geen moment zorgen gemaakt", zegt hij als de ingrijpende verande ring in het leven van de Te- xaanse wielrenner ter sprake komt. Armstrong scheidde vo rig jaar van zijn vrouw Kristin en knoopte vervolgens een - opzienbarende - relatie aan met de rockzangeres Sheryl Crow. De vijfvoudig Tourwinnaar liet weten 'nu' wat vaker bij zijn kinderen te willen zijn en daar om zijn voorbereidingsschema te zullen aanpassen. Meer trai nen en koersen in Amerika. Minder in Europa. In de maanden erop versche nen regelmatig foto's in de pers van de lovers Armstrong en Crow, wanneer ze weer ergens een concert of American foot- ballgame hadden bezocht. Is Bruyneel echt nooit bang ge weest dat zijn pupil een andere levensweg zou inslaan: meer fun, minder trainingspassie? Bruyneel lacht. „Die foto's zijn door anderen verkeerd uitge legd. Wie twee uur naar een concert gaat of naar een voet balwedstrijd, is nog niet gestopt met trainen. Oké, we hebben wat aan moeten passen omdat hij vaker bij de kinderen in Amerika wil zijn. Maar voor mij was dat geen complicerend iets. In grote lijnen bleef alles bij het oude. De voorbereiding is bij ons opgedeeld in twee grote blokken. Een eerste begint in december en duurt tot eind april. De opzet is dat je op dat moment een degelijke basis hebt, van waaruitje je in mei volop kunt gaan voorbereiden op de Tour. Dat is ook nu weer gebeurd. We hebben in vergelij king met andere jaren alleen de Europese klassiekers laten lo pen en die ingeruild voor een rittenwedstrijd in Amerika. Voor mij was dat zelfs een ver betering. Een klassieker werkt altijd motiverend, maar aan de andere kant weet je dat je er voor spek en bonen rijdt als je niet honderd procent in condi tie bent. Dat Lance altijd op schema heeft gelegen in de wintermaanden bewees zijn eerste koers in Europa, waar hij (in de Algarve, red.) direct zijn eerste tijdrit won." De Mont Ventoux. Bruyneel voorspelt dat Iban Mayo de an dere dag gaat winnen. „Lance zal voluit rijden, maar Mayo is op dit moment verder in zijn voorbereiding op de Tour." Ge ïnteresseerd neemt hij de uit slag van de Mont Ventoux-tijd- rit in de Dauphiné van 1999 door. „Lance was toen vijfde op een minuut van Vaughters. Kijk, dat is een betere houvast. Als Lance morgen een minuutje verliest, weten we dat we op schema zitten." Mayo is voor US Postal een se rieuze opponent in de Tour. „Veel Spanjaarden zijn zich speciaal aan het voorbereiden op de Tour. Mayo en Heras voorop." Hoe groot is de vrees voor Tyler Hamilton? Bruyneel lacht. „Hij gaat de Tour volgens mij niet winnen. Waarom? Ge woon, ik zie het hem niet doen." En dan zegt hij: „De grootste concurrent zal toch weer Jan Ullrich zijn. Let maar op." Voor alle duidelijkheid: „Ik persoon lijk denk niet dat de Tour van vorig jaar zo spannend was om dat Ullrich sterker was dan an ders. Lance was minder. Dat was alles. Nu is hij veel beter. Hij is hongerig, gemotiveerd. De Lance van nu denkt niet aan stoppen. Hij gaat nog een jaar door. Dat zegt mij genoeg." Samengebald Alle bergetappes en tijdritten zitten straks samengebald in de derde en laatste Tourweek. „Zeg niet dat er daarvoor niets kan gebeuren hè", merkt Bruy neel op. Het zijn de ritten waar over Armstrong altijd zegt dat je er vooral voor moet zorgen niet in de problemen te komen." 'Staying out of trouble?' Bruy neel uitdagend: „Of making trouble." De boodschap is dui delijk: de Spanjaarden mogen vrezen dat ze onderweg naar hun bergen de nodige valkuilen moeten omzeilen. De kasseien van de Hel van Noorden bij voorbeeld. Of andere etappes waar het peloton zomaar in waaiers uiteen gaat vallen. Eén valkuil is minder diep ge maakt: de ploegentijdrit. „Heel jammer dat ze het systeem zo veranderd hebben dat je er nog maar een beperkt aantal bonifi catieseconden kunt verliezen. Ik ben het er dan ook niet mee eens." Geen drama De dag van de Mont Ventoux. Mayo klopt Armstrong volgens verwachting. De marge is ech ter groter dan in 1999: bijna twee minuten. Bruyneel pro beert er geen drama van te ma ken. „Op het zwaarste stuk ver loor Lance een minuut. Dat is acceptabel nu. Vervolgens had het geen zin meer vol door te gaan. De eindzege.was toch al weg." Later die avond klinkt Arm strong anders. Op een door de hoteleigenaar en minstens zo trotse burgemeester van Saint- Paul-Trois-Chateaux belegde persconferentie. Hij is met na me geschrokken van de tijd van Hamilton. Die zit ook nog volop in de opbouwfase. „Maar hij komt ook weer niet uit het niets", laat hij zich niet hele maal in een dip praten. „Ik ver wacht iets sneller te zijn", zegt hij. Is hij bezorgd? „Ik ben ieder jaar bezorgd. Wie als titelverde diger zonder angst de wedstrijd ingaat, gaat verliezen. Maar, voor alle duidelijkheid, die angst is niet groter dan in ande re jaren." Al even vlak gaat hij in op zijn gewijzigde voorbereiding. „De focus lag dit jaar wat meer op de training. Je bent daarnaast voorzichtig met je voeding, let goed op je gewicht en probeert problemen te voorkomen." In tegenstelling tot Bruyneel zegt hij het wel jammer te vin den geen Amstel Goldrace en Luik-Bastenaken-Luik te heb ben gereden. „Ik heb het gevoel iets gemist te hebben. Het is goed om die klassiekers van zes uur te rijden. Je meet je weer even met de grote namen. Daar kan geen training tegen op. Maar goed, vanwege de kids moest ik terug." Wat betreft de rangorde der concurrenten is Armstrong het weer helemaal eens met zijn ploegbaas. „Natuurlijk, je zult altijd rekening moeten houden met mannen als Mayo, Basso, Hamilton, Heras, maar Jan Ull rich staat toch op een hoger ni veau." Ook na zijn weinig ver heffende voorjaar? „Let maar op. Ullrich staat er in de Tour altijd. Hij is de enige die drie weken lang op een constant hoog niveau kan rijden. Hij ver staat de kunst de schade be perkt te houden in de bergen en andere ritten en pakt zijn winst in de tijdrit. Zo alleen kun je een Tour winnen." Weet Armstrong. Een vertrouwd beeld van de laatste jaren: Lance Armstrong (rechts) met zijn rivaal Jan Ullrich. Foto: GPD Monsieur Chrono lag regelmatig overhoop met zijn ploegmaten ■ijk door Edward Swier Jacques Anquetil (links) in de Tour waarin hij Raymond Poulidor '.lét verliezen. Foto: GPD Nog niet eerder lukte het een wielrenner de Ronde van Frank rijk zes keer te winnen. Lance Armstrong waagt vanaf zater dag een poging. Jacques Anque til, Eddy Merckx, Bernard Hinault en Miguel Indurain ontdekten echter dat bij vijf zeges hun pla fond lag. Om uiteenlopende re denen. De archieven leren dat Armstrong nog heel wat beren op zijn weg kan tegenkomen. Of vrieskou, of opstandige suppor ters, of fysiek ongemak, of ster kere tegenstanders... Een duik in de geschiedenis, die mogelijk meer kan vertellen over de toe komst. Vandaag: Jacques Anque til. Vooropgesteld: de strijd om een unieke zesde Tourzege was Jac ques Anquetil vreemd. De Nor- mandiër wilde wel de beste zijn, duldde geen concurrentie, maar gaf weinig om dergelijke records. Het ging hem niet om een plaats in de recordboeken, liever genoot hij van het leven. Met volle teugen. Door zijn vijf de overwinning in 1964 was Aji- quetil niettemin uniek. Niet eerder had een coureur dat ge presteerd. Toen hij in 1966 van start ging, was dat dan ook niet om zelf nog eens te winnen, maar om „Poulidor te doen verliezen." Anquetils ploeg maat Lucien Aimar profiteerde van de rivaliteit tussen de twee kemphanen. Toch had Anquetil diverse kan sen om zesmaal de Ronde van Frankrijk te winnen. Al op 23- jarige leeftijd won hij zijn eerste ronde, in 1957. Het 'wonder kind' pakte vier etappes, waar onder een tweetal tijdritten. Je bent niet voor niks Monsieur Chrono natuurlijk. Een lange heerschappij werd voorzien. Maar Anquetil kon de belofte niet direct inlossen. Zijn privéleven verliep stormachtig, vrouwen en drank hadden gro te invloed. Bovendien maakte Anquetil voor de Ronde van 1958 ruzie in het Franse kamp door - uit angst voor interne concurrentie - te weigeren in een ploeg met Bobet én Gémi- niani te rijden. Hoewel de top pers van elkaar gescheiden wer den, reden ze elkaar tijdens de Tour van 1958 wel in de wielen. Charly Gaul profiteerde. En slaagde er nota bene in tijdens een tijdrit over geaccidenteerd terrein Anquetil een nederlaag toe te brengen. Enkele dagen voor Parijs moest Anquetil zelfs opgeven. Hij bleek een congestion pulmo- naire, een zeer zware longont steking, opgelopen te hebben. Toen hij bloed begon te hoes ten, vond Tourarts Dumas hc't Tourklasseringen Jacques Anquetil 1957: 1 1958: uitgevallen 1959:3 1960: niet gestart 1961:1 1962:1 1963:1 1964:1 1965: niet gestart 1966: uitgevallen genoeg geweest en adviseerde hij Anquetil af te stappen. Later bleek waar het was misgegaan. In een poging meer zuurstof op te nemen in de rit naar Aix-les- Bains trok Anquetil een dun, zijden wielertruitje aan. De wol len truien uit die tijd waren nog weinig comfortabel. Die dag re gende het echter pijpenstelen. Anquetil had zich onvoldoende aangekleed en raakte bevangen door de kou. Gaul weerstond de ijsregen beter, kwam met vele minuten voorsprong binnen. Ook in 1959 lag Anquetil over hoop met ploegmaten. Nu zat hij in een en dezelfde ploeg als Roger Rivière. In een hotelletje in Poigny-la-Föret sloten de twee concurrenten, en met hen ook Bobet en Géminiani, een niet-aanvalsverdrag. Ploeglei der Marcel Bidot was optimis tisch, maar Anquetil hield zij a twijfels. „Het hele jaar zijn Ro ger en ik concurrenten en uit gerekend in de Tour moeten we goed met elkaar kunnen op schieten. Omdat er landenploe gen rijden, wordt ons gevraagd hand in hand te rijden. Dat lukt natuurlijk niet, ik zal hem be strijden." Daarom ook bleek Anquetil niet eens teleurgesteld toen hij zich zelf bij aankomst in Parijs op de derde plaats terugvond. Dat Ba- hamontes en Anglade hem voorbleven deed minder pijn, de vreugde was vooral groot omdat Rivière twaalf tellen én een plekje achter Anquetil ein digde. Commotie In 1960 was Anquetil alle com motie zat. Hij richtte zich op de Giro, die hij - als eerste Frans man ooit - won. En liet de Tour glippen. Die Giro-overwinning gaf hem wel de status die hij verlangde. Bidot formeerde in 1961 de ploeg helemaal rond Anquetil. De coureur be schaamde dat vertrouwen niet. Op de eerste ochtend ging het geel nog naar De Blonde Pijl, mega-spurter André Darrigade, maar vanaf de tijdrit in de mid daguren zat het geel om de schouders van Anquetil. De Fransman won de twee tijdrit ten en verdedigde in de bergrit ten zijn voorsprong. Ook in 1962,1963 en 1964 - de landen ploegen waren inmiddels ve"ö vangen door merkenteams - pakte Anquetil het ultieme gö jf« al was in 1964 de marge met Raymond Poulidor slechts 55 tellen. Beproeving Eenmaal met vijf zeges op zak verloor Anquetil zijn liefde vo( de Tour een beetje. Weliswaar3'. won hij in 1965 zowel de ren Dauphiné Libéré en Bordeaux esp Parijs, door in de nacht na de slopende etappekoers direct door te reizen voor de monste irui tocht met gangmaking, maar Anquetil had geen trek in de drie weken durende beproe ving. „Bovendien, mijn contracten 8 stijgen niet meer als ik de Tou voor een zesde keer win. Maai red ik het niet, dan zakt mijn marktwaarde wel." Een jaar later kwam Anquetil nog één keer terug. Niet om t< winnen, maar om de bij het grote publiek populaire Pouli dor - met wie hij sinds een ak n kefietje in Parijs-Nice van dat jaar in grote onmin leefde - e« hak te zetten. Anquetil startte bij Ford weliswaar als kopmai maar had last van bronchitis gaf al snel het stokje over aan b Lucien Aimar. Gesloopt staptt hij op 11 juli af. 9) - De Tour duurde nog vier dage J" maar Anquetil had zijn missie volbracht. Nee, geen zesde Tourzege, maar ook Poulidor zou dat jaar niet winnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 14