'De koningin,
lie omhels ik'
Broodtocht langs de onderduikers
Iro Ruijzing zat negen jaar in een dodencel
Bakker verdeelt elke zaterdag honderd kilo brood
„Hij is een opportunist", zegt zijn vriendin „een man die het beste
uit een situatie weet te halen en sociaal heel vaardig is".
Taxichauffeur Pedro Ruijzing (46) kreeg de doodstraf wegens
heroïnesmokkel, maar is al bijna vijf maanden thuis in Enkhuizen.
Negen jaar zat hij in het beruchte Bangkok Hilton: „Ik snap niet dat
mensen nog drugs smokkelen nu ze de risico's kennen."
ZATERDAG
19 JUNI
hiel Kuijt
nsterdamse marktkoopman
Kuijt zit sinds 1997 vast in
laise cel voor drugssmokkel,
sprak de rechter hem vrij,
tiet hoger beroep kreeg hij
jar toch levenslang. Als hij in
opnieuw levenslang krijgt,
op grond van een onlangs
iteri verdrag, vragen om na
cel het resterende deel
1 straf in Nederland uit te
U et is raar om onder de dou-
che te gaan. Ik wist niet
I I hoe zo'n moderne kraan
werkt met één hendel. Ik kreeg er wel
water uit, maar ik moest mijn broer roe
pen voor warm water. In de gevangenis
in Bangkok hadden we een emmer om
water over ons heen te gooien.
Het is ook heel bijzonder om zelf het
licht aan en uit te doen. Ik slaap nu weer
op een matras en eet aan tafel. Dat is
raar als je dat zo lang niet hebt gedaan,
ik begin er al weer een beetje aan te
wennen. Dat ik mijn
huis uit kan lopen als
ik dat wil en de straat
op gaan, dat is vrij
heid! Ik hoef niemand
meer toestemming te
vragen om een eitje te
bakken.
Die mobiele tele
foons, iedereen heeft
zo'n ding! Ik ook,
maar het duurde drie
weken voor ik ermee
kon bellen. Het is
puur science fiction
hier! Ik zit iedere dag
op het internet en
dan merkje wel dat je
negen jaar bent weg
geweest. Vorige week
heb ik voor het eerst
een cd gebrand met muziek. Ik kende
alleen maar cassettebandjes van vroe
ger.
Ik word 's nachts wakker, badend in het
zweet en ik weet niet waarom. Ik kan me
geen dromen herinneren. Dan kijk ik
om me heen en als ik zie waar ik ben, is
het weer goed. Ik ben ook ineens bang
in het donker. Als ik 's nachts naar de wc
ga, doe ik het licht aan, anders durf ik
niet.
door Theo Haerkens
Koningin Beatrix was op staatsbezoek in
Thailand en op de vierde dag kwamen
er ineens twee Thais naar me toe: 'Ze
zeggen dat jij vandaag of morgen wordt
vrijgelaten.' Dat hadden ze gehoord van
de bewaker van de afdeling doodstraf.
Die kijkt elke dag in een boek wie er van
'doodstraf naar 'levenslang' gaat en wie
er gratie krijgt. Ik had eerder al via vrien
den van een Kamerlid gehoord dat onze
zaak op de agenda van de koningin
stond. Maar ja, wat zijn wij nou op haar
agenda? Je zit daar niet voor niets! Als ik
de koningin ooit tegenkom, omhels ik
haar! Ik ben alleen maar vrij omdat zij in
Thailand was. Toen we op de tweede
dag van haar bezoek tv zaten te kijken,
zei Machiel Kuijt nog: 'Dat is jouw naam
die daar op dat papier stond.' Geintje. Ik
zeg nog: jongens hou op. Ik heb hier
geen zin in! Hij belt me wel eens. Dan
hoor ik de gevangenisgeluiden weer, het
Chinees, het Thais. Het is gek, maar dan
mis ik dat wel.
Ik werd omgeroepen, iedereen juichen.
'Ga maar zitten', zegt die bewaker. 'Ik
heb hier een brief van de koning, je gaat
naar huis.' Het was een complete ver
rassing, want er was in geen jaren een
gratieverzoek ingewilligd!
Ik kreeg een half uur om mijn spullen te
pakken. Ik had niet eens tassen, dus die
kreeg ik van de andere jongens. Ik had
geen lange broek, geen schoenen, niets.
Ik heb mijn kleren, foto's en brieven in
vijf plastic tassen gestopt. Dat moest al
lemaal heel snel. Mijn andere spullen
heb ik verdeeld onder de jongens: mijn
tv, de ventilator en ook de kastjes waar
mijn spullen in zaten. Die moet je van
de bewakers kopen. Ik heb ze alle zes
aan Machiel Kuijt gegeven.
Een dame van de ambassade vroeg wat
voor maat kleren en schoenen ik had,
maar dat wist ik niet. Toen heeft ze op
Pedro Ruijzing in januari van dit jaar. De Nederlander kreeg gratie tijdens het staatsbezoek van de koningin aan Thailand. Foto: ANP
het oog wat gekocht. Ze had op het
vliegveld een kamertje geregeld waar ik
me kon opfrissen en nieuwe kleren aan
kon doen. Met de ambassadeur heb ik
mijn eerste ijskoude Heineken gedron
ken. Toen ik eindelijk in het vliegtuig zat
dacht ik: Ga nou omhoog! Stijg nou op!
Je blijft toch een beetje bang dat ze je er
weer uithalen. We vertrokken, ik keek uit
het raampje en zei: 'Dag Thailand'. Ik
sta nu op de zwarte lijst, maar dat kan
me niets schelen. Ik ben er lang genoeg
geweest.
Op 24 januari stond ik op Nederlandse
bodem. Er lag sneeuw, dat is raar hoor!
De andere passagiers vroegen of wij ook
op vakantie waren geweest. Een Thaise
stewardess verbood ons om uit te stap
pen: 'Je moet blijven zitten, even wach
ten!' Vier marechaussees haalden ons
op. Je wilt niet weten wat er in de hal al
lemaal voor pers stond te wachten! Wij
gingen via een zijuitgang bij de slurf
naar beneden. Daar stond iedereen: fa
milie en vrienden.... Ik ben op mijn
knieën gegaan en heb de grond gekust,
want dat had ik me voorgenomen.
Ineens was ik in Nederland en moest ik
me maar zien te redden. Ik leun zwaar
op mijn vriendin die ik al achttien jaar
ken en op andere mensen. Dat is niet
leuk.
Toen ik in Nederland aankwam bestond
ik gewoon niet meer: Ik had geen SoFi-
nummer meer, want dat vervalt na vijf
jaar, en ook geen rijbewijs. Ik moest ge
woon opnieuw worden geboren. Voor
Machiel Kuijt, die de beschuldigingen
aanvecht, is het allemaal veel erger dan
voor mij.
Ik ben een klootzak geweest en was ge
woon schuldig. Klaar. Dan moet je boe
tenIk waarschuw altijd: 't Is het niet
waard! Doe het nou niet! Maar de afge
lopen drie jaar zijn er in Thailand vijf
tien man bijgekomen wegens drugs, on
der wie tien Nederlanders.
Had ik toen maar in de krant gelezen
wat er dan met je gebeurt. Als je dat
weet, denk je wel vijf keer na! Ik heb
maar één keer nagedacht. Nu, na al die
publiciteit over ons... Dan snap je ge
woon niet dat mensen het risico nog ne
men.'
De vergelijking met
onderduikers in de Tweede
Wereldoorlog dringt zich op. De
angst, de armoede en de totale
afhankelijkheid van de
plaatselijke bevolking.
Broodbrenger Gerard Huisman
rijdt langs de legalen in de
Noodopvang.
door Ellen Willéms
oodopvang
Noodopvang is - vaak met steun van gemeenten
Gegeid voor asielzoekers die wel uit de asielzoe-
icentra zijn gezet omdat hun procedure is afge-
maar nog niet zijn uitgewezen. Ze kunnen sta
tos zijn of geen papieren meer hebben. Het kan
■lat hun geboorteland hen niet wil terugnemen,
gebeurt vaak bij Koerden of christenen uit Syrië
'j Chinezen. Het kan zijn dat hun geboorteland
tmeer bestaat of dat het daar zo'n chaos is dat er
'stè regelen valt, zoals in Somalië. Noodopvang is
strikte voorwaarden verbonden. De asielzoekers
niet illegaal zijn. Het duurt maximaal een
'jaar. In die periode krijgen de vluchtelingen 'bed,
jen brood' en zakgeld. Ze moeten actief meewer
kt) hun vertrek uit de Noodopvang.
Een paar honderd broden
stopt hij iedere zaterdagoch
tend in zijn auto. Honderd ki
logram aan broden, kadetjes en
krentenbollen die in de supermark
ten zijn blijven liggen en terug zijn
gegaan naar een Doetinchem.se
broodfabriek. De hele dag is Gerard
Huisman daarna onderweg om het
eten uit te delen. De broodbrenger,
noemen ze hem. Geen zaterdag zal
hij overslaan.
Hij gaat naar het gezin met drie kin
deren dat in de kelder van de Onze
Lieve Vrouw-parochie woont. En
naar de familie die haar intrek heeft
genomen in een golfplaten aanbouw
achter een houten schuur op het
platteland. Honderden kilometers
rijdt hij met zijn volgeladen wagen.
Om brood te brengen voor een hele
week. Alleen in Doetinchem zitten al
tientallen mensen in de Noodop
vang. Legalen worden ze wel ge
noemd: buitenlanders die (nog) in
Nederland verblijven, maar nergens
recht op hebben. Ze zijn het asiel
zoekerscentrum uitgezet omdat ze
de procedure voor een verblijfsver
gunning hebben verloren. Of ze zijn
statenloos. Nederland wil niet dat ze
blijven, maar hun thuisland wil ze
niet terug, vaak vanwege geloof of
ras. Ze mogen niet werken, krijgen
geen uitkering of woning. Zonder
mensen als Gerard Huisman en de
tientallen andere vrijwilligers zou
den ze het niet redden.
Over een kronkelig weggetje gaat het
richting een boerderij op.landgoed
De Slangenburg, in het buitengebied
van Doetinchem. De familie Ebbers
woont op deze plek in het coulissen-
landschap van de Achterhoek. De
zomerbloeiers in de potten, fraai
aangelegde tuin rond een prachtig
huis. Een paadje leidt naar de ach
terkant van een schuur. Daar, niet te
zien vanaf de doorgaande weg, staat
het onderkomen van het gezin Be-
drosian. Een kleine zomercaravan,
enkel plaatwerk als dak.
De hele winter hebben ze hier door
gebracht met hun negenjarige zoon
en zesjarig dochtertje. Het matras en
de dekens waren aldoor nat. De kin
deren hoesten van de kou. „Dag Ge
rard", zegt Nuba met zachte stem.
Een klein glimlachje heeft ze nog
voor de man die haar wekelijks
meerdere keren bezoekt. Nuba is
een doodvermoeide vrouw. Mager,
een doffe huid en ogen waar ieder
sprankje leven in gedoofd is. Ze
vluchtte zes jaar geleden met haar
gezin uit Syrië, belandde in een Ne
derlands asielzoekerscentrum en
kreeg een jaar geleden te horen dat
ze daar werd uitgezet. Nu woont ze
op deze paar vierkante meters met
haar psychotische man en twee kin
deren. Echtgenoot Kajhan zit naast
haar. Zijn gezicht verbeten van de
pijn terwijl hij over de stomp wrijft
die ooit zijn been was. „Hij heeft
continu verschrikkelijke pijnen",
weet Gerard. Grootste probleem is
echter zijn psychische nood. Psy
choses, nachtmerries, angsten,
doodsgedachten teisteren hem en
zijn gezin. Door martelingen in een
Syrische gevangenis heeft hij nu een
posttraumatische stressstroornis.
Een psychiater van GGNet heeft
vastgesteld dat hij niet uitgezet mag
worden voordat hij behandeld is en
'zich sterker voelt'. „Hij schreeuwt 's
nachts en hij loopt heen en weer",
vertelt Nuba. „Wij kunnen geen mi
nuut slapen." De gordijnen zijn al
maanden dicht. „Hij is bang dat de
Geheime Dienst in de bosrand naar
hem kijkt."
Daar komt de angst van een moge
lijk naderende uitzetting bij. Als hun
procedure negatief uitvalt, zullen ze
op een ochtend wakker worden ge
maakt door de politie. Door de
spanningen in het gezin gaat het
jongste kind zwerven. „Ze komt
soms pas om tien uur 's avonds
thuis", zegt haar moeder. De kracht
bij de moeder ontbreekt om het
meisje binnen het gezin te houden.
Gerard brengt brood en een krant.
Regelt kleren voor de kinderen en
voert gesprekken met de geestelijke
hulpverlening om een plek in een
psychiatrische kliniek voor Kajhin te
regelen. „Ik ben onafhankelijk, dus
ik kan doen wat ik denk dat goed is
voor deze mensen", aldus Huisman.
Door een ernstig ongeluk is hij ar
beidsongeschikt geraakt. „Ik ben in
mijn leven altijd al doende geweest
met mensen die vastliepen, die daar
niet zelf voor hadden gekozen. Het is
plezierig om zulke mensen aardige
dingen aan te reiken."
Dus gaat hij dagelijks op pad. Mee
naar de apotheek, de huisarts, naar
de kringloopwinkel voor tweede
handsmeubels. „Ik ga met ze mee
naar de ambassade of de Vreemde
Gerard Huisman brengt elke zaterdag een auto vol brood naar de mensen in de noodopvang. Foto: GPD/Jan van den Brink
lingendienst. Als er niemand bij is,
worden ze zonder meer wegge
stuurd." Op sommige ochtenden
drinkt hij Syrische, Afrikaanse, Ethi
opische en Azerbeidzjaanse koffie.
Hij ervaart de contacten met de
vluchtelingen als zinvol. „Ze hebben
allemaal al zoveel meegemaakt, dat
ze in de periode dat de vluchtelin
gen in 'kaasland' Nederland verblij
ven, wel wat ruimhartiger bejegend
mogen worden.
Het is triest, zijn broodrondgang
langs de legalen in de Noodopvang.
De mensen wonen in tuinhuisjes. Of
bij parochianen van de kerk op zol
der. De pastoor zelf deelt zijn wo
ning met een gezin. Zelfs verwar
mingsruimtes zijn gebruikt als on
derkomen.
Bij het volgende adres brengt Ge
rard zes broden. Twee jonge man
nen, een vader en een meisje met
haar baby uit Azerbeidzjan eten heel
wat op. Voor voedsel, kleding en an
dere kosten krijgen zé tachtig euro
in de week. Omdat de baby een
voedselallergie heeft en speciale
melk drinkt, gaat bijna al het geld
daaraan op. Vader neemt me mee
naar een klein kamertje. Daar staat
een bed met een hoopje mens. Het
is zijn vrouw, ze is al twee jaar niet
uit bed geweest. Ze spreekt niet
meer en heeft angst voor iedereen.
Ze trouwden ooit toen geloof onbe
langrijk was in hun land. Hij christe
lijk, zij islamitisch. „Wij houden van
elkaar."
De grote ommekeer in hun land
maakte dat een gemengd huwelijk
strafbaar werd. Ze vluchtten. Zelf
laat hij me een papier zien van zijn
cardioloog. Die verwacht dat hij ie
der moment een hartinfarct krijgt.
Ze wachten af of ze mogen blijven
op medische gronden. Gerard Huis
man blijft intussen broden brengen.