De professor, het paard en de gehoorzaamheid Het zelfvertrouwen is weer terug bij Sjeng Schalken SPORT ZATERDAG ig JUNI 2004 SI Een kijkje in de keuken van het Tsjechische voetbal Kenri van der Steen vei Laten we het maar meteen vaststel- ^Tsjechisch voetbal is beter dan het i'I landse voetbal, technisch beter. Een inde keuken van het Tsjechische voet- u ;ert nog andere conclusies op. Rii jen Panenka. Prachtige stad, prachti- lai etballer. Penalty. Panenka was we- 'ai troemd zonder dat hij het zelf wist; de jonistische autoriteiten vonden het ji dat een simpele voetballer aanbeden en al helemaal niet omdat c7 as vanwege een briljante vlaag van Kt dteit en moed. De Panenka-penalty. ommunisme is intussen gestraald, het n heeft landgenoten van Panenka le- tnnen. Kort na de wedstrijd kun je ai jrn de coach van Slovan Liberec vra- ere (hij nog Nederlands spreekt. „Jaja." aai rnvaak Stanislav Griga, ex-spits van tv word, spreekt de taS nog vloeiend. s handig, want dan kan hij eens uitleg- reik een bizarre wedstrijd we net heb- itl ezien. laa lemie un iPraag-Slovan Liberec gaat om Euro- til toetbal, op het einde van de Tsjechi- 001 competitie, die net twee dagen eerder 100 leschrikt door een geweldige omkoop- idaal. Nog weer enkele dagen eerder de Tsjechische voetballerij opge- 1,1 door een ander geval: de leukemie aclav Kalousec, spelbepaler en beste ivan Slavia - pikant genoeg vorig jaar ampioen met Liberec. len niet meer dan 3 tot 4000 man in ladion van Slavia. Eén spandoek trekt ndacht: 'Fans of Alcohol'. Opvallend er nauwelijks een overtreding wordt lakt; het is vanwege de bij beide ploe rt jeliefde leukemiepatiënt. Nog iets valt 20 e techniek van de spelers. Daar kun- se in Nederland niet aan tippen! ijechen zijn altijd al vaardig geweest Ie bal. Zo ontstond ook het voetbal uit mubian School, het korte combinatie- p d waarmee meer midden-Europese landen groot werden. De Tsjechen schop ten het tot een status die bijna zo groot is als die van Oranje, hoewel de Tsjechische successen in een verder verleden liggen: twee keer (1934 en 1962) bereikte het toen nog Tsjechoslowakije geheten land de fina le van het WK, in 1990 gevolgd door een kwartfinaleplaats. Op het Europese toneel deden de Tsjechoslowaken het ook goed. Eerste in 1976, derde in 1980, tweede in 1996. Mooi, schoon voetbal, gebaseerd op de combinatie, steevast beantwoord door de tegenstander die zich in handbalformatie voor het eigen strafschopgebied opstelt. Dat is Tsjechisch voetbal. Opwinding ontstaat er deze wedstrijd al leen bij een afgekeurde goal. Een plukje toeschouwers heft meteen een nieuwe slo gan aan, bedoeld voor de scheidsrechter: 'Jij bent bij het pompstation geweest!' Pompstation Daar gebeurt het namelijk in Tsjechië, bij het pompstation. Twee dagen eerder is er door een zwaar bewapend politieteam een actie uitgevoerd bij een pompstation waar de bekende scheidsrechter Stanislav Hrus- ka en de technisch directeur van 1. FC Sy- not, Jaroslav Hastik, elkaar voor een kopje koffie troffen. Hastik had 5500 euro op zak, bedoeld voor Hruska, die in maart tot te vredenheid van Synot de wedstrijd tegen Sparta had gefloten: 2-0, via twee zeer du bieuze goals. Het bleek de opmaat tot een omkopings- schandaal van enorme omvang, zo ver moedt politiepresident Jiri Kolar. Hij dacht na de eerste verhoren dat zeker vijf scheidsrechters uit de hoogste afdeling en 14 van de 16 clubs betrokken waren' bij om kooppraktijken. Kolar werd echter snel bij gepraat door hogere instanties. Besloten werd tot begin juli een informatiestop af te kondigen - want de nationale ploeg moet van alle heisa natuurlijk niet de dupe wor den met het EK voor de deur... Afschuw De pers, inmiddels gewend aan de vrijheid van het woord, kwam met bittere aanklach ten, vooral in de richting van Jan Obst, de president van de voetbalbond, die in een reactie aangaf niet te denken, niet eens te dromen van aftreden. Hij voelde zich im mers gesteund door de voetbalbeweging. „Welke voetbalbeweging", sneerde de commentator van het dagblad 'Lidove no- viny", „die van goed verzorgde voetbaloffi- cials die corrupte scheidsrechters bedienen of de massa van voetbalfans die met af schuw deze toestand aanzien?" In het kantoor van de voetbalbond vertelt een juffrouw dat meneer Jan Obst afwezig is en niet komt. In het VEP-restaurant van de voetbalbond mogen we wel een vorkje prikken. Kleurrijk restaurantje: doelnet aan het plafond, ballen en suppoostpetten erin, aan de muur knalgroen behang met voet ballen. En dan loopt daar toch ineens Jan Obst. Beetje oostblokachtige figuur: treurig hoofd, treurige snor, treurige tred. Helaas, Jan heeft geen tijd, wil niet praten, we moe ten hem maar enkele vragen mailen. Stanislav Griga hoef je ook niet naar het onderwerp omkoping te vragen. Niemand binnen het Tsjechische voetbal lijkt bereid of in staat er iets zinnigs over te zeggen, an ders dan het bekende cliché van de bewij zen die er eerst moeten zijn. Griga is een hologige man met een getormenteerd ui terlijk, gekleed in een donker pak, met een donker overhemd, een donkere das en een donkere oogopslag; geen man die de hele dag lacht. Hij was spits van Feyenoord, maar geen typische Tsjechoslowaakse spits. „Het Tsjechische voetbal draait hele maal om techniek, overal elders wordt veel fysieker gespeeld. Ik was juist geen techni sche spits, wel sterk met de kop en met een goed gevoel in de zestien. Nee, niet zo bij Feyenoord, ik heb er minder gespeeld dan ik me had voorgesteld." Hij voetbalde na Feyenoord nog een jaar bij Rapid Wien en moest toen stoppen: heupblessure. Griga is nu vijfjaar coach. Hij kan oordelen over de scheiding die Tsjechoslowakije verdeelde in Tsjechië en Slowakije, wat beiden landen hun eigen competitie opleverde. „Voor Tsjechië is het goed geweest, voor Slowakije niet, daar is het spelpeil gedaald. Een groot voordeel voor Tsjechië is het vertrek van Patrick Ber ger geweest. Dat heeft zijn club geld opge leverd, maar het was ook een voorbeeld; de jeugd zag dat er geld te verdienen was met voetbal." - Superleven Een dag later traint Slavia Praag licht, maar wel communistisch lang, twee uur aan een stuk. Het is zo'n beetje de laatste keer dat Pavel Kuka aan de bal komt; het ziet ernaar uit dat hij gaat stoppen, de 36-jarige oud international, voormalig Voetballer van het Jaar, oud-prof van Kaiserslautern. Kuka heeft het voetbal-communisme en het voetbal-kapitalisme meegemaakt. „Het voetbal is veranderd. Vroeger was het ka- meraadschappelijker, we speelden meer voor de gein. Nu wordt de sfeer anders, meer zogenaamd professioneel, ook door de buitenlanders in de competitie. Wij heb ben een Hongaar, twee Brazilianen, twee Slowaken. Je hebt ook spelers uit de Oekra ïne, Serviërs. Geen topspelers, jongens die aardig kunnen voetballen. Meer professio naliteit is wel nodig. Er gaat meer geld om, dat geeft je ook verantwoordelijkheid." Hij vertelt ronduit wat er verdiend wordt. „Gemiddeld wordt er hier 20 tot 30.000 eu ro verdiend, sommigen zitten op 300.000 en een enkeling, zoals Poborsky, die trans fervrij was, heeft iets van 6 tot 700.000 eu ro." Is 20.000 euro genoeg voor een goed leven in Tsjechië? Kuka: „Een superleven!" Hij illustreert dat meteen op typisch Tsje chische wijze: „Een halve liter bier van het beste merk kost 20 kronen!" Dat is dus 65 Marek Heinz viert het winnende doelpunt van Tsjechië tegen Letland met Pavel Nedved (links) en Milan Baros. Foto: EPA eurocentjes voor een halve liter. Proost! Een biertje gaat er in bij de Tsjechen, in vroegere jaren vooral als troost. Kuka: „Wij zijn 150 jaar onderdrukt, dat zie je nog steeds terug. Als het moeilijk wordt, weet de Tsjech het niet meer. Wij zijn van nature nederig door die bezetting. Wij zijn een klein land en hebben alles over ons heen gehad, dan moet je verstandig blijven. On der druk kunnen we niet presteren. Maar er is wel eenheid. Bij het Nederlands elftal zie je dat niemand het zware werk wil doen. Bij ons wel. En als je bij ons in de nationale ploeg wilt, moet je wel in het potje vallen." In zijn Praagse kantoor wil Dr. Jaroslav Ne- kola wel iets zeggen over de Tsjechische ziel. Nekola is net terug van een congres in Parijs, hij is een van 's lands meest voor aanstaande sportwetenschappers. Het ge sprek gaat over de spelkwaliteit van de Tsjechische eredivisie (goed), de omkoping (niet goed), het Tsjechische gevoel voor hu mor (bestaat), het Tsjechische talent om te improviseren (bestaat minder) en de com mercialisering, tot Nekola iets zegt om te onthouden. „De Tsjechen zijn beïnvloed door de af hankelijkheid van grootmachten. Geduren de 300 jaar waren ze een deel van het Oos tenrijks-Hongaarse rijk, ze werden in de oorlog bezet door Duitsland en daarna 40 jaar lang door de Russen. Ze zijn gewend te gehoorzamen, maar weigeren af en toe. In sommige opzichten paste de bezetting een meerderheid, het gaf hen de illusie van ge lijkheid. Ik denk dat deze invloed nog in komende generaties te zien zal zijn." De Tsjech die gewend is te gehoorzamen, maar af en toe weigert. Jozef Chovanec kan het beamen. Hij was de vorige bondscoach van Tsjechië. Het werd een zooitje onder Jozef, want de selectie weigerde steeds va ker te gehoorzamen. Zelfs de brave Pavel Nedved, de modelprof, deed mee aan het ondermijnen van Chovanec' gezag. Jozef moest dus weg, Karei Brückner kwam. Twee jaar later zitten Pavel en Karei in Por tugal om er het EK 2004 te winnen. Twee langharige mannen, de een met bijnamen als II Guerriero (de krijger) en II Cannibale en ook gewoon Het Paard - vanwege zijn altoos in de galop wapperende manen - de ander met de simpele bijnaam De Profes sor. De eerste is multi-, multimiljonair, de ander sprokkelde zijn muntjes bij elkaar in provinciestadjes en werd nooit rijk. Brückner is wel een man die in het beeld van Tsjechië past: ernstig van blik, met het uiterlijk van een dirigent of een dichter, weinig spraakzaam, edel van buiten, waar schijnlijk ook van binnen. Nedved verte genwoordigt het beste van oost en west sa men: een geweldige discipline en be- roepsemst, een ontembare ambitie en een glanzende techniek. Slechts in de creativi teit blijft Pavel wat achter. Hij was wel de Europees Voetballer van het Jaar 2003. Vandaag gaan we zien of de Tsjechische voetballers nog een beetje willen gehoorza men. Karei Brückner zal ongetwijfeld een teamprestatie eisen. En hij zal hopen dat Pavel Kuka ongelijk krijgt, vandaag tenmin ste, en dat zijn Tsjechen wel onder druk kunnen presteren. Want ja, om nou te pro beren de scheidsrechter om te kopen... Gertjan van Geen ialen - Het tennisjaar van Sjeng Schal- speelde zich tot nu toe meer buiten de baan af. Omstandigheden waar een invloed op kon uitoefenen hebben ranking onder druk gezet. Een hotel- i en een geheimzinnig virus sloopten am en geest, waardoor hij voor het tien jaar ontbrak op een Grand- iloemooi. li heeft het plaatsingscomité van Wim- on nog steeds het volste vertrouwen in J door hem de twaalfde positie toe te j len. En Schalken voelt dat zijn top- nnakende is. „Zoals ik nu speel, kan ik Bmbledon goed presteren. Zelfs als ik eerste ronde een ongeplaatste hot- als Greg Rusedski tegenkom", zegt de II burger vol vertrouwen. laandag de nieuwe entry list van de wordt gepresenteerd, staat Sjeng fen voor het eerst sinds vier jaar bui- letoptwintig. De nederlaag in de eerste 01) !e van Rosmalen - de nummer 17 van fereld was titelverdediger - doet zich voelen. Op Wimbledon heeft Neer- :"f li beste tennisser een kwartfinale te III kdigen. Schalken kijkt al een paar maanden jineer naar de wereldranglijst. Voor isu ibegint het jaar eigenlijk nu pas. „Zoals ti nu voor staat is het te vertroebeld. Er te veel gaten in het jaar. Ik ga weg- h en tot Rosmalen volgend jaar zal ik ttf'het stof moeten kruipen. Misschien n [J I ik de kleinere toernooien gaan spe- iMaar ik weet dat, als ik fit ben, er niet spelers zijn die van mij kunnen win- Öat zelfvertrouwen heb ik. Ik heb nu k]r het gevoel dat ik tegen de stroom in iwemmen." tag er allemaal zo goed uit. Schalken vde eind vorig jaar („Die ring heb ik niet afgedaan") en beleefde een prima ;tI1 lensstart. In Chennai bereikte hij de i e finale en op Australian Open bereikte mor het eerst de vierde ronde. Alles erop dat hij voor het eerst in zijn car- de toptien ging halen, iets wat alleen Sjeng Schalken: „Ik weet dat, als ik fit ben, er niet veel spelers zijn die van mij kunnen winnen." Foto: EPA Tom Okker en Richard Krajicek voor hem presteerden. Maar tijdens de eerste ronde van de Davis Cup tegen Canada werd hij ziek. Schalken negeerde het sluimerende virus, omdat zijn lichaam wel vaker tegen had gesputterd. Hij dacht dat hij harder moest trainen om de vermoeidheid uit zijn lijf te krijgen en brak daarmee zijn lichaam stukje bij beetje verder af. Fysiotherapeut André van Alphen hielp hem weer op de been. Eenmaal fit volgde een nieuwe tegenslag. Bij een hotelbrand in Rome, waar drie mensen het leven lieten, zaten hij en zijn vrouw Ricky opgesloten op de bovenste etage. Ze waren nooit in direct levensgevaar, maar het waren angstige mo menten. De mentale klap volgde later. „Die brand heeft zijn uitwerking gehad. In het begin niet. Ik ging gewoon tennissen, want daarvoor waren we gekomen. Maar het adrenalineshot, het bang zijn en de hele rompslomp eromheen kostten zo veel energie, dat ik afzegde voor Roland Garros. Ik had niet eens de rust meer om een mid dagslaapje te doen. Natuurlijk had ik graag mijn 26ste Grand-Slamtoemooi op rij ge speeld, maar ik had er geen zin in om op de baan te gaan staan en afgeslacht te worden. Ik wil alleen tennissen als ik competitie kan geven." Schalken trok zich terug in zijn apparte ment in Monaco om weer op adem te ko men. „Ik heb tien dagen lang uitgeslapen tot 12 uur. Na een laat ontbijtje zijn we tot een uur of vijf op het strand gaan liggen. Na vier of vijf dagen droomde ik niet meer over tennis en was ik weer in st-aat om 's avonds mijn conditietrainingen te doen. Ik merkte ineens dat ik fit genoeg was voor Queen's. De basis was hoog genoeg om weer te presteren." Zijn arbeidsethos heeft hem gebracht waar hij is. Veel tennissers kunnen een voor beeld aan hem nemen. Nooit had hij ge dacht zo ver te komen. Daarvoor had hij simpelweg te veel tekortkomingen. „Het enige wat ik van nature heb, zijn een fore hand en een backhand. Ik had geen over zicht, ik was een heethoofd, mijn lichaam is een doorlopend probleem en ik heb geen service. Ik kan er slecht tegen dat ik niet goed kan serveren en daarom sta ik elke dag een mandje ballen te serveren om het gat niet nog groter te laten worden. Het grappige is dat ik in de statistieken altijd heel hoog sta met het percentage eerste service. En ik mik toch echt op de lijnen. Dat is mijn vakmanschap en dat van de mensen om mij heen. Ik leg de lat heel hoog. Ik moet wel, want alles wat aange leerd is, kan zo wegvallen. Ik zie een hoop spelers onder mij, die veel meer kwaliteiten hebben, maar niet hard werken en niet goed bezig zijn." Het houdt hem in moeilijke periodes als deze op de been. Hij geeft toe dat hij even in paniek is geweest en dat hem dat niet snel overkomt. Dat hij het gevoel heeft ge had dat hij van niemand meer kon winnen en daar slechter van sliep. Maar de basis, het voetenwerk, is terug. Hij kan weer bij alle ballen, hoeft niet achteruit te lopen en kan een tegenstander weer bij de strot grij pen. „Mijn spel klopt al heel snel als mijn benenspel goed is. Tennis is een reactie- sport. Ik probeer tijdens een rally grond te winnen, sneller te spelen dan mijn tegen stander, zodat hij minder tijd heeft. Als ik een metertje te ver naar achter sta en ik krijg een kans, dan sta ik verkeerd. Nu hoef ik me geen zorgen meer te maken. Mijn spel begint samen te vallen. Als ik bij de bal kan, kan ik tennissen." Op Wimbledon moet de wederopstanding komen. Niet hotshot Rusedski, maar diens landgenoot en wildcard Lee Childs staat te genover hem in de eerste ronde. Hoewel de US Open hem sportief het meest heeft ge bracht met een halve finale in het enkel- en dubbelspel en een juniorentitel, bezorgt Wimbledon hem het mooiste gevoel. Daar kan Schalken af en toe uit zijn schulp krui pen tijdens een wedstrijd. „De eerste vier keer was het niks, want ik verloor steeds in de eerste ronde. Maar het is fantastisch. Van Wimbledon kan ik echt genieten. Het heeft een lievere sfeer. Ik heb e«i paar keer op het centre court mogen spelen. Elke stoel is daar bezet. Er is geen plek leeg. Net als in een theater."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 9