'Het komt hier nooit meer goed' 'De roulette is voor de Russen geschapen' Na terroristische aanslag is alles anders in Madrileense wijk Lavapiés leder jaar verrijzen er in Moskou nieuwe, nog grotere paleizen van neonlicht en bladgoud met ontelbare tafels voor poker, roulette, baccarat en blackjack. 'De roulette is geheel en al voor de Russen geschapen', schreef Dostojevski anderhalve eeuw geleden al. De gokverslaafde Russische schrijver had gelijk, weten de casinobazen van Moskou. door Frank Hendrickx de casino's non-stop eten en drinken langs de speeltafels. Alles is gratis, maar iedere gast moet voor minstens vijftig dollar fiches kopen. De fiches kunnen ingewisseld worden, maar dat is theo rie. Iedereen die eenmaal binnen is, gaat spe len, weten de uitbaters. „Russen gokken als idioten", zegt de Britse manager van een van de grootste casino's van de stad die anoniem wil blijven. Hij heeft in Engeland gewerkt en later zijn sporen ver diend in illegale casino's van Den Haag en Amsterdam, maar vergeleken met Moskou was het kinderspel. „Nergens wordt er zo grof gespeeld als hier." Er bestaat tussen de casino's een bikkelharde concurrentiestrijd om de grote spelers die hun geld verliezen in de speciale vipclubs van de casino's. Er zijn spelers met kredieten van vier miljoen dollar. Niemand doet daar moeilijk over, want 'je wil niet dat zo'n klant naar een ander casino overloopt'. Periodiek wordt een deel van het krediet afge lost, maar de schuld heeft een permanent ka rakter. „Daar kunnen we mee leven", zegt de manager. „Uiteindelijk zijn het voor ons maar fiches." Het eerste casino van Moskou opende de deu ren in 1989. Sindsdien heerst er gokkoorts in de stad. Ieder jaar groeit de industrie volgens schattingen 30 tot 50 procent. In heel Rusland zouden er 250.000 mensen werkzaam zijn in de branche en jaarlijks int de staat zo'n 700 miljoen dollar aan winstbelasting. De rek is er nog niet uit. De afgelopen twee jaar zijn er alleen in Moskou 4200 nieuwe li centies voor gokkasten en casino's uitgeschre ven. De Russische hoofdstad is daardoor uit gegroeid tot het Mekka van de gokindustrie. Overal zijn speelautomaten, in de metro, in hotels, in winkels en cafés. In alle grote straten verrijzen gokpaleizen van neonlicht en bladgoud die elkaar proberen te overtreffen in exorbitante prijzen. Win 50.000 dollar! Win een Bentley! Win een reis naar Hawaii! Alles kan in Moskou, met een beetje geluk. 'Ginder lag de rijkdom misschien op mij te- wachten! Het vreemde is dat ik zonder nog gespeeld te hebben al handel, voel en denk als een rijkaard en mij zelf niet meer als iets anders kan voorstellen." Uit: Fjodor Dostojevski, De Speler. De populariteit van het gokken is deels te ver klaren uit nieuwsgierigheid. In de Sovjetunie was gokken verboden. Het werd beschouwd als een symptoom van de Westerse decaden tie. Na de val van het communisme stortten veel mensen zich op de verboden vrucht. Bo vendien is het bekend dat mensen zich in on zekere tijden eerder overgeven aan slechte gewoontes, zoals drinken, roken, drugsge bruik en gokken. „Dat verldaart niet alles", vindt de psychiater Aleksej Magafin, die in zijn privé-kfiniek, recht tegenover de speelhal Vulkaan - men sen met igramania, gokkoorts, behandelt. Het kansspel speelt volgens Magafin precies in op de zwakke plekken van de gemiddelde Rus. „Gokken is overal een gevaarlijk feno meen, maar in Rusland nog meer dan el ders." Magafin spreekt van een 'adolescente samen leving'. „Wij willen geloven in sprookjes, in wonderen, in snelle oplossingen voor al onze problemen. Dat is precies wat de casino's in de aanbieding hebben. Bovendien zijn we opgegroeid in een autoritaire samenleving. We hebben weinig besef van eigen verant woordelijkheid. We kennen geen grenzen, weten niet wat wel kan en wat niet. Dat zie je terug in het drinkgedrag, maar ook bij het gokken. Russen zijn maximalisten: alles wat we doen, doen we extreem." De psychiater vindt dat de gokindustrie aan banden moet worden gelegd, maar zijn plei dooi is aan dovemansoren gericht. „Parle mentariërs zien het probleem niet. Boven dien gaat het om erg veel geld: ik ben er van overtuigd dat een aantal Doema-leden op de loonlijst van de casino's staat." Magafin kent de statistieken uit Amerika. In een straal van vijftig kilometer rond een casi no stijgt het aantal faillissementen met 30 procent en de criminaliteit met 10 procent. „Er staat ons dus nog heel wat te wachten", Het is een doordeweekse avond in ca sino Kristal aan de straat van de Marxist in Moskou. De in minuscule blauwe rokjes gestoken serveersters hebben moeite om het aantal bestellingen bij te hou den. Een Kaukasische jongeman aan het hoofd van de tafel spoelt met mineraalwater zijn toastjes met zwarte kaviaar weg, de ze nuwachtige Rus met de paardenstaart houdt het op cognac en de in een zwart pak gestoken dikkerd drinkt afwisselend abrikozensap en wodka. De spelers zijn nog druk bezig de tafel vol te stapelen met fiches, als de croupier voor de tweede keer zegt: 'geen inzetten meer', rien ne va plus. Iedereen staart nu naar de geruisloos draaien de roulette. Het balletje stuitert, lijkt in het vakje 21 te vallen, maar belandt dan met de laatste kracht in het vakje met het cijfer 8. Het gezicht van de Rus betrekt. De Kaukasiër laat een scheldwoord uit zijn mond ontsnappen. Alleen de dikke zakenman is beloond door de roulette. Hij nipt aan zijn abrikozensap en int stoïcijns zijn winst. Verderop in het casino voert een groep in ve ren en zilver ondergoed gestoken vrouwen een dansje uit op de muziek Van de Village People: "Young man there's no need to feel down. I said, young man, pick yourself off the ground...Toepasselijk, maar niemand die er aandacht aan besteedt. 'De Rus is verheugd en belust op methodes als bijvoorbeeld de roulette, waar je in twee uur tijd plotseling rijk kunt worden zonder je te hoeven inspannen. Dat bekoort ons in hoge mate; maar aangezien wij ook in het wilde weg spelen, zotider ons enige moeite te getroosten, zijn wij ook daar gedoemd te verliezen!' Uit: Fjodor Dostojevski, De Spe ler. Nieuwe kansen zijn er altijd in Moskou, de stad met de meeste casino's van Europa. Of het nu het Golden Palace is aan de Leningrad straat, Metalitsa aan de Arbat, Casino Faraon aan de Leninstraat of Shangri-la aan het plein van Poesjkin, overal draait de roulette 24 uur per dag, zeven dagen per week. In de bijna zestig casino's en tweeduizend speelhallen van de stad is er geen onderscheid tussen dag of nacht. Nergens hangen klokken en het daglicht wordt buiten gehouden als een ongenode gast. Jonge serveersters brengen in 'Op dat moment had ik er mee uit moeten scheiden, maar ik werd door een vreemd ge voel aangegrepen, ik wilde het noodlot tar ten, bespotten, er de tong tegen uitsteken. Ik zette de hoogst toegestane inzet in, vierdui zend gulden, en verloor'. Uit: Fjodor Dosto jevski, De Speler. „Het is heel grappig", vindt Volkin. „In het boek spelen de Duitsers en de Engelsen met een sys teem en ze hebben een grens. De Russische helden niet natuurlijk. Op een gegeven moment komt er een oma uit Rusland naar Rouletten- burg. Ze is nog nooit in een casino geweest, maar uiteindelijk verliest ze, geheel conform het Russische karakter, alles!" Dostojevski werd zijn hele leven opgejaagd door aanmaningen, dwangbevelen, schuldei sers en deurwaarders. „Maar hij stopte pas toen het gokken ook in Duitsland werd verboden", zegt Volkin. Dat zit er in Moskou voorlopig niet in. Dus draait de roulette door in het Las Vegas aan de Moskva, 24 uur per dag, zeven dagen per week. Dit was het laatste verhaal dat Frank Hendrickx als GPD cor respondent vanuit Moskou heeft geschreven. verzucht de psychiater. „Kijk om je heen. Mos kou is één groot Las Vegas." Nieuw is het probleem niet. Ook in de tsaristi sche tijd werd er volop gegokt, maar het bleef beperkt tot de elite. Bijna alle grote Russische schrijvers vielen voor de verleidingen van het kansspel. „Lermentov, Poesjkin, Tolstoj, ze hiel den allemaal van gokken", zegt de literatuur professor Igor Volkin. „Het gokken speelt een enorme rol in de Russi sche literatuur. Kijk naar de Hermann uit het boek Schoppenvrouw van Poesjkin. Die verliest alles door het kaartspel. Of Nikolaj Rostov uit Oorlog en Vrede van Tolstoj. Die kan niet trou wen met Sonja, omdat hij zwaar heeft verloren bij het kaarten. Hij moet op zoek naar een rijke re vrouw. Het is een terugkerend motief: helden die door het gokken in de problemen komen." De grootste gokker van allemaal was natuurlijk Fjodor Dostojevski. In bijna al zijn boeken speelt gokken een grote rol, maar in de roman 'De Speler' is de roulette zelfs de hoofdrolspeler geworden. In de fictieve stad Roulettenburg - gemodelleerd naar het Duitse kuuroord Wies- baden - raakt het alter ego van Dostojevski to taal verslaafd aan de roulette. ZATERDAG 19 JUNI 2004 E II VOO fna leu lev ;nei ifte ie s iet nhi ziji !anf En Nieuwe kan Wi zijn er altijd 3 T Moskou, de met de meikei casino's van ijle ropa. Foto's: GPD ans als de pest. „Ik weet niet eens of het hier echt onveiliger is gewor den, maar het idee alleen al dat ze hier dit soort plannen hebben zitten uitbroeden." Ze kende Jamal Zoügam, een van de hoofdverdachten van de aansla gen, wel van gezicht. „Ik geloof zelfs dat ik mijn mobiel wel eens bij hem heb laten opladen." Op nummer 17 van de Calle Tri- bulete is de telefoonwinkel 'Nue- vo Siglo' (Nieuwe Eeuw) van Zougam. Locutorio (spreekka mer) heet zo'n winkel in het Spaans omdat je er vroeger alleen kon opbellen. Tegenwoordig kunnen de klanten er ook geld overmaken naar hun families in het moederland en mobiele tele foons kopen en hun beltegoed opladen. Dankzij een niet ont plofte bom in een rugzak in één van de Madrileense 'dodentrei nen' kwam de politie er snel ach ter dat de mobiele telefoontjes die de explosieven tot ontploffing brachten, afkomstig waren uit de locutorio van Zougam. Later bleek pok dat twee getuigen hem met een rugzak in de trein had den zien stappen. Het verwron gen ijzer van de rolluiken van de telefoonwinkel op nummer 17 is de stille getuige van de inval door de politie twee dagen na de aan slagen. De tekst van een gefrus treerde buurtbewoner op de muur van het pandje wenst de ei genaar naar zijn eigen hemel. Zougam was een vaste bezoeker van bar-restaurant Alhambra, schuin tegenover. Om elf uur in de ochtend telt de bar vier bezoe kers van Marokkaanse afkomst die aan een tafeltje thee zitten te drinken. Aan de bar praat een Spaanse klant met de Marok kaanse eigenaar. Ze hebben alle maal Zougam wel eens gezien, maar weigeren verder elk com mentaar op de gebeurtenissen die zich in hun wijk hebben afge speeld. „Journalisten schrijven toch wat ze zelf willen." De Spanjaard is iets toeschietelijker. Volgens hem is dit een gewone bar, waar allerlei mensen komen. Hij vertelt dat de Marokkanen in de wijk sceptisch staan tegenover de arrestatie van Zougam. „Ze geloven niet dat hij schuldig is aan de aanslagen." De oude Antonio die met zijn 77 jaar nog een vaderlijk oogje in het zeil houdt op zijn antiekzaak die door zijn zoon en neef wordt gerund, had al wel langer in de gaten dat het de verkeerde kant op ging met Lavapiés. „Wij Twee dagen na de aanslagen in Madrid arresteerde de politie een van de hoofdverdachten in Lavapiés, één van de oudste wijken van de stad. Tien jaar geleden nog een gewone, gezellige arbeidersbuurt, zegt Miguel, Alle straten van Madrid lijken er samen te komen, maar sinds kort ook het kwaad, vrezen de oude buurtbewoners. Een politieauto stopt aan de lan ge zijde van de Plaza Lavapiés. De agent die uitstapt wil de pa pieren zien van de drie jonge mannen op een bank. Ze hebben een Arabisch uiterlijk. De vrou welijke collega houdt, geleund op het portier, de omgeving in de gaten. Aan de overkant van het plein verdwijnen een paar man nen schielijk in één van de nau we straatjes. Anderen blijven kij ken hoe het afloopt. Sinds de aanslagen van 11 maart is dit het dagelijkse beeld gewor den. Met vaste regelmaat pa trouilleert de politie in de buurt. Meer om de bewoners gerust te stellen dan om mogelijke terro risten op te pakken, want die zijn er waarschijnlijk niet meer. De gedachte dat de aanslag met 192 dodelijke slachtoffers hier werd beraamd, en door mensen uit de ze buurt werd uitgevoerd, stemt de bewoners niet vrolijk. De 45- jarige Madrileense Pilar heeft een kleine werkplaats in de Calle Lavapiés, waar ze antieke meu bels van burgers uit de rijkere wijken verderop restaureert. Ze heeft zich altijd thuis gevoeld in deze buurt, maar dat is de laatste tijd veranderd. Sinds de arresta ties mijden haar klanten de buurt Spanjaarden zijn veel te tolerant. We hebben alles maar toegela ten, omdat we willen dat ieder zijn vrijheid heeft." Met zijn stok wijst hij een aantal winkelpand jes aan. „Hoe kan het dat die worden gekocht en twee maan den later weer worden verkocht voor bijna het dubbele? Waar komt al dat geld vandaan?" De oude man zegt het niet te weten, maar één ding weet hij wél zeker: „Het is niet op een eerlijke ma nier verdiend. En dan krijg je dit soort dingen." Voor station Ato- cha, waar op 11 maart de doden treinen nooit aankwamen, herin nert een heuvel met een cypres voor elke dode aan de massa moord. Op het perron branden nog de rode kaarsjes die door de reizigers elke dag weer worden aangestoken. En dat vinden de bewoners van Lavapiés het meest cynische; dat hun station juist zo getroffen werd door terroristen uit hun eigen buurt. De oude San Isidro school aan de rand van de wijk, waar de meeste kinderen uit Lavapiés onderwijs krijgen, speelt een belangrijke rol in het dagelijkse bestaan. Veertig procent van de 1200 leerlingen is van buitenlandse afkomst, vertelt directeur Isabel Pinar. Ze doet De Plaza Lavapiés is het hart van de wijk waar iedereen bij elkaar komt. Foto: GPD/Henk van den Boom. door Henk van den Boom hardnekkige pogingen om de problematiek van de wijk buiten haar school te houden. Pas na enige tijd zegt ze aarzelend dat de aanslagen alles hebben veran derd, maar „wij zien het niet als onze taak om de discussie hier over aan te snijden." De directeur geeft toe dat de angst in de wijk is toegenomen en dat de kinderen dat ook moe ten voelen. „Maar op school pra ten we niet over deze problema tiek." Terug op het gekke driehoekige plein, bij de ingang van de metro, op zijn vaste stek, staat de werk loze arbeider Miguel. „Ik zie al les, ik weet alles wat zich hier af speelt. Maar wat op 11 maart is gebeurd, had ik zelfs niet kunnen fantaseren. Ik dacht dat we in een multiculturele tolerante wijk woonden, waar ieder zijn eigen leven kon leven. Dat je je zö kunt vergissen. We vertrouwen nie mand meer. Het komt nooit meer goed."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 6